Behandeling met donorsperma - UZ Gent
Behandeling met donorsperma - UZ Gent
Behandeling met donorsperma - UZ Gent
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
info voor de patiënt<br />
<strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong><br />
<strong>donorsperma</strong><br />
IUI-D: intra-uteriene inseminatie<br />
<strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong><br />
<strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong>, Afdeling Reproductieve Geneeskunde
Lijst <strong>met</strong> afkortingen<br />
FSH Follikelstimulerend hormoon<br />
HIV Humaan immunodeficiëntievirus<br />
HSG Hysterosalpingografie (foto van baarmoeder en eileiders)<br />
IM Intramusculair (in de bil)<br />
ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie<br />
IUI Intra-uteriene inseminatie (stilzwijgend wordt verstaan:<br />
<strong>met</strong> sperma van de partner)<br />
IUI-D Intra-uteriene inseminatie <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong><br />
(vervangt de oude benaming KID =<br />
kunstmatige inseminatie <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong>)<br />
IVF In-vitrofertilisatie (<strong>met</strong> partnersperma)<br />
IVF-D In-vitrofertilisatie <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong><br />
LH Luteïniserend hormoon<br />
MESA Microscopische epididymaire sperma-aspiratie<br />
SC Subcutaan (onderhuids)<br />
TESE Testiculaire sperma-extractie<br />
Inhoudsopgave<br />
Inleiding p. 4<br />
De diagnose binnen een heteroseksuele relatie p. 5<br />
1 Vruchtbaarheidsproblemen bij de man p. 5<br />
2 De rouw om het verlies van de eigen vruchtbaarheid<br />
en het zoeken naar een alternatief p. 6<br />
De aanmeldingsprocedue voor een IUI-D behandeling p. 9<br />
1 Medisch consult p. 9<br />
2 Counselinggesprek bij de fertiliteitsconsulente p. 11<br />
3 Bespreking teamvergadering p. 13<br />
De donoren p. 15<br />
1 Screening van donoren p. 15<br />
2 Donormatching p. 17<br />
De behandelingscycli, planning en beleid p. 19<br />
1 Eisprongstoornissen p. 20<br />
2 Eileiderstoornissen p. 21<br />
3 Endo<strong>met</strong>riose p. 22<br />
4 Psychologische problemen p. 22<br />
5 Leeftijdsgebonden verminderde eicel- en embryokwaliteit p. 23<br />
Psychologische aspecten tijdens de behandeling p. 24<br />
Zwangerschap na IUI-D p. 25<br />
1 Kans op zwangerschap p. 25<br />
2 Verloop van de zwangerschap p. 26<br />
3 Follow-up van de zwangerschap p. 27<br />
Besluit p. 28<br />
Praktische aspecten van de behandeling p. 29<br />
1 Kosten betreffende behandeling p. 29<br />
2 Akkoordverklaring p. 29<br />
3 Samenstelling team en Organisatie p. 30<br />
Bijlagen p. 32<br />
2 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 3
Inleiding<br />
Deze tekst richt zich tot diegenen voor wie in intra-uteriene inseminatie <strong>met</strong><br />
<strong>donorsperma</strong> (IUI-D) een oplossing kan zijn voor een onvervulde kinderwens. Dit<br />
kunnen zijn:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Heteroseksuele paren die vernemen dat omwille van een spermaprobleem<br />
een spontane zwangerschap tussen hen beiden totaal onmogelijk of uiterst<br />
onwaarschijnlijk is en bij wie deze problemen in de huidige stand van de<br />
medische wetenschap niet kunnen behandeld worden;<br />
Lesbische vrouwen die in een stabiele relatie leven en die zich gerealiseerd<br />
hebben dat bij hen een diepe kinderwens aanwezig is;<br />
Sommige alleenstaande vrouwen.<br />
De mogelijkheden om d.m.v. in vitro fertilisatie (IVF) of d.m.v. intracytoplasmatische<br />
sperma-injectie (ICSI) zwanger te worden zijn nu zo ruim geworden en de<br />
slaagkansen zo hoog, dat er veel minder dan vroeger een beroep moet gedaan<br />
worden op IUI-D. Er zijn echter nog steeds paren <strong>met</strong> een totaal onbehandelbare<br />
steriliteit. Het is niet geheel uitgesloten dat ook voor deze mensen op langere<br />
termijn oplossingen zouden kunnen gerealiseerd worden door het creëren van<br />
kunstmatige geslachtscellen, maar deze technologie is nog maar in het begin<br />
van het laboratoriumonderzoek.<br />
Wanneer echter de mogelijkheid om een genetisch eigen kind te verwekken niet<br />
bestaat, zien paren zich verplicht om een keuze te maken tussen:<br />
1. bewust kinderloos te blijven<br />
2. adoptie of<br />
3. donorinseminatie.<br />
Ook wanneer IVF/ICSI behandelingen wel gebeurd zijn, maar zonder zwangerschap<br />
zijn gebleven, is IUI-D een optie.<br />
De diagnose binnen een heteroseksuele relatie<br />
1 Vruchtbaarheidsproblemen bij de man<br />
In de meeste gevallen van verminderde mannelijk fertiliteit heeft men te maken<br />
<strong>met</strong> sperma van (sterk) verminderde kwaliteit, waarvan de spontane zwangerschapskansen<br />
niet helemaal nul zijn, maar b.v. in de grootte-orde van 1 tot 5%<br />
per jaar. In zulke gevallen is IUI-D niet de eerste optie maar wordt in principe<br />
behandeld <strong>met</strong> intra-uteriene inseminatie <strong>met</strong> partnersperma (IUI), ofwel <strong>met</strong><br />
IVF/ICSI (Fig. 1).<br />
Indien helemaal géén zaadcellen aanwezig zijn (azoöspermie) of, in de vrij zeldzame<br />
gevallen waarbij IUI of IVF/ICSI niet tot een zwangerschap heeft geleid, is<br />
IUI-D aangewezen. Zelfs in geval van azoöspermie is soms ICSI mogelijk <strong>met</strong> bijbalzaadcellen<br />
of <strong>met</strong> zaadcellen die rechtstreeks uit de teelbal gehaald worden.<br />
Fig. 1 Spontane zwangerschapskans in functie van de tijd (jaren) bij koppels<br />
van wie de man min of meer uitgesproken sperma-afwijkingen vertoont<br />
groep 1 = 0,1-1 M/ml; groep 2 = 1-5 M/ml; groep 3 = 5-10 M/ml;<br />
groep 4 = 10-15 M/ml beweeglijke spermatozoa.<br />
(M/ml = Miljoen per milliliter)<br />
4 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 5
De vraag naar IUI-D moet actief uitgaan van het paar zelf omdat men er zeker<br />
wil van zijn dat deze behandeling beantwoordt aan een wel overwogen eigen<br />
inzicht van de aanvragers.<br />
IUI-D kan in principe aangevraagd worden in geval van:<br />
Totale afwezigheid van zaadcellen (azoöspermie) zonder mogelijkheid tot behandeling.<br />
Wanneer mogelijkheden bestaan (hormonaal, microchirurgisch) zal<br />
meestal voorgesteld worden dat deze eerst benut worden (bvb. herstel van sterilisatie,<br />
MESA (microscopische epididymaire sperma-aspiratie), TESE (testiculaire<br />
sperma-extractie), zie ook de brochure betreffende IVF/ICSI). Ieder geval<br />
wordt individueel besproken.<br />
Sperma van zeer ongunstige kwaliteit (ernstige oligoasthenoteratospermie),<br />
zonder mogelijkheid van behandeling en/of nadat pogingen d.m.v. ICSI zonder<br />
resultaat zijn gebleven (de meeste paren bereiken een zwangerschap); in principe<br />
wordt niet op een verzoek tot donorinseminatie ingegaan indien er zaadcellen<br />
in het ejaculaat zijn en er tevoren geen ICSI poging(en) zijn uitgevoerd.<br />
