Wegbekendheid voor machinisten - Intergo
Wegbekendheid voor machinisten - Intergo
Wegbekendheid voor machinisten - Intergo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Van <strong>Wegbekendheid</strong><br />
naar Routebevoegdheid<br />
David de Bruijn & Richard van der Weide<br />
Rapport 3364, versie 1.0, 11 augustus 2012
Colofon<br />
Titel: Van <strong>Wegbekendheid</strong> naar Routebevoegdheid<br />
Projectnr: <strong>Intergo</strong> 3364<br />
Datum: 11 augustus 2012<br />
Auteur(s): drs. D.W. de Bruijn Eur.Erg. & drs. R. van der Weide Eur.Erg.<br />
Interne referent: ir. M.P. Zeilstra Eur.Erg.<br />
Opdrachtgever: SAGB<br />
Contactpersoon: A. van Bijnen, H. Jentjens<br />
Versie: 1.0<br />
Status: definitief<br />
Aantal pagina's: 63<br />
Versie historie:<br />
Versie Datum Status Auteur Opmerking<br />
0.1 31 oktober 2011 concept D.W. de Bruijn Start document<br />
0.2 6 januari 2012 concept D.W. de Bruijn Enkele interne reviewronden verwerkt<br />
0.3 26 maart 2012 concept D.W. de Bruijn Verwerking workshop<br />
0.4 8 mei 2012 concept D.W. de Bruijn Synthese bevindingen, aangeboden ter interne review<br />
0.5 24 mei 2012 concept M.P. Zeilstra Verwerking interne review Hoofdstuk 2 en 3<br />
0.6 19 juli 2012 concept R. van der Weide Verwerking interne review Hoofdstuk 4 en 5<br />
1.0 11 augustus 2012 definitief R. van der Weide Verwerking interne review Hoofdstuk 6<br />
© 2012 INTERGO<br />
Postbus 19218, 3501 DE Utrecht<br />
Pausdam 2, 3512 HN Utrecht<br />
Tel: +31 30 677 87 00<br />
Fax: +31 30 677 87 01<br />
E-mail: info@intergo.nl<br />
Website: www.intergo.nl<br />
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,<br />
microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder <strong>voor</strong>afgaande toestemming van <strong>Intergo</strong>.<br />
Het ter inzage geven van deze uitgave aan direct belanghebbenden is toegestaan.<br />
Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt <strong>voor</strong> de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en<br />
opdrachtnemer verwezen naar de ‘Algemene Leverings- en Verkoop<strong>voor</strong>waarden <strong>Intergo</strong> bv’, dan wel de<br />
betreffende ter zake tussen partijen gesloten overeenkomst.
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Inhoud<br />
1 Inleiding ................................................................................... 5<br />
1.1 Aanleiding 5<br />
1.1.1 <strong>Wegbekendheid</strong> in de spoorbranche 5<br />
1.1.2 Juridisch kader 5<br />
1.2 Vraagstelling van de branche 6<br />
1.2.1 Operationaliseren van het begrip <strong>Wegbekendheid</strong> 6<br />
1.2.2 Evalueren opleidings- en infra-aspecten 6<br />
1.3 Aanpak 7<br />
1.4 Leeswijzer 7<br />
2 Denkmodel ................................................................................... 8<br />
2.1 Functie van wegbekendheid 8<br />
2.2 <strong>Wegbekendheid</strong> en het spoorsysteem 8<br />
2.3 <strong>Wegbekendheid</strong> en de taak van de machinist 10<br />
3 <strong>Wegbekendheid</strong> in wet- en regelgeving ............................................. 11<br />
3.1 Hiërarchie in wet- en regelgeving 11<br />
3.2 Nationale wet- en regelgeving 11<br />
3.2.1 Spoorwegwet 2005 11<br />
3.2.2 Besluit Spoorwegpersoneel 2011 12<br />
3.2.3 Ministeriële regeling spoorwegpersoneel 2011 13<br />
3.2.4 Jurisprudentie 14<br />
3.3 Europese wet- en regelgeving 15<br />
3.3.1 Machinisten-Richtlijn 2007 15<br />
3.3.2 TSI Exploitatie en verkeersleiding (2011/314/EU) 20<br />
3.4 Brancherichtlijnen 24<br />
3.4.1 UIC 24<br />
3.4.2 Vereniging Spoorwegregelgeving en Documentatie 24<br />
3.4.3 Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) 26<br />
3.5 Individuele vervoerders 27<br />
3.5.1 Nederlandse Spoorwegen 27<br />
3.5.2 Deutsche Bundesbahn (DB) 29<br />
3.6 Conclusie 31<br />
4 <strong>Wegbekendheid</strong> in de literatuur ...................................................... 34<br />
INTERGO pagina 3
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
4.1 Psychologische processen 34<br />
4.1.1 Situation awareness 34<br />
4.1.2 SA en het besturen van een trein 35<br />
4.2 Verkrijgen van wegbekendheid 38<br />
4.2.1 Risicobenadering 38<br />
4.2.2 Ervaringseisen aan Machinisten 38<br />
4.2.3 <strong>Wegbekendheid</strong> in nieuwe omgevingen en digitale documenten 39<br />
4.3 <strong>Wegbekendheid</strong> en het ontwerp van de railinfra 39<br />
4.3.1 Middelraad 39<br />
4.3.2 Proefschrift Van den Top 40<br />
4.4 Conclusies 41<br />
5 <strong>Wegbekendheid</strong> in de praktijk ........................................................ 42<br />
5.1 Workshop 42<br />
5.2 Taakdoelen 42<br />
5.3 Aard van wegbekendheid 43<br />
5.4 Belang van wegbekendheid 44<br />
5.5 Elementen van wegbekendheid 45<br />
5.6 Verkrijgen van wegbekendheid 46<br />
5.7 Conclusie 47<br />
6 Model Routebevoegdheid ............................................................... 48<br />
6.1 Van wegbekendheid naar routebevoegdheid 48<br />
6.2 Definitie Routebevoegdheid 48<br />
6.3 Model 49<br />
6.3.1 Persoonskenmerken 49<br />
6.3.2 Kennen en kunnen 50<br />
6.3.3 Rijden van een trein 51<br />
6.4 Uitwerking Routebevoegdheid 51<br />
6.5 Epiloog 52<br />
7 Referenties ................................................................................ 53<br />
Bijlage 1. <strong>Wegbekendheid</strong> in vervallen Europese regelgeving ........................ 56<br />
Bijlage 2. Onderdelen wegbekendheid volgens VSD ..................................... 59<br />
Bijlage 3. Onderdelen wegbekendheid volgens RSSB .................................... 61<br />
Bijlage 4. Psychologische begrippen i.v.m. wegbekendheid ........................... 62<br />
INTERGO pagina 4
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
1 Inleiding<br />
1.1 Aanleiding<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> is in het algemeen spraakgebruik de kennis en ervaring die een machinist<br />
nodig heeft om zelfstandig een bepaald traject te mogen rijden. Dat is een vrij statische<br />
opvatting. Een meer dynamische is dat de machinist op elk moment een goed begrip heeft van<br />
de situatie. <strong>Wegbekendheid</strong> is dan het begrip dat een machinist heeft over de situatie van dat<br />
moment én over de situatie in de toekomst.<br />
Het rijden van een trein wordt in de spoorbranche primair gezien als een veiligheidstaak.<br />
Echter deze veiligheidstaak kan niet altijd in voldoende mate waar gemaakt worden. De<br />
aandacht die de spoorbranche besteed aan zogenaamde STS-passages (passage van een rood<br />
sein) is hier een goed <strong>voor</strong>beeld van.<br />
Voor een goede taakuitoefening door de machinist in het algemeen, en <strong>voor</strong> het uitoefenen van<br />
de veiligheidstaak in het bijzonder, is een goede wegbekendheid essentieel. Wat<br />
wegbekendheid is <strong>voor</strong> een machinist is echter niet eenduidig geoperationaliseerd, terwijl<br />
wegbekendheid ook juridisch gezien een belangrijk begrip is.<br />
1.1.1 <strong>Wegbekendheid</strong> in de spoorbranche<br />
Binnen de spoorwegbranche bestaan veel verschillende interpretaties van het begrip<br />
wegbekendheid en hoe daarmee om dient te worden gegaan. De nadruk ligt op dit moment op<br />
kennis over <strong>voor</strong>namelijk ‘statische’ kenmerken van de spoorinfrastructuur: bij<strong>voor</strong>beeld waar<br />
staat een sein, hoe herken ik mijn rijweg van dat moment. <strong>Wegbekendheid</strong> wordt door training<br />
en door het (onder begeleiding) rijden van trajecten aangeleerd.<br />
1.1.2 Juridisch kader<br />
Ook uit jurisprudentie is duidelijk geworden dat wegbekendheid geen helder omschreven<br />
begrip is. De rechtbank te Arnhem meldt naar aanleiding van een ongeval op 21 november<br />
2006 in Arnhem:<br />
“Voor de te stellen eisen aan het verwerven van die wegbekendheid is echter geen<br />
regelgeving vastgesteld, anders dan dat ingevolge artikel 25 van het Besluit<br />
Spoorwegpersoneel een vakinhoudelijk leidinggevende de specifieke taakgebonden en<br />
bedrijfsgebonden bekwaamheid dient te beoordelen.<br />
...<br />
Bij het <strong>voor</strong>gaande merkt de rechtbank op dat met het begrip ‘wegbekendheid’ als vereiste<br />
<strong>voor</strong> de bevoegdheid als machinist een goederentrein te besturen, klaarblijkelijk niet<br />
hetzelfde bedoeld wordt als concrete kennis van de plaatsing van seinen op een specifieke<br />
INTERGO pagina 5
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
plaats. De rechtbank leidt dit mede af uit de omstandigheid dat het <strong>voor</strong> wegbekendheid<br />
niet vereist is dat een machinist over alle sporen op een traject heeft gereden.”<br />
Ook dit pleit <strong>voor</strong> het beter operationaliseren van het begrip <strong>Wegbekendheid</strong>.<br />
1.2 Vraagstelling van de branche<br />
Er is bij de meeste vervoerders behoefte aan een gestructureerde benadering van de wettelijke<br />
verplichting ten aanzien van wegbekendheid en aan een heldere definitie wat deze<br />
wegbekendheid nu is. Tevens kan daarmee bepaald worden of en hoe huidige opleidingsprogramma’s<br />
passen bij het concept. De behoefte heeft om diverse redenen echter nog niet<br />
geleid tot een gezamenlijke aanpak.<br />
Ook in het kader van het STS-programma, waarbij ProRail als infrabeheerder acteert namens<br />
de hele spoorbranche, is het gewenst om nader in te gaan op de taakuitoefening van de<br />
machinist en welke factoren daar in positieve of negatieve wijze een rol in spelen.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> is één van deze factoren.<br />
Genoemde behoefte uit zich in het feit dat ProRail Capaciteitsverdeling en ProRail<br />
Assetmanagement mede-opdrachtgever is. Het initiatief wordt ondersteund door NS Reizigers<br />
(NSR Safety) en DB Schenker (afdeling Safety, Health & Environment). De Stichting Arbeid<br />
en Gezondheid Beroepsvervoer heeft op basis van genoemde behoefte besloten dit project<br />
(financieel) te ondersteunen.<br />
1.2.1 Operationaliseren van het begrip <strong>Wegbekendheid</strong><br />
Het onderzoek moet een eenduidige omschrijving van het begrip <strong>Wegbekendheid</strong> leveren. Een<br />
duidelijke begrippenlijst is nodig om spraakverwarring te <strong>voor</strong>komen – zo worden de termen<br />
wegbekendheid en wegkennis door elkaar gebruikt – en om een gemeenschappelijk<br />
begrippenkader te creëren <strong>voor</strong> de hele spoorbranche.<br />
1.2.2 Evalueren opleidings- en infra-aspecten<br />
De bovengenoemde operationalisering van <strong>Wegbekendheid</strong> kan als een nieuw referentiekader<br />
dienen waartegen we de huidige opleidingen en (her)ontwerp van infra en dienstregeling<br />
kunnen toetsen. Met andere woorden, uitgaande van de op te stellen eenduidige definitie van<br />
wegbekendheid zijn onderstaande vragen dan relevant:<br />
› Wordt de <strong>machinisten</strong> de juiste zaken geleerd?<br />
› Worden deze zaken op een juiste wijze aangeleerd?<br />
› Wordt bij het (her)ontwerp van railinfra rekening gehouden met eventuele invloeden op<br />
wegbekendheid, bij<strong>voor</strong>beeld via het veiligheidsmanagementsysteem?<br />
› Wordt bij het ontwerp of aanpassing van de dienstregeling rekening gehouden met<br />
mogelijke effecten op wegbekendheid?<br />
Deze aspecten maken <strong>voor</strong>alsnog geen deel uit van dit project. Aangezien ze niet altijd los van<br />
het operationaliseren gezien kunnen worden, zullen ze toch zijdelings aan de orde komen.<br />
INTERGO pagina 6
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
1.3 Aanpak<br />
De gevolgde aanpak kenmerkt zich door samenwerking/afstemming met een klankbordgroep<br />
uit de spoorbranche, zodat er uiteindelijk een breed gedragen document ligt.<br />
Voor het operationaliseren van het begrip wegbekendheid zijn de volgende stappen<br />
uitgevoerd:<br />
› (inter)nationaal literatuuronderzoek (wetenschappelijk en branche)<br />
› een workshop met <strong>machinisten</strong> (reizigers en goederen)<br />
› gesprekken met deskundigen (NSR, SERV)<br />
Dit leidt tot een (her)definitie van het begrip wegbekendheid, inclusief indicaties van doel,<br />
aard en belang. Tevens worden elementen van wegbekendheid aangedragen en een indicatie<br />
van de verwerving van de bijbehorende competentie.<br />
1.4 Leeswijzer<br />
In hoofdstuk 2 wordt een denkmodel geschetst, dat als basis gaat dienen <strong>voor</strong> de nadere<br />
definitie van het begrip wegbekendheid.<br />
Hoofdstuk 3 gaat in op de wet- en regelgeving, inclusief brancherichtlijnen en invulling van<br />
het begrip wegbekendheid bij diverse vervoerders. De bevindingen worden geduid aan de<br />
hand van het denkmodel.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> speelt een rol in het daadwerkelijk rijden van een trein. Dit betekent dat<br />
wegbekendheid een relatie zal hebben met het construct Situation Awareness, zoals dat in de<br />
psychologie gehanteerd wordt. Hoofdstuk 4 gaat in op de literatuur op dit terrein.<br />
In hoofdstuk 5 wordt de relatie gelegd met wegbekendheid, zoals die nu in de praktijk wordt<br />
gehanteerd c.q. ervaren (opgetekend tijdens een workshop met <strong>machinisten</strong>).<br />
Op basis van de wet- en regelgeving, de literatuur en de pratijkervaringen wordt dan als<br />
eindresultaat van dit project in hoofdstuk 6 een model <strong>voor</strong> en (her)definitie van<br />
wegbekendheid geschetst.<br />
INTERGO pagina 7
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
2 Denkmodel<br />
De huidige beschrijvingen van en opvattingen over wegbekendheid zijn niet eenduidig. Om te<br />
bepalen wat onder ‘wegbekendheid’ valt is een heldere structuur nodig om ordening aan te<br />
brengen in genoemde beschrijvingen en opvattingen, die in dit rapport aan de orde komen. Dit<br />
hoofdstuk reikt hiertoe een denkmodel aan.<br />
2.1 Functie van wegbekendheid<br />
Hoewel wegbekendheid tot op heden niet exact gedefinieerd is, lijkt er in de spoorsector wel<br />
een gedeeld beeld over de functie van wegbekendheid te bestaan. <strong>Wegbekendheid</strong> vormt één<br />
van de <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> het van A naar B rijden van een trein door een machinist. Op<br />
hoofdlijnen zijn deze <strong>voor</strong>waarden:<br />
Bevoegdheid van de machinist<br />
› Een machinist moet een zekere mate van kennis hebben over het spoorsysteem;<br />
› Een machinist moet voldoen aan bepaalde persoonsgebonden eisen en competenties, die<br />
samenhangen met zijn taak als machinist, zoals visus en vigilantie.<br />
Materieelbekendheid: bevoegdheid <strong>voor</strong> een bepaald type trein<br />
Een machinist moet materieelbekendheid hebben. Materieelbekendheid kan worden gezien als<br />
de bevoegdheid tot het rijden op een bepaald type trein. Dat betekent dat de machinist moet<br />
weten hoe een trein van een bepaald type bediend moet worden, zowel bediening van de<br />
primaire systemen (tractie, rem, treinbeveiliging e.d.) als de secundaire systemen<br />
(diagnosesystemen etc.). Het gaat om kennis en vaardigheden.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong>: bevoegdheid <strong>voor</strong> een bepaald traject<br />
Een machinist mag pas met een trein van A naar B rijden als de machinist wegbekendheid<br />
heeft op het traject van A naar B. Nadere definiëring van het begrip wegbekendheid wordt in<br />
dit rapport uitgewerkt.<br />
2.2 <strong>Wegbekendheid</strong> en het spoorsysteem<br />
Zoals eerder aangegeven heeft wegbekendheid betrekking op (de bevoegdheid <strong>voor</strong>) het<br />
daadwerkelijk rijden van een trein van A naar B. Onderstaande globale systeembeschrijving<br />
zal gebruikt worden om aan te geven op welke delen van het spoorsysteem wegbekendheid<br />
betrekking heeft.<br />
Onderstaande figuur geeft het spoorsysteem vereenvoudigd weer:<br />
INTERGO pagina 8
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Figuur 1 Vereenvoudigde visualisatie van het spoorsysteem<br />
We onderscheiden de volgende systeemdelen in het operationeel gebruik van het<br />
spoorsysteem i.c. het rijden van een trein, bij verschillende bedrijfstoestanden (normaal<br />
bedrijf, verstoord bedrijf, calamiteitenbedrijf, onderhoudsbedrijf):<br />
› Machinist (Goederen, Reizigers, Beperkt/Volledig Bevoegd, …);<br />
› Rollend materieel (de diverse typen treinen);<br />
› Railinfrastructuur:<br />
› onderbouw (kunstwerken: tunnels, bruggen, hellingen);<br />
› bovenbouw (rails, overwegen, wissels);<br />
› energie<strong>voor</strong>ziening (bovenleiding, bovenleidingsportalen);<br />
› seingevingssysteem (seinen borden, seinportalen etc.);<br />
› Dienstregeling (rijtijden, rijtijdspeling, wel of niet haltering bij een station);<br />
› Treindienstleiding / verkeersleiding (rijwegen, be- en bijsturing);<br />
› Treinbeveiliging (ATB-EG, ATB-NG, ETCS);<br />
› Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften (afhankelijk van de bedrijfstoestand en/of locatie);<br />
› Overige systeemdelen (informatie perron, GSM-R, stations, etc.);<br />
› Onderhoud aan systeemdelen;<br />
› Omgeving (van de railinfrastructuur).<br />
Schematisch wordt dit <strong>voor</strong>gesteld door onderstaande figuur.<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
›<br />
!<br />
Dienstregeling<br />
Treindienstleiding<br />
Onderhoud<br />
Treinbeveiliging<br />
Overige systemen<br />
I<br />
n<br />
t<br />
e<br />
r<br />
f<br />
a<br />
c<br />
e<br />
s<br />
Bedrijfstoestanden<br />
Procedures en<br />
werk<strong>voor</strong>schriften<br />
Systeemdelen:<br />
• Railinfrastructuur<br />
• Rollend materieel<br />
• Machinist<br />
Operationeel Gebruik:<br />
rijden van een trein<br />
Omgeving<br />
Figuur 2 Operationeel gebruik van het spoorsysteem: de systeemdelen schematisch in samenhang<br />
INTERGO pagina 9
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
2.3 <strong>Wegbekendheid</strong> en de taak van de machinist<br />
Voor het rijden van een trein kent een machinist een aantal taakdoelen. Op basis van de<br />
functiebeschrijving van de machinist [2], de doelstellingen van NS [3] en een ergonomische<br />
taakanalyse zijn de volgende taakdoelen onderscheiden:<br />
› Veiligheid: veiligheid van de reiziger, de machinist en het totale systeem dient <strong>voor</strong>op te<br />
staan. Dit is een stand-still criterium: eventuele achteruitgang is niet acceptabel.<br />
› Betrouwbaarheid: punctualiteit van de uitvoering van de dienstregeling (rij/remgedrag), het<br />
<strong>voor</strong>komen van storingen door juiste bediening en zo nodig snel beperken van de gevolgen<br />
van storingen dragen bij aan de betrouwbaarheid van het product en hebben grote<br />
financiële consequenties, naast een positieve bijdrage aan de waardering van de reiziger.<br />
Dit doel is in feite onlosmakelijk verbonden met het idee van een spoorsysteem. Immers,<br />
als treinen stilstaan rijden zij 100 % veilig maar is er geen sprake meer van transport of<br />
vervoer.<br />
› Efficiency: energiezuinig rijden en een optimale benutting van de infrastructuur dragen bij<br />
aan een kosten verlagend effect op NS- en systeemniveau. Hoewel dit doel veel recenter<br />
van oorsprong lijkt te zijn was al in het stoomtijdperk het kolengebruik een belangrijk<br />
criterium, waarop ook premies <strong>voor</strong> de machinist waren gebaseerd.<br />
› Comfort: een goed rij/remgedrag levert een positieve bijdrage aan de waardering van de<br />
reizigers en <strong>voor</strong>komt letsel bij reizigers (struikelen, vallen, stoten etc). Met name bij de<br />
nadering van stations is de machinist zich bewust dat mensen naar de deuren lopen. Niet te<br />
snel door wissels rijden en beheerst remmen is dan ook vanouds een doel van een<br />
