27.09.2013 Views

Cl ME MA 5. TM EATE R 10 et.

Cl ME MA 5. TM EATE R 10 et.

Cl ME MA 5. TM EATE R 10 et.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Redact!« en Adm. Noordcinde 8, Lalden-Prijs per kwartaal II. 1.30 - Gironummer 41880<br />

<strong>10</strong> <strong>et</strong>.<br />

Ms te Jaargang<br />

4o. 7-8<strong>MA</strong>ART 1944<br />

<strong>MA</strong>RIA ANDERGAST<br />

als HILDE in de film<br />

,,Vaarwel — Yriinezcl"<br />

'W&m<br />

<strong>Cl</strong> <strong>ME</strong> <strong>MA</strong> <strong>5.</strong><br />

<strong>TM</strong> <strong>EATE</strong> R<br />

H*.


■<br />

,, - . <<br />

■\i$'^'''-' m<br />

WIE HEEFT DEN LÄNGSTEN SNUIT?<br />

WAT IS DAT I<br />

Bekijki u dmi»<br />

foto, wmmrmmn<br />

nMs gsiruccecrd<br />

Is, eenj goad, en<br />

lief dan, of u kunt<br />

zeggen, waf tij<br />

voorsfe/f. Mocht<br />

u hef nief kunnen<br />

onidtkkan, keert<br />

u hel blad dan<br />

om, c/an fconf u<br />

/l«( hieronder le-<br />

zen I<br />

iW n (iiM _<br />

W-"ï»6 P»


De bi<br />

1 cibk4i.<br />

kenni. M T^A scheikundige van beroep, maak, op een nacht door een toeval<br />

kennis m<strong>et</strong> Ludwg Narz. d.e er zooals hij zegt, zijn beroep van maakt om<br />

Aloh'.W 5 e Sl ' m ''A' Z ^C " den " lf d" nacht wordt er op h<strong>et</strong> bureau van d"<br />

^.ü f',* 33 /, Dr - ThieI is ""Sesteld, ingebroken en eenige schëikundifle<br />

mann de 9 h e rfH en ; d V e T" "'t. 01 b f Jan9 2iin voor « n nieuw «P"iment. Dr. Hardt<br />

mann, de hoofdsche.kund.ge. b<strong>et</strong>rekt commisjaris Webern in de kwestie en z<strong>et</strong> hem<br />

u.teen dat a leen hij en Dr. Thiel van de formules wisten. Hij beweer, da V de<br />

Th,"'". hL 9 0ö' 0n f". " /" Th i el . d " e alleen bel ' oefd ' tE comrÓi<strong>et</strong>r n 'Dr<br />

Ihiel de h.erdoor sterk onder verdenking komt te staan, neemt zijn ontslaa en<br />

beslui, 2,ch2e|f van de::en blaam tc zufverM H verte|e zjn o«'"»« «»<br />

Dr HZ!" een nleUW ""«"«ringsmiddel heef, ui,gevonden, waarin ijn chef<br />

Week heef, Ti T? . V " trouw " had - Toen dien, sceP,icisme ech,er ongegrond<br />

^.M-Tl VA J o" 1?" ork °°'". alsof nie. Dr. Thiel, maar hijzelf h<strong>et</strong><br />

mddel had gevonden. Dr. Thiel roep, de hulp in van Ludwig Närz, welke• hem<br />

aMe medewerkmg to.ze9,, ,ndien Thiel ook hem van diens, wil zijn. door aanwezig<br />

da. Nar ' zT^'b«, 2 ^ f e fl " P "I, kk " ■"' bekenden. Thiel s,em, ,oe en""rdek, 9<br />

„^,„ In j ' 0m , Cen kos,bare "P'« van een schilderij van Meunier aan<br />

me 9 , In»/nu' menschen J' e verkoopen. Verder breng, NL hem .n kennis<br />

he, oek„ i T )on 9 edame ' die «1« ^in zoogenaamde verloofde me, Th"el<br />

he, gekostumeerde feest bezoek,, dat de directeur-generaal der AlphTwerke<br />

der^ha he g H C "'^ " "ï aanWeZi9 Prof - Gussmann, de technische d^cteu;<br />

Dr Thtl'aan 'r„ n H l"" ^TT'Z" '»'•■'«» teI »"S "o, de „verloofde' van<br />

ur.l hiel aan den dag legt. Dit had Närz verwacht en he, is ziin bedoelina on,<br />

via Lo„e de aandach, van Prof. Gussmann op Thiel ,e ves^e" Nadat ^heVfee"<br />

z<strong>et</strong> ui"ee„ d 3 ri>r 0 of'T" h<strong>et</strong> •■ V " loofd '- * Närz wee? in zijn stala é. Hi<br />

k!na elders ,e be^rn Sn, t; nn * aa " chi ) nli )'' "> probeeren Thiel een be,rek-<br />

King elders ,e bezorgen om hem ui, de buurt van Lotte te krijgen Wanneer Prof<br />

^/AlTa W»k aanbie - dt T r rkSP" onderzoekingslaborLrfum<br />

on^in^DreTden^areen'' t"" ^"^^^ ^ "^ d ' °P dracl « van Närz<br />

echte Van Dazen hèuTk 1 J. ' 9aan


.#:■%<br />

' MM *^aVinii : ,*■■.,.„<br />

De onbekende dame (Gr<strong>et</strong>he Weiser). Neef Theodor. Lissi, Rudolf Schrö-<br />

der en de onbekende dame.<br />

$<br />

- - - ,. ^^<br />

(UU-flIm<br />

Regie: Carl Boese<br />

Rudolf Schrader Rudi Godden<br />

^ SSI . L j \ Camilla Horn<br />

De onbekende dame Gr<strong>et</strong>he Weiser<br />

d ^ _. v, Maria Andergast<br />

Neef Theodor R. A- Roberts<br />

n c S VA/ Volk * r v - Collande<br />

Dr. Franz Wegener Fran2 Zimmermann<br />

Waui Kurt Vespermann<br />

De jonge kunstschilder Rudolf Schrader, die ook een bijzon-<br />

dere vaardigheid heeft in h<strong>et</strong> ontwerpen van dameï-<br />

k J-i u.i'. ng, J e * rt de ionoe «ioenares van een chic mode-<br />

bednjf, HiMe P<strong>et</strong>erson, kennen. De beide jongelui worden ver-<br />

liefd op elkaar en zullen in hei huwelijk treden. Alles zal in<br />

stme gebeuren op verlangen van Rudolf, die een nogal wat<br />

rumoeng verleden heeft en liever geen moeilijkheden m<strong>et</strong> zijn<br />

vroegere vriendinn<strong>et</strong>jes wil. Hij verz<strong>et</strong> zich dan ook hevig<br />

tegen den wensch van Hilde, om op den avond voor zijn<br />

huwelijk een afscheidsfuif in zijn atelier te geven aan al zijn<br />

vrienden en kennissen. De reden tot dit verz<strong>et</strong> is, dat hij zon-<br />

der medew<strong>et</strong>en van zijn aanstaande vrouw, ai een dergelijken<br />

afscheidsavond heeft gegeven, waar h<strong>et</strong> nogal dol is toege-<br />

gaan, zoodat ten slotte zelfs de buren en de huisbaas er zich<br />

mee hebben bemoeid.<br />

Op den avond voor h<strong>et</strong> huwelijk komt er een jonge, mooie<br />

vrouw bij Rudolf om hulp vragen, aangezien zij achtervolgd<br />

zou worden door een opdringerigen kerel. Wanneer er nog-<br />

maals gebeld wordt verbergt hij de dame in een andere kamer,<br />

wat ni<strong>et</strong> overbodig blijkt, want de nieuwe bezoekster is Hilde<br />

die hevig verontwaardigd is, dat hij h<strong>et</strong> plan van de fuif heeft<br />

doen stranden. Hel staat zelfs te bezien of de trouwerij den<br />

volgenden dag we zal doorgaan, want Hilde's g<strong>et</strong>uige heeft<br />

bericht van verhindering gezonden en ook eenige andere gas-<br />

ten zuilen ni<strong>et</strong> verschijnen. Zelfs de beroemde neef Theodor<br />

dien ZIJ zoo graag zou hebben leeren kennen - en die in-<br />

m.ddels verliefd is geworden op een vroeger vriendinn<strong>et</strong>je van<br />

Kudol - komt ni<strong>et</strong>, omdat hij juist vertrokken Is voor een<br />

kuur in een badplaats!<br />

De situatie wordt er voor Rudolf ni<strong>et</strong> eenvoudiger op, als<br />

H" u .1 rcheUr . h f m k . omt vert * llen . d-« "»en een elegante<br />

hoteldievegge z.jn huis heeft zien binnengaan. Rudolf begrijpt<br />

dat h<strong>et</strong> de dame mo<strong>et</strong> zijn, die hij zoojuist heeft verborgen<br />

maar |legt( d,t zij er ^ ^ h<strong>et</strong>geen ^ ^^ ^<br />

dat de rechercheur Hilde verdenkt de gezochte dame te<br />

zijn Bovendien wordt er een damestaschje in de kamer ge-<br />

vonden m<strong>et</strong> bezwarend bewijsmateriaal, dat van niemand an-<br />

ders dan de onbekende kan zijn. Rudolf wil de dievegge, die<br />

hem zoo schromelijk voor den gek heeft gehouden, aan den<br />

•<br />

rechercheur uitleveren, maar als hij de deur opent van de kamer, waarin hij<br />

haar heeft verborgen, blijkt zij verdwenen te zijn. Natuurlijk gelooft de<br />

rechercheur geen oogenblik aan zijn verhaal en verzoekt Hilde m<strong>et</strong> hem<br />

mee te gaan naar h<strong>et</strong> politiebureau.<br />

Zoodra is de ongelukkige schilder echter ni<strong>et</strong> alleen, of de onbekende<br />

dame staat weer voor zijn neus, alsof er ni<strong>et</strong>s gebeurd is en zij we<strong>et</strong> hem<br />

m<strong>et</strong> haar zelfverzekerd optreden zoo te beïnvloeden, dat hij werkelijk aan<br />

den normalen loop der dingen begint te twijfelen. Daarbij komt nog een ge-<br />

heimzinnig telefoontje, waarin hem een onverwachte verrassing wordt be-<br />

loofd, terwijl even later de rechercheur verschijnt om te verteilen, dat men<br />

Hilde heeft mo<strong>et</strong>en vrijlaten, aangezien haar onschuld inmiddels is komen<br />

vast te staan. Hij legt ook een buitengewone nieuwsgierigheid -voor de iden-<br />

titeit van de schoone onbekende aan den dag.<br />

Niemand zal zich verbazen, dat h<strong>et</strong> Rudolf langzamerhand voor de oogen<br />

begint te schemeren, vooral als één voor één al zijn vrienden en vriendinnen<br />

arriveeren, benevens neef Theodor, die heelemaal ni<strong>et</strong> naar de badplaats is<br />

geweest. Tot overmaat van ramp houdt deze de onbekende dame voor Ru-<br />

dolfs aanstaande vrouw en wil haar een kostbaren briljanten speld als huwe-<br />

lijksgeschenk overhandigen. Op dat oogenblik komt er een nieuwe verras-<br />

sing, h<strong>et</strong> étui van de speld blijkt namelijk leeg te zijn, terwijl neef Theodor<br />

naar aanleiding hiervan vertelt van een merkwaardige en geheimzinnige ont-<br />

mo<strong>et</strong>ing, die hij kort tevoren heeft gehad m<strong>et</strong> een elegante hoteldievegge I<br />

De eene verwarring volgt op de andere, er komen steeds meer menschen<br />

en steeds nieuwe jobstijdingen, zoodat de arme Rudolf h<strong>et</strong> gevoel krijgt, dat<br />

zijn schedel uit elkaar zal springen.<br />

Thomas.<br />

Een rumoerig oogenblik.<br />

We zullen U ni<strong>et</strong> vertellen, hoe<br />

ten slotte dit kluwen ontward wordt.<br />

Slechts kunnen wij U verraden, dal<br />

de jeugdige bruid van den schilder<br />

dezen heksenk<strong>et</strong>el eenvoudig op<br />

touw gez<strong>et</strong> had, omdat zij haar toe-<br />

komstigen echtgenoot, voor hel te<br />

laat was, goed aan 't verstand wilde<br />

brengen, dal men maar ni<strong>et</strong> straffe-<br />

loos den eersten schuldeloozen wensch<br />

van zijn jonge vrouw kan dwars-<br />

boomen! Zij zou en wou een af-<br />

scheidsavondje in hel atelier. Welnu,<br />

zij hebben h<strong>et</strong> afscheid gevierd, m<strong>et</strong><br />

allen die er bij hoorden!<br />

Schrader we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> goed raad m<strong>et</strong><br />

de onbekende dame.


Wanneer we de jonge dame op bijgaande<br />

foto bekijken, dan twijfelen we er ni<strong>et</strong> aan,<br />

of de aardige jumper die ze draagt is door haar<br />

zelf gebreid en we veronderstellen, dat onze<br />

lezeressen deze jumper ook wel graag eens<br />

zullen nabreien. H<strong>et</strong> model is heel eenvoudig<br />

en er is 250 gram lichtgekleurde en 50 gram<br />

donkergekleurde wol voor noodig. Laatst-<br />

genoemde wol wordt in de strepen van h<strong>et</strong><br />

bovenstukje verwerkt, maar h<strong>et</strong> is in h<strong>et</strong><br />

geheel geen bezwaar wanneer voor dit boven-<br />

stukje verschillende tinten wol gebruikt wor-<br />

den en u zoodoende alle mogelijke restjes<br />

wol kunt opmaken.<br />

Verder hebt u nog noodig 2 breipennen<br />

no. 3 en vier fantasieknoopen.<br />

AFKORTINGEN<br />

Steek = st., rechts = r., averechts = a.<br />

meerderen =-. mrd., minderen = mind.<br />

WERKWIJZE<br />

Kousensteek : 1 toer r., 1 toer a.<br />

Randsteek 1/1 : •♦ 1 st. r., 1 st. a., herhaal<br />

vanaf **.<br />

<strong>MA</strong>TEN<br />

Deze zijn gegeven voor. maat 42.<br />

BEREKENING<br />

25 st. geven een breedte van <strong>10</strong> cM.<br />

HET RUGPAND<br />

Z<strong>et</strong> 75 st. op en brei hierop 8 cM. in den<br />

randsteek 1/1. Mrd. in den laatsten teer van<br />

h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek <strong>10</strong> maal 1 st.<br />

om de 7 st.' Er komen dan 85 st. op de naald<br />

(34 cM.). Brei hierop verder in den kousen-<br />

steek. Op 18 cM. totale hoogte beginnen de<br />

mrd. voor de zijnaden. Mrd. hiervoor aan<br />

weerskanten van h<strong>et</strong> werk 5 maal 1 st. om<br />

de 2 cM. Er zijn dan 95 st. ep de naald (38 cM.).<br />

Op 30 cM. totale hoogte wordt in h<strong>et</strong> streep-<br />

patroon verder gebreid. Dit patroon wordt<br />

eveneens in den kousensteek uitgevoerd,<br />

doch m<strong>et</strong> twee tinten wol en wel.als volgt:<br />

*♦ 1 toer r., 1 toer a. m<strong>et</strong> de donkergekleurde<br />

wol, 1 toer r., 1 toer a. m<strong>et</strong> de lichtgekleurde<br />

wol, herhaal vanaf *♦. Op 30 cM. hoogte<br />

beginnen eveneens de mind, voor de arms-<br />

gaten. Kant voor elk armsgat eerst 5 st. af,<br />

dan 3 st. en ten slotte 2 st. (<strong>10</strong> mind, voor ieder<br />

armsgat). Brei dan verder zonder mrd. of<br />

mind. Op 47 cM. totale hoogte worden de<br />

schouders gevormd. Kant iederen schouder<br />

af in drie groepen van 9, 8 en nog eens 8 st..<br />

te beginnen aan de zijde van h<strong>et</strong> armsgat.<br />

Kant de resteerende 25 st. voor den rughals<br />

in een rechte lijn af.<br />

HET VOORPAND<br />

Z<strong>et</strong> 85 st. op en brei hierop 8 cM. in den<br />

randsteek 1/1. Maak in den laatsten toer van .<br />

h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek 12 maal 1 mrd.<br />

om de 7 st. Er zijn dan 97 st. op de naald.<br />

Brei hierop verder in den kousensteek. Begin<br />

op 18 cM. hoogte m<strong>et</strong> de mrd. voor de zijnaden<br />

en mrd. voor iederen zijnaad 5 maal 1 st. om<br />

de 2 cM. Op 30 cM. totale hoogte zijn er i&j<br />

st. op de naald (42 cM.) en begint h<strong>et</strong> streep-<br />

patroon, zooals dit voor h<strong>et</strong> rugpand is be-<br />

schreven. Eveneens worden op 30 cM. totale<br />

hoogte de armsgaten gevormd. Kant voor<br />

elk armsgat eerst <strong>10</strong> st. af, dan 4 st., daarna<br />

3 st. en ten slotte r st. (18 mind, voor ieder<br />

armsgat). Kant op 42 cM. totale hoogte voor<br />

de halsuitsnijding de 9 in h<strong>et</strong> midden van<br />

h<strong>et</strong> werk liggende st. af en brei op ieder deel<br />

van 31 st. aan weerszijden afzonderlijk ver-<br />

der. Kant aan de zijde van de halsuitsnijding<br />

eerst 3 st. af en daarna 3 maal 1 st. Brei dan<br />

zonder mind, of mrd. verder tot op een totale<br />

hoogte van 47 cM. en kant de 25 resteerende<br />

st. voor den schouder af in drie groepen van<br />

9, 8 en nogmaals 8 st. elk.<br />

DE MOUW<br />

Z<strong>et</strong> 55 st. op en brei hierop 2 cM. in den<br />

randsteek 1/1. Maak in den laatsten toer<br />

van h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek <strong>10</strong> maal<br />

