DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans
DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans
DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.1.2 Waterhabitat en aanwezigheid vinpootsalamanders<br />
Logistische regressie resulteerde in een multivariabel model dat de kans op<br />
vinpootsalamanders in een water behoorlijk goed beschrijft (nagelkerke pseudo-r 2 =<br />
0,482). In dit model zijn het wateroppervlak, de maximale diepte, de EGV en het<br />
percentage vegetatiebedekking opgenomen als voorspellers (Tabel 4).<br />
De maximale diepte en het percentage vegetatiebedekking staan positief in verband met<br />
de kans op vinpootsalamanders in een water, terwijl de EGV negatief in verband staat<br />
met de kans op vinpootsalamanders in een water. Een relatie tussen het wateroppervlak<br />
en de aanwezigheid van vinpootsalamanders is niet aanwezig (Exp(B)= 1,000). De EGV<br />
(Wald= 12,072) verklaart de kans op vinpootsalamanders in een water overtuigend<br />
beter dan het wateroppervlak, de maximale diepte en het percentage<br />
vegetatiebedekking (Wald respectievelijk= 6,299, 4,959, 4,450). Bovendien zijn er<br />
twee trends waargenomen; zowel de dichtheid Amerikaanse hondsvis als de dikte van<br />
de sliblaag hebben potentieel een negatief effect op de kans dat vinpootsalamanders in<br />
een water aanwezig zijn.<br />
Tabel 4. Invloed van de aquatische variabelen op de kans dat vinpootsalamanders wel of niet aanwezig<br />
te zijn in een potentieel voortplantingswater. * trend (0,05