I. Landmeetkundige instrumenten
I. Landmeetkundige instrumenten
I. Landmeetkundige instrumenten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1604 Set van 11 meetpennen, lengte 34,5 cm, compleet met 2 draagringen met een diameter van 12 cm. Als nieuw.<br />
1605 Gereserveerd.<br />
4. Loodstaven<br />
Loodstaven<br />
nr. omschrijving<br />
1606 Loodstaaf (zwart) met ingebouwd doosniveau, lengte 92 cm. Opschrift punt: RDH.<br />
1607 Loodstaaf (zwart), lengte 105 cm.<br />
1608 In hoogte verstelbare loodstaaf, lengte 109 t/m 179 cm.<br />
1609-1611 Gereserveerd<br />
Bij het uitvoeren van een meting moest er geregeld<br />
een loodlijn genomen worden van een punt in<br />
het terrein t.o.v. de meetlijn. Dit gebeurde bij het<br />
Kadaster bijvoorbeeld bij het inmeten van een<br />
slingerend slootje. Omdat de landmeter zijn prisma of<br />
hoekspiegel uiteraard op ooghoogte gebruikte, maar<br />
het voetpunt van de loodlijn wel in de meetlijn (dus op<br />
maaiveldhoogte) moest worden aangegeven, plaatste<br />
men het prisma op een – meestal uitschuifbare – baak<br />
met een verzwaarde punt, die vlak boven de grond hing.<br />
Door het gewicht van die punt, hing de loodstaaf dus<br />
altijd verticaal ofwel “te lood”. Met zijn dubbelprisma<br />
(de prisma’s en hoekspiegels worden hierna behandeld<br />
bij nr. 8) kon de landmeter er voor zorgen dat hij<br />
zichzelf in de meetlijn bleef bewegen, zodat hij direkt<br />
het voetpunt van de loodlijn kon markeren.<br />
57