25.09.2013 Views

DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans

DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans

DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

stoffen; weide wordt over het algemeen regelmatig behandeld met chemicaliën, zoals<br />

kunstmest (Knutson et al. 2004; Rannap & Briggs 2010). Indien dergelijke<br />

verontreiniging het negatieve verband veroorzaakt, is het opmerkelijk dat er geen<br />

negatief verband is aangetroffen tussen de vinpootsalamanderdichtheid en -<br />

aanwezigheid en de aanwezigheid van akker. Een eerdere studie heeft een dergelijk<br />

verband tussen de aanwezigheid van akker en salamanders echter wel aangetoond<br />

(Denoel & Lehmann 2006). Vermoedelijk is het niet aantreffen van een negatief verband<br />

in de huidige studie toe te schrijven aan het beperkte aantal bemonsterde wateren met<br />

akker in de directe omgeving (ndichtheid=6/62, naanwezigheid= 18/104, nvoortplantingssucces=1/31).<br />

Een andere mogelijke verklaring is dat het negatieve effect van de aanwezigheid van<br />

weide tot stand komt door verlies van overwinteringshabitat: de aanwezigheid van<br />

weide vermindert het bos- en heideoppervlak (binnen 100 meter rondom het water).<br />

Bos en heide zijn belangrijk landhabitat voor de vinpootsalamander; beiden beschikken<br />

over een verscheidenheid aan schuilplaatsen en voedselbronnen (van Kessel et al.<br />

2008). Vooral de rol van bos is beschreven in de literatuur: populaties<br />

vinpootsalamander in bosgebieden zijn groter dan die in gebieden met open vegetatie<br />

(Denoel & Lehmann 2006). Dit betekent echter niet dat weide geheel ongeschikt<br />

landhabitat is voor de vinpootsalamander; graslanden bieden foerageermogelijkheden<br />

(Rannap & Briggs 2010) en waarschijnlijk zijn extensief beheerde weilanden geschikter<br />

dan intensief gebruikte weides. Volledig open gebieden worden echter gemeden<br />

(Geraeds 2009).<br />

Bovenstaande maakt het enigszins opmerkelijk dat de habitattypen loofbos, naaldbos,<br />

gemengd bos en heide niet of nauwelijks terug te vinden zijn in de opgestelde<br />

multivariabele modellen. Het enige opgenomen habitattype is heide, welke in het<br />

landhabitatmodel is opgenomen als positieve voorspeller van het voortplantingssucces<br />

van vinpootsalamanders. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden met<br />

eventuele multicollineariteit (bijlage 1): de aanwezigheid van heide en de mate van<br />

vegetatie in het water (beiden voorspellers van het voortplantingssucces) bleken<br />

onderling licht te correleren. Mogelijk wordt het voortplantingssucces slechts door één<br />

van deze omgevingsfactoren beïnvloed.<br />

Ondanks dat de mate van vegetatie een meer voor de hand liggende verklaring is voor<br />

een hoger voortplantingssucces, is het goed mogelijk dat de aanwezigheid van heide<br />

een betere conditie van adulte vinpootsalamanders tot gevolg heeft. Dit kan het<br />

voortplantingsucces positief beïnvloeden. De literatuur wijst er bovendien op dat beide<br />

(bos en heide) omgevingsfactoren een positieve uitwerking hebben op de<br />

vinpootsalamander (Geraeds 2009; Geurts et al. 2004; van Kessel et al. 2008).<br />

Vermoedelijk is het beperkt aantreffen van de habitattypen loofbos, naaldbos, gemengd<br />

bos & heide in de multivariabele modellen het gevolg van de gemeenschappelijke functie<br />

van deze vier habitattypen, i.e. allen bieden schuilplaatsen tijdens de landfase; indien<br />

het ene geschikte habitattype afwezig is, wordt (in het overgrote deel van de gevallen)<br />

een potentieel negatief effect op de vinpootsalamander voorkomen (ofwel:<br />

ondervangen) door aanwezigheid van de ander.<br />

De aanwezigheid van loofbos bleek echter wel een potentiële invloed te hebben op de<br />

aanwezigheid van de vinpootsalamander in een water. In tegenstelling tot de hypothese<br />

bleek de waargenomen trend echter negatief te zijn. Dit is vermoedelijk een artefact als<br />

gevolg van de ruis die is ontstaan door overlap in de statistische functies. Een<br />

diepgaander onderzoek naar de invloed van het landhabitat is echter nodig om dit te<br />

bevestigen.<br />

NATUURBALANS – LIMES DIVERGENS BV adviesbureau voor natuur & landschap<br />

98 De vinpootsalamander in Noord-Brabant

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!