Risico op ernstige overerfbare afwijkingen bij een kind verwekt door echtgenootsperma.<br />
Rhesus-iso-immunisatie: dit probleem is extreem zeldzaam dankzij de systematische<br />
toediening van antirhesus antistoffen in alle risicogevallen.<br />
In principe zullen alle aanvragen beluisterd worden, wat niet wil zeggen dat er in<br />
alle gevallen een gunstig advies zal volgen.<br />
2 De rouw om het verlies van de eigen<br />
vruchtbaarheid en het zoeken naar een alternatief<br />
Na de diagnose zal steeds een diepgaande bezinning bij de aanvragers nodig<br />
zijn omtrent de ernst van de kinderwens en omtrent de betekenis van vaderschap.<br />
Het afscheid nemen van een eigen genetisch kind voor een paar<br />
en het genetisch vaderschap voor een man, komt neer op een rouwproces. Het<br />
is dan ook beter om niet onmiddellijk de stap te zetten naar een behandeling<br />
<strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> maar eerst te zorgen voor een gestructureerde psychologische<br />
uitklaring.<br />
Rouw is een natuurlijke reactie op een verlies, zoals bij het overlijden van een<br />
geliefd persoon. Bij het rouwproces rondom ongewenste kinderloosheid kan<br />
men spreken van meerdere verliezen: het verlies van het nooit ontstane kind, het<br />
verlies van controle over de eigen vruchtbaarheid, het verlies van eigen nazaten,<br />
het ophouden van een genetische lijn, …<br />
Een rouwproces verloopt strikt genomen volgens een aantal stadia <strong>met</strong> bijhorende<br />
gevoelens. In de praktijk komen de gevoelens niet in een precieze volgorde<br />
naar voren maar kunnen mensen in verschillende periodes in meer of mindere<br />
mate <strong>met</strong> deze gevoelens te maken krijgen. Daarnaast ervaart men binnen<br />
de relatie deze rouwgevoelens nooit tegelijkertijd of even intens. Ten eerste is<br />
er de fase van ontkenning waarbij men het gevoel heeft van ‘dit kan mij toch<br />
niet echt overkomen’. Ontkenning is een soort afweermechanisme waarmee<br />
wij ons beveiligen tegen overspoelende emoties. Een tweede belangrijk gevoel<br />
is agressie, dat eigenlijk een uiting is van de onmacht waarmee men geconfronteerd<br />
wordt. Men is kwaad op zichzelf, de partner, de arts, soms op de hele<br />
wereld. Men heeft het gevoel onrechtvaardig behandeld te worden. Deze gevoelens<br />
kunnen heel sterk zijn en nieuw voor een persoon die voordien rustig en<br />
zachtaardig was. Daarnaast is er de schuld: ‘wat heb ik misdaan dat dit mij/ons<br />
overkomt?’. Het gevoel elkaar niet te kunnen geven waar men zo naar verlangt.<br />
Een vierde emotie is het verdriet waarmee men als koppel geconfronteerd wordt.<br />
Tot slot zullen langzaam maar zeker gevoelens van aanvaarding en berusting de<br />
boventoon nemen. Kortom, er komen talloze types van reactie voor en de weg<br />
die sommigen afleggen om uiteindelijk het rouwproces te voltooien is soms zeer<br />
lang en pijnlijk.<br />
Het centrum biedt de mogelijkheid om dit proces te laten begeleiden door de<br />
fertiliteitsconsulente (klinisch psychologe) die aanwezig is op de dienst. Pas wanneer<br />
het verlies van de eigen vruchtbaarheid aanvaard en goed geïntegreerd is,<br />
kan de tweede fase echt van start gaan: het kiezen van het alternatief.<br />
Bewust kinderloos blijven<br />
Het ouderschap definitief opgeven is voor sommigen een bewuste, zinvolle<br />
keuze. Beroep, hobby’s, sociale contacten, de vele mogelijkheden tot zinvolle<br />
vrijetijdsbesteding die onze maatschappij biedt (reizen, clubs en verenigingen)<br />
kunnen een leven vullen zonder dat kinderloosheid de volledige ontplooiing<br />
van beide partners in de weg moet staan. Wellicht wordt er te weinig gedaan<br />
om mensen in deze richting actief te begeleiden. De media geven ook soms<br />
de onterechte indruk dat er voor elk probleem wel een onmiddellijke oplossing<br />
bestaat. Voor paren die deze keuze willen uitklaren is een onderhoud mogelijk<br />
<strong>met</strong> de fertiliteitsconsulente.<br />
6 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 7
Adoptie<br />
Deze keuze dient weloverwogen te worden binnen de relatie. Voor de gepaste<br />
ouders is het een zeer zinvol -en vaak dubbel nuttig - perspectief. Er bestaat in<br />
België een procedure voor binnenlandse en buitenlandse adoptie. Indien u concretere<br />
informatie wenst, kan u hiervoor terecht bij de fertiliteitsconsulente.<br />
Donorinseminatie<br />
Door de jarenlange gunstige ervaring <strong>met</strong> IUI-D in België en elders opgebouwd,<br />
is de sociale aanvaarding van deze behandeling sterk toegenomen. De optie<br />
IUI-D kan nu aan de meeste paren voorgesteld worden als een mogelijke keuze.<br />
Ongeveer 75% van alle vrouwen die <strong>met</strong> IUI-D beginnen zullen uiteindelijk een<br />
baby krijgen. Honderdduizenden mensen in de hele wereld zijn door middel van<br />
donorinseminatie ontstaan.<br />
Gezien het delicate en zeer individuele karakter van IUI-D, is het niet de taak<br />
noch de plicht van de arts paren “aan te raden” tot deze behandeling over te<br />
gaan. De keuze en de vraagstelling gaan van het paar uit. De arts kan enkel te<br />
verstaan geven dat deze behandeling kan aangeboden worden en dat het paar<br />
in aanmerking komt.<br />
Fig. 2<br />
De aanmeldingsprocedue voor<br />
een IUI-D behandeling<br />
Wanneer u de beslissing voor het opstarten van een IUI-D behandeling genomen<br />
hebt, verloopt de aanmelding in drie stappen. Wanneer een paar zich voor<br />
het eerst wendt tot een IUI-D-centrum, zal het gespreksonderwerp verschillen<br />
naar gelang de psychische en medische situatie van het paar. Soms is nog<br />
uitleg nodig aangaande het waarom van de steriliteit, soms komt een paar <strong>met</strong>een<br />
concrete inlichtingen inwinnen. Er kunnen tal van vragen gesteld worden.<br />
Voor vele antwoorden zal naar deze brochure worden verwezen. Het is voor<br />
een goede samenwerking tussen de artsen, vroedvrouwen/verpleegkundigen<br />
en patiënten van belang dat de patiënt goed geïnformeerd is maar ook dat<br />
men weet dat de patiënt een realistische kijk heeft op de slaagkansen. Eens<br />
de behandeling begint, zal vaak blijken dat tijdens de inseminaties zelf soms<br />
weinig tijd voor gesprek rest. Wij raden aan dat paren die tijdens de behandeling<br />
zelf nieuwe vragen en problemen hebben, hiervoor een afzonderlijke consultatie<br />
aanvragen, buiten een inseminatie om, bij de arts die hun “intake” heeft gedaan.<br />
Zulke evaluatieconsultatie heeft trouwens steeds plaats na een 5 à 6-tal maand<br />
IUI-D zonder zwangerschap. De hieronder beschreven procedure geldt ook voor<br />
de aanvragen van lesbische paren en alleenstaande vrouwen.<br />
1 Medisch consult<br />
IUI-D behelst het eenvoudig inbrengen van voorbereid sperma afkomstig van<br />
een donor tijdens een gewoon gynaecologisch onderzoek in de baarmoeder<br />