1 mrd. om de 5 st. Er zijn dan 65 st. op de<br />

naald. Brei hierop verder in den kousensteek.<br />

Mrd. op 3 cM. totale hoogte aan weerszijden<br />

van h<strong>et</strong> werk 1 st. en herhaal deze mrd. nog<br />

5 maal om de 2 cM. Op 12 cM. hoogte zijn er<br />

77 st. op de naald. Op deze hoogte wordt in<br />

h<strong>et</strong> streeppatroon, zooals dit voor h<strong>et</strong> rugpand<br />

van de jumper beschreven is, verder gebreid.<br />

Tegelijkertijd beginnen dan ook de mind.<br />

voor den kop van de mouw. Kant hiervoor<br />

aan weerszijden van h<strong>et</strong> werk 4 st. af. Brei<br />

op de resteerende 69 st. in streeppatroon<br />

verder en kant aan h<strong>et</strong> begin van iederen<br />

toer 1 st. af, tot de mouw een totale hoogte<br />

heeft van 25 cM. en kant dan de resteerende<br />

st. af.<br />

HET IN ELKAAR <strong>MA</strong>KEN<br />

Strijk alle deelen van de jumper luchtig<br />

op onder een vochtigen doek m<strong>et</strong> een ni<strong>et</strong> te<br />

he<strong>et</strong> ijzer. Verbind daarna de zijnaden. Z<strong>et</strong><br />

de schoudernaden, gerekend vanaf h<strong>et</strong> arms-<br />

gat, slechts over een breedte van 5 cM. aan<br />

elkaar. Haak de halsuitsnijding en de open<br />

gebleven schoudernaden m<strong>et</strong> een toer vasten<br />

van lichtgekleurde wol om, evenals de onder-<br />

kanten van de mouwen. Z<strong>et</strong> de mouwen in en<br />

sluit de mouwnaden. Naai de knoopen op de<br />

schouders van h<strong>et</strong> voorpand (op iederen schou-<br />

der twee stuks) en maak, correspondeerende<br />

hiermede, op iederen schouder, van-h<strong>et</strong> rug-<br />

pand twee lussen, welke van enkele lossen ge-<br />

haakt worden.<br />

%<br />

caimi<br />

[DEI<br />

■<br />

■**** *&■ J^|N<br />

f.<br />

1<br />

#%^#<br />

éÊ-<br />

.■<br />

-<br />

mm.


A imée is zeventien jaar, zij danst ook al vaak een solo. Aimée<br />

brengt alle kunstenaars in verrukking doch haar voornaamste<br />

bekoring ligt juist in haar ontoegankelijkheid. De eene partij zegt:<br />

ze is een blok steen; de andere: ze heeft h<strong>et</strong> achter de ellebogen.<br />

Misschien is Coogmann, de schilder, toch wel de gelukkige, meent<br />

de een. Hij heeft ten minste een rugstudie van haar geschilderd,<br />

we<strong>et</strong> een ander. Maar zij hebben allemaal ongelijk. Aimée is voor<br />

Coogmann ni<strong>et</strong> meer dan een kameraad en zij is ook heelemaal<br />

ni<strong>et</strong> koel. Zij houdt haar jeugdig hart alleen maar m<strong>et</strong> beide han-<br />

den in bedwang, omdat zij bevreesd is vOor teleurstellingen. Maar<br />

h<strong>et</strong> is m<strong>et</strong> die dingen nu eenmaal zóó, dat niemand zich geweld<br />

kan aandoen, als de ware Jozef komt. Aimée vindt dien in de<br />

persoon van Pierre<br />

Durand. Hij is. pas<br />

kort tevoren terug-<br />

gekeerd uit de ko-<br />

loniën en is schat-<br />

rijk. Op een feest,<br />

gegeven door den<br />

bankier Lemonnier,<br />

danst Aimée. In de<br />

vrouw van den ban-<br />

kier herkent Pierre<br />

zijn vroegere vrien-<br />

din, de blonde<br />

Renée. Durand en<br />

Renée doen hun<br />

best elkaar zoo<br />

conventioneel mo-<br />

gelijk te begro<strong>et</strong>en,<br />

maar desondanks<br />

komt er een zeke-<br />

re hartelijkheid in<br />

hun gedrag tot ui-<br />

ting, h<strong>et</strong>geen Le-<br />

monniers wantrou-<br />

wen opwekt. Hij<br />

heeft geen enkele<br />

reden tot jaloezie,<br />

want Durand zi<strong>et</strong><br />

4 AIMÉE IS ALS VERLAMD. ZICH <strong>ME</strong>T MOEITE<br />

alleen maar de<br />

BEHEERSCHEND, ZEGT ZIJ STRAK EN RUSTIG :<br />

H<strong>et</strong> is erg aardig van U, mijnheer Lemonnier, mij kleine danseres en<br />

dat mee te deelen.<br />

Renée houdt van<br />

haar man. Doch<br />

voor den bankier zijn de handschoenen van zijn vrouw, die hij een<br />

paar dagen later in de hotelkamer van Durand vindt, bewijs ge-<br />

noeg. Hij roept Pierre ter verantwoording en deze zegt, dat zij<br />

van Aimée zijn. En nu mo<strong>et</strong> de kleine Aimée, wier schuwe hartje<br />

heeft meenen te mogen gelooven in Pierre, liegen! Maar de ja-<br />

loersche echtgenoot kent h<strong>et</strong> zachte leer van de handschoenen<br />

veel te goed en hij kent eveneens h<strong>et</strong> parfum, waarnaar de hand-<br />

schoenen geuren. Daarom zegt hij h<strong>et</strong> danseresje ronduit, dat zij<br />

leugens vertelt en deelt haar zelfs i<strong>et</strong>s over Pierre mede, dat haar<br />

geheel van haar stuk brengt.<br />

(Foto'i UU ■ Quick, UU - Hirbou)


Er kwam een onweersbui opz<strong>et</strong>ten toen wij<br />

de rivier naderden op de grens der stad.<br />

We hielden daar halt, om onze paarden te<br />

laten drinken. Er schoot een bliksemstraal van<br />

West naar Oost, en h<strong>et</strong> geluid van den donder<br />

rommelde tusschen de bergen.<br />

..Beroerd weer om te rijden," zei mijn oom.<br />

Ik mo<strong>et</strong> hem antwoord hebben gegeven of-<br />

u LL" ik K<strong>et</strong> mij ni<strong>et</strong> herinner - Op dit oogen-<br />

bik b<strong>et</strong>eekende h<strong>et</strong> naderende onweer weinig<br />

of ni<strong>et</strong>s voor mij. Ik had reeds vaker in onweers-<br />

buren gereden, maar nooit had Ik dit „echt"<br />

gedaan, tezamen m<strong>et</strong> mijn oom. Ik zeg:" nooit<br />

..echt , omdat ik h<strong>et</strong> in mijn jeugd, als een<br />

spell<strong>et</strong>je, tienduizenden ke«ren had gedaan On-<br />

telbare roovers had ik uit de spelonken van<br />

mijn vaders hooi-oppers verdreven; moordenaars<br />

had ik gevat tewijl zij zich probeerden te ver-<br />

bergen in mijn moeders waschjobbe, en aan h<strong>et</strong><br />

einde van haar waschlijn was menige dief zijn<br />

wei-verdiende lot tegemo<strong>et</strong> gegaan. Dergelijke<br />

spell<strong>et</strong>jes waren de eenige die ik kende, en ik<br />

had nooit gebrek aan inspiratie gehad, want er<br />

waren moordenaars, dieven en roovers genoeg<br />

in de bergen. Méér dan genoeg. . .<br />

Vaak zat ik op een steen langs den weg en<br />

wachtte tot mijn oom Evert terugkeerde. En een<br />

pr<strong>et</strong>tig gezicht leverde zijn terugkeer ni<strong>et</strong> altijd<br />

op. Hef waren wreede kerels, die hij meebracht<br />

uit de bergen; mijn oom bracht ze mee aan h<strong>et</strong><br />

eind van een lijn, een lange lijn, waarvan h<strong>et</strong><br />

eene einde aan zijn zadelknop was vastgemaakt<br />

en h<strong>et</strong> andere onder de armen van den gevan-<br />

gene, die maar zien moest, hoe hij h<strong>et</strong> paard<br />

van mijn oom bijhield. De handen van den ge-<br />

vangene waren geboeid, en aan h<strong>et</strong> touw ge-<br />

bonden. Hij was volkomen hulpeloos.<br />

Vloekend, dood-op en m<strong>et</strong> sleepende vo<strong>et</strong>en<br />

kwamen de gevangenen aanwankelen. Grom-<br />

mende beesten waren h<strong>et</strong>, aan h<strong>et</strong> eind van<br />

h<strong>et</strong> touw. Maar mijn oom schonk geen aandacht<br />

aan hen. Hij reed m<strong>et</strong> gebogen hoofd, zijn ge-<br />

zicht overschaduwd door den breeden rand van<br />

zijn hoed, zijn tengere lichaam rhythmisch be-<br />

wegend m<strong>et</strong> den gang van zijn paard. Als hij<br />

voorbijkwam, hief hij altijd zijn hand naar mij<br />

op. Des nachts, wanneer h<strong>et</strong> onweer over de<br />

vlakten woedde en tusschen de bergen brulde<br />

lag ik wakker en volgde in gedachten mijn oom,'<br />

terwijl hij alleen door de inktzwarte duisternis<br />

reed.<br />

Nu waren mijn spel en mijn droom tot werke-<br />

lijkheid geworden, en er waren oogenblikken,<br />

terwijl ik zat te wachten tot mijn paard genoeg<br />

gedronken had, dat mijn hart als een steen in<br />

■mijn borst lag. Dat touw aan mijn zadelknop<br />

deed me huiveren. De kolf van mijn buks zond<br />

een rilling door mijn lichaam als ik ze toevallig<br />

aanraakte. Om wat zekerder van mijzelf te wor-<br />

den, wierp ik een blik op mijn ooms gezicht.<br />

H<strong>et</strong> was zoo tenger als van een vrouw, en de<br />

trekken er van eveneens. Zijn oogen waren<br />

blauw. Een lok van zijn roode haren viel altijd<br />

over zijn voorhoofd. H<strong>et</strong> was h<strong>et</strong> rustigste ge-<br />

zicht, dat ik ooit gezien had.<br />

Hij zat als aan zijn paard gekleefd terwijl we<br />

weer verder reden. We spraken geen woord,<br />

want mijn oom was geen man van veel woorden.<br />

Ik had ni<strong>et</strong>s anders te doen dan in mijn zadel<br />

te zitten. Mijn paard was reeds zoo lang ge-<br />

wend, den zwarten vos van mijn oom te volgen.<br />

Ons pad voerde door een dal, tot wij einde-<br />

tijk aan een helling kwamen, en toen begonnen<br />

wij lanq en moeizaam te klimmen. De lucht<br />

v/erd hce langer hoe donkerder, en op h<strong>et</strong><br />

laatst konden wii qeen hand voor oogen meer<br />

jden. Gevorkte bliksems schoten fel langs den<br />

hem-l omlaap. De donder gromde om ons heen<br />

en de echo kaatste hem tienvoudig uit de ber-<br />

gen terug. We hadden onze jassen aang<strong>et</strong>rok-<br />

EEN COMPLEET VERHAAL DOOR D'ALVAREZ<br />

ken toen wij begonnen te klimmen, want de re-<br />

gen was ni<strong>et</strong> ver meer af.<br />

Gedurende eenigen tijd was h<strong>et</strong> heel stil in<br />

de bosschen waardoor wij reden. H<strong>et</strong> leek wel<br />

-alsof alles in de natuur op i<strong>et</strong>s wachtte.<br />

We daalden de eene hoogte af om weer een<br />

andere te bestijgen. We waadden door stroo-<br />

men, waarvan h<strong>et</strong> water tot aan den buik van<br />

onze paarden kwam. Toen opeens begon h<strong>et</strong><br />

te regenen, en h<strong>et</strong> leek een zondvloed. Maar<br />

onze paarden aarzelden geen oogenblik. Ze<br />

weken naar links of naar rechts uit, om een<br />

kuil of een steen te mijden. Mijn ooren raakten<br />

gewend aan h<strong>et</strong> geluid van den regen, en ik<br />

luisterde naar h<strong>et</strong> rhythmisch geklop der hoeven<br />

van onze paarden op den natten weg. Naast<br />

mij in de duisternis reed mijn oom, zijn hoofd<br />

voorover gebogen, zijn lichaam bewegend als-<br />

of hij één was m<strong>et</strong> zijn paard. H<strong>et</strong> rhythme der<br />

hoefslagen maakte dat ik begon te soezen. H<strong>et</strong><br />

was alsof alleen mijn oom daar reed, zooals hij<br />

reeds dertig jaar lang had gereden - zonder<br />

zich te haasten, maar m<strong>et</strong> de zekerheid van<br />

een doodelijke dreiging, op ieder moment. . .<br />

Vóór mij uit in de duisternis zag ik in gedach-<br />

ten den moordenaar terwijl hij vluchtte voor<br />

h<strong>et</strong> noodlot dat hem achtervolgde. H<strong>et</strong> leek mij<br />

een hopelooze vlucht, omdat die gedaante naast<br />

mij eeuwig zou doorrijden. Er was i<strong>et</strong>s einde-<br />

loos in dat zwaaiende bewegen van zijn sterke<br />

paard. H<strong>et</strong> zou nooit moede worden. En mijn<br />

oom - die was nooit een deel van 's levens<br />

werkelijkheden geweest.<br />

We reden door den kouden vloed van den<br />

regen. M<strong>et</strong> lange tusschenpoozen zagen wij af<br />

en toe een gele vlek grooter worden in de duis-<br />

ternis en dan passeerden we even later een<br />

hut - een lage, zwarte schaduw m<strong>et</strong> een geel<br />

lichtend oog. Eén keer blafte er een hond. H<strong>et</strong><br />

geluid bereikte ons van uit een schuilplaats, die<br />

de hond blijkbaar geweigerd had te verlaten.<br />

Een keer ook verscheen er een man aan de<br />

deur van zijn hut. Gedurende een oogenblik<br />

stond zijn gestalte afg<strong>et</strong>eekend tegen h<strong>et</strong> war-<br />

me licht achter hem. Toen sloot hij de deur en<br />

wederom was er alleen nog maar de duisternis<br />

die door den regen doorzeefd werd, en h<strong>et</strong><br />

rhythmische kloppen der paardenhoeven.<br />

Ik we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> hoeveel uren er voorbijgegaan<br />

waren toen wij den hoofdweg verli<strong>et</strong>en. Ik we<strong>et</strong><br />

alleen dat wij een andere richting waren inge-<br />

slagen, omdat de regen nu precies in mijn ge-<br />

zicht sloeg. Hoe mijn oom sindsdien de talrijke<br />

bochten wist te kiezen, zal ik nooit kunnen be-<br />

grijpen. Uren lang koos hij den juisten weg<br />

zonder ook maar één oogenblik te aarzelen, en<br />

toen, boven op den schouder van een berg<br />

bleef hij staan. Mijn paard hield naast h<strong>et</strong> zijne<br />

stil. ,<br />

..Luister," zei mijn oom.<br />

Van beneden, boven h<strong>et</strong> geluid van den re-<br />

gen uit, kwam h<strong>et</strong> geloei van de rivier.<br />

■ ,Ze is hoog vanavond," zei mijn oom.<br />

Hij klopte zijn paard op den hals en toen be-<br />

gonnen wij te dalen. Af en toe viel er een<br />

steen naar beneden, wegg<strong>et</strong>rapt door den hoef<br />

van mijn paard, en ik hoorde hoe hij langs de<br />

helling omlaag rolde. Tegen den tijd dat wij h<strong>et</strong><br />

dal hadden bereikt, waren afle geluiden van den<br />

regen opgelost in dat van de rivier, die voor<br />

ons uit als een woedend dier door de duister-<br />

nis raasde. We hielden halt.<br />

„De oever is weggespoeld," riep mijn oom<br />

m mijn oor. „Een wolkbreuk. Kijk goed uit."<br />

Hij reed vóór, scherp naar links keerend om<br />

den stroom te kunnen yplgen. Ik legde mij plat<br />

tegen den hals van mijn paard. Laaq hangende<br />

takken zwiepten over mijn rug. In h<strong>et</strong> midden<br />

van de rivier stroomde h<strong>et</strong> water langs en over<br />

talrijke steenen. Ik voelde, hoe mij paard als<br />

h<strong>et</strong> ware tegen den stroom leunde. H<strong>et</strong> water<br />

vormde draaikolken om zijn pooten. Langzaam,<br />

voorzichtig gingen wij verder. H<strong>et</strong> water kroop<br />

m mijn laarzen. H<strong>et</strong> drukte tegen mijn been.<br />

Mijn knieën werden nat. Plotseling stroomde<br />

h<strong>et</strong> water over mijn zadel. Mijn paard scheen<br />

onder mij weg te zinken. H<strong>et</strong> zwom... Ik gaf<br />

mee m<strong>et</strong> den stroom, om h<strong>et</strong> te helpen. De<br />

stroom trok ons mee, maar mijn paard was<br />

sterk. Toen rees opeens uit de duisternis de<br />

oever op - een zwarte massa, die zich ophief<br />

uit h<strong>et</strong> water. Mijn oom had de plek waar wij<br />

de rivier hadden overgestoken, goed gekozen.<br />

Mijn paard bereikte een paar passen na dat<br />

van mijn oom den anderen oever.<br />

Terwijl wij een lange helling bestegen, werd<br />

h<strong>et</strong> geluid, dat de rivier achter ons maakte, hoe<br />

langer hoe zwakker. De warmte van mijn paard<br />

onder mijn jas begon mijn kleeren te drogen,<br />

en mijn broekspijpen kleefden aan mijn beenen!<br />

Op sommige plaatsen leek ons pad bijna op<br />

een meer of poel. ..<br />

Ik mo<strong>et</strong> toen in slaap gesukkeld zijn. Toen ik<br />

wakker werd, stonden onze 'paarden stil. H<strong>et</strong><br />

was nog donker, maar toch was er al i<strong>et</strong>s als<br />

een schemerig licht in de lucht. H<strong>et</strong> regende<br />

ni<strong>et</strong> meer. In h<strong>et</strong> bosch was er alleen nog maar<br />

