26.09.2013 Views

DE JOURNALIST

DE JOURNALIST

DE JOURNALIST

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

verklaring zal afleggen, doch te kennen zal geven de beslissing<br />

aan den Kring, gehoord haar rapport te moeten overlaten.<br />

Tot afgevaardigden naar den Kringraad werden benoemd de<br />

heeren Stokvis en Van Zuylen.<br />

VAN MEURS, secretaris.<br />

Groningen.<br />

In de 21 Sept. j. 1. gehouden ledenvergadering der Groningsche<br />

Journalisten-Vereeniging onder voorzitterschap van den heer Joh.<br />

Boersma, kwam o. m. ter sprake het voorstel tot wederoprichting<br />

der Wereld-Pers-Unie. De vergadering stond zeer sympathiek<br />

tegenover dit voorstel, maar was van oordeel, dat geen enkel<br />

land van deze Unie behoort te worden uitgesloten. Algemeen<br />

achtte men de houding, welke pers-vereenigingen in andere neutrale<br />

landen hebben aangenomen tegenover deze kwestie, correct en<br />

juist.<br />

Enkele leden vestigden de aandacht op het feit, dat ten aanzien<br />

van het verstrekken van perskaarten dikwijls de grootste willekeur<br />

wordt bedreven. De vergadering besloot daarom zoo noodig<br />

krachtig op, te treden tegen dit verschijnsel en reeds aanstonds<br />

al degenen, die voor hun onderneming vertegenwoordigers der<br />

kranten wenschen uit te noodigen, namens de G. J. V. op hun<br />

verplichtingen te wijzen.<br />

De salarisactie kwam voorts ter sprake. Maar resultaten zijn<br />

wat Groningen betreft in eigen kring nog weinig bekend, zoodat<br />

een onderzoek werd wenschelijk geacht. In een volgende vergadering,<br />

binnenkort te houden, zal naar aanleiding van deze kwestie een<br />

zoo scherp mogelijk geformuleerd voorstel aan de orde worden<br />

gesteld.<br />

J. LEENINGA,<br />

secretaris.<br />

Algemeene belangen.<br />

De journalist in het parlement.<br />

Geachte Redactie,<br />

Ofschoon ik niet kan gelooven, dat vele collega's het idee •<br />

van den inzender in nummer 326 van De Journalist, zullen<br />

toejuichen en zeker niet dat ooit de Kring zijn eigen doodvonnis<br />

zou teekenen door zich als zoodanig met de verkiezingen<br />

te gaan bemoeien, meen ik dat een woord van protest tegen<br />

zulk een d waalbegrip niet achterwege mag blijven.<br />

Ik herinner mij nog goed hoe in 1918 tegen de belangenpartijtjes<br />

is opgekomen, hoe er op gewezen werd, dat bijv.<br />

iedere politieman toch niet dezelfde meening is toegedaan op<br />

het gebied van het belastingwezen, vrijhandel of protectie,<br />

het militaire vraagstuk enz. En zoo is het toch zeker onder<br />

ons beroep ook. Denkt u dat ik als vrijzinnig-democraat<br />

mijn stem zou kunnen geven aan een lijst, waarop ook<br />

sociaal-democratische of rechtsche collega's voorkomen, hoe<br />

hoog ik hen ook als collega schat. De inzender zelf heeft<br />

zeker geen gevestigde 'politieke overtuiging, anders zou hij<br />

mijn inziens met een dergelijk zot plan nooit voor den dag<br />

zijn gekomen.<br />

Wil men de belangen van ons journalisten doen behartigen,<br />

laat ieder van ons dan bij zijn eigen politieke partij dit<br />

verdedigen en zeker zullen de te stellen candidaten in vele<br />

gevallen daarnaar willen luisteren. Dit zal beter resultaat<br />

hebben, dan dat bijv. één als zoodanig gekozen journalist<br />

— al geloof ik, dat het niet mogelijk zou zijn er één gekozen<br />

te krijgen — in het parlement plaats nam om uitsluitend ons<br />

belang te dienen. Over andere onderwerpen zou hij zelfs niet<br />

mede kunnen stemmen, zonder gevaar te loopen steeds met<br />

het een of ander deel van zijn .kiezers in onmin te geraken.<br />

Met dank voor de plaatsing<br />

MID<strong>DE</strong>LBURG 20 Sept. 1921. J. P. Ph. DOORENBOS.<br />

Een oncollegiale collega.<br />

Geachte Redactie.<br />

Vergun mij door middel van De Journalist de collega's even te<br />

waarschuwen voor den heer P. Teunissen, werkzaam voor het<br />

Nieurus van den Dag en het Nederlandsch Landbou-wajeekblad.<br />

Op Dinsdag 13 September werd te Vlissingen de Provinciale<br />

landbouwtentoonstelling geopend en waren daar meerdere journalisten<br />

aanwezig onder wie ook genoemde heer Teunissen en<br />

ondergeteekende. Toen de minister van Landbouw de openingsrede<br />

had voorgelezen, nog voordat de andere sprekers het woord<br />

hadden gevoerd, vroeg de heer Teunissen den minister om zijn<br />

rede en kreeg die. Ik zat daar vlak bij. Na afloop der opening<br />

vroeg ik even inzage te mogen nemen, doch de heer T. weigerde<br />

dit. De heer De Zeeuw redacteur van de Vlissingsche Courant, die<br />

op eenigen afstand had gestaan, door mij ingelicht, vroeg ook om<br />

de rede. weer weigerde de heer T. Toen wendde de heer De Zeeuw,<br />

<strong>DE</strong> J O U R N A L I S T 81<br />

die vooraf den minister schriftelijk om zijn rede had gevraagd<br />