machinist.<br />
Daarnaast kent de machinist een aantal taakdoelen die minder direct samenhangen met het<br />
rijden van een trein:<br />
› Service: omroepen en het bedienen van een reizigersinformatiesysteem zijn momenteel de<br />
meest in het oog springende service-activiteiten en dragen bij aan de waardering van de<br />
reizigers. Een veilige, betrouwbare en comfortabele reis zijn andere aspecten van de<br />
serviceverlening, die door de machinist beïnvloed worden. Deze worden door<br />
eerdergenoemde taakdoelen afgedekt.<br />
› Organiserende taken: bij<strong>voor</strong>beeld het <strong>voor</strong>bereiden op de dienst. Dit zijn meer intern<br />
gerichte taakdoelen.<br />
Bovenstaande beschrijving van de taakdoelen van de machinist zal gebruikt worden om aan te<br />
geven op welke taakdoelen wegbekendheid betrekking heeft. Omdat de functie van<br />
wegbekendheid samenhangt met het daadwerkelijk rijden van een trein van A naar B, worden<br />
de taakdoelen ‘Service’ en ‘Organiserende taken’ in het onderzoek op <strong>voor</strong>hand verder buiten<br />
beschouwing gelaten.<br />
In de volgende hoofdstukken analyseren we hoe verschillende bronnen het begrip<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> hanteren, waarbij we telkens kijken welke functie wegbekendheid heeft, en<br />
op welke delen van het spoorsysteem (paragraaf 2.2) en op welke taakdoelen (paragraaf 2.3)<br />
wegbekendheid betrekking heeft.<br />
INTERGO pagina 10
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
3 <strong>Wegbekendheid</strong> in wet- en regelgeving<br />
3.1 Hiërarchie in wet- en regelgeving<br />
Zowel in Europese als Nederlandse wetgeving wordt wegbekendheid of een soortgelijke<br />
kennis beschreven.<br />
Europese richtlijnen moeten in principe nationaal worden nagevolgd. Er wordt dus nationaal<br />
aan gerefereerd maar ze blijven op Europees niveau. Hierin kunnen zaken staan die als gevolg<br />
van verschillen tussen landen slechts algemeen worden beschreven (wegbekendheid wordt<br />
niet altijd als begrip gebruikt) of minder van toepassing zijn (bij<strong>voor</strong>beeld de Europese eis<br />
hellingspercentages vast te stellen is in Nederland slechts op enkele plaatsen van belang). De<br />
TSI 2011/314/EU <strong>voor</strong> ‘Exploitatie en verkeersleiding’ [14] is daarvan een <strong>voor</strong>beeld.<br />
Als een richtlijn op Europees niveau moet worden uitgewerkt op nationaal niveau wordt dat<br />
expliciet vermeld. Een <strong>voor</strong>beeld is de uitwerking van de [Europese] Machinisten Richtlijn [5]<br />
tot het Besluit Spoorwegpersoneel [6]. De Nederlandse uitwerking moet minimaal dezelfde<br />
eisen stellen als de Europese bron en mag daarmee niet tegenstrijdig zijn. Maar ook op EUniveau<br />
bestaat nog geen 100% eenduidigheid over de definitie van wegbekendheid. Men<br />
wacht hier allereerst de ervaringen af met de Machinisten Richtlijn. Deze Machinisten<br />
Richtlijn heeft in legaal opzicht een hogere status dan de TSI omdat de TSI een zogenaamde<br />
‘delegated legislation’ is (een soort gedelegeerde wetgeving) die tot stand is gekomen via<br />
‘comitology procedure’ [7]. Binnen de EU wordt met zeer veel comités gewerkt die relatief<br />
los van het Europees Parlement werken. Als een Europese en nationale richtlijn niet<br />
overeenstemmen of tegenstrijdig lijken, geldt de nationale wetgeving [8].<br />
3.2 Nationale wet- en regelgeving<br />
3.2.1 Spoorwegwet 2005<br />
Artikel 33 lid 2 van de Spoorwegwet [10] stelt dat de spoorwegonderneming:<br />
“er<strong>voor</strong> zorg draagt dat werknemers met een veiligheidsfunctie met het oog op het behouden<br />
van hun geschiktheid, kennis en bekwaamheid <strong>voor</strong> de desbetreffende functie de<br />
noodzakelijke oefening hebben en de noodzakelijke nadere of aanvullende scholing, opleiding<br />
en studie volgen.”<br />
INTERGO pagina 11
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> wordt niet met name genoemd in de Spoorwegwet. <strong>Wegbekendheid</strong> valt<br />
mogelijk onder de kennis en/of vakbekwaamheid van een machinist.<br />
De Spoorwegwet geeft geen omschrijving wat <strong>voor</strong> een machinist de noodzakelijke<br />
geschiktheid, kennis en bekwaamheid inhoudt.<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
Hoe werknemers wegbekendheid verkrijgen door oefening, scholing, opleiding en studie, is<br />
niet omschreven.<br />
3.2.2 Besluit Spoorwegpersoneel 2011<br />
Het besluit Spoorwegpersoneel [6] is de Nederlandse implementatie van de Europese<br />
Machinisten Richtlijn [5]. Het is een herziening van het <strong>voor</strong>gaande Besluit<br />
Spoorwegpersoneel van 2004.<br />
Het Besluit Spoorwegpersoneel is vervolgens weer uitgewerkt in de “Regeling<br />
spoorwegpersoneel” [9] (zie ook paragraaf 3.2.3) waarin met name keuringen en<br />
praktijkopleidingen omschreven worden.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> / vakbekwaamheid<br />
De inhoudelijke eisen <strong>voor</strong> vakbekwaamheid worden genoemd in artikel 6 dat betrekking<br />
heeft op een examenprogramma <strong>voor</strong> <strong>machinisten</strong>. Dit artikel verwijst hier<strong>voor</strong> rechtstreeks<br />
naar de bijlagen van de Machinisten-Richtlijnen (zie paragraaf 3.3.1). De betreffende tekst van<br />
artikel 6 luidt letterlijk:<br />
“Onze Minister stelt <strong>voor</strong> de veiligheidsfunctie van machinist met volledige bevoegdheid en<br />
machinist met beperkte bevoegdheid een examenprogramma vast dat voldoet aan de:<br />
a) in bijlage IV van richtlijn 2007/59/EG (noot <strong>Intergo</strong>: De Machinisten Richtlijn) gestelde<br />
eisen inzake algemene kennis en vaardigheden;<br />
b) in bijlagen V en VI van richtlijn 2007/59/EG gestelde eisen inzake specifieke vakkennis<br />
inzake spoorvoertuigen en hoofdspoorweginfra-structuur.”<br />
De term ‘wegbekendheid’ komt op enkele plaatsen <strong>voor</strong> in het Besluit Spoorwegpersoneel:<br />
› In de nota van toelichting bij Artikel 6 over het examenprogramma staat: “Deze eisen zien<br />
[sec; red.] op vergelijkbare eisen zoals gesteld <strong>voor</strong> de <strong>machinisten</strong>, zoals eisen ten aanzien<br />
van de algemene vakkennis, de kennis van operationele procedures en veiligheidssystemen,<br />
de kennis van het rollend materieel, wegbekendheid en het vermogen de betreffende kennis<br />
in praktijk te brengen. “<br />
› In Artikel 8 wordt wegbekendheid expliciet genoemd, al is dat in het kader van de<br />
rangeerder. Dit artikel betreft het beschikken over kennis van processen en technieken die<br />
eigen zijn aan de organisatie en de locatie waar zij werkzaam zijn. Per functionaris wordt<br />
hier een specificatie gegeven. Zonder in te gaan op het soort functionaris wordt in de nota<br />
van toelichting bij Artikel 8 hierover gezegd:<br />
“Met name valt daarbij te denken aan kennis van lokale <strong>voor</strong>schriften, wegbekendheid van<br />
de te berijden baanvakken, bediening en controle van de voertuigtypen waarmee wordt<br />
INTERGO pagina 12
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
gereden en kennis van de organisatie van het eigen bedrijf en van het door de<br />
spoorwegonderneming gehanteerde veiligheidszorgsysteem […]. “<br />
Houdbaarheid van ‘vakbekwaamheidseisen’<br />
In de nota van toelichting bij artikel 7 staat het volgende over de houdbaarheid van<br />
vakbekwaamheidseisen (dus niet letterlijk ‘wegbekendheid’):<br />
“Ingevolge het vijfde lid is de beoordeling van de ingevolge artikel 6 vastgestelde<br />
vakbekwaamheidseisen van de personen met een veiligheidsfunctie <strong>voor</strong> onbepaalde tijd<br />
geldig. Dit betekent dat de toetsing van de betreffende kennis en vaardigheden slechts eenmaal<br />
plaatsvindt. De spoorwegonderneming of de infrastructuurbeheerder onder wiens gezag de<br />
persoon met een veiligheidsfunctie werkzaam is, dient als onderdeel van het<br />
veiligheidszorgsysteem wel te zorgen <strong>voor</strong> een opleidingsproces om de vakkennis op peil te<br />
houden (zie artikel 16 van dit Besluit). “<br />
Artikel 16 verwijst vervolgens naar een bijlage VII van de Machinisten Richtlijn [5]:<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> wordt in de tekst van het Besluit Spoorwegpersoneel zelf niet inhoudelijk<br />
omschreven. <strong>Wegbekendheid</strong> lijkt onderdeel te zijn van de algemene vakbekwaamheid van de<br />
machinist.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> wordt als term genoemd in de Nota van toelichting op het Besluit.<br />
In de Nota van Toelichting wordt wegbekendheid beschouwd als ‘kennis van te berijden<br />
baanvakken’ en is te onderscheiden van algemene kennis, procedures en voertuigkennis,<br />
waarbij opgemerkt wordt dat de bedieningswijze en te rijden snelheid van het voertuig<br />
afhankelijk kan zijn van de karakteristieken van een baanvak. Tevens wordt het vermogen om<br />
de kennis in praktijk te brengen vereist: vaardigheid.<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
Het Besluit Spoorwegpersoneel stelt geen eisen aan het opleidingsproces t.b.v.<br />
wegbekendheid, anders dan dat de vakkennis op peil gehouden moet worden als onderdeel van<br />
het veiligheidszorgsysteem.<br />
3.2.3 Ministeriële regeling spoorwegpersoneel 2011<br />
De Ministeriële regeling spoorwegpersoneel 2011 [9] stelt in “§ 4. Erkenning EGberoepskwalificaties”,<br />
Artikel 7:<br />
“Deze paragraaf is van toepassing op een aanvraag van een migrerende beroepsbeoefenaar tot<br />
het verkrijgen van een erkenning van beroepskwalificaties <strong>voor</strong> de toegang tot de uitoefening<br />
van een veiligheidsfunctie als bedoeld in artikel 2, onderdelen c tot en met f, van het Besluit. “<br />
Met als toelichting een verwijzing naar het Besluit Spoorwegpersoneel [6]:<br />
“Het Besluit spoorwegpersoneel 2011 en onderhavige regeling stellen eisen aan onder meer de<br />
vakkennis, de medische en psychologische geschiktheid en de 37 Staatscourant 2011 nr.<br />
19262, 27 oktober 2011 minimumleeftijd van deze veiligheidsfunctionarissen.”<br />
INTERGO pagina 13
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> wordt niet met name genoemd in de Ministeriële Regeling<br />
Spoorwegpersoneel. Voor nadere omschrijving van vakkennis, waaronder mogelijk<br />
wegbekendheid, wordt verwezen naar het Besluit Spoorwegpersoneel.<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
De Ministeriële regeling spoorwegpersoneel stelt geen eisen aan de wijze opleiding om de<br />
benodigde beroepskwalificaties, waaronder mogelijk wegbekendheid, te verkrijgen.<br />
3.2.4 Jurisprudentie<br />
Ongeval Arnhem 2006<br />
Naar aanleiding van het ongeval in 2006 Arnhem met een goederentrein en een stoptrein<br />
overweegt de rechter dat [11]:<br />
“Voor de te stellen eisen aan het verwerven van die wegbekendheid is echter geen<br />
regelgeving vastgesteld, anders dan dat ingevolge artikel 25 van het Besluit<br />
Spoorwegpersoneel een vakinhoudelijk leidinggevende de specifieke taakgebonden en<br />
bedrijfsgebonden bekwaamheid dient te beoordelen.”<br />
Verder oordeelt de rechter dat:<br />
“met het begrip ‘wegbekendheid’ als vereiste <strong>voor</strong> de bevoegdheid als machinist een<br />
goederentrein te besturen, klaarblijkelijk niet hetzelfde bedoeld wordt als concrete kennis<br />
van de plaatsing van seinen op een specifieke plaats. De rechtbank leidt dit mede af uit de<br />
omstandigheid dat het <strong>voor</strong> wegbekendheid niet vereist is dat een machinist over alle<br />
sporen op een traject heeft gereden.”<br />
De machinist had een verklaring van wegbekendheid maar heeft desondanks de seinen dus<br />
niet correct kunnen beoordelen.<br />
Ongeval Zwolle 2009<br />
Naar aanleiding van het ongeval in 2009 in Zwolle met een goederentrein en een personentrein<br />
was volgens IVW [12] sprake van een opvolging van vier gele seinen <strong>voor</strong>afgaand aan het<br />
stoptonend sein. Er was verder geen eenduidige afhandeling <strong>voor</strong> deze trein. Deze door IVW<br />
geconstateerde tekortkomingen zijn <strong>voor</strong> de rechter reden de machinist onschuldig te<br />
verklaren aan het ongeval. Dit ondanks het feit dat de machinist wegbekendheid had op het<br />
betreffende stuk spoor.<br />
Ongeval Stavoren 2010<br />
Tijdens het onderzoek door de OVV [13] is de betrokken machinist aangeklaagd. Hoewel hier<br />
nog geen jurisprudentie beschikbaar is noemen we hier wel het oordeel van de OVV.<br />
De OVV concludeert over het ongeval in Stavoren, waarbij een werktrein door een stootjuk en<br />
een winkel reed, ten aanzien van de risico’s bij overbrengingsritten:<br />
“Bij een deel van de risico’s was de gang van zaken niet in strijd met de vigerende<br />
(branche-)<strong>voor</strong>schriften. Dat gold wel <strong>voor</strong> de wegbekendheid van de machinist en het niet<br />
volgen van de <strong>voor</strong>schriften. Ten aanzien van die onderwerpen geldt naar het oordeel van<br />
INTERGO pagina 14
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
de Raad tevens dat de regelgeving ruimte laat <strong>voor</strong> gebrekkige invulling en daarom<br />
verduidelijking / aanscherping behoeft.”<br />
Conclusie 1 van de Raad gaat dieper in op de wegbekendheid en <strong>voor</strong>schriften:<br />
“Het niet opvolgen van het sein kwam doordat:<br />
a) de machinist een verkeerd verwachtingspatroon had omtrent de uitvoering van het<br />
seinstelsel als gevolg van gebrekkige wegbekendheid, een fout in de tekening die hij<br />
gebruikte en het in een laat stadium afwijken van het werkplan;<br />
b) het een ongebruikelijk sein (keperbaak) betrof dat slechts relatief kort zichtbaar was;<br />
c) de machinist was afgeleid van zijn rijtaak doordat hij de trein niet zelf bediende (maar<br />
fungeerde als pilot) en in gesprek was met een slijptreinmedewerker die zich in de<br />
cabine bevond; en<br />
d) de machinist de positie van de trein moeilijk kon bepalen doordat een deel van de<br />
plaatsaanduidingsbordjes langs de baan ontbrak. “<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> hangt in de jurisprudentie samen met de bevoegdheid tot het besturen van een<br />
trein.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> wordt in de jurisprudentie beschouwd onderdeel te zijn van de taakgebonden<br />
en bedrijfsgebonden bekwaamheid 1 , wegbekendheid is dus gerelateerd aan de taakdoelen van<br />
een machinist.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> is volgens de jurisprudentie niet hetzelfde als concrete kennis van plaatsing<br />
van seinen op specifieke plaatsen. Kennis over het seinstelsel maakt onderdeel uit van de<br />
wegbekendheid. <strong>Wegbekendheid</strong> omvat ook kennis over afwijkende situaties/afhandelingen<br />
van treinen.<br />
Verder wordt geconcludeerd dat de regelgeving m.b.t. wegbekendheid verduidelijking<br />
behoeft.<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
In de jurisprudentie wordt ten aanzien van het verkrijgen van wegbekendheid zonder concrete<br />
eisen verwezen naar het Besluit Spoorwegpersoneel. Wel wordt aangegeven het niet nodig<br />
lijkt over alle sporen op een traject te rijden om voldoende wegbekendheid te hebben.<br />
3.3 Europese wet- en regelgeving<br />
3.3.1 Machinisten-Richtlijn 2007<br />
De Machinisten Richtlijn (verder MR) is een Europese richtlijn die dateert uit 2007 [5]. De<br />
MR bevat een aantal principes <strong>voor</strong> geschiktheid en bekwaamheid van <strong>machinisten</strong>. De<br />
lidstaten dienen hier<strong>voor</strong> nieuwe werkwijzen in te richten. De MR betreft volgens het<br />
Memorie van toelichting letterlijk “de certificering van <strong>machinisten</strong> die locomotieven en<br />
treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen”.<br />
1 Definitie bekwaamheid: deskundigheid en geschiktheid <strong>voor</strong> het uitvoeren van bepaalde vaardigheden; in<br />
juridische zin ook bevoegdheid tot handelen (vrij naar Van Dale)<br />
INTERGO pagina 15
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
In 2009 is men de MR gaan uitwerken <strong>voor</strong> de Nederlandse situatie. Dit heeft in mei 2011<br />
geleid tot het Besluit Spoorwegpersoneel (zie paragraaf 3.2.2).<br />
Tekst van de MR<br />
In artikel 23 wordt de opleiding beschreven als volgt:<br />
“De opleiding van <strong>machinisten</strong> omvat een deel dat betrekking heeft op de vergunning, dat de<br />
algemene vakkennis weergeeft als omschreven in bijlage IV, en een deel dat betrekking heeft<br />
op het bevoegdheidsbewijs, dat de specifieke vakkennis weergeeft als omschreven in de<br />
bijlagen V en VI.”<br />
Memorie van Toelichting<br />
Het memorie van toelichting maakt onderscheid tussen de inhoudelijke vereisten <strong>voor</strong> de<br />
Machinistenvergunning (bijlage IV) en het Bevoegdheidsbewijs (bijlage V en VI). Het eerste<br />
is algemeen <strong>voor</strong> de functie van machinist, het tweede bepaalt <strong>voor</strong> welke infrastructuur en<br />
welk materieel de machinist bevoegd is. Voor beide wordt tevens verwezen naar de wijze van<br />
opleiding (bijlage III).<br />
Bijlagen van de MR<br />
De relevante bijlagen van de MR zijn als volgt ingedeeld:<br />
› Bijlage III ‘Opleidingsmethode’. In relatie tot wegbekendheid gebruikt deze bijlage de<br />
term ‘baanvakkennis’<br />
› Bijlage IV ‘Algemene vakkennis en eisen betreffende de vergunning’. Deze bijlage betreft<br />
algemene vakkennis zoals begrijpen van de bijzonderheden van het vak van machinist en<br />
risico’s van spoorwegverkeer;<br />
› Bijlage V ‘Vakkennis betreffende het rollend materieel en eisen betreffende het<br />
bevoegdheidsbewijs’. Deze bijlage noemt o.a. de relatie tussen rollend materieel en<br />
karakteristieken van het baanvak;<br />
› Bijlage VI ‘Vakkennis betreffende infrastructuur en eisen betreffende het<br />
bevoegdheidsbewijs. Bijlage VI is het meest relevant <strong>voor</strong> het begrip wegbekendheid.<br />
Bijlage VI – MR<br />
(begin citaat)<br />
“2. BEDIENINGSWIJZE EN MAXIMUMSNELHEID VAN DE TREIN, AFHANKELIJK<br />
VAN DE KARAKTERISTIEKEN VAN DE LIJN<br />
Een machinist dient in staat te zijn om:<br />
› kennis te nemen van de informatie die hem wordt verstrekt, zoals snelheidsbeperkingen of<br />
eventueel wijzigingen aan de seingeving;<br />
› de bedieningswijze en maximumsnelheid van de trein te bepalen, op basis van de<br />
kenmerken van de spoorlijn.<br />
3. KENNIS VAN DE LIJN<br />
Een machinist dient in staat te zijn te anticiperen en op adequate wijze te reageren wat<br />
veiligheid en andere prestaties betreft, zoals punctualiteit en economische aspecten. Daartoe<br />
dient hij te beschikken over een gedegen kennis van de spoorlijn en de installaties op zijn<br />
route, alsmede van de eventueel vastgestelde omleidingsroutes.<br />
De volgende elementen zijn van belang:<br />
› de exploitatie<strong>voor</strong>schriften (verandering van spoor, eenrichtingverkeer, enz.);<br />
INTERGO pagina 16
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
› kennis te nemen van de uit te voeren opdracht en de bijbehorende documenten;<br />
› de identificatie van de baanvakken die <strong>voor</strong> een bepaalde manier van rijden kunnen worden<br />
gebruikt;<br />
› de toepasselijke verkeers<strong>voor</strong>schriften en de betekenis van het seingevingssysteem;<br />
› de exploitatiewijze;<br />
› het type beveiligingssysteem en de bijbehorende <strong>voor</strong>schriften;<br />
› de stationsnamen en de positie en herkenning op afstand van de stations en seinposten,<br />
zodat het rijgedrag hierop kan worden afgestemd;<br />
› de signalering van de overgang op andere bedienings- of voedingssystemen;<br />