(intra-uteriene inseminatie: IUI). IUI-D is niet zo “kunstmatig” als velen menen.<br />
Het is een technisch simpele, kortstondige, pijnloze procedure die ambulant<br />
gebeurt en gemakkelijk vaak kan herhaald worden zonder enige ongunstige<br />
nevenwerking voor de vrouw.<br />
De normale toestand van de vrouwelijke inwendige geslachtsorganen is afgebeeld<br />
in Fig.2.<br />
De voorafgaande onderzoeken bij de vrouw worden beperkt tot :<br />
•<br />
Het bevragen van de medische voorgeschiedenis en actuele medische toestand;<br />
8 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 9
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Beoordeling van de aanwezigheid van een normale eisprongfunctie door het<br />
hormonaal profiel van de cyclus te onderzoeken (fig.3); wanneer een mooi<br />
regelmatige cyclus bestaat, zal zelden veel onderzoek nodig zijn;<br />
Een hysterosalpingografie (HSG, foto van baarmoeder en eileiders) om de<br />
doorlaatbaarheid van de vrouwelijke tractus aan te tonen. Deze foto wordt<br />
gemaakt door de verwijzende gynaecoloog, of bij rechtstreekse contactname<br />
door een arts van het centrum (fig.4); een HSG wordt ook vaak slechts<br />
gemaakt bij uitblijven van zwangerschap na enkele maanden;<br />
Bloedafname voor bepaling van: bloedgroep en rhesusfactor, antistoffen<br />
(rubella, toxoplasmose, hepatitis B & C = virale geelzucht, HIV, Chlamydia<br />
trachomatis);<br />
Een routine-gynaecologisch onderzoek (+ baarmoederhalsuitstrijkje) en<br />
borstonderzoek.<br />
Dit bilan laat toe in de beste uitgangssituatie van start te gaan. In principe worden<br />
vrouwen <strong>met</strong> een regelmatige cyclus en zonder voorgeschiedenis van gynaecologisch<br />
lijden a priori als normaal vruchtbaar beschouwd en worden de onderzoeken<br />
dus sterk beperkt. Enkel wanneer er een aanwijzing voor een afwijking<br />
bestaat in de voorgeschiedenis of bij uitblijven van zwangerschap wordt meer<br />
nadrukkelijk onderzocht. Indien nodig, zal medicatie voorgeschreven worden om<br />
de eisprong te stimuleren. In de loop van de behandeling kunnen echter nieuwe<br />
elementen aan het licht komen die al dan niet <strong>met</strong> succes behandeld kunnen<br />
worden. Het grootste gedeelte van de falingen van IUI-D is toe te schrijven aan<br />
stoornissen die slechts tijdens de behandelingscycli vastgesteld worden. Het<br />
zijn meestal: weerbarstige eisprongstoornissen, endo<strong>met</strong>riose (zie verder) en<br />
transportstoornissen van de eicel door de eileider(s).<br />
Een diagnostische laparoscopie (rechtstreeks onderzoek van het klein bekken<br />
onder narcose) behoort zeker niet tot de routine pre-IUI-D-oppuntstelling, maar<br />
Fig. 3 Verloop van<br />
de bloedconcentratie van<br />
de voornaamste hormonen<br />
(oestradiol E2, progesteron P,<br />
LH en FSH).<br />
Fig. 4 Foto van een<br />
normale baarmoederholte en<br />
eileiders (hysterosalpingografie).<br />
kan voorgesteld worden wanneer na een aantal cycli geen zwangerschap<br />
optreedt (Fig.5). Het is dus van belang om alle medische gegevens waarover<br />
U beschikt mee te brengen, zodat geen tijd verloren wordt <strong>met</strong> de behandeling<br />
van vrouwelijke vruchtbaarheidsstoornissen.<br />
2 Counselinggesprek bij de fertiliteitsconsulente<br />
Iedereen die een aanvraag indient voor een IUI-D-behandeling heeft standaard<br />
een counselinggesprek bij de fertiliteitsconsulente. Het nemen van de beslissing<br />
om <strong>donorsperma</strong> te gebruiken en de IUI-D-behandeling op zich vraagt immers,<br />
naast medische begeleiding, ook psychosociale zorg bestaande uit het geven<br />
van informatie, bespreken van de implicaties van de beslissing, bieden van emotionele<br />
steun,…<br />
Wat komt tijdens het eerste gesprek zoal aan bod? Bij een heteroseksueel paar<br />
wordt tijdens deze consultatie aandacht geschonken aan de motivatie voor<br />
IUI-D, de relatie, de verwerking van de mannelijke onvruchtbaarheid, het verschil<br />
tussen genetisch en sociaal ouderschap, eventuele twijfels,...<br />
Bijkomend vindt een open gesprek plaats rond belangrijke thema’s als: openheid/geheimhouding<br />
naar het kind, al dan niet openheid in de omgeving, de<br />
anonimiteit van de donor,…<br />
Lesbische paren en alleenstaande vrouwen <strong>met</strong> kinderwens hebben ook standaard<br />
een counselinggesprek, handelend enerzijds over de belangrijke thema’s<br />
in verband <strong>met</strong> IUI-D (openheid naar omgeving en het kind, juridische aspecten,<br />
anonimiteit van de donor) en anderzijds een psycho-sociale analyse (duur relatie,<br />
kinderwens, motivatie voor IUI-D,…).<br />
Fig. 5 Schematische afbeelding<br />
van het rechtstreeks onderzoek<br />
van de inwendige vrouwelijke<br />
geslachtsorganen (diagnostische<br />
laparoscopie) onder verdoving.<br />
10 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 11
Openheid/geheimhouding<br />
Over het medisch geheim bestaat geen twijfel; de arts mag eenvoudigweg aan<br />
het kind zijn oorsprong niet meedelen, zelfs al zou hij er door een volwassene,<br />
door IUI-D ontstaan, om gevraagd worden.<br />
Het dilemma treft dus de ouders, die verplicht zijn hieromtrent een beslissing te<br />
nemen. Een absolute regel is hier onbestaande. Wij laten als centrum elk koppel<br />
de vrijheid hierover zelf te beslissen, hierbij kan de fertiliteitsconsulente een<br />
helpende hand toesteken. Enkel die beslissing waarmee elk individueel koppel<br />
in het meest harmonieuze akkoord kan leven in relatie <strong>met</strong> hun omgeving en hun<br />
toekomstig kind, beschouwen wij als de beste.<br />
Er is momenteel nog steeds een discussie gaande over welke beslissing van<br />
de ouders nu de beste zou zijn voor de ontwikkeling van het kind. In de praktijk<br />
blijkt de meerderheid van de paren nog te kiezen voor geheimhouding. Psychologen<br />
en sociologen verklaren echter dat een dergelijk niet uitgesproken gegeven<br />
kan wegen als een geheim op een gezin en destabiliserend kan zijn voor de<br />
band ouders-kinderen.<br />
Anonimiteit van de donor<br />
Op dit moment is in België de anonimiteit van de donor in alle IUI-D centra<br />
de regel. De spermagift gebeurt strikt anoniem. De ontvangers, noch het eventuele<br />
kind zullen ooit vernemen van wie het sperma afkomstig is. De donor zal<br />
ook nooit vernemen of <strong>met</strong> zijn sperma zwangerschappen zijn ontstaan en zeker<br />
niet bij wie. Deze anonimiteit wordt gegarandeerd door het medisch beroepsgeheim.<br />
Ethische en juridische aspecten van IUI-D<br />
Op de zuiver ethische aspecten van IUI-D kan in dit korte bestek niet grondig<br />
worden ingegaan. Er is wel literatuur over beschikbaar, zowel uit gelovig als uit<br />
ongelovig standpunt.<br />
De katholieke kerk maar ook de islam en andere godsdiensten staan meestal<br />