,.. 9 e,uid van de druppels te hooren, die van<br />

millioenen bladeren afgleden.<br />

„H<strong>et</strong> lijkt mij ni<strong>et</strong>, dat hij hier zal zijn," zei<br />

mijn oom. „Maar h<strong>et</strong> is toch goed om h<strong>et</strong> zoe-<br />

ken hier te beginnen."<br />

Toen zag ik voor den eersten keer dat onze<br />

paarden dicht bij den rand van een open plek<br />

stonden. Ik hoorde, hoe mijn oom zijn buks<br />

uit den leeren foudraal haalde. In h<strong>et</strong> midden<br />

van de open plek stond een hut, en rechtj daar-<br />

van een schuur.<br />

H<strong>et</strong> was een kleine hut, m<strong>et</strong> twee ramen, die<br />

levenlooze oogen leken.<br />

Een poosje zaten wij op onze paarden naar<br />

de hut te kijken. Alleen h<strong>et</strong> geluid der van de<br />

bladeren vallende druppels waren te hooren.<br />

Mechanisch streek ik m<strong>et</strong> mijn hand langs den<br />

hals van mijn paard, h<strong>et</strong> op die manier aanmoe-<br />

digend om stil te blijven staan. Mijn blikken wa-<br />

ren als aan de hut gehecht. Plotseling begon<br />

mijn hart onstuimig te kloppen. Een momen'<br />

had er achter een der ramen een licht geflik<br />

kerd. Ik hoorde h<strong>et</strong> zadel van mijn oom kraker<br />

toen hij afsteeg, maar ik kon mijn blikken nog<br />

steeds ni<strong>et</strong> van de hut afwenden. Direct was<br />

h<strong>et</strong> licht weer verdwenen geweest. Toen kwam<br />

h<strong>et</strong> terug - een witte plek, die langs h<strong>et</strong> raam<br />

streek, en toen was hel weer verdwenen.<br />

„Er brandt vuur in de hut," fluisterde mijn<br />

oom.<br />

Hij stond nu naast zijn paard. Voorzichtig,<br />

zonder geluid te maken, kwam ik ook uit den<br />

zadel. Mijn oom liep langzaam naar den rand<br />

der open plek. Ik volgde hem. Weldra waren<br />

we ni<strong>et</strong> meer door h<strong>et</strong> bosch beschermd.<br />

„Ga achter een boom staan," zei mijn oom<br />

zachtjes.<br />

We stonden op nog geen halven m<strong>et</strong>er van<br />

elkaar, ieder achter een boom.<br />

„Pas nu opl" zei mijn oom. Toen trad hij op-<br />

zij, zoodat hij nog slechts fialf door den boom<br />

beschermd was, en riep „Hallol"<br />

Hij luisterde eenige oogenblikken, maar alles<br />

bleef stil. Toen riep hij weer: „Hallo . . ." Doch<br />

ook dit keer kwam er geen antwoord.<br />

„Wacht hier," zei hij toen, en stak h<strong>et</strong> open<br />

gedeelte van h<strong>et</strong> bosch over. Hij liep zeer be-<br />

hoedzaam, zijn buks gereed om te schi<strong>et</strong>en. De<br />

neervallende droppels k<strong>et</strong>sten op mijn jas, op<br />

mijn hoofd. De kou greep mij als m<strong>et</strong> een ijzige<br />

hand. Ergens ver weg kraaide een haan. Mijn<br />

• oom had zich nu zoowat tien m<strong>et</strong>er van mij<br />

verwijderd. Ik kon ni<strong>et</strong> langer alleen blijven, en<br />

volgde hem. De buks, dien hij mij had gege-<br />

ven, haalde ik uit den holster. Daar al de aan-<br />

dacht van mijn oom bij de hut was, hoorde hij<br />

ni<strong>et</strong> hoe ik hem volgde. Hij liep door.<br />

H<strong>et</strong> was zoowat honderd m<strong>et</strong>er tot aan de<br />

hut, maar nooit zal ik een längeren tocht ma-<br />

ken! Indien de wereld ónder mijn vo<strong>et</strong>en uit-<br />

eengespat was, zou h<strong>et</strong> mij ni<strong>et</strong> verbaasd heb-<br />

ben. Eindelijk waren wij bij de hut, en mijn oom<br />

klopte m<strong>et</strong> zijn knokkels op de deur.<br />

Na een poos riep er een stem in de hut;<br />

„Ja . . . Kom maar binnen . . ."<br />

Mijn oom duwde de deur m<strong>et</strong> zijn schouder<br />

open; m<strong>et</strong> één stap was hij over den drempel.<br />

Ik volgde hem onmiddellijk.<br />

Eenmaal binnen, bleef mijn oom staan. Hij<br />

sprak geen woord. Zijn buks hield hij in de<br />

hand. H<strong>et</strong> zoü echter slechts een kwestie van<br />

de fractie eener seconde zijn geweest, want<br />

tegenover hem in de kamer stond een man, die<br />

. eveneens een buks in zijn hand hield. Een vuur,<br />

dat achter hem in den open schouw brandde,<br />

wierp een flauw lichtschijnsel door de kamer.<br />

De man leek er nog grooter door dan hij al<br />

was. Zijn gezicht was begroeid m<strong>et</strong> een zwaren<br />

stoppelbaard. Zijn haar was dik, zwart en on-<br />

gekamd. Zijn oogen leken wel kleine plasjes<br />

zwarte olie. Hij staarde mijn oom doordringend<br />

aan.<br />

Opeens zag ik, dat hij ni<strong>et</strong> alleen was, Aan<br />

zijn rechterkant stond een meisje, dat zich aan<br />

zijn broekspijp vasthield. Ze zag er zindelijk en<br />

helder uit, en ze was op haar bloote vo<strong>et</strong>en.<br />

Ze leek sprekend op den man. Haar leeftijd was<br />

aan haar gezicht ni<strong>et</strong> te definieeren; h<strong>et</strong> had<br />

van een vrouw van middelbaren leeftijd of van<br />

een kind kunnen zijn. Toch schatte ik haar ni<strong>et</strong><br />

ouder dan negen jaar, hoogstens tien.<br />

Links van den man, zich eveneens aan zijn<br />

broekspijp vasthoudend, stond een jong<strong>et</strong>je, dat<br />

misschien ni<strong>et</strong> ouder dan een jaar of zes was.<br />

Hij was een miniatuur van den man — m<strong>et</strong> de-<br />

zelfde stille, zwarte oogen, h<strong>et</strong>zelfde ongekam-<br />

de zwarte haar. Of hij bang geworden was<br />

door onze onverwachte komst, of zich alleen<br />

maar verbaasde, li<strong>et</strong> hij ni<strong>et</strong> merken.<br />

We stonden daar, zwijgend, bewegingloos,<br />

alle vijf. Eindelijk was h<strong>et</strong> de man, die de stilte<br />

verbrak.<br />

„Dus je hebt me gevonden. Evert," zei hij.<br />

„Ik verwachtte je." Hij li<strong>et</strong> den loop van zijn<br />

buks naar den grond zaKken. Toen draaide hij<br />

zich om, li<strong>et</strong> de kinderen staan zooals zij ston-<br />

den, en z<strong>et</strong>te zijn geweer in een hoek van h<strong>et</strong><br />

vertrek.<br />

„Doe de deur dicht en kom bij de kachel.<br />

Jullie zullen wel koud en nat zijn," zei hij.<br />

Mijn oom li<strong>et</strong> zijn buks eveneens zakken,<br />

„Doe de deur dicht," zei hij tegen mij, en na<br />

zijn geweer tegen den wand te hebben gez<strong>et</strong>,<br />

hield hij zijn handen boven de kachel. De man<br />

stak ondertusschen een lamp aan.<br />

„Nu je toch hier bent, kan h<strong>et</strong> geen kwaad<br />

meer om licht te maken," zei hij.<br />

„Ben je bang voor de Karstens?" vroeg mijn<br />

oom.<br />

„H<strong>et</strong> loont in ieder geval de moeite om voor-<br />

zichtig te zijn," antwoordde de mari. „Ik geloof<br />

dat we wel wat kunnen <strong>et</strong>en voordat we weg-<br />

gaan."<br />

„Ik geloof h<strong>et</strong> ook," zei mijn oom.<br />

De man ging naar de keuken, die door de<br />

open deur zichtbaar was.<br />

„In de schuur is er voer voor je paarden,"<br />

zei hij, over zijn schouder heen.<br />

„Ik denk, dat je ze b<strong>et</strong>er wat te <strong>et</strong>en kunt<br />

geven voordat we teruggaan," zei mijn oom<br />

tegen mij.<br />

Toen ik terugkwam uit de schuur, zat mijn<br />

oom voor de kachel; hij had zijn laarzen uitge-<br />

trokken en li<strong>et</strong> zijn vo<strong>et</strong>en drogen. Ik kon ni<strong>et</strong><br />

nagaan of hij den man in de keuken in h<strong>et</strong> oog<br />

hield. H<strong>et</strong> meisje was eveneens in de keuken.<br />

Een aangenaam-prikkelende geur van koffie<br />

zweefde door h<strong>et</strong> vertrek. De jongen stond m<strong>et</strong><br />

zijn rug tegen den muur naast de kachel ge-<br />

leund. Hij keek me aan, terwijl ik op de kachel<br />

toeliep, en ook terwijl wij zaten te <strong>et</strong>en hield<br />

hii z!jn blikken geen oogenblik van mij af.<br />

Buiten brak de schemering aan. Minuten gin-<br />

gen voorbij en niemand sprak een woord. Eén<br />

keer stond de man op en liep om de tafel heen<br />

om een stuk spek voor den jongen te snijden.<br />

H<strong>et</strong> was mijn oom, die h<strong>et</strong> eerst i<strong>et</strong>s zei. Hij<br />

had al dien tijd op zijn bord zitten staren. Nu<br />

hief hij zijn hoofd op en keek den man, die<br />

tegenover hem zat, strak aan. De man keek<br />

eveneens op . . . Toen vroeg mijn oom:<br />

„Heb je P<strong>et</strong>er Karsten gedood, Monten?"*<br />

De man kneep even zijn oogen dicht. Toen<br />

zei hij: „Ik we<strong>et</strong> h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>. Evert! De Karstens<br />

zeggen dat ik h<strong>et</strong> gedaan heb."<br />

Mijn oom knikte.<br />

„Ik geloof, dat je we<strong>et</strong>, dat hun moeder een<br />

Karsten was?" — De man wees m<strong>et</strong> zijn hoofd<br />

in de richting van de beide kinderen.<br />

„Ja." Mijn oom zei h<strong>et</strong>, zonder zijn blikken<br />

van den man af te wenden.<br />

„Je we<strong>et</strong> ook, dat de Karstens h<strong>et</strong> nooit goed<br />

vinden, dat een van hen m<strong>et</strong> iemand uit een<br />

andere streek trouwt? Ze beweren altijd, dat zij<br />

die vrouw of dien man weer terugkrijgen. Wel,<br />

toen ik m<strong>et</strong> Sofie trouwde, nam ik dat ni<strong>et</strong> zoo<br />

ernstig op. En zij ook ni<strong>et</strong>. Maar een maand ge-<br />

leden is zij er m<strong>et</strong> P<strong>et</strong>er vandoorgegaan. Hij<br />

had hier vaak om de hut gezworven. Daar ze<br />

de kinderen bij mij hadden gelaten, li<strong>et</strong> ik hen<br />

ongemoeid. Gisteren . . . neen, eergisteren, want<br />

h<strong>et</strong> is al ochtend, eergisteren was ik bij de<br />

kreek. Ik had wat gedronken, maar toch ni<strong>et</strong><br />

zooveel of ik kon nog heel goed zien, dat Pe-<br />

ter en nog zes mannen van zijn familie naar<br />

de hut slopen. Ze zagen mij^ni<strong>et</strong>, maar ik hoor-<br />

de P<strong>et</strong>er duidelijk zeggen: ,,lk we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> wat<br />

haar bezielt, maar ze wil de kinderen hebben.<br />

Wachten jullie hier, tot ik m<strong>et</strong> hen terugkom..."<br />

„Hij wacht tof Jantje zijn eerste woord zal<br />

zeggen ..."<br />

(D/e Woche)<br />

„Maar Ernestine, h<strong>et</strong> was toch maar. een<br />

grapje. Ik verzeker je heusch, dat Zarah Lean-<br />

der werkelijk ni<strong>et</strong>s voor mij b<strong>et</strong>eekent."<br />

(Dat III. 8/alO<br />

Hij liep naar de hut . . . „Blijf daar!" riep ik.<br />

H<strong>et</strong> heeft geen zin. Evert, om alle hooge<br />

woorden te herhalen, die er over en weer ge-<br />

uit werden voordat we aan h<strong>et</strong> vechten waren.<br />

Natuurlijk vielen ze mij m<strong>et</strong> hun allen aan. Ik<br />

had mijn buks, en zij waren ook gewapend. Ik<br />

ben er zeker van, dat ik vier schoten hoorde.<br />

Eén der schoten mo<strong>et</strong> van mij geweest zijn,<br />

want mijn geweer was vuil toen h<strong>et</strong> achter den<br />

rug was, en ik we<strong>et</strong> zeker, dat ik h<strong>et</strong> twee da-<br />

gen tevoren pas had schoongemaakt. En . . . dat<br />

is alles. Evert! Zoo zeker als we hier zitten<br />

we<strong>et</strong> ik verder ni<strong>et</strong>s."<br />

Toen hij zweeg, vroeg mijn oom: „Er was ze-<br />

ker niemand anders bij behalve de Karstens?"<br />

„Neen." zei de man.<br />

„En hoe zeiden ze ook weer, dat h<strong>et</strong> gebeur-<br />

de: dat je hem in koelen bloede had neerge-<br />

schoten, is h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>?"<br />

„Ze zeiden, dat ik in een hinderlaag had ge-<br />

legen . . ."<br />

„Dat zullen ze natuurlijk ook voor den rech-<br />

ter zeggen." merkte mijn oom op. Hij zweeg<br />

en scheen naar i<strong>et</strong>s te zoeken op h<strong>et</strong> gezicht<br />

van den man tegenover hem, „Ik geloof, dat je<br />

beseft, dat je voor den rechter geen enkele<br />

kans hebt . . ." zei hij toen.<br />

..Ik wèèt h<strong>et</strong> . . ."<br />

„Waarom ben je dan hier?" vroeg mijn oom.<br />

„De grens is ni<strong>et</strong> ver. Je had al weg kunnen<br />

zijn!"<br />

„Voor hen . . ." zei de man. en hij wees m<strong>et</strong><br />

zijn hoofd naar de kinderen. „Ik heb liever ni<strong>et</strong>,<br />

dat hun moeder hen grootbrengt. Ze is een<br />

echte Karsten gebleven. Ik hoop, dat er iemand<br />

gevonden wordt, die hen tot zich wil nemen..."<br />

„Maar de rechter . . ." begon mijn oom, toen<br />

zweeg hij plotseling om te vervolgen: „Je kunt<br />

b<strong>et</strong>er alles in den wagen ladenl Je kunt h<strong>et</strong><br />

noodig hebben. Je komt misschien ni<strong>et</strong> meer<br />

terug."<br />

Twee uur later reden wij terug over den weg,<br />

dien wij in de duisternis vóór de ochtendsche-<br />

mering gekomen waren. Hel regende ni<strong>et</strong> meer.<br />

Mijn oom en ik reden naast elkaar. Vóór ons<br />

uil rolde de wagen over den hobbeligen weg.<br />

Op den wagen zat. als gevangene van mijn<br />

oom. de man, en mende de paarden. Aan zijn<br />

eenen kant zal de jongen, aan den andere hel<br />

meisje.<br />

Drie uur lang reden we zoo voort, m<strong>et</strong> als<br />

eenig geluid h<strong>et</strong> geratel van den wagen over<br />

den weg. Toen gaf mijn oom zijn paard de spo-<br />

ren. Toen hij naast den man reed, zei hij: „Ik<br />

geloof, dal je nu ni<strong>et</strong> meer dan een paar kilo-<br />

m<strong>et</strong>er van de grens bent. — Volg dezen weg<br />

en kom ni<strong>et</strong> meer terug."<br />

De man staarde mijn oom zwijgend aan. „En,"<br />

zei mijn oom, „ik heb gisteren nog gehoord,<br />

dal ze even over de grens houthakkers kunnen<br />

gebruiken. Je kinderen kunnen er naar school<br />

gaan en alles. Maar kom nooit meer terug." En<br />

toen keerde hij zijn paard en reed terug naar<br />

de plaats waar ik op hem wachtte.<br />

Alsof hij half versuft was, keek de man hem<br />

even na. Toen z<strong>et</strong>te hij zijn paarden tot meer<br />

spoed aan. Daarop riep hij opeens: „Evert , , .<br />

ik . , . ik . . . dank je vooral voor hèn . . ,"<br />

Toen keek hij weer voor zich en reed de<br />

grens over<br />

„Rechters," zei mijn oom, „houden nog vast<br />

aan den ouden stelregel „Oog om oog, tand<br />

om tand". Dat mag juist zijn, voor zoo ver ik<br />

we<strong>et</strong>, maar er zijn gevallen waarin h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> op-<br />

gaat. Dan tellen zij de oogen ni<strong>et</strong> goed. Ze<br />

zouden hèm hebben opgehangen en de kinde-<br />

ren naar hun moeder hebben gestuurd, en wat<br />

je ook zou hebben gezegd, ni<strong>et</strong>s zou hen heb-<br />

ben kunnen overtuigen, dat zij drie menschen<br />

straften voor een . . . dat ze drie oogen namen<br />

voor één . . ."<br />

Terwijl wij verder reden keek mijn oom een<br />

keer over zijn schouder. De wagen was reeds<br />

tusschen de boomen vedwenen. Toen gaf hij<br />

mij een knipoogje.<br />

..Je begrijpt h<strong>et</strong> zeker wel, hè?" zei hij.<br />

Ik begreep hef, maar terwijl ik naar h<strong>et</strong> touw<br />

keek dat aan zijn zadelknop bevestigd was, be-<br />

greep ik óók opeens, dat er een onderdeel van<br />

h<strong>et</strong> spel was, dat ik nog nooit had gespeeld in<br />

mijn jeugd . . .