› de maximale snelheden <strong>voor</strong> de verschillende categorieën treinen waarop de machinist<br />
rijdt;<br />
› het topografische profiel;<br />
› bijzondere remsituaties, zoals op steile afdalingen;<br />
› bijzonderheden met betrekking tot de bediening: bijzondere seinen of borden, <strong>voor</strong>waarden<br />
<strong>voor</strong> vertrek, enz.<br />
4. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN<br />
Een machinist dient in staat te zijn om:<br />
› […];<br />
› de seinen (langs het spoor en in de cabine) waar te nemen, onmiddellijk foutloos te<br />
interpreteren en de <strong>voor</strong>geschreven handelingen uit te voeren;<br />
› veilig te rijden op grond van de specifieke exploitatie<strong>voor</strong>schriften: opvolgen van<br />
instructies zoals: tijdelijke snelheidsbeperkingen, linkerspoor rijden, vergunning om een<br />
rood sein te passeren, rangeren, rijden op werkspoor, enz.;<br />
› […].<br />
5. DE TREIN BESTUREN<br />
Een machinist dient in staat te zijn om:<br />
› op elk moment zijn positie op de spoorlijn te kennen;<br />
› de remmen te gebruiken <strong>voor</strong> het tot stilstand brengen en afremmen van de trein met<br />
inachtneming van de uitrusting en de installaties van het rollend materieel;<br />
› de rijstijl van de trein af te stemmen op de dienstregeling en de eventuele richtlijnen om<br />
energie te besparen, door rekening te houden met de eigenschappen van het tractievoertuig,<br />
de trein, het baanvak en de omgeving.<br />
6. ONREGELMATIGHEDEN<br />
Een machinist dient in staat te zijn om:<br />
› attent te zijn, <strong>voor</strong> zover de bediening van de trein dit toelaat op ongebruikelijke<br />
gebeurtenissen van de infrastructuur en in de omgeving: seinen, spoor, bovenleiding,<br />
spoorwegovergangen, omgeving van het spoor en overig verkeer;<br />
› […];<br />
› — de infrastructuurbeheerder zo snel mogelijk op de hoogte te stellen van de plaats en de<br />
aard van de geconstateerde onregelmatigheden en zich ervan te vergewissen dat zijn<br />
gesprekspartner hem goed begrijpt;<br />
› […].<br />
7. STORINGEN EN ONGEVALLEN, BRAND EN ONGEVALLEN MET PERSONEN<br />
Een machinist dient in staat te zijn om:<br />
INTERGO pagina 17
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
› […];<br />
› te bepalen waar de trein bij brand tot stilstand dient te worden gebracht en zo nodig te<br />
helpen bij de evacuatie van de reizigers;<br />
› [...].”<br />
(Einde citaat)<br />
Opvallend is dat de vaardigheid ‘Bedieningswijze en maximumsnelheid van de trein,<br />
afhankelijk van de karakteristieken van de lijn’ (punt 2 van deze bijlage VI), letterlijk ook in<br />
bijlage V ‘Vakkennis betreft rollend materieel’ staat (zie bijlage V, punt 4). Op deze manier<br />
komt men kennelijk tegemoet aan de inherente verweving van materieel en infrastructuur als<br />
het gaat om het rijden van de trein.<br />
Met betrekking tot opleiding zijn Bijlage III en VII relevant. Opvallend is dat deze bijlagen<br />
spreken over baanvakkennis (bijlage III) enerzijds en kennis van de infrastructuur (bijlage<br />
VII) anderzijds. Qua terminologie sluiten deze bijlagen dus niet goed op elkaar aan.<br />
(begin citaat)<br />
Bijlage III - MR<br />
De theoretische opleiding (klassikaal onderricht en demonstraties) en de praktijktraining<br />
(werkervaring, al dan niet onder toezicht rijden op afgesloten baanvakken <strong>voor</strong><br />
opleidingsdoeleinden) moeten met elkaar in evenwicht zijn.<br />
Opleiding met behulp van de computers is toegestaan <strong>voor</strong> het individueel aanleren van de<br />
exploitatie<strong>voor</strong>schriften, beveiligingssituaties, enz.<br />
Het gebruik van simulators is niet verplicht, maar kan nuttig zijn <strong>voor</strong> doeltreffend opleiden<br />
van <strong>machinisten</strong>; zij zijn <strong>voor</strong>al nuttig <strong>voor</strong> het oefenen in ongewone omstandigheden of <strong>voor</strong><br />
<strong>voor</strong>schriften die minder vaak worden toegepast. Het bijzondere <strong>voor</strong>deel is gelegen in het feit<br />
dat zij leren-door-doen mogelijk maken <strong>voor</strong> gebeurtenissen die anders niet kunnen worden<br />
geoefend. In principe moeten simulators van de nieuwste generatie worden gebruikt.<br />
Wat betreft de verwerving van baanvakkennis, verdient het de <strong>voor</strong>keur dat de aankomende<br />
machinist door een andere machinist vergezeld wordt op een voldoend aantal reizen op het<br />
baanvak, zowel overdag als ‘s nachts. Het gebruik van video-opnamen van de trajecten zoals<br />
die in de cabine van de treinbestuurder te zien zijn, kan naast andere methoden als alternatieve<br />
training worden gebruikt.<br />
BIJLAGE VII - MR<br />
Frequentie van de keuringen<br />
Bij het bepalen van de frequentie van de periodieke keuringen worden de volgende<br />
minimumperioden in acht genomen:<br />
a) taalkennis (uitsluitend <strong>voor</strong> anderstaligen): om de drie jaar of na elke afwezigheid van<br />
meer dan één jaar;<br />
b) kennis van de infrastructuur (met inbegrip van kennis van de route en de<br />
exploitatie<strong>voor</strong>schriften): om de drie jaar of na elke afwezigheid van meer dan één jaar<br />
op de betrokken route;<br />
c) kennis van rollend materieel: iedere drie jaar.”<br />
(Einde citaat)<br />
INTERGO pagina 18
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
De term wegbekendheid komt in de tekst van de MR zelf niet <strong>voor</strong>.<br />
Het doel van het voldoen aan de eisen uit bijlage VI ‘Vakkennis betreffende infrastructuur en<br />
eisen betreffende het bevoegdheidsbewijs – Infrastructuur’ komt overeen met de functie van<br />
wegbekendheid, zoals omschreven in paragraaf 2.1 en in de praktijk gehanteerd wordt.<br />
Vakkennis van de infrastructuur bevat informatie over c.q. relaties tussen de volgende<br />
onderdelen van het spoorsysteem zoals beschreven in paragraaf 2.2:<br />
• Rollend materieel i.c. het besturen van een trein<br />
• Railinfrastructuur<br />
• Dienstregeling<br />
• Treindienstleiding/verkeersleiding<br />
• Treinbeveiliging<br />
• Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften, inclusief veiligheids<strong>voor</strong>schriften<br />
• Overige systeemdelen zoals stations.<br />
• Omgeving van het spoor en overig verkeer<br />
De vakkennis van de infrastructuur gaat niet alleen in op normale bedrijfsomstandigheden,<br />
maar betreft ook onregelmatigheden, en storingen, ongevallen, brand en ongevallen met<br />
personen.<br />
Kennis van een lijn, als onderdeel van de vakkennis van de infrastructuur, heeft betrekking op<br />
de diverse taakdoelen van en bedrijfsdoelen <strong>voor</strong> een machinist (citaat: “veiligheid en andere<br />
prestaties betreft, zoals punctualiteit en economische aspecten”):<br />
• Veiligheid<br />
• Punctualiteit<br />
• Efficiency / Energiezuinig rijden<br />
• Comfortabel<br />
Er wordt in de bijlagen van de MR met betrekking tot (vak)kennis - impliciet 2 - onderscheid<br />
gemaakt naar feitelijke kennis (punt 3) en vaardigheden (punten 4, 5, 6, 7).<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
De MR stelt geen concrete inhoudelijke eisen aan de wijze van verkrijgen van vakkennis van<br />
de infrastructuur, anders dan een keuringfrequentie, afhankelijk van de frequentie dat een<br />
machinist op een route rijdt. Wel is duidelijk dat het om theoriekennis én om praktijkervaring<br />
(“bij <strong>voor</strong>keur dag en nacht”) gaat.<br />
2 Er is een belangrijk verschil tussen kennis en vaardigheden. Kennis kan symbolisch of grafisch worden<br />
vastgelegd en kan los van een individu bestaan of worden doorgegeven. Een vaardigheid is een grotendeels<br />
automatisch verlopend proces dat in een individu verankerd is. Het <strong>voor</strong>deel van het automatische karakter is<br />
dat vaardigheden zeer snel kunnen verlopen, een nadeel <strong>voor</strong> dit rapport is dat ze impliciet of onbewust zijn.<br />
Het onderscheid heeft belangrijke consequenties <strong>voor</strong> training en toetsing van ‘vakkennis’ maar de MR maakt<br />
dit onderscheid desondanks niet.<br />
INTERGO pagina 19
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
3.3.2 TSI Exploitatie en verkeersleiding (2011/314/EU)<br />
De TSI ‘Exploitatie en verkeersleiding’ van 2011 [14] gaat in paragraaf 4.6 in op<br />
beroepskwalificaties:<br />
“Het personeel (met inbegrip van onderaannemers) van de spoorwegondernemingen en de<br />
infrastructuurbeheerders moet de nodige vakbekwaamheid bezitten om de veiligheidstaken<br />
te verrichten in normale omstandigheden, bij gestoord bedrijf en in noodsituaties. Deze<br />
vakbekwaamheid omvat vakkennis en het vermogen, deze kennis in praktijk te brengen”.<br />
Over vakkennis wordt vermeld (paragraaf 4.6.1.1):<br />
“Rekening houdende met deze aanhangsels en afhankelijk van de taken van het betrokken<br />
spoorwegpersoneel omvat de vereiste kennis:<br />
a) algemene bekendheid met het spoorwegbedrijf en met name van veiligheidskritieke<br />
activiteiten:<br />
— de principes van het veiligheidsbeheersysteem van hun organisatie,<br />
— de functies en verantwoordelijkheden van de <strong>voor</strong>naamste bij interoperabele<br />
werkzaamheden betrokken personen,<br />
— bekendheid met gevaren, met name met betrekking tot spoorwegwerkzaamheden en<br />
elektrische tractie;<br />
b) de nodige kennis van veiligheidstaken met betrekking tot procedures en raakvlakken<br />
met:<br />
— lijnen en baanapparatuur,<br />
— rollend materieel,<br />
— het milieu.”<br />
Over het vermogen om vakkennis in de praktijk te brengen wordt vermeld (paragraaf 4.6.1.2):<br />
“Om deze kennis onder omstandigheden van normaal en gestoord bedrijf alsmede in<br />
noodsituaties in praktijk te brengen moet het personeel volledig bekend zijn met:<br />
— de methoden en principes <strong>voor</strong> het toepassen van deze <strong>voor</strong>schriften en procedures;<br />
— het gebruik van baanapparatuur en rollend materieel alsmede veiligheids- en<br />
beveiligingsapparatuur;<br />
— de principes van het veiligheidsbeheersysteem ter <strong>voor</strong>koming van onnodig risico <strong>voor</strong><br />
mensen en procedures.<br />
Het personeel moet ook beschikken over het vermogen zich aan wisselende<br />
omstandigheden aan te passen.<br />
De spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders moeten een<br />
bekwaamheidsbeheerssysteem instellen dat zorg draagt <strong>voor</strong> het beoordelen en in stand<br />
houden van de vakbekwaamheid van hun personeel. Hiernaast moet nascholing kennis en<br />
vaardigheden op peil houden, met name waar zwakten of leemten in de prestaties van<br />
systemen of personen worden geconstateerd”.<br />
Ten aanzien van de analyse van de scholingsbehoefte van <strong>machinisten</strong> gaat de TSI in op:<br />
— Infrastructuur<br />
— Rollend materieel<br />
— Hulppersoneel<br />
INTERGO pagina 20
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Het vermelde onder Infrastructuur is inhoudelijk het meest relevant in relatie tot de<br />
vraagstelling over wegbekendheid.<br />
Kennis van de infrastructuur (paragraaf 4.6.3.2.3.1)<br />
“De spoorwegonderneming moet erop toezien dat het treinpersoneel over de juiste kennis<br />
<strong>voor</strong> de relevante infrastructuur beschikt.<br />
De spoorwegonderneming moet de methode bepalen <strong>voor</strong> het verwerven en in stand<br />
houden van de routekennis van het treinpersoneel. Deze methode moet:<br />
— gebaseerd worden op de door de infrastructuurbeheerder verstrekte gegevens en<br />
— overeenstemmen met het in punt (red: paragraaf) 4.2.1 beschreven proces.”<br />
De TSI spreekt dus over routekennis <strong>voor</strong> het treinpersoneel i.c. <strong>machinisten</strong>. Er wordt verder<br />
verwezen naar paragraaf 4.2.1 ‘Specificaties inzake spoorwegpersoneel’, maar het is niet<br />
duidelijk of de inhoud van paragraaf 4.2.1 specifiek betrekking heeft op routekennis. In<br />
genoemde paragraaf staat <strong>voor</strong> <strong>machinisten</strong> vermeld:<br />
Documentatie <strong>voor</strong> <strong>machinisten</strong> (paragraaf 4.2.1.2)<br />
“De spoorwegonderneming die de trein exploiteert, moet de machinist alle informatie en<br />
documentatie verstrekken die nodig zijn om zijn werkzaamheden te verrichten.<br />
Deze informatie moet de machinist in staat stellen onder normale bedrijfsomstandigheden<br />
en bij gestoord bedrijf het rollend materieel te besturen op de te berijden lijnen en het<br />
hoofd te bieden aan noodsituaties.”<br />
Dit wordt vervolgens uitgewerkt met:<br />
(begin citaat)<br />
1 Een handboek machinist<br />
Het handboek machinist moet de eisen bevatten <strong>voor</strong> alle te berijden lijnen en het daarop<br />
ingezette rollend materieel en wel onder normale bedrijfsomstandigheden, bij gestoord bedrijf<br />
en in noodsituaties.<br />
Het handboek machinist moet twee afzonderlijke aspecten behandelen:<br />
— de gemeenschappelijke <strong>voor</strong>schriften en procedures die van kracht zijn op TEN-lijnen<br />
(inclusief de inhoud van aanhangsels A, B en C) 3 ,<br />
— de specifieke <strong>voor</strong>schriften en procedures <strong>voor</strong> de lijnen van de infrastructuurbeheerder.<br />
Het handboek dient minimaal procedures te bevatten die het volgende afdekken:<br />
— veiligheid en beveiliging van treinpersoneel,<br />
— besturing en seingeving,<br />
— treinexploitatie, met inbegrip van gestoord bedrijf,<br />
— tractie- en rollend materieel,<br />
— incidenten en ongevallen.<br />
2 Beschrijving van de te berijden lijn en relevante baanapparatuur<br />
3 Aanhangels A, B en C zijn in hun huidige vorm en mate van uitwerking niet relevant <strong>voor</strong> wegbekendheid<br />
INTERGO pagina 21
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Treinbestuurders moeten een beschrijving krijgen van de te berijden lijnen en de relevante<br />
baanapparatuur die zij tijdens het rijden moeten bedienen. Deze informatie moet worden<br />
gepresenteerd in een (papieren of digitaal) document dat Routebeschrijving wordt genoemd.<br />
Hieronder volgt een lijst van de minimaal te verstrekken informatie:<br />
— de algemene karakteristieken van exploitatie,<br />
— opgave van dalende en stijgende hellingen,<br />
— gedetailleerd lijndiagram.<br />
3 Routebeschrijving<br />
De routebeschrijving moet minimaal de volgende informatie bevatten:<br />
a) de algemene exploitatiekenmerken:<br />
— seinsysteem en bijbehorende baanvakbeveiliging (dubbelspoor, dubbel enkelspoor,<br />
linker- of rechterspoor rijden, enz.),<br />
— soort tractie,<br />
— type trein- en baanapparatuur;<br />
b) opgave van dalende en stijgende hellingen met vermelding van het hellingspercentage en<br />
locatie;<br />
c) gedetailleerd lijnschema met:<br />
— de namen van stations op de lijn en belangrijke herkenningspunten en hun locatie,<br />
— tunnels, hun geografische ligging, naam, lengte en specifieke informatie zoals<br />
looppaden, plaatsen waar de reizigers de trein veilig kunnen verlaten en plaatsen waar<br />
de reizigers veilig kunnen worden geëvacueerd,<br />
— essentiële locaties zoals spanningsloze scheidingssecties,<br />
— toegestane baanvaksnelheden met waar nodig specifieke treinsnelheden,<br />
— de verantwoordelijke infrastructuurbeheerder,<br />
— manieren om te communiceren met de verkeersleiding/het controlecentrum in normaal<br />
en gestoord bedrijf.<br />
4 Dienstregelingen<br />
Het verstrekken van dienstregelingen bevordert het op tijd rijden van de treinen en de kwaliteit<br />
van de dienstverlening.<br />
De spoorwegonderneming moet de <strong>machinisten</strong> de nodige informatie verstrekken <strong>voor</strong> de<br />
normale dienst, met als minimum:<br />
— het nummer van de trein,<br />
— treinrijdagen (waar nodig),<br />
— haltes en werkzaamheden aldaar,<br />
— andere tijdspunten,<br />
— aankomst-/vertrek-/passeertijden <strong>voor</strong> elk van de dienstregelpunten.<br />
5 Rollend materieel<br />
De spoorwegonderneming moet de machinist alle informatie verstrekken betreffende het<br />
gebruik van rollend materieel bij gestoord bedrijf (hulplocomotieven e.d.). Deze informatie<br />
moet instructies bevatten <strong>voor</strong> het contact met het personeel van de infrastructuurbeheerder.<br />
(einde citaat)<br />
INTERGO pagina 22
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Ook nu is opvallend dat wegbekendheid als term niet <strong>voor</strong>komt in de meest recente versie van<br />
deze TSI. De versie 2011 van deze TSI is een vervanging van de versie uit 2006 [4] en is<br />
uitgebracht om afwijkingen van de inhoud van de Machinisten Richtlijn weg te nemen.<br />
Voor wat betreft wegbekendheid is opmerkelijk dat het begrip Route knowledge als kop van<br />
een paragraaf daarover in de versie van 2006 (par. 4.6.3.2.3.1) in de versie van 2011 is<br />
vervangen door de term Infrastructure knowledge.<br />
In de versie 2006 van deze TSI, speciaal bijlage H, punt 3, komt zoals gezegd de term<br />
wegbekendheid wel <strong>voor</strong> (zie ook bijlage 0 van dit rapport).<br />
(begin citaat)<br />
“3. <strong>Wegbekendheid</strong><br />
<strong>Wegbekendheid</strong> is de specifieke kennis en/of ervaring van een route die een machinist moet<br />
bezitten <strong>voor</strong> hij onder eigen verantwoordelijkheid over dat traject een trein mag besturen.<br />
Ook omvat wegbekendheid de nodige kennis buiten die van seinen en documenten zoals<br />
tijdtafels en andere treindocumenten en buiten de kennis van dienst- en veiligheids<strong>voor</strong>schriften<br />
die op het traject van toepassing zijn en beschreven zijn in paragraaf 2.2 van<br />
deze bijlage.”<br />
(einde citaat)<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
De term wegbekendheid komt in de tekst van de TSI (versie 2011) zelf niet <strong>voor</strong>. Het lijkt<br />
gerechtvaardigd aan te nemen dat wegbekendheid onderdeel uitmaakt van de vakkennis van de<br />
machinist en/of het vermogen van de machinist deze vakkennis in de praktijk te brengen.<br />
Op basis van een herziene (dus oude) versie van de TSI lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat<br />
wegbekendheid ook binnen het begrippenkader van de TSI de functie heeft zoals beschreven<br />
in paragraaf 2.1: bevoegdheid <strong>voor</strong> het berijden van een baanvak.<br />
Binnen het begrippenkader van de meest recente TSI lijkt wegbekendheid onderdeel uit te<br />
maken van ‘Kennis van de infrastructuur’ en daarbinnen ‘Kennis van de te berijden lijn en<br />
relevante baanapparatuur’ en ‘Routebeschrijving’.<br />
‘Kennis van de te berijden lijn en relevante baanapparatuur’ en ‘Routebeschrijving’ bevat<br />
informatie over de volgende onderdelen van het spoorsysteem zoals beschreven in paragraaf<br />
2.2:<br />
• Railinfrastructuur<br />
• Treindienstleiding/verkeersleiding<br />
• Treinbeveiliging<br />
• Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften<br />
• Overige systeemdelen zoals stations.<br />
De relatie tussen wegbekendheid met de eveneens in de TSI genoemde Routekennis is niet<br />
herleidbaar. Het is uit de tekst van de TSI niet op te maken of vakkennis m.b.t. rollend<br />
materieel en m.b.t. dienstregelingen wel of niet deel uitmaken van Routekennis.<br />
INTERGO pagina 23
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
De TSI stelt geen concrete inhoudelijke eisen aan de wijze van verkrijgen van (vak)kennis die<br />
betrekking heeft op te berijden lijnen.<br />
3.4 Brancherichtlijnen<br />
3.4.1 UIC<br />
De UIC (de International Union of Railways) is een wereldwijd overkoepelend brancheorgaan.<br />
Op de website en in de regelgeving van UIC wordt <strong>voor</strong> zover bekend geen<br />
