I. Landmeetkundige instrumenten
I. Landmeetkundige instrumenten
I. Landmeetkundige instrumenten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
68<br />
1722 Zelfregistrerende electronische tachymeter Zeiss Reg Elta 14, instr. nr. 90465. Registreert de gegevens d.m.v. het<br />
bijbehorende ponsbandapparaat, de “Zeiss Stanzer nr. 91 306” Compleet met dat ponsbandapparaat, statief en<br />
stelschroevenblokje. Het Kadaster heeft zelf nooit met dit type instrument gemeten, maar ingenieursbureau’s hebben<br />
met deze <strong>instrumenten</strong> t.b.v. het Kadaster gemeten.<br />
1723 Electronische Tachymeter Zeiss Elta 2, compleet met stelschroevenblokje, centreerkijkertje en geheugenblokje Zeiss<br />
MEM 200.<br />
1724 Wild Sercel DI 3 meetkast, instr. nr. 31205, met een op de theodoliet te plaatsen richtkop, instr. nr. 23755. Compleet<br />
met bijbehorend contragewicht, gemerkt “5”. Met statief.<br />
1725 Electronische Tachymeter Zeiss Elta 2, compleet met batterijoplader en 3 batterijen, geheugenblokje Zeiss MEM<br />
200, stelschroevenblokje enz. Inclusief de uitleeseenheid Zeiss DAC 100, instr. nr. 141124, voor het uitlezen van de<br />
geheugenblokjes Zeiss MEM 200 inclusief zo’n geheugenblokje, de bijbehorende batterijoplader en netsnoerkabel.<br />
1725 A Electronische Tachymeter Zeiss Elta 2, met batterijoplader, 3 batterijen, 4 geheugenblokjes Zeiss MEM en centreerkijker.<br />
1726 Om op een Wild theodoliet te plaatsen richtkop van Wild Sercel distomat DI 4, instrument nummer 45985, met 2<br />
batterijen.<br />
1727 Tachymeter Wild TC1600, tachymat, fabr. nr. 342515, met statief.<br />
13. Theodolieten<br />
Omdat bij het Kadaster alles wordt<br />
gemeten in het horizontale vlak, wordt<br />
al vele jaren gebruik gemaakt van<br />
de theodoliet die daarvoor speciaal<br />
is ontworpen. Het hoofdonderdeel<br />
van een theodoliet is een horizontale<br />
cirkelrand, waarop een graadverdeling<br />
is aangebracht. Precies in het midden<br />
daarvan en loodrecht daaraan bevestigd,<br />
zit aan de onderkant een buisje waaraan<br />
drie armen zijn gemaakt (bij Amerikaanse<br />
en Engelse theodolieten meestal vier),<br />
die aan het einde elk van een stelschroef<br />
zijn voorzien waarmee de rand zuiver<br />
horizontaal gesteld kan worden, en aan<br />
de bovenkant een constructie voorzien<br />
van twee stutten, waaraan een as is<br />
aangebracht waar omheen de kijker kan<br />
draaien. Het midden van dat buisje en<br />
het verlengde er van noemt men de 1eas;<br />
de as waar de kijker omheen draait<br />
is de 2e-as. Als men nu in een punt P<br />
een hoek willen meten die ligt tussen de<br />
richtingen naar bijvoorbeeld de punten A<br />
en B, dan plaatst men het instrument op<br />
een driepoot (statief). Men zorgt er voor<br />
dat het midden van de horizontale rand<br />
precies boven het punt P komt te liggen,<br />
en zorgt m.b.v. de stelschroeven dat deze<br />
rand precies horizontaal ligt.<br />
Als men met de kijker richt op punt A, dan<br />
draait het bovengedeelte van het instrument over de rand heen, en geeft een aangebrachte index de mogelijkheid<br />
de rand af te lezen. Als men vervolgens de kijker richt op punt B, dan kan men m.b.v. de index de horizontale rand<br />
aflezen. Door nu de aflezing van de richting naar A af te trekken van de aflezing van de richting naar B krijgt men de<br />
hoek die men wilde weten. Om de kijker goed op een ver punt te kunnen richten en aflezen, heeft men in de kijker<br />
zogenaamde kruisdraden aangebracht. Men ziet dus steeds dat kruis in beeld als de kijker wordt gedraaid. Bij het<br />
richten op een punt, laat men dat punt in het terrein samenvallen met het midden van de kruisdraden. Vaak is bij een<br />
van de stutten een tweede, nu verticale rand aangebracht, met de 2e –as van het instrument als middelpunt. In dat<br />
geval kan men behalve horizontale ook verticale hoeken meten.<br />
Hoe groter de diameter van de rand, hoe nauwkeuriger graadverdeling er op kon werden aangebracht. De onder nr.<br />
1728 genoemde theodoliet van Julius Wanschaff uit Berlijn is met zijn diameter van 35 cm dan ook gebruikt voor