afwijzend tegenover elke vorm van geassisteerde voorplanting, dus ook tegenover<br />
IUI-D. Er zijn dan ook wel paren die om louter religieuze redenen deze<br />
behandeling afwijzen. Voor mensen die tot het katholieke geloof zijn toegetreden,<br />
is er in onze ervaring in de praktijk maar zelden een probleem. De geloofsovertuiging<br />
van de patiënt kan o.i. echter geen reden zijn om de arts te ontslaan van<br />
de plicht tot nuchtere informatie.<br />
Mohammedanen weigeren bijna altijd IUI-D. Bij de Joden hangt het vaak af van<br />
het advies van de rabbijn. Vrijzinnigen accepteren IUI-D op theoretische ethische<br />
gronden gemakkelijker. In alle gevallen echter doorworstelt het koppel een crisis<br />
ten aanzien van de wezenlijke betekenis van vaderschap: is het vooral een genetisch<br />
iets of eerder en vooral een levenslange sociale rol, de zorg om een kind<br />
dat leeft en groeit in een gezin?<br />
De wetgever heeft alleszins aan dit laatste gedacht: elk kind dat geboren wordt<br />
binnen een huwelijk, ook na gebruik van IUI-D, is juridisch volwaardig en automatisch<br />
het kind van zijn sociale vader. Ontkenning van vaderschap is zelfs<br />
onmogelijk wanneer beide partners de aanvraag hebben gedaan.<br />
Wanneer het kind geboren wordt bij niet gehuwde partners, is de gebruikelijke<br />
erkenningprocedure noodzakelijk. Enkel wanneer één der partners nog niet<br />
volledig vrij is van een vroegere huwelijksband, kunnen er bepaalde juridische<br />
problemen rijzen. Daarom wensen wij ook dat de juridische status van beide<br />
aanvragers voor de aanvang tot behandeling ondubbelzinnig zou zijn.<br />
Bij lesbische paren die via IUI-D een kind krijgen, is er slechts één juridische<br />
moeder namelijk de vrouw die bevalt van het kind. Op dit ogenblik woedt in<br />
België de discussie om de bestaande adoptiewet ook open te stellen voor paren<br />
van hetzelfde geslacht. Indien deze wet goedgekeurd wordt, zou de meemoeder<br />
het kind kunnen adopteren en beide ouders gelijke rechten en plichten krijgen.<br />
Alleenstaande vrouwen staan genoteerd als enige wettige ouder.<br />
3 Bespreking teamvergadering<br />
Na het verzamelen van de medische en psychosociale informatie betreffende<br />
de aanvraag, wordt elk dossier binnen de teamvergadering besproken. Tijdens<br />
dit teamoverleg wordt er een advies (positief, negatief, uitstel) over de aanvraag<br />
uitgesproken. Dit advies wordt vervolgens aan de aanvragers meegedeeld.<br />
Bij positief advies kan men effectief starten <strong>met</strong> de behandeling en wordt het<br />
<strong>donorsperma</strong> aangevraagd.<br />
Volgende voorwaarden dienen onder andere vervuld te zijn voor men effectief<br />
kan starten <strong>met</strong> IUI-D:<br />
In geval van een “andrologische indicatie” voor IUI-D moet deze vast staan en<br />
goed gedocumenteerd zijn na een correct andrologisch onderzoek. Beide partners<br />
dienen het verzoek samen te formuleren. Het koppel hoeft niet gehuwd te<br />
12 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 13
zijn, maar uit het gesprek <strong>met</strong> de consulente moet de stabiliteit en de duurzaamheid<br />
van de relatie blijken.<br />
Er mogen geen contra-indicaties bestaan voor zwangerschap (bestaande ernstige<br />
ziektes, fysiek zowel als psychisch, maar ook bvb. overgewicht).<br />
Er moet bij de vrouw een normale vruchtbaarheid kunnen vermoed worden. Wanneer<br />
ook bij de vrouw vruchtbaarheidsstoornissen bestaan, zal een behandeling<br />
hiervan nodig zijn. Ongeveer de helft van alle vrouwen die <strong>met</strong> IUI-D beginnen,<br />
dienen eveneens behandeld te worden. Vaak is een behandeling nodig om de<br />
eisprong uit te lokken of te regelen. Uitzonderlijk kan het zelfs nodig zijn over te<br />
gaan tot in vitro fertilisatie <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong>tozoa (IVF-D).<br />
Lesbische paren kunnen een aanvraag indienen en in de meeste gevallen wordt<br />
in ons centrum hierop ook ingegaan. Toch wensen wij graag een onderhoud<br />
<strong>met</strong> de fertiliteitsconsulente om meer te weten te komen over de achtergrond<br />
van de aanvraag.<br />
Voor alleenstaande vrouwen liggen de kaarten vergelijkbaar. Er wordt steeds<br />
een onderhoud geregeld <strong>met</strong> de fertiliteitsconsulente en vervolgens wordt een<br />
beslissing genomen op de stafvergadering.<br />
De donoren<br />
De donoren zijn de anonieme personages van elk IUI-D-programma. Zonder<br />
hen is niets mogelijk. Toch is het vinden van geschikte donoren van wie het<br />
sperma invriesbaar is niet altijd evident. Vooraleer tot de technisch eenvoudige<br />
inseminatie van een spermastaal kan overgegaan worden, is dan ook een lange<br />
weg afgelegd, niet alleen langs de kant van de ontvangers, maar evenzeer langs<br />
de kant van de donor en van de leden van de spermabank die fertiel sperma<br />
trachten te bekomen en in te vriezen.<br />
1 Screening van donoren<br />
Kandidaat-donoren zijn mannen die zich spontaan melden op het andrologisch<br />
laboratorium, vaak als reactie op radio- of televisieuitzendingen of op artikels in<br />
de vulgariserende pers. Het zijn mensen uit de meest uiteenlopende lagen en<br />
sferen van de maatschappij. Zij zijn tussen 20 en 40 jaar oud en zijn bereid de<br />
volgende onderzoeken te ondergaan:<br />
Een uitgebreid onderhoud <strong>met</strong> een arts voor een klinisch onderzoek en een<br />
peiling naar motivatie, intelligentieniveau (dat niet onder het normale mag<br />
liggen), medisch verleden (ziekten, operaties), levensstijl, hun seksuele en psychologische<br />
normaliteit. Zij worden allen klinisch en andrologisch onderzocht.<br />
Proefinvriezingen van het sperma. Slechts 20 à 30 % van alle kandidaat donoren<br />
heeft een invriesbaar sperma. Invriezing is echter een dwingende vereiste omdat<br />
<strong>met</strong> vers sperma een (weliswaar zeer miniem) risico bestaat op overdracht van<br />
infecties zoals HIV, Hepatitis B en C = virale geelzucht, Chlamydia trachomatis.<br />
Bloedonderzoek. Naast bepaling van bloedgroep en rhesusfactor, wordt ook<br />
nagegaan of de algemene biochemie van de donor normaal is en/of hij geen<br />
drager is van de hierboven vermelde overdraagbare infectieziekten. Donoren<br />
die zelf nog geen kinderen hebben, ondergaan ook een karyotypering, d.i. een<br />
genetisch onderzoek <strong>met</strong> de bedoeling afwijkingen in het aantal en de structuur<br />
van de chromosomen (erfelijk materiaal) uit te sluiten. Het onderzoek naar<br />
infectieus overdraagbare aandoeningen wordt regelmatig ( om de 6 maanden )<br />
herhaald.<br />
14 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 15
Opstellen van een fenotypekaart. Dit is een fiche waarop genoteerd worden:<br />
bloedgroep (A, B, O, AB), rhesusfactor (positief/negatief), lengte, gewicht, oogkleur<br />
(bruin, blauw, grijs), haarkleur (zwart, bruin, blond, ros) lichaamsbouw.<br />
