DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans
DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans
DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 SOORTBESCHRIJV<strong>IN</strong>GEN EN ACHTERGRON<strong>DE</strong>N<br />
2.1 V<strong>IN</strong>POOTSALAMAN<strong>DE</strong>R<br />
Herkenning<br />
De vinpootsalamander is de kleinste salamander van Nederland en bereikt een lengte<br />
van maximaal 9,5 cm. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes. De grondkleur is<br />
olijfgroen tot lichtbruin. Mannetjes hebben donkere vlekken op de zijkanten van het<br />
lichaam en de staart. Over de zijkant van de staart loopt een oranje streep. In de<br />
voortplantingstijd ontwikkelen mannetjes een lage, gladde kam op rug en staart,<br />
donkere vliezen tussen de achtertenen en een dun, draadvormig aanhangsel aan de<br />
staartpunt. Aan weerszijden van het lichaam hebben mannetjes twee ‘lijsten’, die een<br />
hoekige indruk geven. Buiten de voortplantingstijd zijn veel van de genoemde<br />
kenmerken afwezig, hebben beide geslachten een uniform lichtbruin lichaam en lijken<br />
mannetjes en vrouwtjes sprekend op elkaar.<br />
De onderzijde is lichtoranje of gelig, soms met enkele donkere vlekjes. De keel is wittig<br />
of roze en altijd ongevlekt. De zeer gelijkende kleine watersalamander, waarmee de<br />
vinpootsalamander soms voorkomt, heeft bijna altijd een gespikkelde keel. Buiten de<br />
voortplantingstijd vormt dit kenmerk een belangrijk onderscheid tussen beide soorten.<br />
Eieren en larven van beide soorten zijn op het oog niet van elkaar te onderscheiden.<br />
Algemene ecologie<br />
Op de Noord-Brabantse en Limburgse zandgronden zijn vinpootsalamanders bewoners<br />
van bos- en heidecomplexen en aangrenzende cultuurlandschappen. De directe<br />
aanwezigheid van bos of bosjes is een onmisbaar aspect van het leefgebied. Open<br />
landbouwgebieden worden gemeden. Voor hun voortplanting is de vinpootsalamander<br />
aangewezen op een breed spectrum aan, voornamelijk stilstaande, watertypen.<br />
De homerange van een vinpootsalamander strekt zich uit over een afstand van ongeveer<br />
100 tot 400 meter rond een voortplantingswater (Coelen 1993). In de waterfase<br />
voeden vinpootsalamanders zich met een breed spectrum aan ongewervelde<br />
waterdieren. Vooral vliegenlarven en kleine kreeftachtigen (watervlooien, mosselkreefjes<br />
en waterpissenbedden) worden gegeten. Ook eieren en larven van kikkers en padden<br />
staan op het menu. Zijn voedseldieren in het water schaars, dan wordt 's nachts op de<br />
oever naar voedsel gezocht. Larven beginnen in hun eerste levensdagen aan dierlijk<br />
plankton en stappen na verloop van tijd over op hetzelfde menu als volwassen<br />
salamanders. Het hoofdvoedsel van pas gemetamorfoseerde salamanders wordt<br />
gevormd door mijten en springstaarten. Voor volwassen dieren in de landfase zijn kleine<br />
regenwormen, naaktslakken en een uitgebreide verzameling zachthuidige insecten een<br />
geliefde prooi.<br />
Voortplanting<br />
Vinpootsalamanders kunnen jaarrond in een water aanwezig zijn, maar bevindt het<br />
merendeel van de populatie zich buiten de voortplantingstijd op het land.<br />
Voortplantingswateren worden opgezocht vanaf februari, soms echter al in het<br />
voorafgaande najaar. Eerst gaan de mannetjes te water, iets later in het seizoen volgen<br />
de vrouwtjes. De voortplantingstrek hangt af van temperatuur en vochtigheid. Van april<br />
tot juni vindt paring en eileg plaats. Vanaf juni beginnen de salamanders het water weer<br />
te verlaten. De metamorfose van larf naar jonge salamander vindt plaats vanaf juli tot in<br />
NATUURBALANS – LIMES DIVERGENS BV adviesbureau voor natuur & landschap<br />
De vinpootsalamander in Noord-Brabant 9