Êmm<br />

Schani, Wendelin en Hannerl In goede stem ming.<br />

Schani en Wendelin in gespannen aandacht.<br />

\<br />

o<br />

Vol levensvreugde I<br />

mf<br />

IRAU IM<br />

Regie: Gerhard Lamprecht.<br />

Hannerl Hertha Feiler<br />

Alois Attila Hörbiger<br />

Schani Oskar Sima<br />

Wendelin Fritz Rasp<br />

f ranz Alexander Trojan<br />

Brunner Herbert Gernot<br />

Ker yllis Werner Scharf<br />

H^i Olly Holzmann<br />

Bäu 9erl Eduard Spiess<br />

Rolverdeeling:<br />

{Ufa-Ulm)<br />

Politie-beamte Rudolf Carl<br />

Een jongen Kurt Filipp<br />

Conducteur Ferry Wondra<br />

Hengelaar Karl Forest<br />

1e waker Oskar Wegrostek<br />

2e waker Wilhelm Hufnagl<br />

3e waker Hans Kammauf<br />

Een verliefd paar Alfred Lehner<br />

Lisl Kinast<br />

O "kt P J Waa . r d , e blauwe Donau en haar begeleider, h<strong>et</strong> Donaukanaal, h<strong>et</strong> dicht-<br />

bebouwde gedeelte van de groote stad binnenstroomen, is de werkplaats van vier<br />

h..«..'— -"L 0iS/ J Schani ' Wendelin en F""- 'n een oude barak hebben zij hun<br />

„bureau ingericht en daarnaast strekt zich de groote opslagplaats uit,, die tot in de<br />

uiterste hoekjes vol staat m<strong>et</strong> oude carosserieën, mrotorfi<strong>et</strong>sen, motoren, afgedankte auto-<br />

h!. ul'^T 00 ^ < ? ie VOOr ? nd . ere me J nsch « s n "i<strong>et</strong> veel meer dan. afval zijn, maar voor<br />

h<strong>et</strong> klaverblad van vier nog heel waardevol materiaal en... hun dagelijksch brood be-<br />

teekenen. Want m<strong>et</strong> deskundige blikken en handen sorteeren zij, verb<strong>et</strong>eren, zagen,<br />

vijlen kloppen en hameren, om daarna de gerepareerde onderdeeien weer te verkoopen.<br />

Alois is om zoo te zeggen de ongekroonde heerscher van h<strong>et</strong> troepje. Hij is een<br />

kerel als een duivel, overloopend van moed en kracht en levenslust. De vrouwen en<br />

T. e ' SJe L-T 6 " ? 0V . er * 1 . ".*' t0tdat - ■ • totdai r 'J komt ' de wouw, die h<strong>et</strong> leven van<br />

Alois Handler en de vriendschap van vier compagnons een be<strong>et</strong>je in de war schopt H<strong>et</strong><br />

IT. n L ie . W ! V d ? m , anier ' waarop A,ois al,n xi i n Hanner| « gekomen. Midden<br />

uit h<strong>et</strong> Donaukanaal heeft hij haar opgehaald, waar zij rust meende te vinden van een<br />

leven en een lot dat zij ni<strong>et</strong> langer kon dragen. Alois heeft den tact om h<strong>et</strong><br />

STROM<br />

schuwe schepsel ni<strong>et</strong> te vragen naar h<strong>et</strong> hoe en waarom. Hij houdt haar bij zich en<br />

verdraagt terwille van haar de gloeiende jaloezie van den jongen Franz, en de woede<br />

van de beide andere kameraden, die hun samenwerking bedreigd wanen door de aan-<br />

wezigheid van een vrouw, een indringster. Tot Hannerl op een nacht verdwenen Is -<br />

en m<strong>et</strong> haar de kas van de „zaak", die drieduizend mark telde! Drieduizend mark, die<br />

h<strong>et</strong> viertal moeizaam had opgespaard om er een nieuwen vrachtauto van te kunnen<br />

koopenl Alois is tot in h<strong>et</strong> diepst van zijn ziel gegriefd en heeft in zijn bittere teleur-<br />

stelling ni<strong>et</strong>s anders dan harde woorden voor de gevluchte vrouw. Maar nu zijn h<strong>et</strong><br />

de anderen, die h<strong>et</strong> opnemen voor Hannerls rechtschapenheid en terwijl Alois doelloos<br />

ronddoolt langs den Donau, alleen vervuld door de gedachte, Hannerl straks te vinden<br />

en dan h<strong>et</strong> gestolen bedrag van haar terug te eischen, volgen de drie andere kameraden<br />

een spoor, dat hun m<strong>et</strong> hoop vervult. Zij doorzoeken h<strong>et</strong> huis van den advocaat Brunner,<br />

dien zij voor ni<strong>et</strong> geheel onschuldig aan den diefstal houden, en inderdaad vinden zij<br />

op een verborgen plekje h<strong>et</strong> gestolen geld.<br />

Wat zou er echter inmiddels m<strong>et</strong> Hannerl zijn gebeurd? In zijn vertwijfeling is Alois<br />

beland in een Roemeensche kroeg in een duister steegje. Dan hoort hij plotseling in de<br />

achterkamer een vrouweslem gillen. H<strong>et</strong> is de stem van Hannerl! Alois stormt naar binnen.<br />

H<strong>et</strong> eene woord volgt op h<strong>et</strong> andere en nu ervaart hij, hoe de ware stand van zaken<br />

is. Hannerl Is de ongelukkige vrouw van den smokkelaar Keryllis, die haar steeds Vil<br />

gebruiken als werktuig van zijn duistere plannen en die 'haar weggehaald heeft van de<br />

vier kameraden, nadat hij door Brunner op de hoogte is gebracht van haar verblijf. Om<br />

der wille van h<strong>et</strong> misdadige leven van haar man heeft Hannerl indertijd den dood willen<br />

zoeken. Na een heftige woordenwisseling slaagt Alois er in, om, gesteund door Hannerl,<br />

den smokkelaar neer te slaan. De vrouw neemt hij mee naar huis.<br />

Triomfantelijk komen de vrienden m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> geld aandragen en ook zij zijn erg blij<br />

over Hannerls terugkeer. Dan verschijnt In de krant h<strong>et</strong> bericht, dat Keryllis dood is ge-<br />

vonden. Nog denzelfden nacht besluiten Alois en Hannerl zich aan te melden als de<br />

vermoedelijke moordenaars van den smokkelaar. De commissaris verklaart echter, d'at<br />

de ware moordenaar reeds in hechtenis is genomen en alles heeft bekend. H<strong>et</strong> is Brunner.<br />

Eenige weken later wordt de bruiloft gevierd. De gasten houden hun intocht op «•«-<br />

spiksplinternieuwen vrachtauto en wachten dan op Alois en Hannerl. Maar die twee spar-<br />

telen vroolijk In de golven van den Donau, den stroom, die hen tot elkander heeft gebracht.


I<br />

de Amerikaan Burn<strong>et</strong>t Warden tot h<strong>et</strong><br />

bn van w<strong>et</strong>enschappelijke onderzoekingen<br />

pars door donker Afrika trok, slechts ver-<br />

geze| door 'n viertal inheemsche dragers, ont-<br />

WT" OP een ochtend h <strong>et</strong> spoor van een<br />

tijgen lie reeds verschillende slachtoffers onder<br />

de beyfoners van de streek had gevonden. War-<br />

den hlsloot jacht op h<strong>et</strong> dier te maken, maar<br />

h<strong>et</strong> I ƒ te hem ni<strong>et</strong>, h<strong>et</strong> te ontdekken. Intusschen<br />

was M<strong>et</strong> al ongeveer vijf uur geworden, en de<br />

dmstfrnis zou w»ldra invallen. Zijn dragers stel-<br />

den/hem daarom voor, in een kraal te over-<br />

nachten, die dicht in de buurt was, maar War-<br />

den voelde daar ni<strong>et</strong>s voor. Hij wist uit ervaring<br />

hoe h<strong>et</strong> daar kon ruiken, en bovendien had de<br />

bewuste tijger reeds eenige malen een inval in<br />

zoon mheemschen-nederz<strong>et</strong>ting gewaagd, en<br />

"Ifs uit een hut een oude vrouw weggesleept.<br />

Daarom besloot hij maar liever op de gewone<br />

wijze in tenten te kampeeren.<br />

De plaats die hij voor zijn nachtleger uit-<br />

zocht, was een pas kaal gehakte plek in de<br />

jungle. De boomen en pruiken waren wegge-<br />

kapt, en eenige stammen had^ men reeds ver-<br />

brand om er houtskool van te winnen. Er leek<br />

geen b<strong>et</strong>ere gelegenheid to vnden, in de buurt-<br />

de grond was schoon en vlok<br />

In de buurt liep een klem nvJerlie, eigenlijk<br />

slechts een soort greppel, gevuld m<strong>et</strong> wat<br />

water maar er stond in ieder geval meer in<br />

dan Warden en zijn mannen noodig hadden.<br />

Binnen ongeloofelijk korten tijd had zijn „hoofd-<br />

man h<strong>et</strong> wonder van de jungle gewrocht om<br />

een uitstekenden maaltijd van drie gangen ge-<br />

reed te maken boven een paar steenen en een<br />

vuurtje van eenige droge takken.<br />

Warden at zijn diner bij h<strong>et</strong> schemerige licht<br />

van de opkomende maan, terwijl de jungle don-<br />

ker en dreigend om hem oprees. Na een<br />

PUP gerookt te hebben, besloot hij, omdat hij<br />

moe was vroeg te gaan slapen, en hij beval<br />

zijn hoofdman - die nu, evenals de drie andere<br />

dragers, tamelijk zenuwachtig was gewordenl -<br />

om hem bij h<strong>et</strong> eerste morgenkrieken te wek-<br />

ken. Hun tent stond op ongeveer vier m<strong>et</strong>er af-<br />

stand van die van Warden, en in allebei bevond<br />

zich een stormlantaarn.<br />

w^dt* ^f^r. eeni9en tijd had 9«'^".<br />

werd hij plots.lmg m<strong>et</strong> een schok wakker omdat<br />

er .<strong>et</strong>s tegen een der touwen van zijn tent<br />

aanliep. De dunne paaltjes kraakten en zwaai-<br />

den heen en weer, en er ging als h<strong>et</strong> ware een<br />

nll.ng over h<strong>et</strong> linnen van de tent, alsof er<br />

OP LEVEN EN DOOD SÄV^ÄV^fÄ<br />

iemand m<strong>et</strong> een hand langs<br />

streek. Bij h<strong>et</strong> licht van de<br />

Hauw brandende lantaarn keek<br />

Warden op zijn horloge. Drie<br />

""r. .. veel te vroeg ioor zijn<br />

wekken TA u hoo ' dma " om hem reeds te<br />

wekken. Tóch was er i<strong>et</strong>s of iemand bezig bij<br />

den ingang van de tent. .<br />

. „Diljona. . . Ben jij daar?" riep Warden<br />

on« r j ,e r antwoord ' "" buiten was h<strong>et</strong><br />

opeens doodst.l geworden, en bewegen deed er<br />

van plan om h<strong>et</strong> overslag van de tent te openen<br />

ten emde te zien wie er was. Maar op h<strong>et</strong>zelf-<br />

dL ??? ^ '^ bl0ed ,e bevrie «". want<br />

door h<strong>et</strong> dunne linnen heen drong er een geur<br />

naar bmnen een scherpe, prikkelende geur, die<br />

ir., **"> van<br />

0J'A12 u.^ tOCh ni<strong>et</strong> Z00 0**»m was<br />

om dier In binnen te komen als in een van gras<br />

opg<strong>et</strong>rokken hut. In ieder geval hoorde Warden<br />

kTonT 9 !. OO0enb,ikken "'•* -"«er h<strong>et</strong> zachte<br />

klop-klop-klop van zijn pooten en even later<br />

bewees h<strong>et</strong> kra en van een paar takken, dat hij<br />

zich in de jungle terugtrok.<br />

Warden wachtte tien minuten, om er zeker<br />

van te zijn, dat de tijger verdwenen was. Toen<br />

opende h.J voorzichtig den overslag van de<br />

tent en keek naar buiten. Alles wat hij kon zien<br />

was de door h<strong>et</strong> maanlicht beschenen open plek<br />

en de dreigende jungle er omheen. Hij riep<br />

om zijn hoofdman en de drie andere inheem-<br />

schen maar h<strong>et</strong> eenige antwoord dat hij kreeg<br />

was de echo, die teruggekaatst werd door den<br />

duisteren muur van boomen. Hij riep luider en<br />

nog eens, maar h<strong>et</strong> donkere, dreigende woud<br />

ging voort m<strong>et</strong> zijn angst te spotten... Toen<br />

rees er een vreeselijke gedachte bij hem op<br />

Zou de tijger een bezoek aan de tent der in-<br />

heemschen hebben gebracht alvorens hij naar<br />

de zijne was gekomen?<br />

Snel trok hij zijn jas over zijn pyama aan en<br />

kroop naar buiten, zijn geweer en 'n electrische<br />

lantaarn meenemend. Angstig li<strong>et</strong> hij h<strong>et</strong> licht<br />

door de tent spelen... deze was geheel ver-<br />

laten, en er viel ook geen enkel teeken te be-<br />

kennen dat zij er geslapen hadden. Toen be-<br />

greep Warden, dat de vier mannen bang waren<br />

geweest, en naar de kraal waren gegaan om er<br />

te slapen, hem alleen in de jungle achterlatend..<br />

MIJ keerde terug naar zijn tent, en bond den<br />

overslag zoo stevig dicht als hij maar kon. Van<br />

slapen was natuurlijk geen sprake meer, daarom<br />

bleef hij opzitten, zijn geweer op zijn schoot,<br />

tot hu de fazanten hoorde roepen, terwijl zii<br />

van boom tot boom vlogen. . . Toen zag hij,<br />

L JI u" 1 J eeds 9rijS gekleurd was door h<strong>et</strong><br />

ochtendlicht Nooit nog had hij de opkomende '<br />

zon hartel.jker verwelkomd dan op dit oogenblik<br />

Êen uur later kwamen zijn hoofdman en twee<br />

der andere dragers opdagen. Ze zagen er nog-<br />

al schaapachtig uit, maar Warden had ni<strong>et</strong> den<br />

moed om hen over hun lafhartigheid te onder-<br />

houden. Hij voelde zich ziek, en wist dat hij<br />

een aanval van koorts onder zijn leden had.<br />

H.j kon ni<strong>et</strong> eens belangstelling toonen toen zij<br />

hem vertelden, dat de tijger een der dragers<br />

had opgeg<strong>et</strong>en, die op was blijven zitten uit<br />

angst dat h<strong>et</strong> dier -komen zou.. .<br />

Zoo gauw mogelijk li<strong>et</strong> Warden al zijn be-<br />

zittingen b.j elkaar pakken en haastte zich naar<br />

de eerste de beste groote nederz<strong>et</strong>ting, waar<br />

z-ch een dokter bevond. Daar kwam hij klapper-<br />

tandend van koorts aan, en werd direct in bed<br />

gestop , waarin hij een maand lang bleef lig-<br />

9en, gloeiend he<strong>et</strong> van de koorts en ijlend over<br />

een tijger, die om zijn tent sloop<br />

tafmf<br />

EEN COMPLEET VERHAAL<br />

Dek Hoevelaken bleef een oogenblik beslui-<br />

teloos voor de deur van zijn ooms kantoor<br />

staan. Toen vermande hij zich en draaide<br />

,den knop om.<br />

Mijnheer Jan Hoevelaken, een dikke, kale,<br />

blozende man, „makelaar in huizen", die ach-<br />

ter een groot bureau zat, keek verstoord op.<br />

Maar Dick wachtte ni<strong>et</strong> tot hij i<strong>et</strong>s zou zeggen.<br />