vermelding gemaakt van wegbekendheid of diens mogelijke equivalente Engelstalige termen.<br />
Ook bij navraag heeft de UIC geen reactie gegeven.<br />
3.4.2 Vereniging Spoorwegregelgeving en Documentatie<br />
De Vereniging Spoorwegregelgeving en Documentatie (VSD) heeft geconstateerd dat er veel<br />
verschillende interpretaties zijn van het begrip wegbekendheid. In een rapport geeft men een<br />
definitie en een nadere omschrijving [16].<br />
De definitie is:<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> is alle kennis van het nationale indienstzijnde en buitendienstgestelde<br />
spoorwegnet die nodig is om een spoorvoertuig met in achtneming van seinen, verkeer- en<br />
plaatselijke regels:<br />
- veilig te kunnen besturen; én/óf<br />
- te begeleiden; én<br />
- hierover met de beheerder te communiceren; én<br />
- voertuigsnelheden volgens de gestelde eisen zodanig te beheersen dat het spoorvoertuig<br />
binnen gestelde grenzen tijdig tot stilstand kan worden gebracht; én<br />
- zonder letsel te veroorzaken aan:<br />
- medewerkers; én/óf<br />
- weggebruikers; én<br />
- zonder schade te veroorzaken aan:<br />
- de railinfra ; óf<br />
- andere voertuigen.<br />
Onderdelen wegbekendheid<br />
De benodigde kennis omtrent wegbekendheid van het traject of locatie waar de<br />
medewerker is ingezet dient te bestaan uit:<br />
› algemene kennis van het traject of locatie;<br />
› plaatselijke regelgeving van het traject of locatie uitgegeven door de beheerder (ProRail)<br />
› bedrijfsgebonden regelgeving.<br />
Het eerste punt omvat de volgende kennis:<br />
Kennis van de inrichtingskenmerken locatie:<br />
- in-/uitrijseinen, tussensein (mogelijkheden <strong>voor</strong> deelrijwegen);<br />
- doorrijdsnelheden;<br />
- overloopwissels;<br />
- onderscheid en plaats hoge en lage(dwerg) seinen;<br />
INTERGO pagina 24
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
- grenzen van TRDL gebieden (CBG en NCBG) ;<br />
- stopborden en facultatieve stopborden;<br />
- vrijgave rangeergrenzen;<br />
- spoornummers en perronnummers;<br />
- plaats van recidive seinen;<br />
- seinbruggen;<br />
- plaatselijke seingeving<br />
Kennis van de inrichtingskenmerken traject:<br />
- plaats bediende seinen;<br />
- einde P-seinen gebieden;<br />
- gevaarpunten;<br />
- bakens;<br />
- plaatselijke snelheden;<br />
- bruggen;<br />
- overloopwissels met snelheden;<br />
- plaats recidive seinen;<br />
- korte seinafstanden;<br />
- spoorbeveiligingssystemen (dubbel-enkel, etc.).<br />
Voor het verwerven van wegkennis maakt de VSD onderscheid in emplacementen en<br />
trajecten. Echter <strong>voor</strong> beide wordt gesteld dat de informatie per computer of in boekvorm kan<br />
worden aangeboden. Theoretische kennis wordt in een schriftelijke vorm (eventueel in<br />
combinatie met simulatie) getoetst, praktijkkennis wordt door een zogenaamd Vakinhoudelijk<br />
Leidinggevende van de vervoerder getoetst.<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft bij vervoerders i.c. de VSD, de functie zoals omschreven in paragraaf<br />
2.1.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft volgens de omschrijving van de VSD betrekking op de taakdoelen van<br />
en bedrijfsdoelen <strong>voor</strong> een machinist:<br />
• Veiligheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> volgens de VSD omvat algemene kennis, (specifieke) plaatselijke (locatieafhankelijke)<br />
regelgeving en bedrijfsgebonden regelgeving. De VSD beperkt zich in de<br />
omschrijving van wegbekendheid exclusief tot kennis en sluit vaardigheden uit, ondanks dat<br />
wegbekendheid volgens VSD wel betrekking heeft op het besturen van een trein (d.i. is een<br />
vaardigheid) en ondanks een <strong>voor</strong>geschreven praktijktoetsing.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> volgens de VSD bevat informatie over de volgende onderdelen van het<br />
spoorsysteem zoals beschreven in paragraaf 2.2:<br />
• Railinfrastructuur<br />
• Dienstregeling<br />
• Treindienstleiding/verkeersleiding<br />
• Treinbeveiliging<br />
• Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften<br />
INTERGO pagina 25
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
Het rapport van de VSD gaat uit van het leren van wegbekendheid als theoretische kennis,<br />
maar kent naast theorietoets ook toetsing in de praktijk.<br />
3.4.3 Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW)<br />
IVW (IVW, tegenwoordig IL&T, Inspectie <strong>voor</strong> Leefomgeving en Transport) heeft een<br />
onderzoek uitgevoerd naar opleiding en wegbekendheid van <strong>machinisten</strong> bij vervoerders [17].<br />
Hoewel geen brancherichtlijn geeft het wel een status quo in de branche weer hoe<br />
wegbekendheid is uitgewerkt.<br />
Enkele bevindingen van het onderzoek:<br />
› Bij nieuwe <strong>machinisten</strong> is onvoldoende bekendheid met onder andere lokale situaties<br />
relatief vaak de basis van een incident.<br />
› Procedures <strong>voor</strong> wegbekendheid zijn bij alle vervoerders aanwezig. Wel bestaan er grote<br />
verschillen in leermethode en hulpmiddelen daarbij.<br />
› De leermethode en hulpmiddelen hier<strong>voor</strong> lopen sterk uiteen, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> emplacementen.<br />
Alle ondernemingen maken gebruik van mentor<strong>machinisten</strong> <strong>voor</strong> de praktijkopleiding. De<br />
wijze waarop mentor<strong>machinisten</strong> didactische vaardigheid verkrijgen, de wijze waarop zij<br />
<strong>voor</strong> het verzorgen van praktijkinstructie worden aangestuurd, de vakinhoudelijke kennis<br />
die zij kunnen overbrengen en de manier waarop mentoren en leerling aan elkaar worden<br />
gekoppeld verschillen zeer sterk tussen de ondernemingen. Ook in leermiddelen en<br />
leermethoden zijn grote verschillen: observeren vanuit de cabine, verkennen te voet,<br />
bezichtigen via foto's, video, of multimedia, bestuderen van tekeningen, al of niet met een<br />
exposé van risicopunten en bijzonderheden, komen allemaal <strong>voor</strong>. De ondernemingen zijn<br />
vrij om de <strong>voor</strong> hun eigen situatie meest geschikte werkwijze te kiezen.<br />
› Werving en opleiding voldoen aan de geldende wetgeving.<br />
› De koppeling tussen mentor-machinist en leerling-machinist wordt het meest genoemd als<br />
probleem. Vermoedelijk verstaat men onder ‘koppeling’ dat de opleidingsinstituten weinig<br />
zicht hebben op hoe en wanneer er contact tussen beiden is.<br />
› Een ander knelpunt ligt bij ProRail. Machinisten worden geacht baanvaktekeningen en<br />
spoorwijzers te kennen. Deze informatie is echter nog steeds niet digitaal beschikbaar<br />
(stand maart 2009).<br />
› De kwaliteit van de praktijkopleiding is op onderdelen onvoldoende: <strong>machinisten</strong> zijn<br />
onvoldoende bekend met lokale bijzonderheden en risico's. De praktijkopleiding sluit<br />
tevens niet goed aan op de theoretische instructie.<br />
› Tussen de betrokken organisaties <strong>voor</strong> opleiding, examinering et cetera is geen goede<br />
communicatie en ontbreekt een goede structuur van terugkoppeling.<br />
› IVW ziet een belangrijk vervolg in het uitwerken van de principes uit de Machinisten-<br />
Richtlijn.<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft volgens IVW mede betrekking op lokale situaties, waaronder<br />
emplacementen en op lokale risico’s. Dit impliceert dat wegbekendheid ook een meer<br />
generieke component heeft. Dit wordt niet nader geduid.<br />
INTERGO pagina 26
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> en baanvaktekeningen en spoorwijzers zijn volgens IVW aan elkaar<br />
gerelateerd, zonder dat dit nader uitgewerkt dan wel afgebakend is. Baanvaktekeningen en<br />
spoorwijzers gaan in op het onderdeel Railinfrastructuur van het spoorsysteem. Het is in het<br />
onderzoek van IVW niet te herleiden op welke delen van het spoorsysteem wegbekendheid,<br />
anders dan Railinfrastructuur, nog meer betrekking heeft. Het feit dat IVW (lokale) risico’s tot<br />
wegbekendheid rekent impliceert dat wegbekendheid breder is dan alleen railinfrastructuur.<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
IVW neemt geen standpunt in over de gewenste wijze van verkrijgen van wegbekendheid,<br />
maar ‘beperkt’ zich tot de constatering dat er in de branche grote verschillen zijn in de wijzen<br />
waarop wegbekendheid aangeleerd en getoetst wordt.<br />
3.5 Individuele vervoerders<br />
3.5.1 Nederlandse Spoorwegen<br />
NS maakt ten aanzien van wegbekendheid onderscheid tussen reizigerstreinen en<br />
rangeeractiviteiten. Voor reizigerstreinen heeft men het begrip wegbekendheid nader<br />
uitgewerkt [19].<br />
NS formuleert de functie van wegbekendheid als volgt:<br />
“<strong>Wegbekendheid</strong> hebben <strong>machinisten</strong> nodig om op een veilige, punctuele en comfortabele<br />
wijze onder alle weersomstandigheden reizigers te vervoeren en zoveel als mogelijk<br />
energiezuinig te rijden.”<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> wordt door NS als volgt gedefinieerd:<br />
“ Kennis van en vaardigheden <strong>voor</strong> een specifiek traject die een machinist nodig heeft om een<br />
trein te besturen in normale en noodsituaties. “<br />
Een machinist heeft volgens NS wegbekendheid<br />
(begin citaat)<br />
als hij/zij <strong>voor</strong> een bepaald traject (zowel de heen als terugweg, linker en rechterspoor):<br />
1. de infrastructuur en de toegepaste beveiligingssoort kan benoemen;<br />
2. de mogelijkheden die de infrastructuur biedt kan benoemen (bijv. het overlopen, opzij<br />
nemen, sporen zonder bovenleiding e.d.);<br />
3. alle benodigde bronnen kan raadplegen (wegkennisbank, IAM (Informatie Aan<br />
Machinisten), lokale regelgeving en personen met aanvullende informatie);<br />
(einde citaat)<br />
Men heeft een meer concrete invulling gemaakt van de trajectafhankelijke wegbekendheid en<br />
hanteert daar<strong>voor</strong> de term wegleercriteria. De wegleercriteria gaan in op:<br />
• Dienstregelingspunten<br />
• Stations en haltes, inclusief volgorde. Ook naamgeving, stopplaatsen, seinbeelden,<br />
onoverzichtelijke punten van stations bij nadering en bij vertrek, zowel bij normaal zicht<br />
als bij slecht weer of bij slecht zicht.<br />
• Seinplaatsing (seinen en borden)<br />
• Rempunten<br />
INTERGO pagina 27
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
• Bijzondere infra-elementen, zoals bogen, tunnels en bruggen<br />
• Plaatselijke regelgeving<br />
• Snelheden<br />
• Baanvakbeveiliging<br />
• Treinbeveiliging<br />
• Overwegen e.d.<br />
• Aansluitingen tussen trajecten/baanvakken<br />
• Kruisingen<br />
• Bovenleiding / energie<strong>voor</strong>ziening<br />
• Oriëntatiepunten in de omgeving t.b.v. rijden onder ongunstige omstandigheden<br />
• Afwijkingen en bijzondere situaties in bovenstaande wegleercriteria<br />
De wegleercriteria zijn anno 2012 <strong>voor</strong> een aantal baanvakken in concept gereed.<br />
Voor het verwerven van wegbekendheid, het zogenaamde ‘wegleren’, definieert men dat de<br />
machinist gebruik moet maken van een aantal (hulp)bronnen:<br />
• Wegkennisbank<br />
• Handboek machinist (<strong>voor</strong> plaatselijke regelgeving, alleen <strong>voor</strong> doorrijsporen, niet <strong>voor</strong><br />
rangeren).<br />
• Dienstkaartje<br />
• Spoorboekje<br />
• Indien van toepassing: aanvullende regelgeving <strong>voor</strong> grensbaanvakken<br />
• Personen (ervaren machinist/collega, TDL, opzichters van andere bedrijfsonderdelen)<br />
Als werkvormen <strong>voor</strong> het verwerken van wegbekendheid hanteert men:<br />
• Leren uit handboeken e.d.<br />
• Meerijden op het te leren traject<br />
De wijze van toetsing van het hebben van voldoende wegbekendheid, en daarmee het<br />
verkrijgen van de bevoegdheid <strong>voor</strong> het betreffende traject/baanvak is nog niet beschreven in<br />
[19] 4 .<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft ook bij NS de functie zoals omschreven in paragraaf 2.1.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft volgens de omschrijving van NS betrekking op de volgende taakdoelen<br />
van en bedrijfsdoelen <strong>voor</strong> een machinist:<br />
• Veiligheid<br />
• Punctualiteit<br />
• Comfort <strong>voor</strong> de reiziger<br />
• Energieverbruik<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> betreft ook volgens NS zowel kennis als vaardigheden. Opvallend is dat men<br />
hierbij ingaat op het oproepen van kennis en de vaardigheid kennis op te zoeken. Men gaat<br />
4 Zeer recent is de SERV (Stichting Examens Railvervoer ) door het Ministerie gemandateerd om examens<br />
wegbekendheid af te nemen. Het examen bestaat echter nog niet.<br />
INTERGO pagina 28
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
niet in op de vaardigheid van het besturen van een trein in relatie tot de kenmerken van een<br />
baanvak.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> volgens NS bevat informatie over de volgende onderdelen van het<br />
spoorsysteem zoals beschreven in paragraaf 2.2:<br />
• Railinfrastructuur<br />
• Dienstregeling<br />
• Treinbeveiliging<br />
• Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften<br />
• Overige systeemdelen, zoals stations<br />
• Omgeving van de railinfrastructuur<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
Voor het verkrijgen van wegbekendheid is volgens NS het daadwerkelijk zien van de een<br />
baanvak vereist, te realiseren door het meerijden op het betreffende traject.<br />
Wijze van toetsing van het hebben van voldoende wegbekendheid is (nog) niet beschreven.<br />
NS gaat niet in op het aantal keren dat meegereden moet worden op een traject of het aantal<br />
verschillende <strong>machinisten</strong> met wie meegereden moet worden.<br />
3.5.2 Deutsche Bundesbahn (DB)<br />
DB gebruikt het woord Streckenkenntnis <strong>voor</strong> wegbekendheid en definieert dit als [18]:<br />
“ „Streckenkenntnis“ ist die durch eigenes Anschauen der Strecke und Einsichtnahme in die<br />
betrieblichen Unterlagen erworbene Kenntnis über solche Besonderheiten der Strecke, welche<br />
der Eisenbahnfahrzeugführer als Ergänzung zu Signalen und Fahrplanunterlagen benötigt, um<br />
die Strecke eigenverantwortlich sicher und fahrplanmäßig befahren zu können. Punkt 3.3<br />
bleibt unberührt.”<br />
Het genoemde punt 3.3 gaat over het bijhouden van wegbekendheid en luidt:<br />
"Der Betriebsleiter entscheidet nach den Umständen des Einzelfalles, ob bei Inbetriebnahme<br />
neuer oder geänderter Strecken die Streckenkenntnis allein durch Einsichtnahme in<br />
Merkblätter erworben werden darf. Diese Merkblätter sollen - soweit erforderlich –<br />
Informationen nach Anlage 4 enthalten.”<br />
Genoemde Anlage 4, bijlage 4, geeft een format over wat vastgelegd moet worden in het kader<br />
van wegbekendheid. Letterlijk heet deze bijlage 4 “Erwerb der Streckenkenntnis, z. B. :<br />
[ neue Strecke ], [ neuer Tunnel ], [ neue Brücke ]”. In de uitwerking gaat de bijlage in op:<br />
• inbedrijfsname<br />
• wijze van gebruik<br />
• nummering / kilometrering<br />
• beschrijving van kunstwerken (zoals tunnels)<br />
• snelheden<br />
• seinsysteem<br />
• radio<br />
• noodremoverbrugging<br />
• redding in geval van calamiteit<br />
• hellingen<br />
• <strong>voor</strong>schriften en procedures (algemeen en lokaal)<br />
INTERGO pagina 29
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
• overzicht van het traject<br />
• overige informatie relevant <strong>voor</strong> de machinist en anderen<br />
Over de verwerving van wegbekendheid bevat de richtlijn van DB deze 2 artikelen over de<br />
inhoudelijke kant:<br />
“3.1 Der Betriebsleiter hat Art und Umfang des Erwerbs der Streckenkenntnis für das<br />
von ihm eingesetzte Personal zu regeln. Als Arbeitshilfe hierfür dient Anlage 1.<br />
Anlage 1 geeft een overzicht van de elementen van wegbekendheid.<br />
3.2 Die Streckenkenntnis wird erworben durch:<br />
a) eigenes Anschauen, d.h. wahlweise durch<br />
• Fahren in Begleitung einer streckenkundigen Person, auch bei Fahrten im Rahmen der<br />
Ausbildung zum Eisenbahnfahrzeugführer,<br />
• Mitfahren im Führerraum,<br />
• Studium von Filmaufnahmen mit originalgetreuer Streckenabbildung,<br />
• Simulatorfahrten mit originalgetreuer Streckenabbildung,<br />
• Begehen der Infrastruktur,<br />
und<br />
b) durch Einsichtnahme in die betrieblichen Unterlagen. “<br />
Conclusie m.b.t. wegbekendheid<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft ook bij DB de functie zoals omschreven in paragraaf 2.1.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft volgens de omschrijving van DB betrekking op de diverse taakdoelen<br />
van en bedrijfsdoelen <strong>voor</strong> een machinist:<br />
• Veiligheid<br />
• Punctualiteit<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> bevat volgens DB informatie over de volgende onderdelen van het<br />
spoorsysteem zoals beschreven in paragraaf 2.2 (zie de betreffende bijlage 1 van DB):<br />
• Rollend materieel<br />
• Railinfrastructuur i.c. infra-elementen<br />
• Dienstregeling<br />
• Treindienstleiding/verkeersleiding<br />
• Treinbeveiliging<br />
• Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften<br />
• Overige systeemdelen, zoals stations<br />
• Diverse bedrijfstoestanden<br />
DB lijkt impliciet het begrip wegbekendheid te beperken tot kennis en vaardigheden uit te<br />
sluiten, omdat het daadwerkelijk zelf rijden van een trein over een traject niet nodig is <strong>voor</strong> het<br />
verkrijgen van wegbekendheid. Ook de nadere omschrijving van wegbekendheid in de<br />
bijlagen gaat niet in op vaardigheden.<br />
INTERGO pagina 30
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Conclusie m.b.t. opleiding<br />
Voor het verkrijgen van wegbekendheid is volgens DB het daadwerkelijk zien van de<br />
infrastructuur vereist, maar het daadwerkelijk rijden is niet vereist. Het woord ‘wahlweise’ –<br />
naar keuze- geeft aan dat alternatieven mogelijk zijn. Daarnaast dienen ‘bedrijfsdocumenten’<br />
te worden bestudeerd. Met zien bedoelt men niet alleen in werkelijkheid zien, maar kan ook<br />
een film zien of zien in een simulatorrit betreffen.<br />
Voor het bijhouden van wegbekendheid is het zelf bekijken geen verplichting.<br />
3.6 Conclusie<br />
Op basis van de hiërarchie in wet- en regelgeving op zowel nationaal niveau als Europees<br />
niveau, geldt dat de zogenaamde Europese Machinisten Richtlijn als leidend moet worden<br />
genomen. Het Nederlandse Besluit Spoorwegpersoneel is een nationale uitwerking van deze<br />
Machinisten Richtlijn. Opmerkelijk is dat in de nota van toelichting bij het Besluit<br />
Spoorwegpersoneel de term ‘wegbekendheid’ wel wordt gebruikt, terwijl in de officiële<br />
Nederlandse vertaling van de Machinisten Richtlijn dit niet het geval is. Het Besluit<br />
Spoorwegpersoneel geeft geen nadere omschrijving van ‘wegbekendheid’ in samenhang met<br />
de termen uit de Machinisten Richtlijn. Wel benoemt men wegbekendheid apart naast ‘het<br />
vermogen kennis in praktijk te brengen’.<br />
Herkomst van de term wegbekendheid<br />
In de Nederlandse wet- en regelgeving ten wordt het begrip ‘wegbekendheid’ niet exact<br />
gedefinieerd. Ook in Europese wet- en regelgeving wordt het begrip als zodanig niet letterlijk<br />
benoemd. <strong>Wegbekendheid</strong> lijkt in wet- en regelgeving gerelateerd te zijn aan ‘Kennis van de<br />
infrastructuur’ en ‘Kennis van de lijn’.<br />
In brancherichtlijnen, bij vervoerders, bij de toezichthouder IVW (tegenwoordig ILenT) en in<br />
jurisprudentie wordt de term wegbekendheid wel gebruikt. Dit leidt tot de conclusie dat<br />
