elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst
elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst
elektronisch veiligheidshandboek - Rijksgebouwendienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.6.5 Vreemde geleidende delen in nabijheidszone<br />
Vreemde geleidende delen van steigers, kranen en dergelijke, in<br />
de nabijheidszone, moeten deugdelijk worden geaard met een<br />
geschikte beschermingsleiding van voldoende doorsnede.<br />
5.7 Werkzaamheden bij risicoverhogende omstandigheden<br />
5.7.1 Nauwe geleidende ruimten<br />
In nauwe geleidende ruimten is het onder spanning werken niet<br />
toegestaan.<br />
Dit geldt ook voor ELV-ketens.<br />
5.7.2 Verplaatsbaar elektrisch materieel<br />
Verplaatsbaar elektrisch materieel moet zijn uitgevoerd met<br />
een ingebouwde voedingsbron. Indien dit niet mogelijk is moet<br />
het verplaatsbaar materieel zijn opgenomen in een SELV-keten.<br />
Indien dit ook niet mogelijk is moet het verplaatsbaar materieel<br />
zijn opgenomen in een S-keten.<br />
Bij toepassing van S-ketens moet gelijktijdig aan de volgende<br />
voorwaarden zijn voldaan:<br />
• in een keten mag slechts één verplaatsbaar toestel zijn<br />
opgenomen<br />
en<br />
• dit toestel moet van klasse II zijn.<br />
Indien toestellen van klasse II niet verkrijgbaar zijn, mogen<br />
toestellen van klasse I zijn toegepast, mits de handgrepen en<br />
bedieningsorganen van isolatiemateriaal zijn of met een deugdelijke<br />
isolerende laag zijn bekleed.<br />
In beide gevallen moet de isolatie ten minste voldoen aan de<br />
eisen voor extra isolatie.<br />
Een beschermingstransformator kan meer dan één secundaire<br />
wikkeling hebben.<br />
In een nauwe geleidende ruimte mag slechts één contactdoos<br />
per secundaire wikkeling worden aangesloten.<br />
5.7.3 Handlampen<br />
Handlampen moeten zijn opgenomen in SELV-ketens.<br />
Handlampen met gasontladingsbuizen moeten zo zijn uitgevoerd<br />
dat het voor het functioneren van de lamp noodzakelijke<br />
materieel in de handlamp is opgenomen.<br />
Deze bepaling houdt in dat dit materieel in de aansluitleiding<br />
niet mag zijn voorzien van een contactstop.<br />
5.7.4 Verplaatsbare voedingsbronnen<br />
Verplaatsbare voedingsbronnen van SELV-ketens en S-ketens<br />
moeten buiten de nauwe geleidende ruimte zijn geplaatst.<br />
53<br />
5.7.5 Verplaatsbaar elektrisch materieel met groot vermogen<br />
De eis dat verplaatsbaar elektrisch materieel moet zijn uitgevoerd<br />
met een ingebouwde voedingsbron geldt niet voor<br />
verplaatsbaar elektrisch materieel dat door de grootte van zijn<br />
vermogen geen deel kan uitmaken van een SELV- of S-keten. In<br />
dat geval mag verplaatsbaar elektrisch materieel van klasse I<br />
worden gebruikt, mits dit materieel:<br />
• geen elektrisch handgereedschap is;<br />
• deel uitmaakt van een eindgroep, beveiligd door een aardlekschakelaar<br />
met een nominale aanspreekstroom van ten<br />
hoogste 30 mA, van een TN- of een TT-stelsel;<br />
• de aardlekschakelaar dagelijks voor de aanvang van de<br />
werkzaamheden met de testknop wordt beproefd;<br />
• het materieel uitsluitend in spanningsloze toestand wordt<br />
verplaatst.<br />
5.7.6 Elektrische lastoestellen<br />
De eis dat verplaatsbaar elektrisch materieel moet zijn uitgevoerd<br />
met een ingebouwde voedingsbron geldt niet voor elektrische<br />
lastoestellen mits:<br />
1) de lastransformatoren buiten de nauwe geleidende ruimte<br />
zijn geplaatst en<br />
2) de nullastspanning van de lasketen niet hoger is dan de<br />
spanning in SELV-ketens.<br />
5.7.7 Functionele aarding<br />
Indien functionele aarding noodzakelijk is, moet deze zijn verbonden<br />
met alle metalen gestellen en vreemde geleidende<br />
delen binnen de nauwe geleidende ruimte.<br />
Functionele aarding kan nodig zijn, bijvoorbeeld bij toepassing<br />
van meettoestellen.