' „Ik mo<strong>et</strong> u i<strong>et</strong>s zeggen," begon hij. „Ik heb<br />

er genoeg vaftl Ik werk hier nu twee jaar<br />

tegen een salaris waarvoor een Jongste bedien-<br />

de bij een bèètje firma zich zou schamen. Dat<br />

mo<strong>et</strong> anders worden. Ik mo<strong>et</strong> verhooging heb-<br />

ben. Omdat ik uw neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong><br />

zoa beroerd weinig te verdienenI Omdat ik uw<br />

neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong>..."<br />

„Ga zitten!"<br />

Dick ging zitten.<br />

„Maar luister nu eens. . . ik. . ."<br />

„Houd je mondl"<br />

Dick hield zijn mond. — Zoo was hij.<br />

„Ziezoo," zei zijn oom. „En laat ik nu be-<br />

ginnen m<strong>et</strong> je te vertellen, dat ik hier de baas<br />

ben, en ni<strong>et</strong> j ij. Ziezoo. — En als je nu nog<br />

één keer h<strong>et</strong> hart hebt om hier zóó binnen te<br />

komen stuiven, dan ga je de laan uit. Begre-<br />

pen? — Ziezool En in de derde plaats krijg je<br />

géén opslag. — Ziezool"<br />

Dick staarde zijn oom somber aan. Deze<br />

staarde terug. Dick had zijn oom altijd als een<br />

autocraat gezien — als een man, wiens woord<br />

w<strong>et</strong> was. Sinds zijn jeugd was deze theorie<br />

hem ingefiltreerd. H<strong>et</strong> feit, dal zijn oom sinds<br />

zijn zestiende jaar, toen zijn vader en moeder<br />

door een auto-ongeluk tegelijk om h<strong>et</strong> leven<br />

waren gekomen, zijn voogd was geweest, was<br />

hieraan voor een groot deel schuld.<br />

H<strong>et</strong> was alleen doordat hij zichzelf dagen-<br />

lang moed had ingeprent, dat Dick eindelijk<br />

de stoute schoenen had durven aantrekken en<br />

om opslag vragen. Nu zijn moed door de ont-<br />

vangst, die zijn oom hem had bereid, was ver-<br />

dwenen, voelde hij zich als een ballon, waaruit<br />

h<strong>et</strong> gas is ontsnapt.<br />

„Ik b<strong>et</strong>aal je precies zooveel als ik denk, dat<br />

goed is," zei zijn oom. „En daar zul j ij tevre-<br />

den mee mo<strong>et</strong>en zijnl" Hij vouwde zijn handen<br />

over zijn fantasievest m<strong>et</strong> roode zijden spikkel-<br />

tjes. „Als ik dood ben, is de heele boel voor<br />

jou," vervolgde hij toen. „Verge<strong>et</strong> dat ni<strong>et</strong>l<br />

Tót dien tijd zul je je echter als bediende heb-<br />

ben te gedragen, en zul je hebben te doen wat<br />

ik wil. Verge<strong>et</strong> dat nooit meer. — Ik wil dat<br />

je vanavond bij me komt <strong>et</strong>en, ■ want ik heb i<strong>et</strong>s<br />

m<strong>et</strong> je te bespreken. — Ziezoo."<br />

„Maar. . ."<br />

„H<strong>et</strong> onderhoud is afgeloopenl"<br />

„Maar. . ."<br />

„Verdwijnl — Ziezool"<br />

Dick verdween. In zijn eigen kantoor geko-<br />

men, liep hij somber op zijn bureau toe, ging<br />

op de punt er van zitten en keek naar Liesb<strong>et</strong>h<br />

Swierstra, die juist binnen gekomen was en<br />

bezig was haar mantel uit te trekken. Ze was<br />

de typiste en deelde h<strong>et</strong> kantoor m<strong>et</strong> Dick.<br />

DOOR Fl D R<br />

Liesb<strong>et</strong>h was een aardig meisje om te zien,<br />

m<strong>et</strong> grappig krullende blonde haren, blauwe<br />

oogen en een frisschen rooden mond. Ze droeg<br />

er veel toe bij h<strong>et</strong> gezellig op h<strong>et</strong> kantoor te<br />

maken, en vaak wanneer Dick naar haar keek<br />

— h<strong>et</strong>geen hij nogal eens deed — moest hij bij<br />

zichzelf vaststellen, dat h<strong>et</strong> leven toch eigenlijk<br />

ni<strong>et</strong> zoo hèèl erg slecht was. Zijn genegenheid<br />

voor Liesb<strong>et</strong>h kwam echter ni<strong>et</strong> boven een soort<br />

broederlijk gevoel uit. H<strong>et</strong> was evenwel ni<strong>et</strong> al-<br />

tijd zoo geweest. Op een keer, die altijd als<br />

een historische gebeurtenis in zijn geheugen<br />

gegrift zou blijven, had hij haar eens, toen zij<br />

pas op kantoor was, een kus gegeven.<br />

Ze hadden zich samen over haar lessenaar<br />

gebogen om een brief te lezen, en h<strong>et</strong> feit, dat<br />

zij zoo dicht bij hem stond — heur haren raak-<br />

ten l<strong>et</strong>terlijk zijn wangen — was hem naar h<strong>et</strong><br />

hoofd gestegen als champagne. Dat was de<br />

eenige verklaring voor zijn gedrag. Toen had<br />

hij zijn arm om haar middel geslagen en haar<br />

een kus gegeven. . .<br />

Liesb<strong>et</strong>h had ni<strong>et</strong>s gezegd, maar was stille-<br />

tjes een eind opzij gegaan. Er was een blik in<br />

haar oogen gekomen, die maakte dat Dick zich<br />

verre van op zijn gemak voelde. Hij bezag haar<br />

nu eenvoudig als een collega, die begrip had<br />

voor zijn omstandigheden en m<strong>et</strong> hem te<br />

doen had.<br />

„Ik. . . ik heb h<strong>et</strong> gedaan," zei hij. „Ik heb<br />

om opslag gevraagd."<br />

„En wat zei hij?"<br />

„Hij zei; „Verdwijn. . ."."<br />

„En wat heb je gedaan?"<br />

„Wat kon ik anders doen dan verdwijnen?"<br />

Liesb<strong>et</strong>h slaakte een zucht. Even leek h<strong>et</strong>,<br />

naar de uitdrukking van haar gezicht te oordee-<br />

len, alsof zij zou zeggen dat hij een boek of<br />

een vloeirol naar h<strong>et</strong> hoofd van zijn oom had<br />

mo<strong>et</strong>en gooien, maar ze beheerschte zich. Ze<br />

zuchtte alleen maar. En toen ging zij weer aan<br />

haar werk.<br />

Toen Dick den volgenden ochtend op kan-<br />

toor verscheen, stond zijn gezicht nog steeds<br />

even somber. Hij hing zijn hoed op, ging aan<br />

zijn bureau zitten en begon m<strong>et</strong> zijn vingers te<br />

trommelen.<br />

Liesb<strong>et</strong>h, die reeds aan haar werk was, keek<br />

op en glimlachte opgewekt tegen hem. Maar dit<br />

had heelemaal geen invloed op Dick.<br />

„Wat vind je eigenlijk van me?" vroeg hij<br />

opeens.<br />

„Ik vind dat je best op tijd had kunnen ko-<br />

men; je bent tien minuten te laat," zei Liesb<strong>et</strong>h.<br />

Dick haalde zijn schouders op. „Probeer als-<br />

jeblieft ni<strong>et</strong> geestig te zijn," zei hij. „Daar ben<br />

ik ni<strong>et</strong> voor in de stemming. — Ik wil w<strong>et</strong>en,<br />

wat je van mij denkt, van mijn karakter en zoo.<br />

- Nou?" *<br />

„Och, je bent een goeie lobbes, zes en<br />

twintig jaar, en een neef van den baas.<br />

Maar dal schijnt je ni<strong>et</strong> veel voordeel op te<br />

leveren. Als je h<strong>et</strong> mij eerlijk vraagt, zit je on-<br />

der de plak van je ooml"<br />

„Je hebt gelijk. Ik dacht wel, dat je h<strong>et</strong> ge-<br />

foto Ufa<br />

merkt had. Ik ben een verachtelijk insect."<br />

„Een wat?"<br />

„Een verachtelijk insect. Gisteren is dit pas<br />

goed tot mij doorgedrongen."<br />

„Nou, jk mo<strong>et</strong> eerlijk zeggen, dat je open-<br />

hartig tegenover jezelf- bent," mompelde Lies-<br />

b<strong>et</strong>h glimlachend. „En dat is in ieder geval een<br />

goed ieeken. Maar verge<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>, dat zelfs in-<br />

secten zich op een gegeven oogenblik te weer<br />

kunnen stellen!"<br />

„Dat heb ik geprobeerd. Gisteren. Maar h<strong>et</strong><br />

is mislukt. Je zi<strong>et</strong>, dat ik zelfs nog erger ben<br />

dan zoo'n dier!"<br />

Liesb<strong>et</strong>h keek hem m<strong>et</strong> groote oogen aan.<br />

„Bedoel je, omdat je geen opslag hebt los-<br />

gekregen?"<br />

„Neen. — Omdat ik ga trouwen."<br />

Liesb<strong>et</strong>hs oogen werden nóg grooter.<br />

„Mijn oom zegt, dat ik mo<strong>et</strong>! Gisterenavond<br />

heb ik m<strong>et</strong> hem geg<strong>et</strong>en en toen zei hij h<strong>et</strong>.<br />

Ik mo<strong>et</strong> trouwen m<strong>et</strong> Bep van der Steen. Als<br />

ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> doe, onterft hij mij."<br />

Liesb<strong>et</strong>h zweeg om deze mededeeling te<br />

kunnen verwerken. H<strong>et</strong> leek diepen indruk op<br />

haar te maken, want er kwam een peinzende,<br />

bijna droeve blik in haar oogen.<br />

„Maar. . . maar dat is toch onzin," mompelde<br />

zij toen.<br />

„H<strong>et</strong> is geen onzin van mijn ooms standpunt<br />

bezien," zei Dick. „Haar vader is namelijk ook<br />

makelaar in huizen, en mijn oom wil nu, dat ik<br />

m<strong>et</strong> haar trouw, om de beide zaken samen te<br />

voegen."<br />

„Ken je h<strong>et</strong> meisje?"<br />

„Ni<strong>et</strong> erg goed. Ik heb haar een of twee<br />

keer gezien."<br />

„Is ze aardig?"<br />

„Och, dat gaat wel," zei Dick ni<strong>et</strong> erg en-<br />

thousiast. „Voor een meisje gaat h<strong>et</strong> wel."<br />

„Ga je werkelijk m<strong>et</strong> haar trouwen?"<br />

„Ik heb toegestemd. Mijn oom stond er op."<br />

„Zoo. . ."<br />

„Maar zelf heb ik er ni<strong>et</strong> veel zin in," bromde<br />

Dick. j.Dat heb ik ook gezegd, maar je we<strong>et</strong><br />

hoe mijn oom is. Ik wil heelemaal nog ni<strong>et</strong><br />

trouwen I"<br />

Liesb<strong>et</strong>h boog zich over haar schrijfmachine.<br />

„Houd je ni<strong>et</strong>. . ." Ze vond h<strong>et</strong> erg moeilijk<br />

om de juiste woorden te vinden, en haar stem<br />

klonk bijna fluisterend,— „houd je ni<strong>et</strong> van een<br />

ander meisje?"<br />

„Neen," zei Dick kort.<br />

„Och," zei Liesb<strong>et</strong>h, „in dat geval kun je nel<br />

zoo goed m<strong>et</strong> haar trouwen als m<strong>et</strong> een ander."<br />

„Daar gaat h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> om."<br />

„Waarom dèn?"


„Wel, mijn oom heeft ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> recht om m ij n<br />

vrouw te kiezen."<br />

„Maar," zei Liesb<strong>et</strong>h zakelijk, „ais je ni<strong>et</strong><br />

flink genoeg bent om haar zélf te kiezen, waar-<br />

om zou hij h<strong>et</strong> dan ni<strong>et</strong> doen?"<br />

„Wie zegt, dat ik daar ni<strong>et</strong> flink genoeg<br />

voor ben?"<br />

„Je hebt daarn<strong>et</strong> zelf gezegd, dat je een ver-<br />

achtelijk insect was," wees Liesb<strong>et</strong>h hem te-<br />

recht. „En dat is zoo."<br />

„O ja?"<br />

Jal"<br />

„Waarom zeg je zooi<strong>et</strong>s onaangenaams<br />

tegen mij?"<br />

„Omdat ik daar zin in heb."<br />

„Ja maar. .."<br />

De deur van h<strong>et</strong> kantoor vloog open. H<strong>et</strong><br />

kal«, blozende hoofd van Dicks oom verscheen<br />

om den hoek.<br />

„Zitten jullie toch ni<strong>et</strong> zoo te kl<strong>et</strong>sen I" viel<br />

hij uit, en trok de deur weer dicht.<br />

H<strong>et</strong> was opeens doodstil, en men hoorde al-<br />

leen nog maar h<strong>et</strong> geratel van Liesb<strong>et</strong>hs schrijf-<br />

machine en h<strong>et</strong> gekras van Dicks pen...<br />

H<strong>et</strong> resultaat van dit onderhoud was een<br />

zekere veAoeling tusschen Liesb<strong>et</strong>h en Dick.<br />

Pu 'u' a0n zijn bur * au en *•' fleen woord.<br />

Liesb<strong>et</strong>h zat aan haar schrijfmachine en zei<br />

evenmin i<strong>et</strong>s. H<strong>et</strong> was een stemming om er een<br />

op cadeau te gevert.<br />

De toestand begon op Dicks zenuwen te wer-<br />

ken want hij zei graag af en toe i<strong>et</strong>s tegen<br />

Liesb<strong>et</strong>h, en eindelijk, op een oditend, pro-<br />

beerde hij weer gewoon te doen.<br />

„Ik ben gisterenavond m<strong>et</strong> haar naar den<br />

bioscoop geweest," zei hij opeens.<br />

... ;' Zo ?'■ " mom P*^e Liesb<strong>et</strong>h, verwoed door-<br />

tikkend.<br />

„Ik geloof dat ik m<strong>et</strong> haar ga trouwen óók,"<br />

zei hij, wat onhandig.<br />

„Zoo.. ."<br />

„H<strong>et</strong> was een aardige film," vertelde Dick<br />

verder.<br />

„Zoo..."<br />

„Maar toch was er ni<strong>et</strong>s aan," vervolgde Dick<br />

..Er zit ni<strong>et</strong>s bij. Ik bedoel bij haar ni<strong>et</strong>. Ze<br />

iegt overal ja-en-amen op."<br />

BndeKjk vertoonde Liesb<strong>et</strong>h beekenen van<br />

ontdooiing. Ze hield op m<strong>et</strong> tikken en glim-<br />

lachte flauwtjes. Dick vatte moed.<br />

„Zeg, Liesb<strong>et</strong>h," zei hij, „jij bent altijd een<br />

re . u 1 z 1 e 1 colle 0 a voor "»• fleweest. We<strong>et</strong> je geen<br />

middel waardoor ik ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> dat meisje hoef te<br />

trouwen, zonder mijn oom te beleedigen?"<br />

„Is je oom zoo geweldig belangrijk?"<br />

„Ja-a. " Dick wist ni<strong>et</strong> goed wat hij hierop<br />

antwoorden moest. „Als hij mij onterft..."<br />

„Als je daar ni<strong>et</strong> bang voor was," zei Lies-<br />

OP HUN HOEDE<br />

b<strong>et</strong>h koel, „zou je dan ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> dat meisje<br />

trouwen?<br />

„Natuurlijk ni<strong>et</strong>l"<br />

„Maar je kunt toch zeker wel voor jezelf<br />

zorgen zonder de hulp van je oom?"<br />

„Ja, maar..,"<br />

„Als ik jou was, zou ik hem zeggen dat hij<br />

naar den duivel kon loopen, m<strong>et</strong> zijn testament<br />

en zijn heele zaak er bijl"<br />

Dick bromde I<strong>et</strong>s onverstaanbaars. Deze raad<br />

scheen ni<strong>et</strong> erg naar zijn zin te zijn. Hij zei<br />

ni<strong>et</strong>s meer en ging weer aan zijn werk.<br />

Dick was practisch gesproken door zijn oom<br />

grootgebracht, en hij had er nooit over gedacht,<br />

om zich aan zijn invloed te onttrekken. Toen<br />

zijn oom had besloten, dat Dick bij hem in de<br />

zaak zou komen en h<strong>et</strong> vak van den grond af<br />

aan zou leeren, had Dick dit i<strong>et</strong>s vanzelfspre-<br />

kends gevonden. Sinds dien tijd was h<strong>et</strong> steeds<br />

zijn veriangen geweest, den een of anderen dag<br />

de zaak over te nemen. Dat wist zijn oom, en<br />

wanneer Dick wat weerspannig werd, dreigde<br />

hij altijd, hem uit zijn testament te zullen schrap-<br />

pen, een dreigement, waarvoor Dick altijd was<br />

gezwicht.<br />

Zijn oom paste deze m<strong>et</strong>hode nu ook weer<br />

toe. Bep van der Steen was een dochter van<br />

een zijner belangrijkste concurrenten, en hij<br />

wilde dat Dick m<strong>et</strong> haar trouwde ten einde de<br />

beide zaken te vereenigen. Bep bleek echter<br />

evenveel voor Dick te voelen als hij voor haar,<br />

h<strong>et</strong>geen ni<strong>et</strong> veej was.<br />

Dien avond ging Dick naar huis, terwijl h<strong>et</strong><br />

In zijn hersens een soort warwinkel van ge-<br />

dachten en plannen was. Hij wist ni<strong>et</strong>, of hij<br />

Liesb<strong>et</strong>hs raad zou opvolgen en zijn oom m<strong>et</strong><br />