‘wegbekendheid’ een term is die afkomstig is uit de praktijk en gebaseerd is op een (lange)<br />
historie.<br />
De functie van wegbekendheid<br />
Het hebben van voldoende kennis/vakkennis van de Infrastructuur en de Lijn dient als bewijs<br />
van bevoegdheid tot het berijden van een route.<br />
Zowel wet- en regelgeving als brancherichtlijnen bevestigen daarmee indirect dat voldoende<br />
wegbekendheid gezien moet worden als een bewijs van bevoegdheid <strong>voor</strong> een traject.<br />
Vervoerders verwoorden de relatie tussen wegbekendheid en bevoegdheid <strong>voor</strong> een traject in<br />
directe bewoordingen.<br />
De aard van wegbekendheid<br />
In de wet- en regelgeving worden in relatie tot wegbekendheid, of liever ‘Kennis van de<br />
Infrastructuur’ en ‘Kennis van de Lijn’, vaak de termen ‘vakkennis’ of ‘vakbekwaamheid’<br />
gebruikt. Men spreekt over zowel kennis als het vermogen deze kennis in de praktijk te<br />
brengen, en maakt daarbij onderscheid naar algemene kennis en vaardigheden en plaatselijke<br />
kennis en vaardigheden.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> in relatie tot bedrijfstoestanden en afwijkende situaties<br />
INTERGO pagina 31
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Opvallend is dat de wet- en regelgeving expliciet ingaat op de diverse bedrijfstoestanden en<br />
afwijkende situaties uit het denkmodel van hoofdstuk 2 (zie paragraaf 2.2)<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> betreft dus niet alleen kennis en vaardigheden <strong>voor</strong> toepassing onder normale<br />
bedrijfstoestanden c.q. normale c.q. gunstige omstandigheden. Ook worden andere<br />
bedrijfstoestanden in de wet- en regelgeving genoemd:<br />
› Onregelmatigheden, incl. afwijkende situaties/treinafhandelingen/omleidingsroutes,<br />
› Storingen en ongevallen<br />
› Brand<br />
› Ongevallen met personen<br />
Afwijkingen zijn (vanzelfsprekend) niet uitputtend beschreven, omdat dit in zichzelf niet<br />
limitatief beschreven kan worden. De jurisprudentie bevestigt dat wegbekendheid mede<br />
relevant is <strong>voor</strong> afwijkende situaties of afwijkende afhandeling van treinen, maar geeft<br />
eveneens aan dat dit niet uitputtend beschreven kan worden.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> in relatie tot taakdoelen machinist<br />
Kennis van de infrastructuur/de Lijn heeft betrekking op:<br />
› Veilig rijden, incl. lokale risico’s<br />
› Andere prestaties:<br />
› Punctueel rijden<br />
› Overige economische aspecten (comfort, energieverbruik, ….)<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> in relatie tot het spoorsysteem<br />
Kennis van de Infrastructuur/de Lijn betreft kennis en vaardigheden in relatie tot de diverse<br />
elementen uit het spoorsysteem. De wet- en regelgeving geeft echter verschillende<br />
interpretaties.<br />
Unaniem:<br />
› Railinfrastructuur<br />
› Treindienstleiding/verkeersleiding<br />
› Treinbeveiliging<br />
› Procedures en werk-/veiligheids<strong>voor</strong>schriften<br />
› Overige systeemdelen zoals stations<br />
Niet unaniem, maar wel in de Machinisten Richtlijn genoemd:<br />
› Rollend materieel i.c. het besturen van een trein / bedieningswijze van de trein in relatie tot<br />
de karakteristieken van het baanvak<br />
› Dienstregeling<br />
› Omgeving van het spoor en overig verkeer<br />
Het aanleren van wegbekendheid<br />
In de wet- en regelgeving wordt aangegeven dat het spoorbedrijf een systematiek hebben om<br />
te waarborgen dat <strong>machinisten</strong> voldoende vakkennis (= kennis en vaardigheden!) van de<br />
infrastructuur / van de lijn hebben. Er wordt niet ingegaan op een eventuele verdeling van<br />
verantwoordelijkheden en/of rollen tussen vervoerder of infrabeheerder (in Nederland is dat<br />
ProRail).<br />
Belangrijkste vereiste is dat het waarborgen van vereiste (vak)kennis onderdeel moet zijn van<br />
een veiligheidszorgsysteem.<br />
INTERGO pagina 32
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Vervoerders en branche-organisaties gaan uit van het verwerven van theoretische kennis en<br />
het opdoen van vaardigheden in de praktijk. Echter men hanteert <strong>voor</strong> het opdoen van<br />
vaardigheden niet dezelfde werkwijzen: zelf zien of niet, zelf meerijden of niet, zelf rijden of<br />
niet.<br />
De examinering van Kennis van de Infrastructuur/de Lijn is onlangs door het Ministerie van<br />
Infrastructuur en Milieu bij de Stichting Examens Railvervoer (SERV) belegd. Het<br />
examenprogramma bestaat echter ten tijde van het schrijven van dit rapport nog niet.<br />
INTERGO pagina 33
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
4 <strong>Wegbekendheid</strong> in de literatuur<br />
In <strong>voor</strong>gaand hoofdstuk is vanuit de wet- en regelgeving een omschrijving gegeven van de<br />
functie en inhoud van wegbekendheid. In dit hoofdstuk wordt wegbekendheid vanuit<br />
wetenschappelijk perspectief beschouwd: welke psychologische processen spelen een rol, hoe<br />
is wegbekendheid te verkrijgen, is wegbekendheid nodig?<br />
4.1 Psychologische processen<br />
4.1.1 Situation awareness<br />
Psychologische processen als situatiebewustzijn, attentie en geheugen worden alle in verband<br />
gebracht met wegbekendheid [25]. Een veel gebruikt model dat al deze processen omvat is het<br />
model van Situation Awareness (situatiebewustzijn) van Endsley.<br />
Het model van Situation Awareness ([1], afkorting SA) is in de jaren 90 ontwikkeld om het<br />
functioneren van mensen in het hier en nu te beschrijven. Het wordt bij<strong>voor</strong>beeld in de<br />
luchtvaart veelvuldig toegepast. De SA-theorie is gebaseerd op 3 niveaus (zie Figuur 3):<br />
1. Waarnemen (van de huidige situatie)<br />
2. Begrijpen (van de huidige situatie)<br />
3. Projecteren (op de toekomstige situatie).<br />
Figuur 3 Endsley's model van situation awareness [1]<br />
INTERGO pagina 34
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Dit model beschrijft het hier en nu van beslissingen en acties, gestoeld op situation awareness.<br />
Die situation awareness wordt vanuit het systeem/ de organisatie onder andere beïnvloed door<br />
werkbelasting (een hoge werkbelasting vermindert het vermogen om een goede situation<br />
awareness te verkrijgen), automatisering (positief: ondersteunende hulpmiddelen, of negatief:<br />
slecht ontwerp, onbetrouwbaarheid of verminderde alertheid), etc. De situation awareness is<br />
echter ook afhankelijk van de capaciteiten van de persoon, training en ervaring (kennis en<br />
vaardigheden). Training en ervaring zorgen er<strong>voor</strong> dat bepaalde taken skill-based (je hoeft er<br />
nauwelijks over na te denken) of rule-based (als-dan redeneringen) uitgevoerd kunnen<br />
worden. Dit verhoogt de efficiency ten opzichte van knowledge-based gedrag (je moet erover<br />
nadenken), maar kent tevens het risico dat bepaalde situaties ten onrechte ‘automatisch’<br />
verwerkt worden. Ook verwachtingen – veelal gecreëerd door training en ervaring – spelen<br />
een rol bij het verkrijgen van situation awareness. In de grote meerderheid van de gevallen is<br />
dit een positieve rol: een verwachting helpt bij het snel verkrijgen van situation awareness, en<br />
daarmee met snel en adequaat handelen. Zowel qua tijd als cognitieve belasting is dit zeer<br />
efficiënt 5 [26]. De andere kant van de medaille is echter dat verwachtingen de alertheid<br />
kunnen verminderen en de attentie foutief kunnen sturen.<br />
In de informatieverwerking en verwachting zit dus een paradox: ze zorgen enerzijds <strong>voor</strong><br />
(benodigde) efficiency, maar kennen anderzijds risico’s op verminderde alertheid of<br />
misinterpretatie van situaties. In bijlage 4 wordt verder ingegaan op enkele relevante<br />
psychologische begrippen en mechanismen.<br />
4.1.2 SA en het besturen van een trein<br />
Het model van Situation Awareness geeft een goed overzicht van factoren die van invloed zijn<br />
op hier en nu beslissingen en acties van een persoon. Vertaald naar een machinist gaat het dus<br />
om het daadwerkelijk rijden van een trein. Waar wegbekendheid in dit model zit, is echter niet<br />
op <strong>voor</strong>hand duidelijk.<br />
Rail Standards and Safety Board - RSSB<br />
Een zeer uitgebreide studie, met aandacht <strong>voor</strong> theorie en praktijk, is verricht door de Rail<br />
Standards and Safety Board (RSSB, [27]). Hierin zijn alle in de psychologie gangbare<br />
begrippen rond wegbekendheid op één of andere manier opgenomen.<br />
De RSSB heeft in vier verschillende work packages onderzoek gedaan naar wegbekendheid en<br />
hier modellen en overzichten <strong>voor</strong> opgesteld. Deze packages richten zich op verschillende<br />
toepassingen van wegbekendheid:<br />
› Work Package 1 Report<br />
› Work Package 2 Report on analysis of route knowledge training and assessment<br />
› Work Package 3 Report on the impact of change on route knowledge<br />
› Work Package 4 Report on the relationships between route knowledge and performance<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> (route knowledge 6 ) is volgens de RSSB één van de componenten van de<br />
totale treinrijdcompetentie 7 [27]. Deze laatste omvat ook (toepassing van) daarnaast kennis<br />
5 Vergelijk de situatie waarbij je <strong>voor</strong> iedere beslissing die je neemt, bewust alle informatie verzamelt en afweegt.<br />
Dit leidt tot volledig disfunctioneren door de hoeveelheid tijd en cognitieve belasting die dit kost.<br />
6 Letterlijk: wegkennis. We laten de discussie of wegkennis en wegbekendheid identiek zijn hier achterwege.<br />
INTERGO pagina 35
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
van tractie en materieel, en van regels en <strong>voor</strong>schriften. Die componenten hangen sterk samen<br />
en worden in testen ook als geheel getest. De verweving van de componenten is een verklaring<br />
<strong>voor</strong> verschillen in standaarden en methoden <strong>voor</strong> wegbekendheid.<br />
RSSB gebruikt <strong>voor</strong> het rijden zelf, waarbij alle kennis- en vaardigheids componenten<br />
betrokken zijn, inclusief de op dat moment in de omgeving aanwezige kennis, het begrip<br />
situation awareness. Ook de mogelijke fouten die een machinist kan maken, worden<br />
opgehangen aan de 3 niveaus van situation awareness. Werkbelasting en attentie worden als<br />
risicofactor <strong>voor</strong> situation awareness benoemd: een machinist moet de competentie hebben<br />
om onder lage werkbelasting toch alert te blijven, en anderzijds hoge werkbelasting zo te<br />
beheersen dat een goede situation awareness behouden blijft.<br />
Figuur 4 Model van route knowledge op basis van Endsley’s model van SA [27]<br />
Een nadeel van de RSSB dat er verschillende modellen worden gepresenteerd – met elk een<br />
verschillend doel - maar geen definitie wordt gegeven van het begrip volgens RSSB. Zo is er<br />
een algemene indeling naar:<br />
› Externe factoren<br />
› Individuele factoren<br />
› Beslissingen<br />
› Acties<br />
in relatie tot Situation Awareness [27]. De eerste 2 groepen factoren omvatten aspecten van<br />
wegbekendheid volgens het model in WP1 Report (Annex C2) [21].<br />
Een detail beschrijving van het model (WP1 Report, Annex C [21]) is weer ingedeeld naar:<br />
› C1 Scenario factoren<br />
› C2 Route kennis componenten; de momentane processen: SA, fouten en attentie vallen<br />
hieronder.<br />
› C3 Omgevingskenmerken<br />
› C4 Strategieën<br />
7 Of meer specifiek, route competence: the application of route knowledge, together with the knowledge,<br />
experience and understanding of the handling characteristics of the train and the underpinning rules and<br />
instructions, to driving over the route involved’.<br />
INTERGO pagina 36
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
› C5 Prestatiematen<br />
Voor bepaalde doelen zoals training worden weer andere lijsten gehanteerd.<br />
RSSB neemt persoonskenmerken op in het model onder Scenario factors. De RSSB<br />
onderscheidt vaste en variabele individuele factoren. Deze worden samen genomen.<br />
Vermoeidheid (als tijdelijke, maar niet tevoren bekende, conditie) staat bij<strong>voor</strong>beeld naast<br />
leeftijd (vast gegeven, niet beïnvloedbaar) en dienstgegevens / kaartje (variabel maar<br />
<strong>voor</strong>spelbaar).<br />
Het meest duidelijke beeld van wat route knowledge is staat in het rapport van WP1 [21]. Hier<br />
staat een mentaal model – de eigenlijke wegbekendheid - dat wordt beïnvloed door een aantal<br />
factoren.<br />
Figuur 5 Mentaal model van route knowledge<br />
Opvallend is dat RSSB de hogere cognitieve processen zoals SA ziet als wegbekendheid.<br />
Letterlijk geeft men als toelichting:<br />
“2.3.2.2 Constituents of a mental model of route knowledge:<br />
› Cues representing stimuli from the external and internal environment (i.e. visual, auditory,<br />
kinaesthetic cues);<br />
› Strategies describing how information, (e.g. derived from tasks cues) is used, in<br />
conjunction with existing knowledge structures to achieve the task requirements;<br />
› Route knowledge components comprising higher level cognitive activities (e.g. situation<br />
awareness, decision making, problem solving, memory, workload management). “<br />
Onder ‘memory’ vallen volgens de bovengenoemde lijst in Annex C2 ook kennis van de<br />
feitelijke en lokale kenmerken van een stuk spoor. Deze staan volgens RSSB dus qua niveau<br />
gelijk met hogere cognitieve processen.<br />
De elders vaak genoemde vaardigheden zijn bij RSSB gebaseerd op componenten uit het<br />
Route Knowledge Model van figuur 5. In het Final Report (tabel 12 in [27]) staat een lijst van<br />
deze vaardigheden. Opvallend: het zijn uitsluitend cognitieve vaardigheden. Praktische<br />
INTERGO pagina 37
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
vaardigheden zoals het besturen van de trein of tot stilstand komen bij een punt, worden niet<br />
genoemd. De vaardigheden of skills worden niet expliciet benoemd als onderdeel van ‘route<br />
knowledge’ maar als ‘associated with each aspect of situation awareness’. Ze maken dus in<br />
ieder geval deel uit van ‘route competence’.<br />
Samenvattend onderscheidt de studie van de RSSB een route kennis component (route<br />
knowledge) en de competentie de kennis toe te passen in relatie met andere kennis en<br />
vaardigheden, en procedures en werk<strong>voor</strong>schriften (route competence). Deze relaties maken<br />
dat kennis van de route op zich onvoldoende is om route competentie op te doen of te<br />
onderhouden.<br />
De route-specifieke kennis bestaat uit de volgende elementen (uit Hoofdstuk 2 in dit rapport):<br />
› infrakenmerken<br />
› treinbeveiliging<br />
› dienstregeling<br />
› aanwezige cues (omgeving)<br />
Ook wordt gewezen op de kennis vereist in noodsituaties (andere bedrijfstoestand).<br />
Er wordt niet specifiek ingegaan op de taakdoelen (veilig, punctueel, energiezuinig).<br />
4.2 Verkrijgen van wegbekendheid<br />
4.2.1 Risicobenadering<br />
Het is theoretisch onmogelijk en zinloos om bij wegbekendheid alle informatie over de<br />
infrastructuur, treinbeveiliging, dienstregeling en omgeving op een route te laten leren. Het<br />
geheugen wordt dan overbelast. Zinvoller lijkt het uit te gaan van een risico benadering [27].<br />
Een risicobeoordeling van een route geeft dan prioriteiten aan de informatie die onthouden<br />
moet worden. Ook kan het de ‘zwaarte’ van een route aangeven, en daarmee mogelijk de<br />
hoeveelheid leerinspanning die vereist is <strong>voor</strong> de route.<br />
Tevens kan een dergelijke benadering een basis leggen <strong>voor</strong> eventuele aanpassingen in het<br />
(infra)ontwerp en dienstregeling. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat wegbekendheid<br />
dient om (vermijdbare) onvolkomenheden in het systeem op te vangen.<br />
In de UK is reeds een Route assessment checklist tool ontwikkeld [28]. Hiermee worden de<br />
gevaren van een route in kaart gebracht, zoals bronnen van afleiding, zichtbaarheid,<br />
seinplaatsing, etc. Dit betreft <strong>voor</strong>namelijk permanente kenmerken van de route, maar er is<br />
ook een categorie <strong>voor</strong> veranderlijke zaken als het weer en werkzaamheden.<br />
Een uitwerking van een dergelijke benadering <strong>voor</strong> de Nederlandse situatie valt buiten de<br />
scope van dit rapport.<br />
4.2.2 Ervaringseisen aan Machinisten<br />
Door de business-units Select&Consult en Ergonomie van Arbo Management Groep is in<br />
1998 [23] een onderzoek gedaan naar de minimumlengte die Railned (het huidige IL&T) kan<br />
stellen aan de periode waarin door aspirant <strong>machinisten</strong> ervaring wordt opgedaan, <strong>voor</strong>dat zij<br />
[..] zelfstandig kunnen rijden.<br />
De conclusie is (citaat):<br />
“Op basis van het onderzoek, beschreven in dit rapport kan worden gesteld dat een<br />
aanzienlijke verkorting mogelijk is van de periode van 200 dagen waarin tijdens rangeerdienst<br />
praktijkervaring wordt opgedaan door <strong>machinisten</strong>, <strong>voor</strong>dat zij veilig en zelfstandig kunnen<br />
INTERGO pagina 38
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
rijden met behoud van het huidige veiligheidsniveau van de Nederlandse railinfrastructuur.<br />
Voorwaarde is dat het aanleren van kennis, nodig <strong>voor</strong> het rijden, buiten deze tijdspanne<br />
plaatsvindt. Op die <strong>voor</strong>waarde zou de verkorting kunnen gaan tot een periode in de orde van<br />
grootte van 16 tot 60 dagen. Nauwkeuriger bepaling van deze periode is met de huidige<br />
gegevens niet mogelijk. Dit interval is een eerste indicatie op basis van expertschattingen en<br />
een grofmazige analyse van werkroosters. “<br />
Kennis wordt hier dus los gezien van praktijkervaring. De kennis wordt in het onderzoek niet<br />
nader gespecificeerd. De praktijkervaring heeft de volgende componenten:<br />
1. Opbouw van het rem/rijgedrag<br />
2. Opbouw van het mentale model van de omgeving<br />
3. Opbouw van patroonherkenning en routines<br />
4. Opbouw van regulering van de alertheid.<br />
4.2.3 <strong>Wegbekendheid</strong> in nieuwe omgevingen en digitale documenten<br />
Het begrip ‘wegbekendheid’ of ‘route knowledge’ wordt ook gebruikt in de context van een<br />
fysieke omgeving. Dillon en Vaughan [24] trekken een parallel tussen oriëntatie in nieuwe<br />
omgevingen en digitale documenten of websites. Een nieuwe omgeving leert men in drie<br />
stappen of representaties kennen. Het zelf fysiek bewegen door de omgeving geldt daarbij als<br />
uitgangspunt:<br />
› ‘landmarks’ (oriëntatiepunten): op basis van een paar belangrijke bestemmingen kan men<br />
bepalen waar men is;<br />
› ‘route’: men kan van bestemming A naar bestemming B gaan. Letterlijk genomen is dit<br />
<strong>voor</strong> een machinist niet relevant omdat die niet zelf stuurt;<br />
› ‘survey’ (overzicht): dit is een totaaloverzicht van een fysieke omgeving op basis waarvan<br />
ook onderlinge afstanden tussen punten geschat kunnen worden.<br />
Deze stappen hoeven niet noodzakelijk in deze volgorde te worden doorlopen. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
met een kaart kan men de kennis ook opbouwen. Baldwin [29] laat zien dat er individuele<br />
verschillen zijn in het leren van nieuwe routes: visuospatieel (ruimtelijk) en verbaal<br />
(woordelijk) gericht. Mensen met een goed richtingsgevoel zijn over het algemeen meer<br />
visuospatieel ingesteld.<br />
Een eerste parallel die met spoorse wegbekendheid is te trekken: wegbekendheid van de<br />
machinist zal zich vermoedelijk ook in gradaties ontwikkelen (eigen conclusie <strong>Intergo</strong>).<br />