Deze kenmerken worden in overeenstemming gebracht <strong>met</strong> de fenotypekaart<br />
van de man van het aanvragende paar, die wordt opgesteld door de fertiliteitsconsulente.<br />
Eens al deze formaliteiten vervuld, komen de donoren min of meer regelmatig,<br />
uit vrije wil, en zolang ze wensen of zolang het nodig is. Er wordt naar gestreefd<br />
het aantal verschillende paren dat <strong>met</strong> eenzelfde donor wordt behandeld,<br />
te beperken. Wanneer paren een tweede zwangerschap beogen, vragen zij<br />
doorgaans sperma van dezelfde donor. Dit is niet steeds mogelijk (bvb. als de<br />
donor is verhuisd of wenst te stoppen). Op die manier kan het gebeuren dat van<br />
een zelfde donor meer dan 10 kinderen geboren worden, maar in niet meer dan<br />
6 gezinnen.<br />
Een donor ontvangt vanaf het derde staal (2 proefinvriezingen) steeds een<br />
onkostenvergoeding. Dit bedrag is bedoeld als schadeloosstelling voor werk- of<br />
tijdsverzuim en transportkosten. De donor kan maximaal 1x/week doneren.<br />
De frequentste motivaties voor spermadonatie zijn: altruïsme (velen zijn ook<br />
bloedgever), zinvolle bestemming van een ejaculaat dat anders verloren gaat,<br />
sensibilisatie voor vruchtbaarheidsstoornissen door problemen in eigen gezin,<br />
familie of vriendenkring, sociale verantwoordelijkheidszin, de wens eigen vroegere<br />
tekorten goed te maken, vooraleer zichzelf te laten steriliseren soms ook<br />
ten dele de financiële vergoeding. Bij alle weerhouden donoren is een element<br />
van onbaatzuchtigheid aanwezig.<br />
De spermagift gebeurt strikt anoniem. De leden van de spermabank kennen<br />
zelf de identiteit van de donoren niet; alles gebeurt <strong>met</strong> gecodeerde systemen.<br />
De donor zal zelf nooit vernemen of <strong>met</strong> zijn sperma zwangerschappen zijn<br />
Fig. 6 Gekleurde strootjes en<br />
visotubes gebruikt ter indentificatie<br />
van de donorstalen.<br />
ontstaan en zeker niet bij wie. Zo ook zullen de ontvanger, noch het eventuele<br />
kind vernemen van wie het sperma afkomstig is. Deze anonimiteit wordt<br />
gegarandeerd door het medisch beroepsgeheim. Alle dossiers van patiënten die<br />
deelnemen aan een IUI-D-programma blijven steeds gescheiden van elk ander<br />
medisch dossier dat van de patiënt zou bestaan.<br />
De spermagiften gebeuren op andere ogenblikken en op andere plaatsen dan<br />
de inseminaties. Een vrouw die een afspraak heeft voor een inseminatie kan er<br />
zeker van zijn dat een man die zij in de wachtzaal ziet zitten, niet “haar donor”<br />
kan zijn.<br />
De “spermabank” zelf bestaat uit invriesapparatuur en toebehoren dat toelaat<br />
strootjes <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> volgens de geëigende techniek bij – 196° C te bewaren<br />
in een grote trommel die <strong>met</strong> vloeibare stikstof is gevuld (Fig. 7 en 8) en waar<br />
het sperma in strootjes van verschillende kleuren in genummerde en gekleurde<br />
kokers wordt opgeslagen.<br />
2 Donormatching<br />
De bedoeling is om een zo groot mogelijke fysieke overeenkomst na te streven<br />
tussen de kenmerken van de mannelijke partner van het acceptorkoppel en de<br />
donor. Elk paar dat <strong>met</strong> IUI-D begint, dient echter te beseffen dat soms onvoorziene<br />
effecten door de natuur zelf worden voortgebracht. In onze ervaring heeft<br />
echter nog geen enkel paar zich achteraf beklaagd over een onaanvaardbaar<br />
gebrek aan gelijkenis tussen kind en vader. Tijdens de consultatie <strong>met</strong> de fertiliteitsconsulente<br />
worden de fysieke kenmerken van beide partners genoteerd<br />
op een fenotypekaart. In de donorbank stelt men ook een fenotypekaart op van<br />
de donor. De donorselectie gebeurt vervolgens in de donorbank aan de hand<br />
van beide fenotypekaarten. Er wordt in de eerste plaats rekening gehouden<br />
<strong>met</strong> de bloedgroep en de rhesusfaktor. Deze zal zo gekozen worden dat de<br />
Fig. 7 Sperma”bank”:<br />
collectie donorstalen in<br />
vloeibare stikstof<br />
Fig. 8 Sperma”bank”:<br />
grote aluminiumtrommel <strong>met</strong><br />
vloeibare stikstof gevuld waarin<br />
de strootjes (0,5 ml) sperma zijn<br />
ondergedompeld (buitenzicht)<br />
16 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 17
loedgroep van het kind verklaarbaar is uit de bloedgroep van de beide (sociale)<br />
ouders. Verder spelen oogkleur, haarkleur en lengte een rol. Met karakteriele<br />
en psycholo gische factoren kan geen rekening worden gehouden. Gesteld<br />
kan echter worden dat deze kenmerken grotendeels door milieu-invloeden en<br />
slechts gedeeltelijk door genetische factoren bepaald worden.<br />
Lesbische paren nemen vaak de fysieke kenmerken van de meemoeder als<br />
basis voor het invullen van de fenotypekaart. Alleenstaande vrouwen nemen<br />
meestal hun eigen uiterlijk als basis.<br />
Na de matching worden een aantal strootjes van de donor (meestal voor zes<br />
inseminaties) overgebracht naar het labo van het fertiliteitcentrum en aldaar voor<br />
gebruik op naam van de aanvragers bewaard. In de kosten die worden aangerekend,<br />
wordt bovendien 3 jaar bewaring van de strootjes voorzien. Dit wil zeggen:<br />
als er binnen de eerste zes cycli een zwangerschap optreedt, worden de overige<br />
strootjes nog 3 jaar bewaard in de donorbank. Dit laat toe om dezelfde donor te<br />
gebruiken voor eventueel een volgende zwangerschap.<br />
Fig. 9 Rijpe follikel en zijn ovulatiestigma<br />
(plaats waar de eicel vrijkomt).<br />
De behandelingscycli, planning en beleid<br />
Indien een vrouw een regelmatige cyclus heeft (fig. 9), dan is het beleid simpel.<br />
De arts bepaalt op welk cyclusdagen de vrouw moet komen voor opvolging van<br />
de cyclus en voor de inseminaties. Dit gebeurt op basis van echo’s en/of bloedwaarden;<br />
soms wordt ook gebruik gemaakt van urinetesten die het hormoon<br />
LH detecteren. Deze test dienst ’s morgens te worden uitgevoerd. Wanneer hij<br />
positief uitvalt, wordt dit ’s morgens telefonisch medegedeeld aan de verpleegkundigen/vroedvrouwen<br />
op het nummer 09 332 31 39 en wordt de inseminatie<br />
afgesproken. In principe gebeuren inseminaties op elke dag van de week, ook<br />
zaterdag of zondag. Na plaatsen van een speculum, wordt via het slangetje de<br />
inhoud van het bereide spuitje geïnsemineerd in het baarmoederlichaam (intrauteriene<br />
inseminaties).<br />
Wanneer de maandstonden zijn opgetreden, wordt opnieuw zo spoedig mogelijk<br />
(buiten het weekend) afgesproken voor de komende cyclus. Vermits ook<br />
de leden van het centrum weekend en vrije dagen ter beschikking stellen om de<br />
inseminaties op de exacte dagen te kunnen uitvoeren, wordt ook van de patiënten<br />
de grootst mogelijke soepelheid en medewerking terzake verwacht.<br />
In andere gevallen echter (minstens 1/3) is de kwaliteit van de eisprong in spontane<br />