zijn testament bij wijze van spreken als m<strong>et</strong> de<br />

spreekwoordelijke gebakken peren zou laten zit-<br />

ten, of dat hij zich andermaal zou verdeemoedi-<br />

gen en doen, wat hij van hem verlangde. Hij<br />

bracht den avond op zijn kamer door. Hij had<br />

beloofd, Bep een brief te zullen schrijven, en<br />

dat deed hij, en na hem op de post te hebben<br />

gebracht, ging hij naar bed. Maar toen had hij<br />

zijn besluit genomen. •<br />

Dick gedroeg zich bijna Juchthartifl toen hij<br />

den volgenden ochtend op kantoor verscheen<br />

Hij gro<strong>et</strong>te Liesb<strong>et</strong>h opgewekt, deed n<strong>et</strong> alsof<br />

hij heelemaal ni<strong>et</strong> wist, dat hij een kwartier te<br />

aat was en wierp zijn hoed m<strong>et</strong> een noncha-<br />

lanten zwaai aan den kapstok.<br />

Liesb<strong>et</strong>h was evenwel niét in zoo'n goed hu-<br />

meur Ze leek vreemd-kalm en er was een be-<br />

zorgde blik in haar blauwe oogen. Ze keek hem<br />

aan, scheen even ni<strong>et</strong> te w<strong>et</strong>en wat te doen<br />

en zei toen: „Dickl"<br />

„Ja?" vroeg hij hartelijk.<br />

Potö Eigen Archief<br />

■<br />

„Ik... ik mo<strong>et</strong> je i<strong>et</strong>s zeggen."<br />

„Als je mij maar ni<strong>et</strong> zegt, dat je van een<br />

ander houdt," zei hij eigenlijk zonder er bij<br />

te denken.<br />

„I<strong>et</strong>s over je oom."<br />

„Mijn oom? Wat dan?"<br />

„Over zijn testamentl De deur van zijn kan-<br />

toor stond open toen ik daarn<strong>et</strong> kwam, en hij<br />

telefoneerde m<strong>et</strong> zijn notaris. Hij laat zijn tes-<br />

tament veranderen. Je wordt zoo goed als ont-<br />

erfd I Ik heb h<strong>et</strong> zelf gehoord."<br />

Dick viel achterover in zijn stoel en staarde<br />

haar aan.<br />

„Onzin," zei hij schor.<br />

Maar dat geloofde hij zelf ni<strong>et</strong>. Liesb<strong>et</strong>h was<br />

ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> soort meisje om zich te vergissen. Er<br />

kwam plotseling een grimmige uitdrukking op<br />

zijn gezicht.<br />

„We<strong>et</strong> je dat zéker?" vroeg hij.<br />

„Ja. Ik heb h<strong>et</strong> immers zelf gehoord."<br />

„Dan is de maat vol," zei Dick en hij sprong<br />

overeind.<br />

„Wat ga je doen?" vroeg Liesb<strong>et</strong>h.<br />

Jk ga hem vertellen, wat ik van hem denk,"<br />

zei Dick woedend.<br />

Voocdat Liesb<strong>et</strong>h nog i<strong>et</strong>s kon zeggen,<br />

stoof hij h<strong>et</strong> kantoor van zijn oom binnen.<br />

Deze keek verrast op, wierp zijn neef een<br />

kwaden blik toe, maar eenig effect had dat ni<strong>et</strong><br />

„Leelijke, ouwe brombeer," begon Dick. -<br />

Zijn oom sprong op uit zijn stoel.<br />

„Kaalkop! • Ouwe tyranl Ik zal je nou eens<br />

feggen, wat ik al lang op mijn hart had, en dat<br />

ik vóór me heb gehouden omdat ik bang was,<br />

dat je mij er uit zou gooien. Maar nu ben ik<br />

niét bang meer. Gooi me er maar uit. Ik ben<br />

je beu...<br />

wWdcl" brulde zijn oom. „Ga zitten."<br />

„Ga zélf zittenl" viel Dick uit, ofschoon zijn<br />

oom al weer als een-keisteen in zijn stoel was<br />

teruggevallen. „Je hebt me nu Lang genoeg, ge-<br />

koejonneerd, en ik heb h<strong>et</strong> lang genoeg ver-<br />

dragen óók. Je hebt me lang genoeg als een<br />

kwajongen behandeld, leelijke, ouwe brombeer!<br />

tn ik heb nooit i<strong>et</strong>s teruggezegd. Ik heb alles<br />

maar geslikt. Maar nqu slik ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> langer.<br />

Ik vertik h<strong>et</strong>. Je zi<strong>et</strong> maar dat je iemand anders<br />

krijgt, die mijn werk zoo goed als voor ni<strong>et</strong>s<br />

do<strong>et</strong> en die bovendien nrwt de dochters van je<br />

concurrenten trouwt. Je kunt naar den duivel<br />

loopen m<strong>et</strong> je testament en je zaak er bij."<br />

„Onbeschaamde vlegel..."<br />

„Dat ben je zélfl"<br />

„Dickl" ziedde zijn oom.<br />

„Loop naar de maan m<strong>et</strong> je „ge-Dick"l En..<br />

en ik neem vandaag vrijl Adieul"<br />

Hij verli<strong>et</strong> h<strong>et</strong> kantoor, trok de deur m<strong>et</strong> een<br />

slag achter zich dicht, terwijl zijn oom verslagen<br />

m de richting staarde, waarin zijn neef verdwe-<br />

nen was. Hij had h<strong>et</strong> gevoel alsof hij een slag<br />

boven op zijn hoofd had gekregen.<br />

Liesb<strong>et</strong>h keek Dick m<strong>et</strong> groote, ontz<strong>et</strong>te oogen<br />

aan. Toch was er i<strong>et</strong>s als een glimp van be-<br />

wondering in.<br />

„Dat had je ni<strong>et</strong> gedacht, hé?" zei Dick.<br />

„Dat ik zóó tegen dien ouwe durfde optreden?<br />

Hoe klonk h<strong>et</strong>?"<br />

„Je... je was schitterendl"<br />

„Dat dacht ik ook. Niks en niemand kan me<br />

meer schelen I Ik voel me een heel ander<br />

mensch... Ik neem vandaag vacantie en als ik<br />

morgen terugkom krijg ik natuurlijk mijn ont-<br />

slag. Maar h<strong>et</strong> kan me geen lor schelen. - Ga<br />

je mee?"<br />

„Ik?" vroeg Liesb<strong>et</strong>h, één en al verbazing.<br />

„Ja, jijl Waarom ni<strong>et</strong>? Hij zal jou ni<strong>et</strong> ont-<br />

slaan. Daar mag hij je veel te graag voor en<br />

bovendien krijgt hij nooit meer iemand die zóó<br />

goed werkt. - Kom mee, we gaan h<strong>et</strong> er van-<br />

daag van nemen..H<strong>et</strong> is mooi weer en we gaan<br />

een mooien tocht bulten maken. Jij bent toch<br />

ook op de fl<strong>et</strong>s?"<br />

„Ja.' - Maar..."<br />

„Geen „maren". Poeder je neus, terwijl ik Je<br />

hoed en mantel haal..."<br />

Bijna voordat zij begreep wat er eigenlijk ge-<br />

beurde, had Liesb<strong>et</strong>h haar mantel aang<strong>et</strong>rokken<br />

en haar hoedje op heur blonde krullen gedrukt<br />

en toen voelde zij zich door den opgewonden<br />

i j J u arm O e a re P en e" mee naar buiten<br />

geloodst. H<strong>et</strong> was mooi weer; ze sprongen op<br />

hun fi<strong>et</strong>s en namen h<strong>et</strong> er van.<br />

^mmtm .<br />

„Denk je ni<strong>et</strong>," zei Liesb<strong>et</strong>h, toen zij ergens<br />

buitten in een eenvoudig landelijk cafétje koffie<br />

dronken, „dat je erg roekeloos bent geweest?"<br />

Dick grijnsde., „Ik ben h<strong>et</strong> nóg. Ik wil vrij<br />

zijn. Ik ga een baantje zoeken. Ik ga op eigen<br />

beenen staan. Maar ik ben een ezel geweest. ..<br />

misschien. . . omdat ik jóü heb meeg<strong>et</strong>roond. .."<br />

„Vind je h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>. . . eh. . . pr<strong>et</strong>tig dat ik mee<br />

ben gegaan?"<br />

„Natuurlijk. . . dat wel." Dick gaf haar een<br />

joviaal kneepje in haar arm. „Ik bedoel, dat je<br />

. morgen misschien ook moeilijkheden krijgt. Daar<br />

had ik aan mo<strong>et</strong>en denken."<br />

„Ik ben blij, dat je h<strong>et</strong> niét gedaan hebt. Ik<br />

vind h<strong>et</strong> heerlijk, zoo samen. H<strong>et</strong> is zulk mooi<br />

weer," voegde zij er snel aan toe.<br />

Toen ze naar de stad terugkeerden, na eerst<br />

ergens eenvoudig 'maar. goed te hebben ge-<br />

g<strong>et</strong>en, hing er een prachtige zilveren maan aan<br />

den hemel.<br />

„Mooi, hé," zei Dick zachtjes.<br />

„Ja," mompelde Liesb<strong>et</strong>h.<br />

„Zoo romantisch en al - dat soort gedoe<br />

meer," zei Dick.<br />

„Ja," zei Liesb<strong>et</strong>h fluisterend, terwijl ze wat<br />

dichter naast hem kwam rijden.<br />

„Echt h<strong>et</strong> soort maan om te maken dat je<br />

veel van iemand gaat houden. . ." zei Dick.<br />

Liesb<strong>et</strong>h zweeg, maar haar oogen schitterden,<br />

en ni<strong>et</strong> alleen omdat h<strong>et</strong> maanlicht er in weer-<br />

kaatste.<br />

Dick keek haar aan en opeens herinnerde hij<br />

zich dien keer, dat hij haar op kantoor ge-<br />

kust had.<br />

„H<strong>et</strong> spijt me echt," mompelde hij. „H<strong>et</strong> is al<br />

meer dan een jaar geleden, maar ik heb je al-<br />

tijd willen zeggen, dat h<strong>et</strong> me spijt?"<br />

„Wét spijt?"<br />

„Dat ik je toen een kus heb gegeven. —<br />

Vond je h<strong>et</strong> héél erg?"<br />

„Ni<strong>et</strong> als je h<strong>et</strong> had gemeend. . ."<br />

„Ik meende h<strong>et</strong>, geloof ik. Ik vond je heel<br />

erg aardig."<br />

„Je zou me ni<strong>et</strong> meer aardig vinden als je<br />

wist, wat voor afschuwelijks ik heb gedaan."<br />

„Wel bedoel je? Jij kunt ni<strong>et</strong>s afschuwelijks<br />

doen, al wilde je h<strong>et</strong>!"<br />

Liesb<strong>et</strong>h keek hem timide aan. „Maar éls ik<br />

i<strong>et</strong>s heel verkeerds tegenover je gedaan had,<br />

zou je mij dan nog aardig vinden?"<br />

„Ik heb je al gezegd, dat je dat ni<strong>et</strong> zoudt<br />

kunnen, maar goed: ik zou je nóg aardig vinden.<br />

- Wat voor een verschrikkelijke misdaad heb<br />

je begaan?"<br />

„Ik kan h<strong>et</strong> je ni<strong>et</strong> vertellen," fluisterde Lies-<br />

b<strong>et</strong>h. „Morgen zul je h<strong>et</strong> hooren, en dan zul<br />

je mij haten..."<br />

Dick staarde haar aan. Er stonden tranen in<br />

haar oogen, en ze zag opeens heel erg bleek.<br />

Er was I<strong>et</strong>s aan haar, waardoor hij als gedwon-<br />

gen werd zijn hand op de hare te leggen en<br />

haar langen tijd aan te kijken zonder I<strong>et</strong>s te<br />

zeggen. . .<br />

„Liesb<strong>et</strong>h," zei hij plotseling.<br />

„Ja-a..."<br />

,.lk heb i<strong>et</strong>s ontdekt."<br />

„Wat?"<br />

„Dat Ik ontz<strong>et</strong>tend veel van je houd. . ."<br />

Dick verwachtte ni<strong>et</strong>, dat zijn oom den vol-<br />

genden ochtend in een bijster goed humeur zou<br />

zijn toen hij op kantoor verscheen. H<strong>et</strong> ver-<br />

baasde hem dan ook ni<strong>et</strong>s, dat zijn oom hem<br />

m<strong>et</strong> een ware stentor-stem riep, zoodra hij de<br />

deur opende.<br />

Hij ging naar h<strong>et</strong> kantoor van zijn oom en<br />

bleef verrast op den drempel staan. Liesb<strong>et</strong>h<br />

stond voor h<strong>et</strong> bureau van zijn oom, haar oogen<br />

near den grond gericht en zag. er erg onge-<br />

lukkig uit.<br />

..Dick," zei zijn oom bruut, „juffrouw Lies-<br />

b<strong>et</strong>h heeft me zoojuist een bekentenis gedaan.<br />

Ze vertelde mij, dat ze gisteren opz<strong>et</strong>telijk tegen<br />

ie heeft gelogen door je te zeggen, dat ik mijn<br />

testament in jouw nadeel wilde veranderenl"<br />

Dick keek naar Liesb<strong>et</strong>h, die zoo rood werd<br />

als een pioenroos.<br />

„Gelogen?" herhaalde hij.<br />

„Er wos geen woord van waar," ^lel zijn<br />

oom uit.<br />

„Dus dèt bedoelde je gisterenavond," zei<br />

Dick, haar' nog steeds aankijkend. „Dèt was h<strong>et</strong><br />

afschuwelijke, dat je had gedaan, zooals je zei?"<br />

„Ik dacht toen ni<strong>et</strong>, dat h<strong>et</strong> afschuwelijk was,"<br />

stamelde Liesb<strong>et</strong>h. „Ik... ik vond h<strong>et</strong> zoo el-<br />

lendig voor je, dat je zoo onder de plak van<br />

je oom zat. Ik wilde je helpen, zelfstandig te<br />

worden. Ik wist dat je ongelukkig zoudt wor-<br />

den als je m<strong>et</strong> dat meisje trouwde. Ik dacht. . ."<br />

„Genoeg," viel Dicks oom uit. „Je hebt ge-<br />

logen, en daar Is alles mee gezegdl Je hebt<br />

mijn neef opz<strong>et</strong>telijk misleid."<br />

JK... ik..."<br />

„Dat verklaart gedeeltelijk je gedrag van gis-<br />

teren, Dick," zei zijn oom, „en daarom zal ik<br />

h<strong>et</strong> door de vingers zien. We zullen verg<strong>et</strong>en<br />

wat er is gebeurd, en je kunt weer aan je<br />

werk gaan."<br />

„En m<strong>et</strong> Bep van der Steen trouwen?"<br />

„Natuurlijk." Zijn oom vouwde zijn handen<br />

over zijn gestippelde fantasie-vest en lachte te-<br />

vreden. „Déèr sta ik op."<br />

Er kwam een schittering In Dicks oogen. Hij<br />

perste zijn lippen op elkaar, en keek zijn oom<br />

vastberaden aan.<br />

„Ik zal u eens i<strong>et</strong>s zeggen," viel hij toen uit.<br />

„Ik stä er op, dat ik niét m<strong>et</strong> haar trouw. Be-<br />

grijpt u dat? Je kan je Bep houden. Ik trouw<br />

niét m<strong>et</strong> haar."<br />

„Waarom ni<strong>et</strong>?"<br />

„Omdat ik m<strong>et</strong> Liesb<strong>et</strong>h ga trouwen."<br />

„Wètl" De oogen van Dicks oom schenen<br />

bijna uit hun kassen te rollen.<br />

„Dick..." riep Liesb<strong>et</strong>h.<br />

„... als ze mij wil hebben, ten minste," voeg-<br />

de Dick er bij.<br />

„Maar..." begon Dicks oom.<br />

„En wat Ik gisteren heb gezegd, blijft ge-<br />

zegd. Ik ga weg. Ik heb maling aan je testa-<br />

HOLLANDSCH LANDSCHAP Foto Eigen Archief<br />

, ment. Wat Liesb<strong>et</strong>h mij gisteren heeft gezegd,<br />

maakt geen enkel verschil. Ik had mijn besluit<br />

toen al genomen. Ik had Bep den vorigen avond<br />

al een brief geschreven om haar te zeggen, dat<br />

ik ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> haar kon trouwen. Ik. . . eh. . . wat<br />

Liesb<strong>et</strong>h mij heeft verteld, deed mij alleen maar<br />

inzien, dat ik juist had gehandeld. Dat is alles.<br />

— En nu smeer ik hem..."<br />

„Wacht even op me, Dick," rtep Liesb<strong>et</strong>h<br />

opgewekt, „Ik ga m<strong>et</strong> je mee..."<br />

Mijnheer Jan Hoevelaken zat m<strong>et</strong> open mond.<br />

Vaag vermoedde hij, dat de tijd van zijn<br />

despotisme voorbij was. Indien hij zijn neef<br />

wilde houden — h<strong>et</strong>geen zeker h<strong>et</strong> geval was<br />