Een tweede parallel is de rode draad die Dillon en Vaughan aanwijzen tussen de drie<br />
representaties: het ontstaan van het psychologisch begrip ‘schema’. Een schema is een<br />
mentaal model van een specifiek type object of begrip.<br />
Een derde parallel ligt in de consequenties die (individuele verschillen in) het leren van een<br />
nieuwe route kan hebben <strong>voor</strong> de wijze van training en het ontwerp van hulpmiddelen.<br />
4.3 <strong>Wegbekendheid</strong> en het ontwerp van de railinfra<br />
In deze paragraaf worden nut en noodzaak van wegbekendheid in relatie tot het ontwerp van<br />
de railinfrastructuur (inclusief seinstelsel) besproken.<br />
4.3.1 Middelraad<br />
De seindeskundige Middelraad gaat in zijn boek [20; p.24] over seingeving ook in op<br />
wegbekendheid:<br />
INTERGO pagina 39
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Er is steeds een spanningsveld aanwezig tussen de theorie en de praktijk. De ontwerper<br />
projecteert de in een bepaalde situatie toe te passen seinbeelden op basis van hun onderlinge<br />
samenhang en beschikbare afstanden. De machinist zal in zijn algemeenheid de onderlinge<br />
samenhang der seinbeelden en de onderlinge afstand echter niet kennen en op zijn gevoel<br />
remmen. Daarbij komt dan nog dat de seinafstanden in de meeste situaties, zoals op de vrije<br />
baan en doorgaande sporen in stations, veel tot zeer veel groter zijn dan de benodigde<br />
remweg. <strong>Wegbekendheid</strong> en een niet uit te bannen verwachtingspatroon zullen daardoor het<br />
remgedrag van de machinist blijven beïnvloeden, ondanks de aangescherpte regelgeving.<br />
Middelraad ziet wegbekendheid dus als noodzakelijk maar op gespannen voet met een<br />
[onterechte] verwachting.<br />
4.3.2 Proefschrift Van den Top<br />
Van den Top [22] onderscheidt enerzijds kennis en anderzijds het vermogen die toe te passen.<br />
De functie van wegbekendheid wordt hier niet gegeven. Op basis van interviews noemt Van<br />
den Top (vrij vertaald, §7.4.4):<br />
› Helpen de machinist diens positie te bepalen<br />
› Anticiperen op wat komt op de route<br />
› Weten waar ‘moeilijke’ seinen staan. Het is opvallend dat wegbekendheid dan in feite dient<br />
om slechte beslissingen van anderen op te vangen. Beperkingen in dat geval zijn dat<br />
wegbekendheid statisch is terwijl de praktijk dynamisch is. Bij<strong>voor</strong>beeld de door de<br />
treindienstleider ingestelde route is niet bekend.<br />
In het oudere seinstelsel van 1946 was wegbekendheid zelfs noodzakelijk om de betekenis van<br />
een sein te kunnen bepalen. Zo gaf een groene lamp in het midden een snelheid aan tussen 45<br />
en 90 km/u, met een bepaalde remafstand. De machinist diende zelf de exact toegestane<br />
snelheid ter plaatse te onthouden, bij<strong>voor</strong>beeld als een wissel slechts met maximaal 70<br />
gepasseerd mocht worden. Dit was één van de redenen over te stappen op het huidige NS54<br />
stelsel.<br />
Van den Top vindt echter geen erkende functie van wegbekendheid. Hij stelt dat het nuttig is<br />
maar geen garantie is <strong>voor</strong> veiligheid (§7.4.4).<br />
Bevindingen uit zijn interviews bij het onderhouden van wegbekendheid zijn:<br />
› Machinisten hebben niet altijd herkenningspunten onderweg, bij<strong>voor</strong>beeld in het donker en<br />
in gebieden zonder openbare verlichting is heel weinig te zien.<br />
› Routes zijn vaak hetzelfde zodat er geen ervaring ontstaat met andere routes. Dat speelt<br />
met name <strong>voor</strong> afzonderlijke rijwegen. Een machinist kan zeer vaak in een gebied rijden<br />
maar slechts heel af en toe via een afwijkende rijweg of naar een afwijkend spoor rijden.<br />
› Nieuwe wegkennis was vaak slecht beschikbaar, zowel de overdacht van ProRail naar de<br />
vervoerder als de beschikbaarheid binnen de vervoerder verliep niet soepel. Dit lijkt<br />
opgelost.<br />
› ‘Teveel’ of goede wegbekendheid in combinatie met een slechte herziening (hoe dan ook<br />
veroorzaakt) kan gevaarlijk zijn. De machinist verwacht dan iets dat er niet meer is.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> lijkt in een opzicht op verwachting. Ze kunnen echter tegengesteld zijn. Een<br />
zeer goede wegbekendheid wordt als gunstig beschouwd maar impliceert tevens een zeer<br />
sterke verwachting, iets wat juist ongewenst is. Een goede wegbekendheid kan echter ook<br />
INTERGO pagina 40
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
helpen een onjuiste verwachting te corrigeren <strong>voor</strong> zover het gaat om algemene verwachtingen<br />
en standaard gedragspatronen. Van den Top heeft dezelfde opvatting hier als Middelraad [20].<br />
Er is ook een relatie met vigilantie: waakzaamheid. Ook hier is een soort tegenstelling. Waar<br />
wegbekendheid gericht is op zo groot mogelijke verwachting, moet vigilantie verzekeren dat<br />
dan toch nog onverwachte informatie wordt opgemerkt.<br />
Een algemenere tegenstelling is dat wegbekendheid algemeen erkend wordt als belangrijk<br />
maar dat er geen overeenstemming is waarom dat zo is, en dat slechts enkele jaren geleden<br />
<strong>voor</strong> het eerst is geformuleerd waar het uit bestaat.<br />
Naar aanleiding van kortere seinzichtbaarheidsafstanden dan de vereiste 200 meter stelt Van<br />
den Top [22; p.190] dat er geen formele informatiestroom van infrastructuurontwerpen naar<br />
vervoerder loopt. Afstanden die korter zijn dan de vereiste 200 meter moeten de vervoerders<br />
dus zelf ontdekken.<br />
4.4 Conclusies<br />
› Evenals in de wetgeving wordt in de literatuur het onderscheid gemaakt tussen (route<br />
specifieke) kennis en het vermogen die toe te passen. Beide zijn nodig.<br />
› De route-specifieke kennis bestaat uit de volgende elementen (cf. Hoofdstuk 2):<br />
› infrakenmerken<br />
› treinbeveiliging<br />
› dienstregeling<br />
› aanwezige cues (omgeving)<br />
Ook wordt gewezen op de kennis vereist in noodsituaties (andere bedrijfstoestand).<br />
Er wordt niet specifiek ingegaan op de taakdoelen (veilig, punctueel, energiezuinig).<br />
› Bij het toepassen van de (route specifieke) kennis wordt gepleit <strong>voor</strong> een benadering op<br />
basis van situation awareness. Hierin komen diverse kennisdomeinen samen met<br />
regels/<strong>voor</strong>schriften, actuele cues (extern en intern) en strategieën. Het toetsen van de<br />
vaardigheid ‘wegbekendheid’ als zelfstandig item lijkt dus onmogelijk.<br />
› Bij het leren van een nieuwe route lijkt een risicobenadering het meest aangewezen. Het<br />
domweg leren van grote hoeveelheden statische kenmerken is onvoldoende en theoretisch<br />
ook zinloos (het is vrijwel onmogelijk en de werkelijkheid is dynamisch van aard).<br />
› Alertheid en werkbelasting dienen als risicofactor te worden meegenomen bij training van<br />
wegbekendheid.<br />
› Een risicobenadering heeft ook <strong>voor</strong>delen ten aanzien van een bronaanpak: het kan input<br />
<strong>voor</strong> de infrabeheerder opleveren om knelpunten op te lossen.<br />
› Bij wegbekendheid is er sprake van een paradox: een zeer goede wegbekendheid wordt als<br />
gunstig beschouwd maar impliceert tevens een zeer sterke verwachting, iets wat juist<br />
ongewenst is. Een goede wegbekendheid kan echter ook helpen een onjuiste verwachting te<br />
corrigeren <strong>voor</strong> zover het gaat om algemene verwachtingen en standaard gedragspatronen.<br />
INTERGO pagina 41
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
5 <strong>Wegbekendheid</strong> in de praktijk<br />
5.1 Workshop<br />
Op 15 maart 2012 heeft bij en onder begeleiding van <strong>Intergo</strong> een workshop plaatsgevonden<br />
met 6 <strong>machinisten</strong>: 5 van NS Reizigers en 1 van DB Schenker. Vier van de <strong>machinisten</strong> van<br />
NS Reizigers bleken betrokken te zijn bij de opbouw van een wegkennisbank bij NS<br />
Reizigers.<br />
Tijdens de workshop zijn baanvideo’s van ProRail <strong>voor</strong> het traject Barendrecht – Dordrecht<br />
vertoond. Het betrof zowel opnames bij daglicht als bij donkerte. Alle <strong>machinisten</strong> waren<br />
wegbekend op dit traject. De werkwijze was als volgt:<br />
› Eerst is over wegbekendheid in het algemeen gesproken: wat is wegbekendheid, waar heeft<br />
het betrekking op, hoe verkrijg je wegbekendheid, etc.<br />
› Vervolgens is de video van de dagsituatie vertoond. De video werd per seinstap stilgezet<br />
om de <strong>machinisten</strong> te bevragen op specifieke wegbekendheid zaken.<br />
› Daarna is de video van de avondsituatie vertoond. Hierbij is de nadruk gelegd op de rol van<br />
wegbekendheid in situaties waarbij de omgeving juist niet of beperkt kan worden<br />
waargenomen.<br />
› Ten slotte zijn 2 bestaande lijsten met elementen van wegbekendheid aan de <strong>machinisten</strong><br />
<strong>voor</strong>gelegd, om te onderzoeken in hoeverre zij het met de genoemde items eens zijn.<br />
5.2 Taakdoelen<br />
De eerder in hoofdstuk 2 benoemde doelen die gelden bij het besturen van de trein zijn in de<br />
workshop bevestigd en geprioriteerd. Deze doelen verschillen <strong>voor</strong> reizigers en goederen<br />
<strong>machinisten</strong>.<br />
Voor Reizigers zijn de doelen in afnemende volgorde van belang:<br />
• Veiligheid<br />
• Punctualiteit<br />
• Energiezuinigheid<br />
• Comfort<br />
Voor Goederen zijn de doelen:<br />
• Veiligheid<br />
• Punctualiteit<br />
• Energiezuinigheid<br />
• Integriteit van materieel en infra (heel houden)<br />
De <strong>machinisten</strong> vinden dat wegbekendheid 8 op al deze taakdoelen betrekking heeft. Soms<br />
dient een specifiek wegbekendheidselement meerdere doelen. Bij<strong>voor</strong>beeld, een sein tijdig<br />
weten te vinden is uiteraard belangrijk <strong>voor</strong> veiligheid, maar dient ook de punctualiteit, als<br />
8 Tijdens de workshop nog niet nader gedefinieerd. Het gaat dus om de perceptie en ervaring van <strong>machinisten</strong> ten<br />
aanzien van dit begrip.<br />
INTERGO pagina 42
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
men de snelheid afstemt op het seinbeeld. Kennis en vaardigheden zijn dus niet uniek toe te<br />
kennen aan een bepaald doel.<br />
De <strong>machinisten</strong> ervaren geen of onvoldoende onderlinge prioriteit van veiligheid, punctualiteit<br />
en energiezuinig rijden door de werkgever. Dit is met name relevant <strong>voor</strong> het omgaan met<br />
wegbekendheid: de machinist moet immers beslissen welk soort informatie belangrijker is dan<br />
andere. De machinist hanteren zelf bovenstaande prioritering: veiligheid > punctualiteit ><br />
energiezuinigheid > comfort/integriteit.<br />
5.3 Aard van wegbekendheid<br />
Zoals in hoofdstuk 3 reeds aangetoond wordt wegbekendheid in het wettelijk kader niet als<br />
gedefinieerd begrip gebruikt. Desondanks bestaat er bij de <strong>machinisten</strong> in de workshop wel<br />
een gemeenschappelijk beeld. Waarschijnlijk wordt dat beeld <strong>voor</strong>al gevormd door hetgeen ze<br />
onder de noemer van wegkennis of wegbekendheid leren en waarover ze een wegexamen<br />
moeten afleggen. Tijdens de workshop bleek het <strong>voor</strong> de <strong>machinisten</strong> moeilijk om consequent<br />
bepaalde situaties/aspecten toe te wijzen aan specifieke wegbekendheid of meer algemene<br />
kennis en vaardigheden met betrekking tot het rijden van een trein. Dit sluit overigens aan bij<br />
zowel de Machinisten Richtlijn (zie hoofdstuk 3) waar algemene en routespecifieke kennis<br />
beide onder kennis van de lijn vallen. Ook de RSSB (zie hoofdstuk 4) onderkent dat de<br />
algemene kennis nodig is om de specifieke te verkrijgen, maar maakt een duidelijker<br />
onderscheid.<br />
De <strong>machinisten</strong> zijn het er over eens dat wegbekendheid meer is dan alleen kennis, en ook<br />
vaardigheden betreft. Ze hebben bij<strong>voor</strong>beeld een aantal zoektaken aangegeven als onderdeel<br />
van wegbekendheid: weten wanneer en waar je naar relevante informatie (cues) moet zoeken.<br />
En ‘voelen’ welke actie bij een bepaalde hellingsgraad nodig is, afhankelijk van<br />
omstandigheden en materieel. De <strong>machinisten</strong> geven aan globaal de bijzonderheden van een<br />
traject te kennen. Details zoals km-bordjes slaat men na. Dit sluit aan bij het theoretische<br />
gestelde in 4.2.1: het is onmogelijk en weinig zinvol om alle details te kennen.<br />
De <strong>machinisten</strong> bevestigen ook de paradox van wegbekendheid, zoals in hoofdstuk 4<br />
beschreven. Je kunt volgens hun ook te wegbekend zijn. Er ontstaat dan een<br />
verwachtingspatroon. Bij de <strong>machinisten</strong> heeft een verwachtingspatroon een ongunstige naam:<br />
het ontstaat als wegbekendheid onbewust wordt. Dat zou gebeuren wanneer je vaak hetzelfde<br />
traject rijdt. Op basis van de literatuur in hoofdstuk 4 plaatsen we hier de volgende<br />
kanttekeningen bij:<br />
› een verwachting hoeft niet negatief geïnterpreteerd te worden, het helpt juist om efficiënt te<br />
handelen;<br />
› de <strong>machinisten</strong> lijken te verwijzen naar een situatie waar men door veelvuldig in (vrijwel)<br />
identieke omstandigheden te rijden op een te laag activatieniveau gaat handelen (‘op de<br />
automatische piloot’) en daardoor fouten maakt;<br />
› hoewel bewijs <strong>voor</strong> het vorige punt in de Nederlandse spooromgeving ons onbekend is, is<br />
het theoretisch niet ondenkbaar dat een gebrek aan (nieuwe) prikkels het activatieniveau<br />
verlaagt;<br />
› het argument betreft echter een bepaalde operationele uitwerking (veel dezelfde routes),<br />
maar heeft niet direct betrekking op het fenomeen wegbekendheid zelf;<br />
INTERGO pagina 43
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
› een onderdeel van wegbekendheid zou juist het bewust worden van en omgaan met deze<br />
risico’s kunnen betreffen (risicobenadering, zie 4.2.1).<br />
5.4 Belang van wegbekendheid<br />
Machinisten vinden wegbekendheid nodig om specifieke situaties te kunnen herkennen. Dit<br />
kunnen sub-optimale of uitzonderlijke uitvoeringen van ‘normale’ situaties zijn, zoals slecht<br />
zichtbare seinen, korte seinafstanden en plaatsen die gevoelig zijn <strong>voor</strong> gladde sporen.<br />
De <strong>machinisten</strong> vinden wegbekendheid <strong>voor</strong>al onmisbaar om te kunnen omgaan met<br />
› afwijkende of<br />
› onduidelijke/verwarrende situaties.<br />
Ze verwachten dat dit ook zo zal blijven, omdat rijden op uitsluitend de seinen een onhaalbaar<br />
ideaal 9 is. Er zijn teveel uitzonderingen en specifieke situaties in de infrastructuur die het<br />
onmogelijk maken om zonder wegbekendheid veilig, tijdig, zuinig en comfortabel te kunnen<br />
rijden.<br />
Volgens de <strong>machinisten</strong> vormt de praktijk soms zelfs de bron van relevante informatie, omdat<br />
officiële bekendmakingen te laat zijn.<br />
Toelichting<br />
De praktijk ‘buiten’ wijkt soms af van de regels of er bestaan geen duidelijke regels. Verder<br />
zijn er vaak verwarrende of onduidelijke situaties zodat men wegbekendheid nodig heeft om<br />
veilig en optimaal te kunnen rijden.<br />
Afwijkend<br />
Regelmatig worden besluiten uitgevaardigd die ongunstig uitpakken in de praktijk of zelfs<br />
tegen regels ingaan:<br />
› Men verwijdert stopborden op het perron ten behoeve van meer opstelruimte <strong>voor</strong> een<br />
andere vervoerder. Dit riskeert dat een trein buiten perron blijft staan.<br />
› Ongebruikelijke seinopvolging zonder daarbij borden te plaatsen. Voorbeeld Best, GR-<br />
GL8-GRKN.<br />
› Als de machinist het vertreksein niet goed kan zien, moest men vroeger bellen met de post.<br />
Nu mag het vertreklicht ook worden afgelezen. Machinisten in de workshop vinden dit een<br />
ongunstige maatregel.<br />
Op de meldingen van dergelijke ongunstige situaties komt geen of weinig feedback.<br />
Onduidelijk<br />
Soms zijn situaties onduidelijk of verwarrend. Voorbeelden van wegbekendheid bij het<br />
aflezen van seinen:<br />
› Bij de onderdoorgang van de A10 tussen Amsterdam-Zuid en Schiphol komen de<br />
matrixborden van de A10 in het zicht van de machinist. De daarop gebruikte rode kruisen<br />
en groene lampen lijken op seinen.<br />
› Ook bij stations zijn soms lampen die op seinen lijken. Bij<strong>voor</strong>beeld de rode lamp van<br />
roltrap / lift op Rotterdam CS, tijdens de verbouwing.<br />
› Het sein aan het eind van de Sophiatunnel zie je niet tijdig, soms staat er ook een trein<br />
<strong>voor</strong>. Dit vereist langzaam naderen om bij stoptonend sein toch tijdig stil te staan.<br />
9 Het gaat hier om de huidige uitvoering van infra en treinbeveiliging. De situatie met bij<strong>voor</strong>beeld ERTMS<br />
(zonder buitenseinen) is niet aan de orde geweest, omdat de meeste <strong>machinisten</strong> daar te weinig kennis van hebben.<br />
INTERGO pagina 44
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
› Tunnel bij Boxtel: toont dit sein rood dan moet je een sein eerder dan aangegeven al<br />
stoppen. Dit geldt <strong>voor</strong> goederentreinen: die bouwen anders onvoldoende vaart op om uit<br />
de tunnel te komen.<br />
5.5 Elementen van wegbekendheid<br />
Aan de <strong>machinisten</strong> van de workshop zijn twee lijsten van wegbekendheid <strong>voor</strong>gelegd van de<br />
VSD en de RSSB. Deze 2 lijsten zijn gekozen omdat de VSD tamelijk recent een lijst heeft<br />
opgesteld <strong>voor</strong> de Nederlandse situatie. Deze lijst van de VSD bevat alleen kennisitems (zie<br />
bijlage 2). De lijst van de RSSB benoemt vrijwel alle hoofditems ook als kennis (knowledge),<br />
maar heeft het tevens over kennis van visuele, auditieve en kinesthetische cues. Dit<br />
veronderstelt een ervaring met deze cues (zie bijlage 3).<br />
VSD<br />
Opvallend is dat de <strong>machinisten</strong> een aantal punten uit de opsomming van de VSD niet onder<br />
wegbekendheid vinden vallen. Het gaat steeds om een traject of locatie:<br />
› Onderscheid en plaats hoge en lage seinen<br />
› Grenzen van Treindienstleiding gebieden (centraal en niet-centraal bediend gebied): als je<br />
maar wel weet welke treindienstleider je moet bellen.<br />
› Vrijgave rangeernummers<br />
› Spoornummers en perronnummers: de <strong>machinisten</strong> vinden seinnummers een<br />
betrouwbaarder kenmerk, maar ook dit niet nodig om uit het hoofd te leren.<br />
› Plaats van recidive seinen<br />
› Spoorbeveiligingssystemen (dubbel-enkel etc.). De onderliggende techniek in de baan<br />
zoals dubbel-enkel spoorbeveiliging hoef je niet te kennen, die zie je vanzelf.<br />
Van de totaal 21 punten van de VSD worden er dus 6 niet noodzakelijk geacht.<br />
Opvallend is verder dat de VSD als enige criterium noemt dat een spoorvoertuig ‘veilig’ dient<br />
te worden bestuurd; men noemt ook ‘zonder letsel’ en ‘zonder schade’ maar dit mag ook als<br />
zodanig opgevat worden.<br />
De workshop voegt hieraan punctualiteit, zuinigheid en comfort/integriteit toe.<br />
RSSB<br />
Van de lijst van de RSSB 10 vinden de <strong>machinisten</strong> de volgende onderdelen niet onder<br />
wegbekendheid vallen:<br />
› Kennis van treinradiosystemen<br />
› Kennis van kruisingen<br />
› Kennis van stations: wel locatie en benaming, maar geen details.<br />
Conclusie workshop<br />
Er zijn met name duidelijke verschillen met de beschrijving van de VSD. Deze lijkt qua doel<br />
te krap en qua mate van detail te uitgebreid.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> heeft volgens de <strong>machinisten</strong> betrekking op (delen van) de volgende<br />
systeemdelen:<br />
› Railinfrastructuur<br />
› Dienstregeling (van andere treinen)<br />
