elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst
elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst
elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 3.2 Versies NEN 1010 in relatie tot het bouwbesluit.<br />
Bouw installatie Vigerende norm<br />
Voor 1962 NEN 1010 2 e druk *<br />
na 1962 NEN 1010 2 e druk<br />
na 1985 NEN 1010 3 e druk<br />
na 1989 NEN 1010 4 e druk<br />
na 15-10 1997 NEN 1010 5 e druk:<br />
uitgave 1996<br />
deel 7, uitgave 2000<br />
na 2004 NEN 1010 5e druk:<br />
delen 0,1,4, uitgave 2003 **<br />
deel 5, uitgave 1996<br />
deel 5, aanvulling A3, uitgave 2003<br />
deel 6, uitgave 1997<br />
deel 7, aanvulling A2, uitgave 2003<br />
deel 9, 1 september 2005<br />
na 20xx NEN 1010 6e druk:<br />
uitgave oktober 2007<br />
(Delen uit de NEN 1010 dienen nog te<br />
worden aangewezen.<br />
Verwachte invoeringsdatum 1e kwartaal 2009)<br />
* NEN 1010 2e druk is de minimale veiligheidseis voor een<br />
elektrische installatie. Installaties gebouwd voor 1962<br />
moeten minimaal aan de NEN 1010 2e druk voldoen.<br />
** Deel 1,uitgave 2003 vervangt de delen 1,2 en 3 van de<br />
uitgave 1996.<br />
40<br />
3.7.18 Gevaar bij gebreken aan een installatie<br />
Indien aan een installatie gebreken worden waargenomen<br />
waardoor gevaar bestaat, moet de installatieverantwoordelijke<br />
onmiddellijk worden geïnformeerd. Maatregelen tot opheffing<br />
van die gebreken moeten onmiddellijk worden genomen. Indien<br />
de bedrijfstoestand deze maatregelen niet onmiddellijk toelaat,<br />
kan tijdelijk het gevaar worden beperkt.<br />
Voorbeelden van maatregelen tot het tijdelijk beperken van<br />
gevaar waarbij het gevaar binnen aanvaardbare grenzen wordt<br />
gehouden, zijn het aanbrengen van versperringen en/of waarschuwingsborden.<br />
De verplichting om de installatieverantwoordelijke te informeren<br />
geldt voor iedereen, waarbij uiteraard een extra zorgplicht<br />
rust bij allen die elektrotechnisch zijn opgeleid. Het maakt<br />
daarbij niet uit in welke hoedanigheid waargenomen wordt dat<br />
de installatie of de arbeidsmiddelen gebreken hebben en gevaar<br />
opleveren.<br />
Voor de installatieverantwoordelijke is het van belang dat hij<br />
een dergelijke melding te allen tijde in ontvangst kan nemen.<br />
De <strong>Rijksgebouwendienst</strong> beschikt over een storingsdienst die<br />
24-uur per dag bereikbaar is. Meldingen kunnen bij de storingsdienst<br />
worden gedaan.<br />
In ieder geval zal de installatieverantwoordelijke zich ervan<br />
moeten vergewissen dat iedereen die op enige wijze de installatie<br />
gebruikt, en waarvoor hij de verantwoordelijkheid draagt,<br />
weet dat er bij gevaar gemeld moet worden. De wijze waarop<br />
een melding gedaan moet worden, moet eveneens geregeld<br />
zijn.<br />
3.7.19 Onderbreken van werkzaamheden bij onvoldoende<br />
veiligheidsmaatregelen<br />
Indien bij werkzaamheden niet voldoende veiligheidsmaatregelen<br />
zijn genomen moeten de werkzaamheden onmiddellijk<br />
worden onderbroken en direct daarna moet de werkverantwoordelijke<br />
worden geïnformeerd.<br />
3.7.20 Aanpassing van installaties bij gewijzigde bedrijfsomstandigheden<br />
Indien de bedrijfsomstandigheden wijzigen moet de bestaande<br />
installatie worden aangepast aan de dan geldende normen.