— dan zou hij concessies mo<strong>et</strong>en doen.<br />

„Wacht even. . ." stamelde hij. „Jullie kun-<br />

nen mij zóó ni<strong>et</strong> laten zitten. Dick, ik zal je<br />

salaris-verhooging geven. : ."<br />

„Ik ga weg," zei Dick vastbesloten.<br />

„Maar. . . maar je bent mijn eenige erf-<br />

genaam. .."<br />

„Ik ga weg ais bediende. Ik wil blijven als<br />

compagnon."<br />

Mijnheer Jan Hoevelaken aarzelde even, maar<br />

er was zoo'n besliste blik in Dicks oogen, dat<br />

hij onmiddellijk begreep, dat er ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> hem<br />

te redeneeren viel. Maar misschien dat zoo'n<br />

resolute jongeman óók een goede com- '<br />

pagnon was.<br />

„Goed," zei hij heesch. „Je kunt blijven als<br />

mijn compagnon. Liesb<strong>et</strong>h mo<strong>et</strong> dan echter ook<br />

blijven."<br />

„Natuurlijk," zei Dick. „Maar niét lang."<br />

En om te toonen, dat hij geen ondergeschikte<br />

meer was, gaf Dick haar een kus waar zijn oom<br />

bij was. ..


fotograaf, die de OD de« olai* * ^«1 toe aan de komst van den<br />

zood'at zij hem^t^f^ Jt/r tVh!re r n ePr „ 0 o dU r eerde *}?*" "***"*'<br />

•n rui, daarvoor wiiden V^^V.^ Äs^ v^'i'ïr<br />

Deze kleine Ne-<br />

gerjongen draagt<br />

een zelf gemaak-<br />

te kroon van ge-<br />

droogde kokos-<br />

noten. Ni<strong>et</strong> al-<br />

leen zal hij hier-<br />

door gezond blij-<br />

ven, maar tevens<br />

wordt hij er door<br />

beschermd tegen<br />

koorts en andere<br />

ziekten.<br />

¥, an de vroegste tijden af tot nu toe xiin<br />

legende en werkelijkheid m<strong>et</strong> elkaar verweven<br />

geweest. Dit is vooral h<strong>et</strong> geval bij de primi-<br />

-lUrl • J-Tr De ! e mensch en pogen m<strong>et</strong><br />

allerlei middelen, die ons misschien hoogst<br />

zonderling voorkomen, h<strong>et</strong> ongeluk te bezwe-<br />

en en «i<strong>et</strong> geluk tot zich te trekken.<br />

In de oerwouden van Brazilië belijden nog<br />

talrijke inboorlingen h<strong>et</strong> zoogenaamde f<strong>et</strong>isch-<br />

geloof, waarvan vele gebruiken evenwel door<br />

de regeering zijn verboden. Heel veel dansen,<br />

die een hoogst eigenaardig rhythme hebben<br />

zijn nog een overblijfsel van dit oude geloof'<br />

en zijn bedoeld om de hulp van goede geesten<br />

in te roepen. Zoo meenen de zwarte en bruine<br />

inboorlingen bij voorbeeld, dat zij h<strong>et</strong> „booze<br />

oog kunnen bezweren m<strong>et</strong> een hoorn van een<br />

os, terwijl h<strong>et</strong> skel<strong>et</strong> van een. ossenkop geluk<br />

en vrede zou brengen. Door offers van bloe-<br />

men, vruchten en zelfs van dieren smeeken de<br />

vrouwen die graag kinderen willen hebben de<br />

genade hunner goden af.<br />

Heel eigenaardige teekens vindt men dikwijls<br />

boven de deuren, welke de hutten van palm-<br />

t'ekeT'/'Tu ••? inlanderS WOnen - •'«'"'f".<br />

nnAM f t) W " k teru a wi J«n naar andere<br />

godsdiensten. Want als de eigen goden ni<strong>et</strong><br />

helpen, neemt men zijn toevlucht tot die van<br />

andere stammen, om op deze wijze toch ge-<br />

vrijwaard te zijn tegen rampen en ongebk<br />

waarop men ni<strong>et</strong> gerekend heeftl<br />

de mSL?' 9 * ieder V |f lk ' en Zel,S ieder me ""h.<br />

de middelen om m h<strong>et</strong> reine te komen m<strong>et</strong> de<br />

machten, die ni<strong>et</strong> van deze wereld zijn h<strong>et</strong><br />

goede en h<strong>et</strong> kwade, hemel en hel? De een<br />

meent h<strong>et</strong> te kunnen vinden in verstandig rede-<br />

neeren en handelen, in een werkzaam recht-<br />

schapen leven, de ander in geloof of bijgeloof<br />

n de hut van een gezin, dat h<strong>et</strong> f<strong>et</strong>isch-<br />

geloof aanhangt, bevindt zich steeds een kle'ne<br />

afgescheiden ruimte, die als altaar wordt ge<br />

«—■<br />

Een f<strong>et</strong>.sch-pakje wordt geopend. M<strong>et</strong> een<br />

rnr^ 06 « , ; ,Chie bekij,


Vervolg van NAR2 SCHEPT ORDE<br />

„Ik ben wel is waar zeer nieuwsgierig naar h<strong>et</strong>eeen u te vprtpll*»<br />

Mooi 331 " i^h t?^. "og nieuwsgieriger nSaTuw vraagf» 1 "<br />

„Mooi — dan begin ik: Waar is juffrouw Oswald?" 6<br />

„Dat zou ik ook graag willen w<strong>et</strong>en."<br />

„Zoudt u h<strong>et</strong> w<strong>et</strong>en, indien juffrouw Oswald gearresteerd was?"<br />

„Ook wanneer zu in h<strong>et</strong> buitenland was gearresteerd?"<br />

,? esieera/<br />

„Ook dan. Dat was vraag nummer drie.<br />

„Ik dank u. Voordat ik my echter tot uw dienst zal stpll^n b«m»<br />

nog vraag nummer vier. U behoeft deze natunrliik nflf« 'K^"l*<br />

woorden; m«n tegenprestatie zou ik nSurlMh levlrln ^aï<br />

■ 5pi nc» me t0Ch zeer in teresseeren te w<strong>et</strong>en, of u den «arresteer-<br />

den Ostermann voor schuldig houdt?" gearresteer-<br />

„Ik houd Ostermann voor onschuldig"<br />

„Dat verheugt mi] uitermate. Voor ons' allebei Ik aeloof d** «r«<br />

1, äat wy<br />

thans als bondgenooten uit elkaar zullen cnanPn r,,, i.?<br />

meer wilt w<strong>et</strong>en, kunt u alt«d nog vragen"<br />

HOOFDSTUK ZESTIEN,<br />

an n0g<br />

en^ktn^ar<strong>et</strong>^p' ^^ ^ alIen a ^^^ -g een keer in<br />

mli neuker OP Vr " e ^^^ Werd ^ teId . P^beerde hy direct<br />

da^ÄtbezIrwaTvatL^ h" . t0en r ernam ik 0 " der *.<br />

m<strong>et</strong> 2«n eerLfresuTtaat noff ^ii 0 '!!, 1 " 00 * T? tal c . 0 P ieën - H « w ^<br />

was daarom nog eens begon^nL^hn"^ t?. vred en geweest, en<br />

h<strong>et</strong> hem gelukt was zich dé mnmW f U hac! , hy Semerkt, hoe goed<br />

te maken De Jeede couie vie/ni^n Wer , ke . n ^ an Meunier ei e en<br />

heid uit, maar M was er ook éelr v^ii leen tot ^ n vol,e tevredener<br />

zelf<br />

verbaasd over stonT Daar hVtot^nH 66 . 861 ' 66 ' 1, Zoodat h «<br />

moest afleverer nog bäna^twee weken Hil' ^T ^ f^ Werk<br />

eenige copieën te maken ZooTwamhpf H^t v," d ' 5 eslo J 0t hy no Z<br />

dat hii<br />

gearresteerd werd, over een taraeliik Jroót aL^i OP den d t g '<br />

Hij deelde mii dit rfni .ïf ♦IVV g ot aantal copieen beschikte.<br />

neer h<strong>et</strong> eenmaal bekend was Llwinn^ 161, ü 00 ?* Want wan -<br />

kon vaststellen, dat zii in hpt h^a Vi„l T, nieid, en die dan nog<br />

dat dit h<strong>et</strong> gestilen schilderi w« nTir n ? f i Uni . er was ' innemen 8<br />

we<strong>et</strong> u reeds ^tulderyj was. Dat ik my daarin ni<strong>et</strong> heb vergist,<br />

maL-^^i'L'eïerl'^aAT^ te ^ 00n laten ^^Uen"<br />

my daarom direct n Sidina m<strong>et</strong>" .r^ S e Z a - Ik «tlldi<br />

se bezigheid. Vóór alles waren wii er nn.Üt jf 0nze voornaa ra-<br />

ryendief te ontdekken AIIPPH H:f P • *' den waren »childe-<br />

l&heid. OsteïmanTvry te fe^^^^ w « de moge-<br />

voorgeschreven was, was aelukk^ dtZt%' i ^ S T z00 te ze 8g en<br />

^n Pe , n ' d n n m0( L hten w « 00k d e hoop koesteren den<br />

^ «ä «Osr^ r Ä SKA<br />

cal'logus staan alle schllderijeS vérmeM dfe vol.ens<br />

i.lZ"rM S v '° ■"'">"'"• >e bemachtigen ,«„ D° S<br />

hï. ïï3 P.'? " a een overeenkomst ni<strong>et</strong> denceen rtl.<br />

nerciK, zooals hy he<strong>et</strong>, een zeer voorzichtie koonpr it<br />

rWoiJ g mjurt. Ze noemde zich wel is waar<br />

AA r dï^ r LS e :as aain aan - äkÄ<br />

^ï/eStt<br />

doende om h<strong>et</strong> schildery, na de herkenningsscène -<br />

DE OUDE STADSWIJK e ' f 00 * 15 u zult begrypen, afge-<br />

sproken werk was — op de een of<br />

(fo«o E.gen Arch/./) andere wyze aan te bieden, pii<br />

Maak zelf<br />

Uw liniment.<br />

Tegen rheumatiek<br />

en spierpijnen.<br />

Om Uw rheumatiek, spierpijnen, of<br />

stijfheid te verdrijven is er ni<strong>et</strong>s<br />

b<strong>et</strong>ers dan dit eenvoudige receptje<br />

voor een sterk liniment. Haal bij Uw<br />

apotheker of drogist 85 gram terpen-<br />

tijn en 15 gram Rheumagic-olie (ge-<br />

concentreerd) die vijf krachtige pijn-<br />

doodende bestanddeelen bevat. Een<br />

15 grams-fleschje Rheumagic-Olie (ge-<br />

concentreerd) kost maar 66 cent, dus<br />

m<strong>et</strong> de terpentijn bent U voor onge-<br />

veer drie kwartjes klaar en heeft U<br />

<strong>10</strong>0 gram liniment.<br />

Vermeng de twee bestanddeelen<br />

in een schoone flesch goed door elkaar.<br />

Bevochtig de pijnlijke plaatsen er-<br />

mede zonder te wrijven of te mas-<br />

seeren en de pijn ver-<br />

dwijnt direct. Ook<br />

een Rheumagic-olie<br />

bad is uitstekend ;<br />

voeg dan een thee-<br />

lepel Rheumagic-olie<br />

bij een he<strong>et</strong> bad. Be-<br />

waar dit recept goed.<br />

Indien de benoodigde terpentijn ni<strong>et</strong><br />

verkrijgbaar is hunt U een zelfde hoe-<br />

veelheid brand-spiritus gebruiken.<br />

Aan den voorkant wit, aan den<br />

achterkant<br />

AANGETAST DOOR<br />

TANDSTEEN<br />

(Wat 4c Undipicgel Ie zien {if)<br />

Een prachtgebit!<br />

CENT PER TUBE<br />

VOLDOENDE VOOR 60 X POETSEN<br />

Alleen Solidox becal Sul-<br />

foricinoleaat (Neder-<br />

landsch Octrooi 19178),<br />

dal landsteen, de oorzaak<br />

Can üerschillende landziek-<br />

ten, voorkomt en verwijdert.<br />

V<br />

V<br />

V<br />

m/rnx<br />

.%0U<br />

Hercik kon zooi<strong>et</strong>s geen succes hebben. Hij zou onder normale<br />

omstandigheden geen schildery koopen zonder een voorafgaand<br />

onderzoek m<strong>et</strong> röntgenstralen of m<strong>et</strong> de kwartslamp. Dus moesten<br />

wy omstandigheden scheppen, waarbij aan een dergelijke analyse<br />

ni<strong>et</strong> te denken viel.<br />

Wy bedachten h<strong>et</strong> volgende plan. Lotte zou m<strong>et</strong> hem in den-<br />

zelfden coupé reizen. Even vóór de grens zou Lotte dan vernemen,<br />

dat er een byzonder strenge grenscontrole plaats zou vinden. Er<br />

was een medepassagier, die derde klasse reisde, en tot wien Lotte<br />

klaarblykelijk in een of andere verhouding stond. Beiden deden<br />

echter moeite, dit ni<strong>et</strong> te laten merken. By h<strong>et</strong> bericht 'van de<br />

aanstaande strenge grenscontrole zouden zy all<strong>et</strong>wee echter hun<br />

terughoudendheid laten varen; de man uit de derde klasse zou<br />

Lotte opzoeken, en ze moesten samen, ten prooi aan een hevige<br />

Meyer en Klaassen komen 's<br />

avonds laat in hun hotel na de<br />

vergadering en zijn in hun<br />

schik m<strong>et</strong> de rustige kamers.<br />

Ze zijn moe.<br />

Maar hoe kan een mensch<br />

slapen, als z'n buurman van<br />

de eene hoestbui in de andere<br />

schi<strong>et</strong> T Dat is nu een echte<br />

rookershoest denkt Meyer.<br />

Maar den achterkant mo<strong>et</strong> je ni<strong>et</strong> zien Wat<br />

zi<strong>et</strong> hij er gezond en sterk uit — en wat een<br />

hagelwitte tanden 1 Je zou ni<strong>et</strong> zeggen, dat ze van<br />

achteren aang<strong>et</strong>ast zijn door tandsteen. H<strong>et</strong> is ook<br />

hier weer de schijn, die bedriegt... Schitterend<br />

.witte tanden zijn soms aang<strong>et</strong>ast door verborgen<br />

tandsteen, h<strong>et</strong> grootste gevaar voor een gezond<br />

gebit. Geleidelijk vormt zich een harde laag<br />

tandsteen op den tand ha Is, die ten slotte<br />

h<strong>et</strong> uitvallen van de tanden veroorzaakt.<br />

Solidox is een heel bijzonder tandpasta,<br />

dat tandsteen verwijdert, zonder h<strong>et</strong> teere<br />

tandglazuur, h<strong>et</strong> tandvleesch of de slijm«<br />

vliezen aan te tasten. Begin daarom<br />

m<strong>et</strong> Solidox, voor h<strong>et</strong> te laat is! Solidox<br />

bevat Sulforicinoleaat, h<strong>et</strong> prepa.<br />

raat, dat tandsteen oplost, zonder h<strong>et</strong><br />

tandglazuur te schaden. Po<strong>et</strong>s Uw tanden<br />

tweemaal per dag m<strong>et</strong> Solidox en ga min.<br />

stens tweemaal per jaar naar den tandarts.<br />

joW<br />

opwinding, die den schilderyenhandelaar ni<strong>et</strong> kon ontgaan, over-<br />

leggen hoe zy zich uit hun n<strong>et</strong>elige positie zouden kunnen redden.<br />

Kortom, de schilderyenhandelaar moest den indruk krygen, dat<br />

zy probeeren wilden i<strong>et</strong>s over de crens te brengen zonder er voor<br />

te b<strong>et</strong>alen, doch ni<strong>et</strong> te wéten hoe zy dit moesten doen.<br />

Misschien klinkt h<strong>et</strong> plan, dat ik u hier wat kort sch<strong>et</strong>s, nogal<br />

onbeholpen, u kunt er echter van op aan, dat alles zóó was voor-<br />

bereid, dat Hercik. zyn hulp wel moest aanbieden. H<strong>et</strong> had ook<br />

wel heelemaal scheef mo<strong>et</strong>en gaan, indien hij hier ni<strong>et</strong> een gele-<br />

genheid had gezien, om zijn collectie schilderyen uit te breiden,<br />

zoodat h<strong>et</strong> vanzelfsprekend was dat hij hun een bod zou doen —<br />

vooral daar hun geldmiddelen klaarblijkelyk waren uitgeput!<br />

Hij staat op, klopt op de deur<br />

van Klaassen en geeft hem<br />

zijn doosje Wybert. Die helpen<br />

absoluut tegen hoest.<br />

CWord/ vervolgd).<br />

't ontbijt bedankt Klaassen<br />

hem. Ja, ze hebben puik ge-<br />

holpen en voortaan altijd Wy-<br />

bert jes mee.' Wybert-tabl<strong>et</strong>ten<br />

tegen hoest en keelpijn.