10 Alleen de ‘Route specific knowledge’ (Kn2) is <strong>voor</strong>gelegd aan de <strong>machinisten</strong>, omdat de ‘Principles of Route<br />
Knowledge and Underpinning Knowledge’ (Kn1) niet route-specifiek zijn, en <strong>voor</strong>al uit algemene kennis over het<br />
rijden van een trein en de infrastructuur in het bijzonder bestaat.<br />
INTERGO pagina 45
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
› Treindienstleiding / verkeersleiding: juiste treindienstleider / grenzen van<br />
treindienstleidersgebieden kennen, gebruikelijke rijwegen<br />
› Treinbeveiliging, wat in de cabine of trein zit: dus wel soort beveiliging (ATB-EG, ATB-<br />
NG, ETCS) inclusief grenzen, maar niet die van de baan (dubbel-enkel etc.)<br />
› Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften (afhankelijk van de bedrijfstoestand en/of locatie)<br />
› Omgeving (van de railinfrastructuur, in verband met cues).<br />
5.6 Verkrijgen van wegbekendheid<br />
In de workshop is gepraat over het verkrijgen van de wegbekendheid en over het aanscherpen<br />
of juist afgrenzen ervan. De <strong>machinisten</strong> waren het eens over het volgende [tussen vierkante<br />
haken staan opmerkingen van <strong>Intergo</strong> over het betreffende punt]:<br />
› Wegleren kan door meerijden met een andere machinist. Liefst meerdere zodat je<br />
verschillende dingen leert. [Er is dus blijkbaar niet één set aan wegbekendheid].<br />
› Zelf rijden is niet per se noodzakelijk. [Dit is mogelijk strijdig met de opmerking dat<br />
‘gevoel’ onmisbaar is].<br />
› Alle rijwegen rijden is niet noodzakelijk. [Dat is met name op emplacementen ook vrijwel<br />
onbegonnen werk; de meest <strong>voor</strong>komende en meest risicovolle/bijzondere rijwegen lijken<br />
voldoende].<br />
› Rijden bij dag en nacht wordt niet vereist, maar vinden de <strong>machinisten</strong> onmisbaar. [Dit<br />
ondersteunen we, omdat in het donker bepaalde cues niet waarneembaar zijn].<br />
› Documenten worden ingezien, niet geleerd. [Dit is consistent met de eerdere opmerking dat<br />
men details niet onthoudt, alleen de bijzonderheid].<br />
› ZIEN van de infra is belangrijk, dit kan echter niet op film of via simulatie omdat afstanden<br />
niet goed te schatten zijn en omdat gevoel (hellingen, wissels) ontbreekt. [Dit betekent wat<br />
ons betreft niet dat film of simulatie geen rol in het verkrijgen van wegbekendheid kunnen<br />
spelen].<br />
› In 2 dagen kun je geen baanvak leren. [Er bestond echter geen duidelijk beeld over de<br />
minimumduur 11 ].<br />
› De complexiteit van een baanvak bepaalt hoe lang je over leren doet. [Zie vorige punt].<br />
› Goede wegbekendheid krijg je alleen door veel te rijden in de praktijk van alledag. [Er zal<br />
een minimum moeten zijn om veilig te kunnen rijden. De opmerking is mogelijk strijdig<br />
met een eerdere opmerking in 5.3 dat veel rijden op een bepaald traject tot een te groot<br />
verwachtingspatroon zou leiden].<br />
› Regelmatig afwisselen van baanvak is nodig om scherp te blijven. [Dit is mogelijk strijdig<br />
met de vorige opmerking].<br />
Het verkrijgen van wegbekendheid behoort niet tot de scope van dit rapport. Wel kunnen we<br />
op basis van bovenstaande opmerkingen vaststellen dat de <strong>machinisten</strong> het beschouwen als<br />
meer dan het leren van feiten. Zien, horen en voelen worden genoemd, maar opvallend genoeg<br />
niet per se zelf rijden. <strong>Wegbekendheid</strong> ontwikkelt zich door rijden: het is dus dynamisch, en<br />
niet alleen kennis, maar ook een vaardigheid. Onduidelijk is wat het minimum aan<br />
wegbekendheid is (lijkt in ieder geval af te hangen van de complexiteit van een traject), en of<br />
er ook een maximum is waarboven men teveel op een verwachtingspatroon zou gaan rijden.<br />
11 We vermoeden een afhankelijkheid van de complexiteit van een baanvak/emplacement. De operationalisatie van<br />
‘complexiteit’ valt buiten de scope van dit project.<br />
INTERGO pagina 46
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Naschrift: de auteurs zijn na de workshop bij NS geweest om de daar in ontwikkeling zijnde<br />
‘wegkennisbank’ te zien. Deze wegkennisbank geeft een actuele (!) grafische weergave van de<br />
railinfra, aangevuld met video/fotomateriaal van bijzonderheden. De wegkennisbank voldoet<br />
daarmee slechts ten dele aan de gewenste praktijkervaring (want horen en voelen missen), en<br />
heeft niet op alle elementen van wegbekendheid (zie 5.5) betrekking. De actualiteit van<br />
spoorkaarten is ons inziens noodzakelijk en kan bij (tijdelijke) veranderingen gebruikt worden<br />
om <strong>machinisten</strong> op de hoogte te houden.<br />
5.7 Conclusie<br />
› <strong>Wegbekendheid</strong> is onder <strong>machinisten</strong> een bekend begrip, maar kent geen heldere<br />
afbakening.<br />
› De wegbekendheid van een goederenmachinist verschilt van die van een<br />
reizigersmachinist.<br />
› <strong>Wegbekendheid</strong> heeft betrekking op meerdere taakdoelen (niet alleen veiligheid); de<br />
<strong>machinisten</strong> ervaren vanuit het management onvoldoende prioritering in deze taakdoelen.<br />
› <strong>Wegbekendheid</strong> betreft zowel kennis als vaardigheden. De <strong>machinisten</strong> zeggen <strong>voor</strong>al<br />
bijzonderheden te kennen; details slaat men na.<br />
› <strong>Wegbekendheid</strong> wordt (ook) ervaren als procedurele barrière <strong>voor</strong> een suboptimale,<br />
afwijkende of verwarrende uitvoering van de railinfra; regelkringen die dit bij de bron<br />
zouden moeten aanpakken functioneren onvoldoende.<br />
› <strong>Wegbekendheid</strong> heeft volgens de <strong>machinisten</strong> betrekking op (delen van) de volgende<br />
systeemdelen:<br />
› Railinfrastructuur<br />
› Dienstregeling (van andere treinen)<br />
› Treindienstleiding / verkeersleiding: juiste treindienstleider, gebruikelijke rijwegen<br />
› Treinbeveiliging: welke soort beveiliging (ATB-EG, ATB-NG, ETCS) inclusief<br />
grenzen, maar niet de exacte uitvoering (bv. dubbel-enkel)<br />
› Procedures en werk<strong>voor</strong>schriften (afhankelijk van de bedrijfstoestand en/of locatie)<br />
› Omgeving (van de railinfrastructuur, in verband met cues).<br />
› Bij het verkrijgen van wegbekendheid vinden de <strong>machinisten</strong> zien, horen en voelen in<br />
praktijk - met name van bijzonderheden - erg belangrijk.<br />
› De minimale duur <strong>voor</strong> het verkrijgen van voldoende wegbekendheid hangt af van de<br />
complexiteit van een traject.<br />
INTERGO pagina 47
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
6 Model Routebevoegdheid<br />
6.1 Van wegbekendheid naar routebevoegdheid<br />
In dit hoofdstuk willen we de bevindingen uit wetgeving, literatuur en praktijk samenbrengen<br />
om tot een model van wegbekendheid te komen. Daartoe is een goede definitie van het begrip<br />
onmisbaar. We moeten echter constateren dat:<br />
› in de wetgeving het begrip ‘wegbekendheid’ niet (meer) <strong>voor</strong>komt; het is een historisch<br />
gegroeid begrip<br />
› in de wetgeving wel ‘kennis van de lijn’ wordt genoemd<br />
› ‘kennis van de lijn’ qua inhoud overeen lijkt te komen met lijsten van wegbekendheid uit<br />
andere bronnen (VSD, RSSB)<br />
› de wetgeving het hebben van voldoende kennis/vakkennis van de Infrastructuur en de Lijn<br />
vereist als bewijs van bevoegdheid tot het berijden van een route<br />
› de wetgeving, literatuur en de <strong>machinisten</strong> alle vermelden dat het vermogen om die kennis<br />
in praktijk te brengen (vaardigheid) ook vereist zijn<br />
› de wetgeving vereist dat <strong>machinisten</strong> bevoegd zijn <strong>voor</strong> een bepaald traject<br />
› er in praktijk door de <strong>machinisten</strong> geen heldere afbakening van wegbekendheid kan<br />
worden gegeven.<br />
Deze constateringen brengen ons ertoe om het begrip ‘wegbekendheid’ los te laten. Het meest<br />
logisch lijkt het om aan te sluiten bij ‘kennis van de lijn’. Echter, dit begrip focust teveel op<br />
kennis, terwijl vaardigheid ook vereist is. Bovendien is het woord ‘lijn’ geen ingeburgerd<br />
begrip in de Nederlandse railomgeving. Wij kiezen er<strong>voor</strong> om in plaats van ‘lijn’ het woord<br />
‘route’ te hanteren. Route is dynamischer dan lijn, en past daarmee beter bij de praktijk.<br />
Overigens worden in de wet- en regelgeving de woorden lijn en route vaak door elkaar<br />
gebruikt.<br />
Verder kiezen we <strong>voor</strong> het begrip ‘bevoegdheid’ in plaats van ‘bekendheid’ of ‘kennis’. De<br />
laatste 2 woorden missen verwijzing naar noodzakelijke vaardigheden. Routebevoegdheid<br />
geeft het doel goed weer: de benodigde kennis en vaardigheden om bevoegd te geraken <strong>voor</strong><br />
het rijden van een bepaalde route. De daadwerkelijk bevoegdheid ontstaat na het slagen <strong>voor</strong><br />
een examen.<br />
NB Uiteindelijk is dit een semantische keuze, waar<strong>voor</strong> we voldoende argumenten menen te<br />
hebben. Voor de lezer die het niet met deze keuze eens is, verandert er niet veel. Het vervolg<br />
van dit stuk is goed te begrijpen als men wegbekendheid leest in plaats van routebevoegdheid.<br />
6.2 Definitie Routebevoegdheid<br />
We definiëren Routebevoegdheid als vervangend begrip <strong>voor</strong> wegbekendheid op basis van<br />
bovenstaande als volgt:<br />
Het geheel van routespecifieke kennis en vaardigheden die een machinist nodig heeft om een<br />
trein onder diverse bedrijfstoestanden veilig over een route te besturen, rekening houdend met<br />
overige taak- en bedrijfsdoelen zoals van belang <strong>voor</strong> de betreffende route.<br />
INTERGO pagina 48
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
6.3 Model<br />
Onderstaand model heeft als doel:<br />
› Routebevoegdheid te plaatsen in de totale competentie van een machinist.<br />
› Een eenvoudige indeling te geven van onderdelen van Routebevoegdheid die kan worden<br />
ingevuld met inhoudelijke lijsten van bij<strong>voor</strong>beeld de RSSB.<br />
› Onderscheid te maken naar relatief statische kennis en het dynamische proces van het<br />
rijden, zie de tweedeling uit de definitie in de TSI 2006/920/EG (3.3.2). Het model van<br />
<strong>Intergo</strong> gaat ervan uit dat het eigenlijke rijden van een trein geen Routebevoegdheid is, in<br />
tegenstelling tot de RSSB. De daar<strong>voor</strong> vereiste informatie en vaardigheden vallen er wel<br />
onder.<br />
› Onderscheid te maken naar wel en niet direct leerbare aspecten van Routebevoegdheid.<br />
Routebevoegdheid, bevindt zich in het gele kader, als routespecifieke kennis en vaardigheden<br />
van de machinist. Routebevoegdheid omvat ook de grenzen ervan, omdat die naadloos moeten<br />
aansluiten op de overige onderdelen van de totale competentie.<br />
6.3.1 Persoonskenmerken<br />
De basis van de piramide - de onderste 3 lagen ‘Persoon 1, 2, 3’ - is overwegend statisch. Een<br />
competentie zoals ‘nauwgezetheid’ valt hier duidelijk onder. Voor een kenmerk als<br />
‘vermoeidheid’ is dat minder duidelijk omdat dit veel dynamischer is en van moment tot<br />
moment verschilt. Persoonskenmerken vormen de ‘bagage’ waarmee de machinist vertrekt.<br />
Het zijn kenmerken die te beïnvloeden zijn via werving, selectie en training of via het gedrag<br />
van de persoon zelf, dat daarmee samenhangt.<br />
INTERGO pagina 49
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Term Definitie<br />
Persoonseigenschappen De eigenschappen van een individu bestaande uit normen en<br />
waarden, vermogens en motivatie<br />
Voorbeelden<br />
1 – normen en waarden Plichtsbesef, verantwoordelijkheidsgevoel<br />
2 – vermogens Fysiek, mentaal zoals persoonlijk bepaald bij<strong>voor</strong>beeld<br />
vigilantie. Maar ook leeftijdsbepaald zoals kracht of visus. Dit<br />
kunnen ook momentane invloeden zijn zoals vermoeidheid.<br />
3 – motivatie Voortkomend uit recente of langlopende ervaringen zoals<br />
beroepsovertuiging, (on)tevredenheid met salaris, haast om thuis<br />
te komen.<br />
6.3.2 Kennen en kunnen<br />
Het middelste niveau van de piramide bestaat uit kennen en kunnen. De bijhorende kennis en<br />
vaardigheden bestaan uit allerlei algemene kennis en vaardigheden en specifieke kennis en<br />
vaardigheden. Deze kunnen alle weer betrekking hebben op infrastructuur, rollend materieel<br />
etc.<br />
Algemene kennis mb.t. de infrastructuur bevat bij<strong>voor</strong>beeld kennis van het seinstelsel:<br />
verschillende seinen, betekenis van verschillende seinbeelden, etc. Deze kennis is een<br />
<strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> de route-specifieke kennis: waar staan de seinen op deze route, waar schakel<br />
je af, etc. De RSSB noemt zowel algemene als route-specifieke kennis onder de vlag van route<br />
knowledge in haar rapport [27]; zoals eerder gesteld (5.5) beperken wij ons tot de route<br />
specific knowledge.<br />
Zo is ook een onderscheid te maken tussen algemene en specifieke vaardigheden. Een<br />
<strong>voor</strong>beeld van een algemene vaardigheid is het ‘besturen van de trein’. Dit kan geen<br />
routebevoegdheid vormen omdat de infrastructuur hier buiten kan staan. Wel onderdeel van<br />
routebevoegdheid vormen die vaardigheden zoals ze uitgevoerd worden op een specifiek<br />
traject. Een <strong>voor</strong>beeld is het besturen van de trein op de helling van een fly-over. De<br />
infrastructuur heeft hier grote invloed op de snelheid van de trein.<br />
Routebevoegdheid bevindt zich volgens onze definitie op dit niveau.<br />
Term Definitie<br />
Kennis Informatie die zich symbolisch of grafisch laat vastleggen<br />
Vaardigheid<br />
Het kunnen toepassen van kennis in een specifieke situatie op<br />
een specifiek moment, Een vaardigheid is gebonden aan een<br />
persoon en laat zich niet symbolisch of grafisch vastleggen.<br />
Een vaardigheid kan perceptueel/sensorisch, motorisch of<br />
cognitief zijn of een combinatie daarvan.<br />
Routebevoegdheid Het geheel van routespecifieke kennis en vaardigheden die een<br />
machinist nodig heeft om een trein onder diverse<br />
bedrijfstoestanden veilig over een route te besturen, rekening<br />
houdend met overige taak- en bedrijfsdoelen zoals van belang<br />
<strong>voor</strong> de betreffende route.<br />
INTERGO pagina 50
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
6.3.3 Rijden van een trein<br />
In de top van de piramide bevindt zich het daadwerkelijke rijden van een trein over een traject.<br />
Het gaat om het hier en nu. Een centraal begrip van de psychologie wordt hierbij gevormd<br />
door situation awareness (zie 4.1.1 ). De RSSB [21, 27] lijkt route knowledge ook op dit<br />
niveau te laten acteren, hoewel ze ook de term route competence gebruiken. Wij kiezen hier<br />
nadrukkelijk niet <strong>voor</strong>: we zien routebevoegdheid als één van de <strong>voor</strong>waarden (naast<br />
bij<strong>voor</strong>beeld materieelbevoegdheid) <strong>voor</strong> het succesvol uitvoeren van de rijtaak, en niet als de<br />
rijtaak zelf. Het succesvol uitvoeren van de rijtaak kan als vakmanschap worden beschouwd.<br />
Term Definitie<br />
Vakmanschap Het geheel van persoonskenmerken, kennis, vaardigheden en<br />
situatiebewustzijn dat een machinist kenmerkt.<br />
Tijdens het rijden komen alle onderdelen van het model samen. Het wordt mede gestuurd<br />
door:<br />
› De omgeving<br />
› De taak en daarmee werkbelasting<br />
› Aandacht en vigilantie, zoals bepaald door de fysieke en mentale conditie van dat moment.<br />
› Verwachting en informatieverwerking – dit bepaalt welke kennis en vaardigheden gebruikt<br />
worden.<br />
Een andere manier om dit beschrijven is conform de scenariofactoren van de RSSB [21,<br />
Annex C1]:<br />
Operationele factoren Bij<strong>voor</strong>beeld: type trein of route complexiteit<br />
Omgevingsfactoren Bij<strong>voor</strong>beeld: weertype en temperatuur<br />
Individuele factoren In <strong>Intergo</strong> model onder Persoon<br />
Toevallige factoren Bij<strong>voor</strong>beeld: bedrijfstoestanden<br />
Hieruit blijkt de enorme variabiliteit in scenario’s, die onmogelijk tevoren zijn te definiëren<br />
c.q. te oefenen. Routebevoegdheid is één van de factoren die er<strong>voor</strong> moeten zorgen dat de<br />
machinist bijzondere situaties kan herkennen, en ermee weet om te gaan.<br />
6.4 Uitwerking Routebevoegdheid<br />
Routebevoegdheid heeft betrekking op route-specifieke kennis op het gebied van:<br />
› railinfrastructuur<br />
› dienstregeling (van andere treinen)<br />
› treindienstleiding / verkeersleiding: juiste treindienstleider, gebruikelijke rijwegen<br />
› treinbeveiliging: welke soort beveiliging (ATB-EG, ATB-NG, ETCS) inclusief grenzen,<br />
maar niet de exacte uitvoering (bv. dubbel-enkel)<br />
› procedures en werk<strong>voor</strong>schriften (afhankelijk van de bedrijfstoestand en/of locatie)<br />
› omgeving (van de railinfrastructuur, in verband met cues)<br />
inclusief het vermogen deze toe te passen in normale situaties, bij onregelmatigheden, en in<br />
noodsituaties.<br />
De exacte inhoud van Routebevoegdheid behoort niet de scope van dit project, maar de lijst<br />
van de RSSB (zie Bijlage 3) vormt een goed uitgangspunt.<br />
INTERGO pagina 51
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Het bewaken van de grenzen van Routebevoegdheid is een taak van de vervoerder, analoog<br />
aan het werken volgens de loop van een Veiligheidsmanagement Systeem. Machinisten<br />
moeten niet alleen wijzigingen in de infrastructuur leren, maar ook nieuwe inzichten en<br />
ervaringen. Op die manier zijn <strong>machinisten</strong> zich beter bewust waar Routebevoegdheid<br />
ophoudt en inzicht of Situation Awareness het overneemt. Routebevoegdheid wordt daarmee<br />
een dynamisch begrip dat in de tijd <strong>voor</strong>tdurend wordt aangescherpt.<br />
De volgende grenzen zijn van belang om aan te geven in het kader van het beschrijven van<br />
Routebevoegdheid:<br />
› Tussen kennis en vaardigheden, en Situation Awareness. Hierboven is een <strong>voor</strong>beeld<br />
gegeven.<br />
› Tussen algemene en specifieke kennis en vaardigheden. In het ongeval Stavoren bleek dat<br />
de algemene kennis van de seingeving niet voldoende was om foutloos de ongebruikelijke<br />
situatie met de keperbakens te kunnen herkennen. Overigens gold hier ook dat de<br />
infrastructuur buiten niet overeenkwam met het kaartmateriaal (onvoldoende regelkring).<br />
› Tussen persoonskenmerken en kennis en vaardigheden. Voorbeeld: waar een brede<br />
‘spoorse kennis’ vroeger vaak vanzelfsprekend was als men in een loopbaan bij het spoor<br />
uiteindelijk machinist werd, is die kennis nu eerder iets dat onderdeel van de opleiding<br />
wordt.<br />
Een beschrijving van Routebevoegdheid moet tevens aandacht besteden aan de grenzen van<br />
kennis en vaardigheden. Deze beschrijving moet onderhouden worden, bij<strong>voor</strong>beeld als<br />
onderdeel van een Veiligheidsmanagement Systeem.<br />
6.5 Epiloog<br />
We hopen dat dit rapport voeding geeft aan de ontwikkeling of bijstelling van opleidings- en<br />
examenprogramma’s. De aard van routebevoegdheid zoals in dit rapport beschreven kan<br />
immers naast de bestaande opleidingen en examens gelegd worden.<br />
Iets soortgelijks geldt <strong>voor</strong> regelkringen op verschillende niveaus: routebevoegdheid/<br />
wegbekendheid mag nooit een vervanger zijn <strong>voor</strong> vermijdbare onvolkomenheden in de<br />
infrastructuur, dienstregeling, etc. Het rapport geeft in hoofdstuk 5 echter al voeding aan het<br />
beeld dat er nog geen adequate regelkring bestaat als het gaat om mensgericht management of<br />