zich tot deze met de vraag of het de bedoeling was, dat alleen<br />

de heer T. alleen van de copie gebruik mocht maken. De minister<br />

zeide, dat ze gegeven was voor alle tegenwoordige persmannen<br />

en dat hij eerst Maandagavond de rede had opgesteld, en ze<br />

daarom niet had kum:en zenden. Hierop attent gemaakt weigerde<br />

de heer T. ten derde male inzage. Ofschoon hem hier door verschillende<br />

personen op ondubbelzinnige wijze zijn oncollegiale<br />

houding onder het oog is gebracht, meende ik de leden van den<br />

Kring niet onkundig te mogen laten van dit optreden, vertrouwende<br />

dat hun solidariteitsgevoel groot genoeg zal zijn bij voorkomende<br />

gelegenheid den heer T. ook alle hulp te weigeren. Met dank<br />

voor de afgestane ruimte.<br />

Middelburg 20 September 1921 J. P. Ph. DOORENBOS.<br />

Op ons verzoek om eenige inlichtingen zijnerzijds schreef de<br />

heer Teunissen ons het volgende:<br />

De zaak zit zóó.<br />

Als gewoonlijk kreeg ik ook in Middelburg van den Minister<br />

van Landbouw diens rede. Toen daarop de schrijver van 't ingezonden<br />

stukje mij die rede vroeg, heb ik gezegd, haar eerst zelf<br />

te willen bewerken en dat hij haar dan krijgen kon. Dat behoefde<br />

niet lang te duren. Hij wilde haar direct, wat ik weigerde, omdat<br />

ik met mijn eigen werk nog niet klaar was.<br />

Indien de heeren wat kalmer waren geweest, was 't zaakje<br />

best spoedig in orde gekomen, want de rede was kort en de<br />

inhoud eenvoudig. Het heeft zoo niet mogen zijn.<br />

. De aansporing tot boycot is kostelijk.<br />

Op land- en tuinbouwtentoonstellingen, -vergaderingen en -congressen<br />

— ander journalistiek werk heb ik niet — zal ik dus<br />

voortaan mijn eigen weg moeten vinden: gelukkig dat ik een<br />

ervaring van 23 jaar achter den rug heb en eenigszins bekend<br />

ben met agrarische vraagstukken en toestanden.<br />

Mijn eenzamheid zal mij dus niet al te zwaar drukken.<br />

C. K. Elout.<br />

Personalia en Berichten.<br />

Na afloop van de vergadering van den Kringraad op<br />

Zaterdag 1 October is aan collega C. K. ELOUT de teekening<br />

aangeboden van het geschenk, dat hem ter gelegenheid van<br />

zijn 30-jarig jubilé door zijn collega's was toegedacht. Vergezeld<br />

van zijn vrouw en zijn jongsten zoon kwam collega<br />

ELOUT in de vergadering van Kringbestuur, gedelegeerden en<br />

afgevaardigden der plaatselijke vereenigingen. Mevrouw ELOUT<br />

werd een tuil rozen aangeboden. De zaal was met palmen<br />

versierd.<br />

Onze Voorzitter, collega D. HANS, sprak het volgende:<br />

„Geachte collega Elout. — Het doet ons genoegen u met<br />

mevr. ELOUT en uw jongsten zoon in ons midden te zien.<br />

Dat heeft moeite gekost. Gij zijt — laat mij het eerlijk<br />

getuigen — geen gemakkelijk feestvarken. Aan een meer<br />

uitgebreide huldiging, aan een receptie, waarop zeer velen<br />

verschenen zouden zijn die uw werk en uw persoon waardeeren,<br />

hebt gij u niet willen wa^en. Zelfs wat déze huldiging betreft<br />

— wel in intiemen kring, maar dan toch in aanwezigheid van<br />

gedeputeerden uit verscheidende deelen deelen des lands —<br />

hebt gij ons op rantsoen gesteld. Eén spreker. Meer niet.<br />

Eén, namens allen.<br />

Ik acht het een voorrecht, dat ik die ééne mag zijn, en ik<br />

hoop er in te slagen om u te zeggen, welke gevoelens ons<br />

tegenover u bezielen. De duur van mijn speech is door u<br />

niet gerantsoeneerd. Een mededeeling, die u misschien zal<br />

doen denken: „De Hemel sta mij bij, dit is een mislyck<br />

teeken". Maar het zal u meevallen.<br />

Gij zijt hier, in deze bijeenkomst, in het milieu van den<br />

Nederlandschen Journalisten-Kring, gij vindt hier het Kringbestuur<br />

en vertegenwoordigers van aangesloten vereenigingen,<br />

en het moge mij vergeven worden dat ik, als voorzitter,<br />

allereerst aandacht vraag voor hetgeen gij voor den<br />

Kring zijt geweest. En als ik dat doe, dan raak ik een<br />

belangrijk deel van 's Krings geschiedenis aan. Een deel, dat<br />

ik al dadelijk kan typeeren — daarmee ook aangevend de<br />

rol die gij er in gespeeld hebt — door te zeggen, dat toen<br />

de basis is gelegd voor de verdere ontwikkeling der vereeniging.<br />

Het is zeer onlangs 25 jaar geleden geweest, dat<br />

gij, met E. W. <strong>DE</strong> JONG, J. W. HELMER en wijlen J. H.<br />

RÖSSING, de motie hebt ingediend, die, aanvaard, leidde tot<br />

de benoeming van een commissie, welke de reorganisatie van<br />

den Kring zou voorbereiden. Van die commissie, zooals van<br />

de geheele reorganisatie, waart gij de ziel en, al was dan een<br />

ander voorzitter van den Kring,' het is onder uwe leiding<br />

geweest, dat de gedaanteverwisseling van de vereeniging plaats

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!