cycli onvoldoende of is het tijdstip te wisselend. Dan zal vrijwel steeds worden<br />
overgegaan tot ovulatie-inductie (eisprongstimulatie).<br />
In een eerste tijd gebeurt dit eenvoudig <strong>met</strong> pillen. Indien de respons niet voldoet,<br />
wordt overgegaan op injecties in een van dag tot dag aangepast schema.<br />
De inseminatiedagen worden dan pas bepaald naarmate de stimulatie vordert.<br />
18 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 19
De meest frequente oorzaak van faling van IUI-D is gelegen in vruchtbaarheidsstoornissen<br />
bij de vrouw.<br />
Vruchtbaarheidsstoornissen bij de vrouw berusten doorgaan op een van de volgende<br />
problemen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Ovulatie (eisprong)stoornissen<br />
Eileiderstoornissen<br />
Endo<strong>met</strong>riose<br />
Psychologische problemen<br />
Leeftijdsgebonden verminderde eicel- en embryokwaliteit<br />
Afwijkingen in elk van deze oorzaken zijn bijna steeds voor behandeling vatbaar.<br />
Deze behandelingen falen soms. Er kan bijna altijd worden overgegaan op in<br />
vitro fertilisatie <strong>met</strong> donorzaadcellen (IVF-D). De gang van zaken bij IVF staat<br />
beschreven in een afzonderlijke brochure. Daarom kan door de geneesheer in<br />
de loop van de behandelingsperiode besloten worden dat het zinloos is verder<br />
te gaan <strong>met</strong> insemineren. Soms ontdekt men bepaalde afwijkingen (b.v. endo<strong>met</strong>riose)<br />
in de loop van de behandeling en komt de dokter pas dan tot een meer<br />
genuanceerd inzicht dan mogelijk was op basis van de onderzoeken die voor de<br />
start van de behandeling uitgevoerd werden.<br />
1 Eisprongstoornissen<br />
Tussen de totale afwezigheid van een eisprong en het vrijkomen van een normale<br />
rijpe eicel ligt een heel overgangsgebied. Eisprongstoornissen moeten behandeld<br />
worden om zwanger te kunnen worden.<br />
Vaak wordt gebruik gemaakt van een urinaire test om de piek van het hormoon<br />
LH te bepalen.<br />
Fig. 10 Met een echografieapparaat<br />
(a) kan langs vaginale<br />
weg snel en pijnloos een beeld<br />
van de zich ontwikkeldende<br />
follikels (b) worden verkregen.<br />
Soms wordt de eisprong geregeld <strong>met</strong> pilletjes of <strong>met</strong> rechtstreekse ovariële stimulatie<br />
<strong>met</strong> injectie van hormoonpreparaten ( gonadotrofines ) die intramusculair<br />
(IM) of subcutaan (SC) worden toegediend. Allerlei schema’s zijn mogelijk; deze<br />
worden individueel volgens noodzaak <strong>met</strong> de behandelende artsen besproken.<br />
Vaak wordt van echografie (fig. 10) gebruik gemaakt om de eicelrijping op te<br />
volgen.<br />
Deze behandeling is meer belastend zowel voor de patiënt(e) in de eerste plaats,<br />
maar ook voor de artsen. Soepelheid en bereidheid zich in te passen in de<br />
bestaande werkschema’s is dus noodzakelijk. Bij goede indicatie en mits het<br />
nodige geduld zijn al talrijke zwangerschappen op deze wijze bekomen. Meer<br />
dan zes cycli behandelingen op deze wijze zonder resultaat heeft o.i. echter<br />
slechts zelden of nooit zin.<br />
Zoals reeds vermeld, kan men bij aanhoudende faling de stap zetten naar IVF<br />
<strong>met</strong> donorzaadcellen. De werkwijze van IVF wordt in de afzonderlijke IVF brochure<br />
beschreven.<br />
Samenvattend kan men stellen dat de overgrote meerderheid van de eisprongstoornissen<br />
te behandelen zijn, d.w.z. dat men een eisprong kan uitlokken. Of al<br />
dan niet een zwangerschap optreedt, hangt dan vooral af van de mogelijkheid<br />
van het paar om geduldig een aantal cycli door te gaan.<br />
Wij ontraden vrouwen van 40 jaar of meer <strong>met</strong> KI te beginnen. Zij worden slechts<br />
zeer zelden zwanger, vertonen zeer veel miskramen en dragen steeds een verhoogd<br />
risico zowel voor het kind als voor de moeder. Vaak zal men dan ook<br />
<strong>met</strong>een IVF-D voorstellen.<br />
2 Eileiderstoornissen<br />
Wanneer van bij de aanvang een totale steriliteit bestaat wegens beiderzijdse<br />
afwezigheid of totale ondoorlaatbaarheid van de eileiders, heeft IUI-D geen zin.<br />
Dan zal men een keuze moeten maken tussen microchirurgie, ofwel in vitro<br />
fertilisatie <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> ( IVF-D). Op de argumenten die bij elke individuele<br />
vrouw verschillen voor microchirurgie versus IVF gaan we hier niet in. Soms echter<br />
bestaan er transportstoornissen van de eicel die niet voor chirurgie vatbaar<br />
zijn en waar men best <strong>met</strong>een naar IVF gaat.<br />
20 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 21
3 Endo<strong>met</strong>riose<br />
Onder endo<strong>met</strong>riose verstaat men het voorkomen van eilandjes endo<strong>met</strong>rium<br />
(= baarmoederslijmvlies) weefsel in het kleine bekken (buikvlies, ovaria eileiders,<br />
ligamenten). Deze letsels kunnen klein maar actief of groot en weinig actief (maar<br />
mechanisch hinderlijk) zijn. De zekerheidsdiagnose kan meestal enkel per laparoscopie<br />
(kijkoperatie) gesteld worden. Wanneer endo<strong>met</strong>riose opduikt, hoeft<br />
men zeker niet <strong>met</strong>een alle moed op te geven maar dient men te beseffen dat<br />
de kansen verminderd zijn, zelfs wanneer alle andere punten normaal uitvallen.<br />
Bij graad III en IV endo<strong>met</strong>riose is doorgaans operatief ingrijpen noodzakelijk<br />
(Fig. 11) ofwel gaat men naar IVF-D. Bij de “mildere” vormen zijn er verschillende<br />
medicamenteuze mogelijkheden, die echter hetzij zeer langdurig zijn hetzij erg<br />
duur en waarvan het resultaat steeds onzeker blijft. Ook bij gunstige reactie<br />
komt de endo<strong>met</strong>riose doorgaans stilaan terug.<br />
Elke individuele vrouw dient <strong>met</strong> de arts haar situatie uit te praten voor wat<br />
betreft de beste aanpak. Vaak luidt een zware (d.i. actieve) endo<strong>met</strong>riose het<br />
definitief einde van behandelingspogingen in.<br />
Fig. 11 Uitgebreide intra-ovariële endo<strong>met</strong>riose maakt het openen van<br />
de eierstok noodzakelijk voor gehele verwijdering van de (“chocolade”-)<br />
kyste -inhoud en -wand ).<br />
4 Psychologische problemen<br />
Vrijwel alle koppels die <strong>met</strong> een vruchtbaarheidsbehandeling beginnen hebben<br />
hooggespannen verwachtingen. Deze verwachtingen worden soms niet ingelost.<br />
Voor IUI-D ligt het slaagpercentage rond de 15 % per cyclus, d.w.z. dat ongeveer<br />
1 cyclus op 7 tot een zwangerschap leidt; 6 op 7 vrouwen zijn dus “ontgoocheld”<br />
omdat “het mislukt is”. Een tijdelijke nervositeit is dan ook normaal.<br />
Soms legt het falen van IUI-D een reeds tevoren bestaande, dieperliggende psychische<br />
problematiek bloot. Blijken er psychologische problemen, dan wordt<br />
een gesprek <strong>met</strong> de fertiliteitsconsulente aanbevolen. Soms stelt de behandeling<br />
