I. Landmeetkundige instrumenten
I. Landmeetkundige instrumenten
I. Landmeetkundige instrumenten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
11. Invardraden<br />
Om afstanden te meten met een erg grote nauwkeurigheid, bijvoorbeeld t.b.v. het berekenen van een driehoeksnet,<br />
heeft men gebruik gemaakt van zogenaamde invardraden. Dit waren vrij lange draden, gemaakt van de ijzernikkellegering<br />
“invar”, met 36% nikkel, die bekend staat om zijn zeer kleine uitzettingscoëfficiënt. De exemplaren<br />
uit de collectie hebben elk een lengte van 24 meter. Met zulke invardraden is er door de Rijksdriehoeksmeting en de<br />
TH-Delft in 1964 – 1965 een basis gemeten op de Afsluitdijk. Verder zijn ze gebruikt voor metingen op de basis in het<br />
Duitse Meppen.<br />
66<br />
Invardraden<br />
nr. omschrijving<br />
1710 Kist met daarin 3 invardraden, gespannen op een trommel met een diameter van 50 cm. Fabrikant: Askania,<br />
genummerd 586, 587 en 588. De lengte van alle drie de invardraden is 24 meter.<br />
1711 Kist met daarin 3 invardraden, gespannen op een trommel met een diameter van 50 cm. Genummerd (op een plaatje op<br />
de deksel van de kist) Lab. v. Geodesie 89, 90 en 91. De lengte van deze invardraden bedraagt 24 meter.<br />
HOEKMETING<br />
12. Tachymeters<br />
Als detailpunten moesten worden ingemeten m.b.v. het Systeem detailmeting, had men zowel de afstanden naar<br />
die punten als de richtingen naar die punten nodig. Toen de bij nr. 10 besproken afstandmeters waren ontwikkeld,<br />
ging men er al snel toe over om deze afstandmeters te plaatsen boven op de kijker van de hierna bij nr. 13 beschreven<br />
theodolieten, al of niet van hetzelfde merk. De punten werden genummerd en alle afgelezen hoeken en afstanden<br />
werden handmatig genoteerd op speciaal daarvoor ontworpen formulieren. De volgende stap was de integratie van<br />
beide <strong>instrumenten</strong> tot één instrument. Omdat deze meetmethode sneller ging dan het meten met de meetband<br />
noemde men deze <strong>instrumenten</strong> tachymeters (tachy = snel, snelwerkend). De electronisch gemeten afstanden<br />
waren in een scherm af te lezen; de m.b.v. de theodoliet gemeten hoeken moesten echter nog op de oude manier<br />
worden afgelezen. Toen de theodolieten zodanig konden worden aangepast dat deze ook digitaal af te lezen waren,<br />
ging de verdere ontwikkeling snel. De tachymeters werden voorzien van verschillende hulpmiddelen voor het<br />
opslaan van de digitaal afgelezen informatie. De Zeiss Reg Elta 14 bijv. (nr. 1722) werd hiervoor gekoppeld aan een<br />
ponsbandapparaat, terwijl de Wild TC 1 Tachy-mat (nr. 1728) een casettebandje gebruikte voor de opslag van zijn