25.09.2013 Views

DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans

DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans

DE VINPOOTSALAMANDER IN NOORD-BRABANT - Natuurbalans

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

7 DISCUSSIE<br />

De vinpootsalamander heeft sinds 1996 de status ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst. Om de<br />

teruggang van de vinpootsalamander in Noord-Brabant een halt toe te roepen dienen er<br />

maatregelen te worden genomen. De huidige studie erkent deze noodzaak en heeft<br />

getracht de knelpunten die het uitbrengen van beschermingsmaatregelen belemmeren<br />

weg te nemen. Dit door inzicht te verkrijgen in de actuele verspreiding van de<br />

vinpootsalamander in Noord-Brabant en in de omgevingsfactoren die de<br />

vinpootsalamander beïnvloeden.<br />

7.1 BELANGRIJKE FACTOREN <strong>IN</strong> <strong>DE</strong> WATERHABITAT VOOR V<strong>IN</strong>POOTSALAMAN<strong>DE</strong>R<br />

De resultaten suggereren dat de maximale diepte, de EGV, de aanwezigheid van<br />

bladafval, de dikte van de sliblaag en de mate van vegetatie(bedekking) van invloed zijn<br />

op de vinpootsalamander (Tabel 3, Tabel 8). Bovendien geeft de huidige studie<br />

aanwijzingen dat de Amerikaanse hondsvis een negatieve invloed heeft op de<br />

vinpootsalamander (Tabel 6, Tabel 10, Figuur 31). Ondanks dat het wateroppervlak in<br />

de modellen is opgenomen als voorspeller van de vinpootsalamanderdichtheid en -<br />

aanwezigheid, heeft het vermoedelijk geen invloed op de vinpootsalamander. Wanneer<br />

de resultaten van de huidige studie gecombineerd worden met de in de literatuur<br />

beschreven invloed van de (in de huidige studie onderzochte) kenmerken van het<br />

waterhabitat ontstaat het onderstaande schema (Figuur 34).<br />

Invloed maximale waterdiepte en wateroppervlak<br />

De hypothese dat vinpootsalamanders een voorkeur hebben voor vennen en poelen met<br />

een langere hydroperiode (“waterhoudend vermogen”) (Jakob 2003) wordt ondersteund<br />

door de positieve relatie die is waargenomen tussen de maximale waterdiepte, welke<br />

positief in verband staat met de lengte van de hydroperiode, en de<br />

vinpootsalamanderdichtheid/-aanwezigheid. De geobserveerde relatie sluit bovendien<br />

aan bij eerder onderzoek aan vinpootsalamanders in Zuid-Frankrijk, waaruit bleek dat<br />

vinpootsalamanders met name diepe wateren selecteren (Denoel & Lehmann 2006). Een<br />

voorkeur voor diepe wateren, d.w.z. wateren met een lange hydroperiode, voorkomt het<br />

falen van de reproductie als gevolg van vroegtijdig droogval (droogval voordat de larven<br />

metamorfose hebben ondergaan). Aangezien het overgrote deel van de larven vóór eind<br />

december metamorfose heeft ondergaan (Geraeds 2009) vormen wateren die tot die tijd<br />

water vasthouden geschikte voortplantingswateren voor vinpootsalamanders. Het lijkt<br />

op het eerste gezicht dan ook vreemd dat er geen verband is aangetroffen tussen de<br />

maximale waterdiepte (zoals gemeten aan het begin van het voortplantingsseizoen) en<br />

het voortplantingssucces in de larvenperiode. Dit is mogelijk toe te schrijven aan het<br />

uitsluiten van de tien wateren die tijdens het bezoek in de larvenperiode droog bleken te<br />

staan; in deze (voormalige) wateren, welke aan het begin van het voortplantingsseizoen<br />

een kleine maximale waterdiepte hadden, is de reproductie mislukt. Een positieve relatie<br />

tussen de maximale waterdiepte en het reproductief succes is vrijwel zeker aanwezig.<br />

NATUURBALANS – LIMES DIVERGENS BV adviesbureau voor natuur & landschap<br />

De vinpootsalamander in Noord-Brabant 89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!