zo zware eisen aan de individuele draagkracht dat paren denken aan het<br />
stopzetten van de behandeling.<br />
De totale kans op slagen door IUI-D bedraagt ongeveer 75%. Vrouwen bij wie<br />
geen zwangerschap optreedt na ongeveer 9 – 10 cycli kunnen daarna nog een<br />
beroep doen op in vitro fertilisatie <strong>met</strong> donorzaadcellen (IVF-D). Helaas zijn er<br />
steeds paren die ook dan zonder de langverwachte zwangerschap eindigen,<br />
maar het totale percentage mensen die een kindje bekomen is toch wel zeer<br />
hoog (tot 90% van hen die volhouden).<br />
5 Leeftijdsgebonden verminderde eicel- en<br />
embryokwaliteit<br />
Bij toenemende leeftijd van de vrouw treden er meer breuken op in het erfelijk<br />
chromosomenmateriaal. Dit is verantwoordelijk voor het normale verschijnsel<br />
dat embryo’s dan veel minder frequent doordelen en innestelen.<br />
22 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 23
Psychologische aspecten tijdens de behandeling<br />
Een vruchtbaarheidsprobleem en de daarop volgende behandelingen hebben<br />
een impact op het individueel en relationeel leven van een koppel. De behandeling<br />
<strong>met</strong> de mogelijks verschillende mislukte pogingen vraagt heel wat persoonlijke<br />
draagkracht en heeft ook zijn effect op de relatie. Nogal wat koppels vertonen<br />
bijvoorbeeld tekenen van spanning en stress, vaak oplopend hoe langer de<br />
gewenste zwangerschap uitblijft. Uw behandelend arts zal u de raad geven om<br />
uw verwachtingen in te stellen op een realistisch perspectief. Bovendien blijkt<br />
het in een fertiliteitsbehandeling ook noodzakelijk om zorg te blijven dragen voor<br />
jezelf en de kwaliteit van je relatie. Paren verliezen dit tijdens hun behandeling te<br />
gemakkelijk uit het oog.<br />
Diepgaande psychologische problemen kunnen rijzen daar waar de aanvaarding<br />
van IUI-D door beide partners toch niet op gelijke wijze blijkt te zijn verlopen.<br />
Het is van wezenlijk belang te beseffen dat men zijn leven lang <strong>met</strong> de andere<br />
partner samenleeft, en dat het eenzijdig verlangen naar een kind de ander niet<br />
onder druk mag zetten om toe te geven aan iets waar hij/zij niet helemaal aan<br />
toe is. Dergelijke spanningen kunnen zich uiten op affectief of seksueel vlak en<br />
dienen aangepakt te worden voor de behandeling wordt verder gezet.<br />
Voor een aantal koppels zal de behandeling niet leiden tot hun gedroomde resultaat.<br />
In een afsluitend gesprek <strong>met</strong> de arts zal dit uitgebreid besproken worden.<br />
Het uitblijven van een zwangerschap zal gevolgd worden door een rouw proces<br />
en leidt tot verschillende rouwgevoelens: twijfel aan de genomen beslissing,<br />
depressieve gevoelens omtrent nooit zwanger te zullen zijn, opstandigheid,<br />
soms agressie.<br />
Indien u problemen tijdens de behandeling ervaart, raden we sterk aan om dit te<br />
melden, ofwel aan de arts, de vroedvrouw of rechtstreeks aan de fertiliteitsconsulente.<br />
Er zal aandacht aan geschonken worden en eventueel een therapeutisch<br />
proces opgestart worden.<br />
Gesprekken <strong>met</strong> vrienden of familieleden kunnen soms ook een uitlaatklep<br />
bieden voor twijfels en angsten maar houden ook een volledige openheid in.<br />
Zwangerschap na IUI-D<br />
1 Kans op zwangerschap<br />
De natuurlijke vruchtbaarheid van de mens is laag. Een normaal vruchtbaar paar<br />
heeft ± 20 % zwangerschapskans per cyclus. Dit betekent dat na 6 maanden<br />
ongeveer 70 % van de normale paren een zwangerschap zullen boeken,<br />
ongeveer 90 % na 1 jaar en ongeveer 95 % na 2 jaar. De resultaten van IUI-D<br />
zijn hiermee te vergelijken maar liggen toch wel iets lager (gemiddeld 15 % per<br />
cyclus) (Fig. 12).<br />
Dit is te wijten aan twee factoren: ingevroren en ontdooid sperma verliest steeds<br />
wat van zijn bevruchtend vermogen (echt ideale donoren zijn zeldzaam) én de<br />
vrouwen die IUI-D ondergaan zijn als groep globaal wat minder vruchtbaar dan<br />
een vergelijkbare populatie vrouwen <strong>met</strong> vruchtbare mannen. In de praktijk ziet<br />
men dan ook een cumulatief zwangerschapspercentage van ± 40 % na 3 maanden,<br />
60 % na 6 maanden en 75 % na 12 maanden. Daarna blijft zwangerschap<br />
mogelijk maar het aantal inseminaties<br />
per zwangerschap is te hoog om stelselmatig<br />
door te gaan. Dit wordt individueel<br />
beoordeeld maar doorgaans<br />
actief afgeraden. In vele gevallen zal<br />
men na 9, maximaal 12 cycli gefaalde<br />
IUI-D verdere pogingen ondernemen<br />
<strong>met</strong> IVF-D ofwel alle verdere behandeling<br />
stopzetten. Wanneer werkelijk<br />
geen enkele oorzaak van infertiliteit bij<br />
Fig. 12 Vergelijkende grafieken<br />
betreffende het optreden van<br />
zwangerschappen in een normaal<br />
vruchtbare populatie en een populatie<br />
IUI-D patiënten.<br />
24 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 25
de vrouw wordt gevonden, kan nog 3 à 6 cycli verder behandeld worden <strong>met</strong><br />
een absoluut maximum van 18 maanden.<br />
Het is mogelijk dat een vrouw die een eerste maal zwanger werd in een eerste<br />
cyclus, de tweede keer 10 maanden nodig heeft en omgekeerd. Resultaat door<br />
IUI-D is dus niet gegarandeerd en moeilijk voorspelbaar. De meeste vrouwen<br />
worden wel zwanger. Men mag wel eens de moed verliezen, maar niet te snel de<br />
hoop opgeven, ten minste zolang de arts de kansen als redelijk inschat.<br />
Faling van IUI-D berust vrijwel steeds op verklaarbare maar niet <strong>met</strong> succes<br />
behandelbare gynaecologische stoornissen. Het is van groot belang in te zien<br />
dat ondanks alle mogelijke redelijke inspanningen, zwangerschap toch kan uitblijven<br />
en dat het dan beter is de relatie niet op te offeren aan een overdreven<br />
bekommernis om kost wat kost en tegen beter weten in door te willen gaan. Het<br />
getuigt van moed en wijsheid soms “stop” te kunnen zeggen. Zeker wanneer de<br />
arts zelf aan stoppen denkt, kan men best de juiste conclusie trekken.<br />
Fig. 13 Buitenbaarmoederlijke (eileider) zwangerschap in de rechtereileider:<br />
indicatie voor conservatieve microchirurgie.<br />
2 Verloop van de zwangerschap<br />
Medisch gezien onderscheidt een IUI-D zwangerschap zich in niets van elke<br />
“normale” zwangerschap. Ongeveer één op zeven zwangerschappen evolueert<br />
niet normaal en eindigt in een miskraam. Dit vergt doorgaans een curettage. Na<br />
een korte wachtperiode wordt de behandeling dan normaal voortgezet. Buitenbaarmoederlijke<br />
zwangerschap (Fig. 13) komt even vaak voor als normaal. Er<br />
worden evenveel jongens als meisjes geboren en het is onmogelijk het geslacht<br />
vooraf te bepalen.<br />
Vermits vrij veel vrouwen moeten gestimuleerd worden, zijn meerlingzwangerschappen<br />