change. Iedere aanpassing/wijziging en nieuwbouw van infrastructuur, dienstregeling, etc.<br />
dient beschouwd te worden op consequenties <strong>voor</strong> eindgebruikers in het algemeen en<br />
routebevoegdheid in het bijzonder. Anderzijds moeten meldingen van <strong>machinisten</strong><br />
systematisch en met terugkoppeling behandeld te worden.<br />
Een toets op de geschiktheid van bestaande opleidingen en examens, en het management of<br />
change is als fase 2 van dit project gedefinieerd. Maar mogelijk kunnen partijen met het<br />
huidige rapport reeds aan de gang.<br />
INTERGO pagina 52
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
7 Referenties<br />
[1] Endsley, M.R.. 1995<br />
Toward a theory of situation awareness in dynamic systems. Human Factors 37(1):<br />
32–64, 1995<br />
[2] <strong>Intergo</strong>, 2005<br />
Taak van de machinist, <strong>Intergo</strong> rapport 2903, in opdracht van NS, VERTROUWELIJK<br />
[3] NSR SpV&R, 2012<br />
De huidige functiebeschrijving van de machinist luidt: “op veilige, tijdige,<br />
milieubewuste en kostenbewuste wijze uitvoeren van rangeer- en treinbewegingen met<br />
locomotieven en treinstellen”<br />
[4] TSI Exploitatie en beheer van het treinverkeer, 2006<br />
Besluit 2006/920/EG<br />
[5] Machinisten Richtlijn, 2007<br />
Besluit 2007/59/EG<br />
[6] Besluit Spoorwegpersoneel, 2011<br />
Besluit van 3 mei 2011, houdende vaststelling van <strong>voor</strong>schriften met betrekking tot de<br />
bekwaamheid en geschiktheid van spoorwegpersoneel met een veiligheidsfunctie<br />
(Besluit spoorwegpersoneel 2011), Staatsblad 2011-240<br />
[7] Mette, 2011<br />
Persoonlijke communicatie Olaf Mette, Project Officer Interoperability, ERA d.d. 1<br />
december 2011<br />
[8] Welle Donker, 2011<br />
Persoonlijke communicatie Sybolt Welle Donker, NSR Safety d.d. 25 november 2011<br />
[9] Regeling Spoorwegpersoneel, 2011<br />
Ministeriële regeling spoorwegpersoneel 2011, Staatscourant 2011 nr. 19262,<br />
27 oktober 2011<br />
[10] Spoorwegwet, 2005<br />
[11] Ongeval Arnhem, 2006<br />
LJN: BJ6880, Rechtbank Arnhem , 05/523779-07<br />
http://zoeken.rechtspraak.nl/DetailPage.aspx<br />
INTERGO pagina 53
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
[12] Ongeval Zwolle, 2009<br />
LJN: BQ1747, Rechtbank Zwolle , 07/400324-09 (P).<br />
http://zoeken.rechtspraak.nl/DetailPage.aspx<br />
[13] Ongeval Stavoren, 25 juli 2010<br />
Ongeval met een slijptrein in Stavoren. Onderzoeksraad Voor Veiligheid (conclusie 1<br />
en 3b). Den Haag, september 2011.<br />
[14] TSI Exploitatie en verkeersleiding, 2011<br />
Besluit 2011/314/EU<br />
[15] Amendementen op TSI Exploitatie en beheer van het treinverkeer, 2006<br />
Besluit 2010/640/EU en Besluit 2011/314/EU<br />
[16] VSD, 2008<br />
<strong>Wegbekendheid</strong>. Rapport GARB/2008-002. Samensteller: OBV-logistiek, i.o.v. VSD.<br />
Eijsden, mei 2008.<br />
[17] IVW, 2009<br />
Onderzoek opleiding en wegbekendheid van <strong>machinisten</strong>. Utrecht, 31 maart 2009<br />
[18] DB, 2005<br />
Streckenkenntnis-Richtlinie 492.0755. DB Netz AG, Frankfurt am Main, 11.12.2005<br />
[19] NS Opleidingen, 2012<br />
Ontwerp wegleertraject, concept notitie, NS Opleidingen, 27 maart 2012<br />
[20] Middelraad, P., 2000<br />
Voorgeschiedenis, Ontstaan en Evolutie van het NS-Lichtseinstelsel. NS<br />
Railinfrabeheer, Utrecht, 2000<br />
[21] RSSB, 2004<br />
Route Knowledge Study, Report T150, Work Package 1 Report, versie 12/07/04<br />
[22] Top, J. van den, 2010<br />
Modelling risk control measures in railways. Netherlands Trail Research School, Delft.<br />
[23] Pouw, E., Mooren, R. Vorderegger, J. en Ooijen, A. Van, 1998<br />
Ervaringseisen aan <strong>machinisten</strong>. Rapport P&K-97301570, Versie 3.01, Arbo<br />
Management Groep, Utrecht, 1998.<br />
[24] Dillon and Vaughan. 1997<br />
It's the journey and the destination: Shape and the emergent property of genre in digital<br />
documents. New Review of Multimedia and Hypermedia, 3, 91-106<br />
[25] Luther, R., Livingstone, H., Gipson, T. en Grimes, E., 2007<br />
INTERGO pagina 54
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Understanding driver route knowledge. In: Wilson J.R. et al. People and Rail Systems.<br />
Ashgate Publishing, Aldershot, 2007<br />
[26] Wickens, C.D. en McCarley, J.S., 2008<br />
Applied Attention Theory, CRC Press, 2008<br />
[27] RSSB, 2008<br />
Route Knowledge Study, Report T150, Final Report, versie 23/01/2006<br />
[28] Newman, M., Turner, C., Mills, A. en Peters, J., 2007<br />
Development of a Route Assessment Checklist Tool for Train Operators. In: Wilson<br />
J.R. et al. People and Rail Systems. Ashgate Publishing, Aldershot, 2007<br />
[29] Baldwin, C.L., 2009<br />
Individual differences in route-learning strategy and associated working memory<br />
resources. Human Factors 51(3): 368-377, juni 2009.<br />
INTERGO pagina 55
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Bijlage 1. <strong>Wegbekendheid</strong> in vervallen<br />
Europese regelgeving<br />
VERVALLEN: TSI-Norm Exploitatie en beheer van het treinverkeer [4]<br />
De Europese Technische Specificatie <strong>voor</strong> Interoperabiliteit 2006/920 geeft de volgende<br />
definitie van wegbekendheid:<br />
“De kennis van baansectie(s) die het treinpersoneel moet bezitten om een trein veilig<br />
over de infrastructuur van een beheerder te vervoeren. <strong>Wegbekendheid</strong> is gebaseerd<br />
op door de infrastructuurbeheerder verschafte gegevens. De essentiële gegevens<br />
moeten uit het hoofd worden geleerd. Andere gegevens zijn vervat in documentatie<br />
die snel geraadpleegd kan worden en opgesteld is door de infrastructuurbeheerder<br />
aan de hand van eisen gesteld door de landelijke veiligheidsinstantie.”<br />
Bijlage H, punt 3:<br />
De TSI norm 2006/920/EG specificeert wegbekendheid in bijlage H, die beschrijft de<br />
“Minimumeisen ten aanzien van de beroepskwalificaties van trein<strong>machinisten</strong>”. Punt 3 luidt:<br />
“3. <strong>Wegbekendheid</strong><br />
<strong>Wegbekendheid</strong> is de specifieke kennis en/of ervaring van een route die een machinist moet<br />
bezitten <strong>voor</strong> hij onder eigen verantwoordelijkheid over dat traject een trein mag besturen.<br />
Ook omvat wegbekendheid de nodige kennis buiten die van seinen en documenten zoals<br />
tijdtafels en andere treindocumenten en buiten de kennis van dienst- en veiligheids<strong>voor</strong>schriften<br />
die op het traject van toepassing zijn en beschreven zijn in paragraaf 2.2 12 van<br />
deze bijlage.<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> omvat met name:<br />
› kennis met betrekking tot: seingeving, besturing en communicatie.<br />
› de plaats van seinen en seinborden, steile hellingen en overwegen.<br />
› de overgangspunten van het ene op het andere besturingssysteem of tractiespanning.<br />
› de spanningssoort op de betreffende lijn met inbegrip van de plaats van de<br />
scheidingssecties.<br />
› plaatselijke dienst- en nood<strong>voor</strong>schriften.<br />
› stations en haltes.<br />
› Plaatselijke inrichtingen (remises, dienstsporen e.d.) als vereist door de onderneming.”<br />
12 Paragraaf 2.2 bevat “Kennis van operationele procedures en veiligheidssystemen met betrekking tot de te<br />
gebruiken infrastructuur”. Deze paragraaf valt onder de kop ‘Vakkennis’. Merk op dat men hier niet noemt de 2<br />
andere paragrafen die onder vakkennis vallen. Dat zijn paragraaf 2.1: Algemene vakkennis” en paragraaf 2.3:<br />
“Kennis van rollend materieel”. Vakkennis wordt dus als apart van wegbekendheid omschreven met<br />
uitzondering van één aspect.<br />
INTERGO pagina 56
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
DE TSI onderscheidt daarnaast, dus als iets anders:<br />
Bijlage H, punt 2:<br />
“Vakkennis:<br />
› Algemene vakkennis<br />
› Kennis van operationele procedures en veiligheidssystemen<br />
› Kennis van rollend materieel “<br />
Bijlage H, punt 4:<br />
“4. Het vermogen kennis in praktijk te brengen<br />
Machinisten moeten de volgende werkzaamheden kunnen verrichten (naar gelang de eisen van<br />
de spoorwegonderneming):[…]<br />
4.4. De trein besturen met inachtneming van de geëigende veiligheids<strong>voor</strong>schriften, instructies<br />
en tijdtafels:<br />
› De trein pas in beweging zetten wanneer aan alle <strong>voor</strong>waarden en eisen en met name de<br />
treingegevens betreffende voldaan is.<br />
› Het waarnemen van seinen langs de baan en de cabinesignalering, deze terstond goed<br />
interpreteren en daarop naar behoren reageren tijdens het besturen van de trein.<br />
› In acht nemen van de snelheid volgende uit het type trein, de lijnkarakteristieken, het<br />
krachtvoertuig en enigerlei informatie die hem <strong>voor</strong> het vertrek is verschaft.<br />
In 2011 is dit besluit vervangen door besluit 2011/314/EU [14].<br />
Voor wat betreft wegbekendheid is dat het begrip Route knowledge als kop van een paragraaf<br />
daarover (par. 4.6.3.2.3.1) is vervangen door de term Infrastructure knowledge.<br />
Conclusie<br />
› De TSI omschrijft wegbekendheid niet exact.<br />
› Algemene vakkennis, kennis van procedures en systemen, en kennis van rollend materieel<br />
worden kennelijk niet als wegbekendheid opgevat.<br />
› Ook vaardigheden (het vermogen kennis in praktijk te brengen) worden niet onder<br />
wegbekendheid gerekend.<br />
VERVALLEN: Amendement op TSI 2006/920/EG<br />
Er was onduidelijkheid mogelijk als de TSI wordt gebruikt naast de Machinisten Richtlijn. De<br />
TSI 2006 definieert de term wegbekendheid. De Machinisten Richtlijn gebruikt <strong>voor</strong><br />
soortgelijke kennis de begrippen vakkennis en vakbekwaamheidseisen. Echter, ook de term<br />
wegbekendheid wordt gebruikt zonder deze te definiëren of in helder verband te brengen met<br />
de andere termen. Het wordt daarmee onduidelijk hoe de TSI zich verhoudt tot de Machinisten<br />
Richtlijn.<br />
Een tweetal amendementen (wijzigingen) is verschenen op de TSI [15]: EU commissie Besluit<br />
2010/640/EU en EU Commissie Besluit 2011/314/EU.<br />
• In overweging 11 van 2010/640/EU staat:<br />
“Requirements on professional competence, physical and psychological fitness of train<br />
drivers are set out in Directive 2007/59/EC of the European Parliament and of the Council<br />
(2). In order to avoid overlapping and duplication, the TSIs on Traffic Operation and<br />
Management should not include such requirements. “<br />
INTERGO pagina 57
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
• En in overweging 11 van 2011/314/EU staat:<br />
“For the sake of clarity and simplicity, it is appropriate to replace Decision 2006/920/EC.”<br />
De conclusie op basis van bovenstaande 2 amendementen is dat de Machinisten Richtlijn en<br />
daarvan afgeleid het Besluit Spoorwegpersoneel leidend zijn <strong>voor</strong> de kwalificaties van een<br />
machinist boven wat opgenomen is in de TSI.<br />
INTERGO pagina 58
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Bijlage 2. Onderdelen wegbekendheid<br />
volgens VSD<br />
De Vereniging Spoorwegregelgeving en Documentatie (VSD) heeft in een document<br />
<strong>Wegbekendheid</strong> (versie mei 2008 [16]) een lijst met onderdelen van wegbekendheid<br />
opgenomen:<br />
De benodigde kennis omtrent wegbekendheid van het traject of locatie waar de medewerker is<br />
ingezet dient te bestaan uit:<br />
› algemene kennis van het traject of locatie;<br />
› plaatselijke regelgeving van het traject of locatie uitgegeven door de beheerder (ProRail)<br />
› bedrijfsgebonden regelgeving.<br />
Algemene kennis van het traject of locatie<br />
Kennis van de inrichtingskenmerken locatie:<br />
› in/uitrijseinen, tussensein (mogelijkheden <strong>voor</strong> deelrijwegen);<br />
› doorrijdsnelheden;<br />
› overloopwissels;<br />
› onderscheid en plaats hoge en lage(dwerg) seinen;<br />
› grenzen van TRDL gebieden (CBG en NCBG);<br />
› stopborden en facultatieve stopborden;<br />
› vrijgave rangeergrenzen;<br />
› spoornummers en perronnummers;<br />
› plaats van recidive seinen;<br />
› seinbruggen;<br />
› plaatselijke seingeving<br />
Kennis van de inrichtingskenmerken traject:<br />
› plaats bediende seinen;<br />
› einde P-seinen gebieden;<br />
› gevaarpunten;<br />
› bakens;<br />
› plaatselijke snelheden;<br />
› bruggen;<br />
› overloopwissels met snelheden;<br />
› plaats recidive seinen;<br />
› korte seinafstanden;<br />
› spoorbeveiligingssystemen (dubbel-enkel, etc.)<br />
De aangegeven noodzakelijke kennis dient door een VSD-werkgroep van deskundigen nader<br />
bestudeerd te worden.<br />
Plaatselijke regelgeving van het traject of locatie uitgegeven door de beheerder (ProRail)<br />
› Generieke Operationele Regelingen van Prorail.<br />
INTERGO pagina 59
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Bedrijfsgebonden regelgeving<br />
› Plaatselijke kennis van de kenmerken van het buitendienst gestelde spoor t.b.v. instructie<br />
een de machinist, de begeleiding van de werktrein en de communicatie over de<br />
weg/emplacement met de LWB en/of de TRDL.<br />
› Lokale regelgeving opgesteld door de vervoerder.<br />
INTERGO pagina 60
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Bijlage 3. Onderdelen wegbekendheid<br />
volgens RSSB<br />
Route specifieke kennis bevat volgens de RSSB [27] de volgende items:<br />
Kn 2.1 Kennis van beveiligingssystemen, bv locatie begin en einde van systeem<br />
Kn 2.2 Kennis van sporen bv namen ervan<br />
Kn 2.3 Kennis van seinsystemen bv. locatie, type<br />
Kn 2.4 Risico’s verbonden aan een specifieke seinpost<br />
Kn 2.5 Kennis van treinradiosystemen<br />
Kn 2.6 Kennis van hellingen<br />
Kn 2.7 Kennis van borden<br />
Kn 2.8 Kennis van toegestane snelheden<br />
Kn 2.9 Kennis van [bijzondere] punten<br />
Kn 2.10 Kennis van seinposten<br />
Kn 2.11 Kennis van bruggen<br />
Kn 2.12 Kennis van tunnels<br />
Kn 2.13 Kennis van kruisingen<br />
Kn 2.14 Kennis van stations<br />
Kn 2.15 Kennis van remise / opstelterrein (‘depots’)<br />
Kn 2.16 Kennis van aan-/aftakkingen<br />
Kn 2.17 Kennis van stroom<strong>voor</strong>zieningen / onderstations / bovenleidingssecties<br />
Kn 2.18 Kennis van looppaden (‘porfierpaden’)<br />
Kn 2.19 Kennis van dienstregeling<br />
Kn 2.20 Kennis van ‘cues’ <strong>voor</strong> situatiebewustzijn<br />
Kn 2.21 Situatiebewustzijns kennis <strong>voor</strong> noodsituaties<br />
In Annex A van het RSSB rapport [27] zijn deze items nog een slag dieper uitgewerkt.<br />
INTERGO pagina 61
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
Bijlage 4. Psychologische begrippen<br />
i.v.m. wegbekendheid<br />
In onderstaand figuur staat een model van menselijk mentaal functioneren (een uitbreiding van<br />
het model van Endsley [1] door <strong>Intergo</strong>). De vele pijlen laten zien dat dit een complex<br />
cybernetisch systeem is. Een machinist kan alleen foutloos en optimaal rijden als dit systeem<br />
goed is ingesteld. De volgende processen houden elkaar in evenwicht.<br />
Environment<br />
Organisation<br />
Task/System Factors<br />
Task<br />
Demands<br />
State<br />
of<br />
the<br />
Environment<br />
Individual Factors<br />
Distraction<br />
F<br />
i<br />
l<br />
t<br />
e<br />
r<br />
- Goals<br />
- Communications<br />
- Teamwork<br />
- Culture<br />
- Procedures<br />
- Workplace design<br />
Level 1<br />
Perception<br />
- Goals<br />
- Expectations<br />
- Motivation<br />
- Trust/confidence<br />
- Fatigue<br />
Mental Workload<br />
Situation Awareness<br />
Attention<br />
Vigilance<br />
Level 2<br />
Comprehension<br />
Level of Automation<br />
Level 3<br />
Projection<br />
- Socially disturbing factors<br />
- Substance (ab)use or addictions<br />
Long Term<br />
Memory Stores<br />
- System Capability<br />
- Interface Design<br />
- Time Constraints<br />
- Complexity<br />
- Automation<br />
Decision<br />
Skill based<br />
Rule based<br />
Knowledge based<br />
Information Processing<br />
Mechanisms<br />
- Abilities<br />
- Experience<br />
- Training<br />
Automaticity<br />
Informatieverwerking en mentale belasting<br />
Het moeiteloos kunnen lezen van de vele signalen langs de baan en in de cabine vereist<br />
training. Pas als een machinist voldoende routine heeft ontstaat mentale ruimte om extra taken<br />
te kunnen uitvoeren, zoals aannemen van een GSM-R oproep. Voor veel taken ligt het niveau<br />
van informatieverwerking dus op skill- of rule-based. Door het verkrijgen van kennis en<br />
vaardigheden zoals die onder wegbekendheid vallen, ontstaat voldoende routine.<br />
Informatieverwerking en filtering<br />
Door de signalen in de omgeving goed te filteren kan een machinist besluiten of iets als<br />
routine of als nieuw moet worden behandeld. Het kunnen filteren wordt sterk gestuurd door<br />
INTERGO pagina 62<br />
Action<br />
Feedback
<strong>Wegbekendheid</strong> | rapport 3364 | versie 1.0 | 11.08.2012<br />
het (lange termijn) geheugen. Met onvoldoende kennis kan een machinist dus een belangrijk<br />
signaal missen, de situatie skill-based verwerken terwijl die juist om knowledge-based werken<br />
vroeg. <strong>Wegbekendheid</strong> is dan essentieel.<br />
Filtering en verwachting<br />
Het opvangen van de juiste signalen is moeilijk als men deze niet in zekere mate verwacht.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld tijdig herkennen van een seinbeeld in een nauwelijks opvallend sein.<br />
Verwachting is dan noodzakelijk.<br />
Verwachting en informatieverwerking<br />
Maar verwachting kan ook gevaarlijk zijn. Als er in de jaren sterke patronen ontstaan, zich<br />
nooit een afwijking <strong>voor</strong>doet, wordt een <strong>voor</strong> de machinist ‘gunstige’ informatieverwerking<br />
gekozen. Het lijkt erop dat bepaalde signalen zonder meer op skill-based niveau kunnen<br />
worden verwerkt. Dat is gunstig <strong>voor</strong> de mentale belasting. Stel, er doet zich toch een<br />
afwijking <strong>voor</strong>: een verwacht signaal is aanwezig maar op een andere plaats. Een te sterke<br />
verwachting kan dan juist gevaarlijk zijn en onterecht tot routinegedrag leiden.<br />
Alertheid en mentale belasting<br />
Afwijkingen zullen gepaard gaan met afwijkende signalen. Naast voldoende wegbekendheid is<br />
voldoende alertheid nodig om die signalen te verwerken. Maar in een rijtaak met vaste<br />
patronen een laag informatieverwerking is de mentale belasting laag en daardoor zakt de<br />
alertheid.<br />
Veel afwijkingen zouden nu juist gunstig zijn om de mentale belasting en alertheid op peil te<br />
houden. Maar veel afwijkingen vergroten de statistische kans op fouten en vereisen een<br />
uitgebreidere wegbekendheid. Bovendien is het niet mogelijk om <strong>voor</strong>tdurend zwaar belast en<br />
alert te zijn.<br />
De balans van wegbekendheid<br />
In onderstaande figuur staat de paradox van wegbekendheid weergegeven. Er zijn 2 uitersten<br />
denkbaar. Links de situatie met een eenvoudige infrastructuur die weinig wegbekendheid<br />
vereist: er is weinig dat mis kan gaan (positief), maar uitzonderingen worden gemakkelijk<br />
gemist (negatief). Rechts een complexere situatie, die een grote wegbekendheid vereist: daar<br />
kan relatief veel mis gaan, maar er is een gerede kans dat dat herkend wordt. Aan beide zijden<br />
zitten uitdagingen om de negatieve consequenties te vermijden.<br />
Er kan weinig mis gaan Er is veel dat mis kan gaan<br />
Uitzonderingen worden gemist Uitzonderingen worden herkend<br />
Lage mentale belasting, lage alertheid Hoge mentale belasting, hoge alertheid<br />
Sterke verwachting Weinig verwachting<br />
Kleine wegbekendheid Omvangrijke wegbekendheid<br />
Weinig afwijkingen Veel afwijkingen<br />
INTERGO pagina 63