17.09.2013 Views

queeste zomer 2011 - Steinerschool Antwerpen

queeste zomer 2011 - Steinerschool Antwerpen

queeste zomer 2011 - Steinerschool Antwerpen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

THEMA: tijd<br />

Het is tijd!<br />

Toen ik vernam dat de laatste Queeste van dit schooljaar over Tijd zou gaan, moest ik in mezelf<br />

lachen. Was dit niet mijn gedachte geweest een half jaar geleden toen ik het boek ‘Stil de tijd’ van<br />

Joke J. Hermsen las, namelijk dat het thema van de tijd aan de Tijd is? Een vraag die dan natuurlijk<br />

opkomt, is waarom het thema tijd belangrijk zou zijn. Zijn er niet veel dringender zaken in de maatschappij<br />

die om aandacht vragen?<br />

Een voor de hand liggend antwoord hierop is dat meer en<br />

meer mensen lijden onder tijdsdruk en onder de versnelling<br />

die het uiterlijke leven sinds meerdere decennia kenmerkt.<br />

Toch kun je bemerken, zoals bij veel dingen, dat je hier ook op<br />

verschillende manieren naar kunt kijken. Vanuit een bepaald<br />

gezichtspunt is de tijdversnelling namelijk een symptoom en<br />

niet een oorzakelijk iets. Naar mijn idee kan de reden om je<br />

met de tijd bezig te houden nog veel basaler zijn, namelijk vanuit<br />

de vraag of we deze eigenlijk wel begrijpen. De verhouding<br />

die de meeste mensen hebben met de tijd, is een redelijk<br />

pragmatische: het is vooral handig om er veel van te hebben.<br />

Tijdverspilling moet vermeden worden en wie z’n dagen<br />

overvloedig en efficiënt vult doet aan ‘timemanagement’. Dit<br />

is goed, want ‘tijd is geld’. Misschien is wel het meest in het<br />

oog springend in onze verhouding tot de tijd, dat we deze willen<br />

beheersen, zelfs tot in het regelen van de momenten van<br />

geboorte en dood toe.<br />

Tijd is dus vooral iets dat<br />

we hebben of meestal niet<br />

(genoeg) hebben. Maar zien we<br />

eigenlijk iets wezenlijks in de tijd<br />

of is het eerder een noodzakelijk<br />

kwaad? En is het niet zo dat<br />

hoe meer we onze hebberigheid<br />

op de tijd loslaten, zoals de<br />

tijdspaarders uit ‘Momo en de<br />

tijdspaarders’ , hoe minder we<br />

ervan over lijken te houden?<br />

Naar mijn idee begint zich in onze samenleving iets af te<br />

tekenen wat met deze vraag naar het wezen van de tijd te<br />

maken heeft. Deze vraag hangt samen met het leren<br />

onderscheiden van wat in het leven te maken heeft met<br />

de ruimte en wat met de tijd. Zonder het in de gaten te<br />

hebben, projecteren we namelijk ons op de fysieke ruimte en<br />

wetmatigheid georiënteerde bewustzijn op de tijd. Dit is op<br />

zich niet verwonderlijk daar tijd zich op aarde kenbaar maakt<br />

vanuit beweging in de ruimte.<br />

42<br />

Aristoteles (384-322 v.Chr.) heeft om die reden het geheel<br />

van zijn filosofische verhandelingen over tijd, rond deze gedachte<br />

opgebouwd . Als ik in de ruimte beweeg van A naar B,<br />

correleert dit met een bepaalde tijdsduur. De tijd loopt daarin<br />

synchroon met de ruimte die overbrugd wordt. Deze tijd is<br />

dus meetbaar en heeft een lineair karakter. In de gewone<br />

kloktijd, de chronometer, vinden we dit terug. De vraag is<br />

echter of we op deze manier het wezenlijke van de tijd waarnemen<br />

of slechts een afschaduwing ervan.<br />

Wanneer we eenmaal het gevoel krijgen dat we in onze<br />

dagdagelijkse tijdbeleving alleen de kwantiteit van de tijd en<br />

dat we in opeenvolgende momenten als ‘cinematografische<br />

afdrukken’ in de tijd, niet het wezenlijke van de tijd bereiken,<br />

kunnen we op zoek gaan hoe we hiermee dan wel een verbinding<br />

kunnen krijgen.<br />

Het eerste inzicht dat dan om de hoek komt kijken, is dat de<br />

tijd als werkelijkheid - en niet als abstractie in onze voorstellingen<br />

- verbonden is met het levende, met alles wat in de<br />

natuur als levend element aanwezig is. Het toont zich daar<br />

in de krachten van groeien, bloeien, vrucht- en zaadvorming<br />

en verwelken. We zien hierin een voortdurende omvorming,<br />

maar tegelijkertijd ook een cyclisch, zich herhalend element.<br />

Goethe heeft deze kracht verwoord in zijn oerbeeld van<br />

de planten, wat eigenlijk niets anders is dan de geestelijke<br />

kracht die werkt in de plantenwereld.<br />

Dit is het beeld van de tijd die zelf onzichtbaar is, maar zich<br />

uitdrukt in de levende werkelijkheid. We kunnen deze kracht<br />

waarin omvorming en het cyclisch zich herhalende samenkomen,<br />

kortweg de tijdstroom noemen.<br />

Het belang hiervan komt ook naar voren in het werk van<br />

Rudolf Steiner. In besprekingen van de Scholingsweg, geeft<br />

hij vaak als eerste oefeningen die gaan over het waarnemen<br />

van de plantenwereld . Interessant is dat mensen als Marco<br />

Pogacnik en Verena Staël von Holstein juist door hun zoeken<br />

naar de geestelijke krachten in de aarde en de natuur, deze<br />

tijdsdimensie zijn gaan herkennen en als belangrijk zijn gaan<br />

zien. Pogacnik wijst er in zijn boek ‘Die Landschaft der Göttin’<br />

ook op dat de subtiele tonen van deze cyclische tijd maar al<br />

te vaak overstemd worden door de lineaire, beeldgerichte tijd<br />

en de werking van onder andere de media. Naast de werking

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!