wat frequenter. Er zijn niet méér zwangerschapsverwikkelingen of<br />
kunstverlossingen (keizersnede, vacuümextractie). Er zijn niet meer (integendeel,<br />
zelfs iets minder) aangeboren of genetische afwijkingen, maar elk koppel dient te<br />
beseffen dat zulke afwijkingen mogelijk zijn (trisomie 21 = syndroom van Down<br />
vb. bij 1 op 1000). De eventuele prenatale opsporing ervan volgt dezelfde regels<br />
als bij elke andere zwangerschap.<br />
3 Follow-up van de zwangerschap<br />
IUI-D-kinderen zijn nogal eens voorwerp van affectieve overinvestering van vaak<br />
overgelukkige ouders. Bij overdreven angsten of zorgen kan een nieuw onderhoud<br />
<strong>met</strong> een therapeut nodig zijn.<br />
Uit studies van kinderen, na IUI-D geboren, is gebleken dat zij in niets verschillen<br />
van “natuurlijke” kinderen op sociaal, psychologisch, intellectueel vlak of<br />
<strong>met</strong> betrekking tot de relatie ouders-kind. IUI-D-kinderen zijn kinderen zoals<br />
alle anderen. Soms zijn ze wat overdadig bemoederd en bevaderd zodat hun<br />
gemiddeld ontwikkelingsniveau boven dat van andere kinderen steekt. Dit geldt<br />
ook voor de kinderen van lesbische paren.<br />
Voor de goede follow-up van ons IUI-D programma vragen wij alle ouders ons<br />
op de hoogte te houden van het “resultaat” van hun behandeling.<br />
26 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 27
Besluit<br />
Uit dit overzicht moge blijken dat IUI-D in wezen een technisch eenvoudige<br />
behandeling is die gemakkelijk een groot aantal cycli kan volgehouden worden<br />
en die een zeer hoog totaal slaagpercentage (tot 90%) biedt wanneer de indicatie<br />
goed gesteld is en de vrouw normaal vruchtbaar is.<br />
Het grootste probleem ligt in de soms eindeloze weg die sommige paren moeten<br />
afleggen om tot de beslissing IUI-D te komen. Dan begint alles opnieuw van<br />
nul. De situatie is dan pas ongeveer vergelijkbaar <strong>met</strong> die waarin een koppel<br />
<strong>met</strong> normale vruchtbaarheid zich bevindt wanneer het beslist heeft kinderen te<br />
willen.<br />
Het is van groot belang dat beide partners bewust kiezen voor IUI-D en menen<br />
dat zij beiden gelukkiger zouden zijn <strong>met</strong> een (donor)kind. Zullen zij écht van het<br />
kind houden of willen zij het kind alleen maar onder druk van de omgeving of om<br />
redenen die weinig <strong>met</strong> ouderschapswens te maken hebben? Deze essentiële<br />
vraag dient ondubbelzinnig in elk individueel geweten beantwoord te worden.<br />
Praktische aspecten van de behandeling<br />
1 Kosten betreffende behandeling<br />
Tijdens de intake zal uitleg gegeven worden over de kosten. IUI-D is niet<br />
voorzien in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in België.<br />
Er wordt dus van de aanvragers een persoonlijke financiële inspanning gevraagd<br />
om sommige kosten van het programma te dragen. Het gevraagde bedrag voor<br />
het <strong>donorsperma</strong> is enkel kostendekkend en het is dankzij deze bijdrage dat de<br />
spermabank structureel kan blijven bestaan. Volgende kosten van de donorbank<br />
worden door dit bedrag gedekt: rekrutering en screening van donoren,<br />
personeel en infrastructuur van de bank, investering betreffende registratie, ...<br />
Het bedrag wordt steeds voor de eerste inseminatiecyclus vereffend. De inseminaties<br />
zelf geven telkens aanleiding tot een consultatie. Bloedafnames, echografie,<br />
enz. vallen onder de ziekteverzekering.<br />
2 Akkoordverklaring<br />
Vooraleer te starten, heeft het paar een ondertekende verklaring aan het fertiliteitscentrum<br />
overhandigd. Dit document symboliseert de beslissing om tot IUI-D<br />
over te gaan en impliceert tevens een volledig ouderschapsengagement t.o.v.<br />
het kind. Dit ligt ook juridisch als dusdanig bij wet vast. (zie bijlage)<br />
28 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 29
3 Samenstelling team en Organisatie<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Fertiliteitsteam<br />
Diensthoofd van de Universitaire Vrouwenkliniek:<br />
prof. dr. M. Temmerman<br />
Verantwoordelijkheid fertiliteitscentrum:<br />
prof. dr. P. De Sutter en prof. dr. J. Gerris<br />
Fertiliteitsarts:<br />
dr. K. Dirckx.<br />
Er is ook steeds minstens een gynaecoloog in opleiding<br />
werkzaam op het centrum.<br />
Telefoon verpleegkundigen/vroedvrouwen<br />
• vanuit België: 09 332 31 39<br />
•<br />
vanuit Nederland: +32 9 332 31 39<br />
Fax<br />
• vanuit België: 09 332 49 72<br />
•<br />
vanuit Nederland: +32 9 332 49 72<br />
Email IVF- centrum<br />
• infertil.uzg@U<strong>Gent</strong>.be<br />
Website IVF<br />
• www.arg-uzgent.be<br />
•<br />
Centrum voor andrologie <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong><br />
Diensthoofd:<br />
prof. dr. J.M. Kaufman<br />
De activiteiten worden gecoördineerd door dr. G. T’Sjoen en dr. A.Mahmoud.<br />
Hier worden de donoren gezien, onderzocht en gescreend en worden de<br />
sperma stalen gestockeerd.<br />
Ook het medisch onderzoek van mannen <strong>met</strong> vruchtbaarheidsstoornissen kan<br />
er plaats vinden, evenals de routine sperma-analyses.<br />
Telefoon<br />
• vanuit België: 09 332 21 41<br />
• vanuit Nederland: +32 9 332 21 41<br />
Telefoon voor raadpleging<br />
• vanuit België: 09 332 21 38<br />
• vanuit Nederland: +32 9 332 21 38<br />
Website<br />
• www.infertiliteit.net<br />
• www.andrology.be<br />
30 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 31
•<br />
•<br />
Bijlagen<br />
Fenotypekaart<br />
Geïnformeerde toestemming in verband<br />
<strong>met</strong> gebruik en bewaring van <strong>donorsperma</strong><br />
Vragen? Noteer ze hier<br />
32 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 33
Vragen? Noteer ze hier<br />
34 <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> <strong>Behandeling</strong> <strong>met</strong> <strong>donorsperma</strong> 35
Afdeling Reproductieve Geneeskunde<br />
Vrouwenkliniek (2P3)<br />
De Pintelaan 185 - 9000 <strong>Gent</strong><br />
Tel. +32 (0)9 332 31 39<br />
infertil.uzg@U<strong>Gent</strong>.be<br />
www.arg-uzgent.be<br />
Centrum voor Andrologie<br />
9K12E<br />
De Pintelaan 185 - 9000 <strong>Gent</strong><br />
Tel. +32 (0)9 332 21 33<br />
Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong>. Alle rechten voorbehouden.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand<br />
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming<br />
van het <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong>.<br />
Universitair Ziekenhuis <strong>Gent</strong><br />
De Pintelaan 185 - 9000 <strong>Gent</strong><br />
Tel. +32 (0)9 332 21 11 - Fax +32 (0)9 332 38 00<br />
info@uzgent.be - www.uzgent.be<br />
v.u.: F. Colardyn, afgevaardigd bestuurder <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong>, De Pintelaan 185, 9000 <strong>Gent</strong><br />
MODULO.be 118113 - 10/2008