18.09.2013 Views

DGA memorandum 2013 Def - Horlings

DGA memorandum 2013 Def - Horlings

DGA memorandum 2013 Def - Horlings

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De hoogte van de debetrente dient zakelijk te zijn. Indien deze te hoog is, zal voor dat deel sprake zijn van een<br />

informele kapitaalstorting door de <strong>DGA</strong> in de B.V. en wordt de rente slechts tot een zakelijke hoogte in de B.V.<br />

belast. Indien de debetrente te laag is, zal in beginsel voor dit gedeelte sprake zijn van een verkapte<br />

dividenduitkering (belast met 25% inkomstenbelasting) aan de <strong>DGA</strong>.<br />

Indien de <strong>DGA</strong> in privé over voldoende vrije middelen beschikt, kan de schuld aan de B.V. worden afgelost. Indien<br />

vrije middelen in privé ontbreken, verdient het de voorkeur om het benodigde bedrag ter aflossing van de lening als<br />

dividend uit te keren. Dit ‘kost’ wel 25% aanmerkelijkbelangheffing. In 1997 heeft de Hoge Raad uitgemaakt voor<br />

een situatie waarin een aandeelhouder – natuurlijk persoon van zijn B.V. leende, dat de depositorente die banken<br />

bieden als zakelijk is aan te merken en niet de rente die banken vragen voor zakelijke financieringen.<br />

Creditstand bij B.V.<br />

Op een creditstand van de <strong>DGA</strong> is de terbeschikkingstellingsregeling (TBS-regeling) van toepassing. Zie ook paragraaf<br />

5.2. Dit betekent dat de rente tegen maximaal 88% van 52% = 45,76% belast is in box I, terwijl de aftrek van de rente<br />

bij de B.V. leidt tot slechts een gecombineerd vennootschaps- en inkomstenbelastingvoordeel van 40 tot 43,75%.<br />

Inbreng van kapitaal (storting op aandelen) ter financiering van de B.V. verdient dan ook de voorkeur. Ter vermijding<br />

van de TBS-regeling kan verder een vordering op de B.V. in de meeste gevallen worden omgezet in aandelenkapitaal.<br />

Een eventuele (zakelijke) afwaardering van de vordering op de eigen B.V. is aftrekbaar in Box 1 indien geen sprake is<br />

van een onzakelijke lening.<br />

Een schuldeiser (aandeelhouder/natuurlijk persoon) die een afgewaardeerde vordering heeft op een B.V. waarin hij<br />

tevens een aanmerkelijk belang houdt, dient in beginsel het bedrag van de eerdere afwaardering tot zijn belastbaar<br />

resultaat te rekenen als hij deze vordering omzet in aandelenkapitaal of kwijtscheldt. Acute heffing van<br />

inkomstenbelasting kan op verzoek worden voorkomen door toepassing van een zogenoemde<br />

opwaarderingsreserve. Deze reserve dient jaarlijks (deels) tot het resultaat te worden gerekend naarmate de waarde<br />

van de aandelen in de schuldenaar/B.V. na het omzetten van de vordering ten opzichte van voorafgaande jaren is<br />

gestegen totdat de gehele reserve is vrijgevallen. De verkrijgingsprijs van de verkregen aandelen wordt verhoogd<br />

met het bedrag van de waardestijging dat in een jaar in box I is belast met inkomstenbelasting.<br />

De hoogte van de creditrente dient tevens zakelijk te zijn. Indien deze te hoog is, zal voor dat deel sprake zijn van<br />

een verkapte dividenduitkering aan de <strong>DGA</strong>. Bij een te lage of geen creditrente wordt fictief een bedrag ter grootte<br />

van de marktrente bij de <strong>DGA</strong> progressief belast in box 1.<br />

In rekening-courantverhoudingen met de <strong>DGA</strong> wordt de rente vaak gesteld op (bijv. 12-maands) Euribor of<br />

depositorente ECB verhoogd met een risico-opslag (lenen als aandeelhouder). Ook wordt wel aangesloten bij het<br />

percentage heffingsrente, dat de Belastingdienst in rekening brengt (zie ook paragraaf 3.4.1 inzake<br />

personeelsleningen: lenen als werknemer). Voorwaarden van ‘familie’-leningen hoeven niet exact overeen te<br />

stemmen met voorwaarden die banken stellen. Een gebrek aan zekerheden kan worden gecompenseerd door een<br />

hogere rente. Verder dient de belastingdienst de redelijkheid en billijkheid in acht te nemen zoals door de<br />

staatssecretaris in een brief uit 2010 aan Nexia Nederland is verwoord.<br />

Als de rekening-courantverhouding in het jaar regelmatig wisselt van positief naar negatief, dan dient in beginsel de<br />

TBS-rente tijdsevenredig te worden bepaald. Goedgekeurd is echter dat geen rente in aanmerking genomen hoeft te<br />

worden indien de rc-schuld en de rc-vordering van de <strong>DGA</strong> gedurende het gehele kalenderjaar tussen € 17.500<br />

(negatief) en € 17.500 (positief) schommelt. Bij een schuld aan de B.V. op de peildatum mag de <strong>DGA</strong> deze niet in box<br />

3 in aftrek brengen.<br />

Tot slot is het verstandig / zakelijk om de lening schriftelijk vast te leggen en evt. zekerheden en een zakelijke ‘vaste’<br />

rente te regelen. In geval van een onzakelijke lening (een lening met een onzakelijk debiteurenrisico), blijft rente op<br />

de lening wel belast respectievelijk aftrekbaar, maar kan een verlies op de lening in beginsel niet ten laste van het<br />

resultaat worden gebracht. De Hoge Raad heeft op 25 november 2011 beslist dat een verlies op een onzakelijke<br />

lening in de vennootschapsbelasting het opgeofferde bedrag voor de aandelen verhoogt. Ten aanzien van een <strong>DGA</strong><br />

<strong>DGA</strong> Memorandum <strong>2013</strong> 28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!