J - f'Yi^tM 11<br />

„Noem jij dat ding, dat op je hoofd staat, een hoed?"<br />

„Noem JIJ dat ding, waar je hoed op staat, een hoofd?"<br />

„Ach, Willem, wal zou ik nog graag één keer<br />

dat wonderbaarlijke accoord hooren. .."<br />

„Help je mee?"<br />

„Neen..."<br />

„Waarom ni<strong>et</strong>?"<br />

„Ik ben de bewaker<br />

„Do<strong>et</strong> u alstublieft de<br />

deur dicht, mijnheer Snij-<br />

ders."<br />

„Maar ze is dicht, juf-<br />

frouw Martens."<br />

„Ja — maar u mo<strong>et</strong> ze<br />

aan den buitenkant dicht-<br />

doen."<br />

(U,k,nlng»„: Köln. III. Zailung; Dl, Wocha; Poliilken-<br />

Saturday Evening Pott, Das ///. Blatt.)<br />

„Ik heb P<strong>et</strong>ersen altijd wel gezegd, dat hij<br />

zijn vrouw geen jiu-jitsu moest laten leeren."<br />

■<br />

v '-■-' ><br />

„Dat is mijn privé-secr<strong>et</strong>aris; m<strong>et</strong> hem kunt<br />

u converseeren. Mij mo<strong>et</strong> u alleen maar scheren."<br />

£\ä SÄ k r^ rfl,ten ' ^ ik je gulden heb geleend? ^ —"^ geleden<br />

„O neenl Die dag behoort tot<br />

mijn mooiste herinneringen.<br />

twintig<br />

Dit snoezige babygamituurtje bestaat uit een<br />

jasje en een bijpassend mutsje, gebreid uit witte<br />

en lichtblauwe babywol. Voor h<strong>et</strong> jasje is ongeveer<br />

IOO gram wol noodig en voor h<strong>et</strong> mutsje 25 gram.<br />

Verder 2 breinaalden no. 2J, een stel van 5 brei-<br />

naalden en een haaknaald, passend bij de dikte<br />

van de wol.<br />

AFKORTINGEN<br />

Steek = st., rechts = r., averechts = a., meer-<br />

deren = mrd., minderen = mind.<br />

WERKWIJZE<br />

Alle deelen van h<strong>et</strong> jasje worden volgens h<strong>et</strong><br />

schema gebreid en aan den onderkant begonnen..<br />

H<strong>et</strong> mutsje wordt in de rondte gebreid.<br />

I»>4«.M<br />

KKAAC<br />

LINKERVOORPAND<br />

JASJE<br />

UOORPAHD<br />

l-tCM<br />

Begin aan den onderkant en z<strong>et</strong> m<strong>et</strong> witte wol<br />

42 st. op. Brei hierop 12 toeren in ribbelpatroon<br />

(d.w.z. alle st. en toeren r.) ; vervolgens 2 toeren<br />

in den kousensteek (aan den goeden kant van h<strong>et</strong><br />

werk r. en aan den achterkant a.). Daarna begint<br />

h<strong>et</strong> aardige ruitpatroon in blauw-wit, dat als volgt<br />

gebreid wordt:<br />

ie toer (m<strong>et</strong> blauwe wol) : *• 3 r., 1 verdraaid<br />

r. (d.w.z. in de achterste helft van den st. in-<br />

steken en den st. r. afbreien). Herhaal vanaf •*.<br />

ze f oer (m<strong>et</strong> blauwe wol) : ♦• Den in den vorigen<br />

toer verdtaaid r. gebreiden st. nu a. afhalen (d.w.z.<br />

de draad blijft vóór de naald liggen), daarna 3 a.<br />

Herhaal vanaf *♦.<br />

3« toer (m<strong>et</strong> witte wol) ; •♦ 3 r., den volgenden<br />

\<br />

V,<br />

foto üecla<br />

blauwen st. weer afhalen.<br />

Herhaal vanaf **.<br />

4« toer (m<strong>et</strong> witte wol) :<br />

Den in den yorigen toer<br />

af gehaalden st. weer af-<br />

halen, 3 a. Herhaal van-<br />

af **.<br />

5« en 6e toer: Als de<br />

RUC<br />

3e en 4e toer.<br />

Den len tot en m<strong>et</strong> den<br />

6en toer steeds herhalen,<br />

waarbij in den len toer<br />

van h<strong>et</strong> patroon de blauwe<br />

st. steeds verdraaid r. ge-<br />

1<br />

breid mo<strong>et</strong>en worden en<br />

in de volgende toeren<br />

telkens afgehaald. In dit<br />

ruitpatroon wordt h<strong>et</strong> linkervoorpand verder gebreid,<br />

terwijl volgens h<strong>et</strong> schema gemind, wordt.<br />

H<strong>et</strong> rechtervoorpand en h<strong>et</strong> rugpand worden in<br />

h<strong>et</strong>zelfde patroon, eveneens volgens h<strong>et</strong> schema,<br />

gebreid.<br />

Voor h<strong>et</strong> rechtervoorpand worden weer 42 st.<br />

opgez<strong>et</strong> en voor den rug 84 st.<br />

DE MOUW<br />

Z<strong>et</strong> 48 st. op en brei hierop m<strong>et</strong> witte wol in den<br />

randsteek 1/1 (d.w.z. *♦ 1 r., 1 a., herhaal vanaf ••)<br />

een boordje van 5 cM. hoogte. Brei dan verder in<br />

h<strong>et</strong> ruitpatroon, terwijl weer volgens h<strong>et</strong> schema<br />

gemeerderd en gemind, wordt.<br />

HET KRAAGJE '<br />

Dit wordt eveneens volgens h<strong>et</strong> schema gebreid<br />

en aan den binnenkant (dus aan de zijde van den<br />

hals) begonnen m<strong>et</strong> witte wol. Me<strong>et</strong> hoeveel st.<br />

1 cM. breedte geven en z<strong>et</strong> dan h<strong>et</strong> benoodigde<br />

aantal st. op. Brei dan in den randsteek 1/1 tot<br />

aan de aangegeven lijn. Dan worden 6 toeren in<br />

ribbelpatroon gebreid m<strong>et</strong> blauwe wol.<br />

DE AFWERKING<br />

Z<strong>et</strong> de voorpanden en h<strong>et</strong> rugpand aan elkaar,<br />

sluit de mouwnaden en z<strong>et</strong> de mouwen in de arms-<br />

gaten. De midden voor kan ten worden eerst m<strong>et</strong><br />

1 toer vasten m<strong>et</strong> witte wol omgehaakt en dan,<br />

evenals de onderkant, m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong><br />

blauwe wol.<br />

De zijkanten van h<strong>et</strong> kraagje worden ook nog<br />

m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong> blauwe wol omgehaakt<br />

en dan wordt h<strong>et</strong> kraagje op h<strong>et</strong> jasje genaaid.<br />

H<strong>et</strong> boordje van de mouwen wordt omgesla-<br />

gen en ook m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong> blauwe wol<br />

omgehaakt. Tot sluiting dienen twee koordjes, waar-<br />

voor m<strong>et</strong> blauwe en witte wol twee einden lossen ge-<br />

haakt worden en waaraan twee blauw-witte kwasten<br />

gehecht worden.<br />

MUTSJE<br />

Begin aan den onderkant (hoofdwijdte) en z<strong>et</strong><br />

<strong>10</strong>0 st. op m<strong>et</strong> blauwe wol. Verdeel deze <strong>10</strong>0 st.<br />

over 4 naalden en brei hierop in de rondte.<br />

Biei eerst tweemaal afwisselend 1 toer a. en 1<br />

toer r., zoodat er een ribbel ontstaat ; dan volgen<br />

7 toeren in den randsteek 1/1 en daarna wordt ver-<br />

der in h<strong>et</strong> ruitpatroon gebreid (maar nu in de rondte,<br />

zoodat de st., die bij h<strong>et</strong> heen en terug breien a<br />

gebreid werden, nu ook r. gebreid mo<strong>et</strong>en worden).<br />

Brei in totaal 11 ruiten hoog, waarbij in den laatsten<br />

toer m<strong>et</strong> witte wol telkens de 3 witte st. samenge-<br />

breid worden. Dan volgt nog een blauwe toer.<br />

Daarna worden de st. afgekant en de opening aan<br />

den bovenkant ing<strong>et</strong>rokken.<br />

Ten slotte wordt' een blauw-witte kwast door<br />

middel van een 1J cM. lang snoer lossen in h<strong>et</strong><br />

midden op h<strong>et</strong> mutsje bevestigd.


„Kunt u zoo coed purdrljden, dmt<br />

u aan een wedstrijd me« kunt<br />

c2f.? ? "« v , roe,de uf «oP««nke«ra«n<br />

Willy Birgal. Eent nadat hij zijn<br />

kundigheid had bewezen, kreeg hij<br />

de rol van ritme<strong>et</strong>ter Ernst von<br />

Brenken.<br />

in de nabijheid van Angermünde<br />

op een sto<strong>et</strong>erij, die behoort bij<br />

h<strong>et</strong> kasteel Görlsdorf, wordt een<br />

gedeelte gedraaid van de buiten-<br />

opnamen voorden nieuwe Ufa-film<br />

,,... reit<strong>et</strong> für Deutschland", die<br />

h<strong>et</strong> leven weergeeft van baron von<br />

Langen. De appelschimmel Harro,<br />

een edel raspaard, is een van de<br />

hoofdvertolkers in deze film.<br />

Een paar honderd figuranten mo<strong>et</strong>en<br />

geschminkt worden en opgepo<strong>et</strong>st voor<br />

de film. De grimeurs w<strong>et</strong>en ni<strong>et</strong> hoc ze<br />

klaar mo<strong>et</strong>en komen. Dan is h<strong>et</strong> bijzon-<br />

der pleizierig als de actrice zichzelf<br />

we<strong>et</strong> te helpen.<br />

**<br />

Tournooi rijden op h<strong>et</strong> Reichssportfeld<br />

In Berlijn. De film verplaatst dezen wed-<br />

strijd naar h<strong>et</strong> Genive van den tijd na<br />

den oorlog. Voor de eerste maal zijn<br />

de Duitsche kleuren weer vertegenwoor-<br />

digd bij 't internationale ruiter-concours.<br />

"■ ^■" ppp<br />

SCÈNES U/f HEf ONTSTAAN<br />

VAN EEN NIEUWE FILM:<br />

„...reif<strong>et</strong> für Deufschhnd"<br />

jj it filmwerk is g«wijd aan de nagedachtenis van ritmeester baron<br />

von La.ngen. Arm en invalide keerde hij uit den wereldoorlog terug,<br />

waarin hij zwaar gewond was. Op de bezitting van zijn' vriend vMt hij<br />

Drie maal een schoorsteen-<br />

veger aanraken brengt geluk<br />

aan. Cerhild Welter Is een<br />

echte geluksvogel, of is h<strong>et</strong><br />

soms ni<strong>et</strong> reusachtig als je bij<br />

je eerste filmrol dadelijk als<br />

Partnerin van Willy Birgel<br />

optreedt?<br />

De slotvrouw deelt persoon-<br />

lijk h<strong>et</strong> middag<strong>et</strong>en rond, dat<br />

door pioniers gekookt is in<br />

den haché-k<strong>et</strong>el.<br />

' ■ " ^CfS^'C<br />

h<strong>et</strong> paard terug, dat in den oor-<br />

log zijn beste kameraad is ge-<br />

weest. H<strong>et</strong> was ijzeren zelftucht,<br />

die hem dwong zich gedurende<br />

een periode van de diepste ver-<br />

deemoediging aan te melden<br />

voor een internationaal spring-<br />

concours. Hij werd omgeven<br />

door een ijzige terughoudend-<br />

heid, maar er volgde een triomf<br />

zonder voorbeeld: na een groot-<br />

sche prestatie behaalde hij de<br />

overwinning voor zijn vaderland.<br />

-■.;**-Ä*i<br />

PAUIA WESSELY<br />

PAULA WESSELY in de film „Maria Ilona" (Foto Terra)<br />

Paula Wessely is ni<strong>et</strong> de e«rste Wessely, die<br />

haar naam in eere draagt. Toen Paula op<br />

school eens een gedicht moest voordragen,<br />

was de leerares vol lof over de voordracht: „H<strong>et</strong><br />

verwondert me ni<strong>et</strong>, want je draagt een beroem-<br />

den naam, Paulal In Weenen kent immers ieder-<br />

een Josephine Wessely." - Waarop de kle'ine<br />

Paula trotsch antwoordde: „Dat is mijn tante!"<br />

„Maar ni<strong>et</strong>tegenstaande deze precedenten in<br />

de familie, heeft h<strong>et</strong> toch nog lang geduurd voor<br />

ik aan h<strong>et</strong> tooneel ging," vertelde Paula Wessely<br />

ons. „Toen h<strong>et</strong> er op aankwam, was ik h<strong>et</strong> m<strong>et</strong><br />

mezelf nog ni<strong>et</strong> eens, welk beroep ik zou kie-<br />

zen. Oorspronkelijk wilde ik leerares worden,<br />

want naar 't scheen, had ik 'n bijzonderen paeda-<br />

gogischen knobbel. Wanneer we op school een<br />

moeilijk vraagstuk kregen, hielp ik mijn vriendin-<br />

n<strong>et</strong>jes altijd. Zij waren van meening, dat ik alles<br />

veel b<strong>et</strong>er en begrijpelijker kon uitleggen dan de<br />

leerares. Daar tusschendoor dacht ik dikwijls aan<br />

h<strong>et</strong> tooneel. Ik wist, dat ik goed kon voordragen<br />

en daarom dacht ik, dat ik een beroemde actrice<br />

zou kunnen worden. N<strong>et</strong> zooals mijn tante Jose-<br />

phine. Ik sprak er over m<strong>et</strong> mijn ouders en die<br />

gaven me hun toestemming. „Je kunt h<strong>et</strong> eens<br />

probeeren," zei mijn vader, die 'n groot tooneel-<br />

liefhebber was. „Als je werkelijk tooneelbloed<br />

hebt, is h<strong>et</strong> goed, en zoo ni<strong>et</strong>, dan kun je altijd<br />

nog i<strong>et</strong>s anders leerenl"<br />

Ik werd dus leerling van de Academie voor<br />

Muziek en Beeldende Kunst. In h<strong>et</strong> begin moest<br />

ik veel leeren. Spreken, bewegen, schminken en<br />

kostumeeren. Rollen kwamen voorloopig nog ni<strong>et</strong><br />

in aanmerking. Maar op zekeren dag was h<strong>et</strong> dan<br />

toch zoo ver, dat ik voor h<strong>et</strong> eerst voor h<strong>et</strong> vo<strong>et</strong>-<br />

licht stond. De directeur van h<strong>et</strong> Duitsche Volks-<br />

theater, die tevens leeraar was aan onze Aca-<br />

demie, gaf me de rol van h<strong>et</strong> kamermeisje Jose-<br />

pha in de comedie „Cyprienne". Hij was nogal<br />

tevreden m<strong>et</strong> mijn spel en toen ik zelfs in de<br />

krant werd genoemd, waren wij allebei tevreden.<br />

H<strong>et</strong> gevolg dezer voorstelling was, dat ik een<br />

contract kreeg als leerlinge. Dat was een aan-<br />

moedigend begin. Maar mijn vader vond, dat h<strong>et</strong><br />

nog geen reden was om verwaand te worden. En<br />

dat zei hij later altijd, hoe groot mijn succes<br />

ook werd.<br />

Verschillende collega's gaven me den raad in<br />

de provincie te gaan spelen, want op die manier<br />

zou ik routine krijgen, zeiden ze. Toen de direc-<br />

teur van h<strong>et</strong> theater te Praag me eens te Weenen<br />

zag spelen, bood hij me een contract aan. Mijn<br />

Weensche directeur was wel erg boos, dat ik<br />

hem wilde verlaten, maar hij begreep ten slotte<br />

toch mijn beweegredenen. Hij wilde me per se<br />

voor h<strong>et</strong> volgende Weensche seizoen weer enga-<br />

geeren. Te Praag debuteerde ik als Partnerin van<br />

Attila Hörbiger. Noch hij, noch ik konden toen<br />

vermoeden, dat wij later m<strong>et</strong> elkaar zouden<br />

trouwen.<br />

Ik kreeg veel te doen in Praag, maar h<strong>et</strong> wa-<br />

ren steeds rollen in lichte stukken. En dat bleef<br />

zoo toen ik weer in Weenen terug was en daar<br />

speelde. H<strong>et</strong> lichte genre beviel me ni<strong>et</strong> erg en<br />

na een half jaar verbrak ik mijn contract, m<strong>et</strong><br />

goedkeuring van den directeur. Ik ging op tour-<br />

nee in de provincie en kreeg toen een engage-<br />

ment aan h<strong>et</strong> Theater in der Josephstadt, waar ik<br />

nog steeds optreed. Maar ook hier moest ik in<br />

h<strong>et</strong> begin vechten om die rollen te mogen spelen,<br />

waarvan ik wist, dat ze me „lagen". H<strong>et</strong> Theater<br />

in der Josephstadt maakte verschillende tournees<br />

in h<strong>et</strong> buitenland en daardoor kreeg ik de ge-<br />

legenheid, vast te stellen of h<strong>et</strong> publiek, dat dik-<br />

wijls h<strong>et</strong> gesproken woord maar half of heele-<br />

maal ni<strong>et</strong> verstond, toch onder den indruk van<br />

mijn spel kwam. Op deze manier bereidde ik me<br />

onbewust voor op de film. Want ik begon in te<br />

zien, dat de filmkunst ni<strong>et</strong>s m<strong>et</strong> tooneelspelen te<br />

maken had. De filmtechniek, de uitdrukkings-<br />

middelen, de effecten zijn geheel anders voor<br />

de camera dan voor h<strong>et</strong> vo<strong>et</strong>licht. Tegenwoordig<br />

voel ik mij echter m<strong>et</strong> beide volkomen vertrouwd."<br />

Dat Paula Wessely ni<strong>et</strong> overdrijft, bewijzen haar<br />

films, die beslist nog in ieders geheugen voort-<br />

leven. Haar laatste film was „Ein Leben lang" van<br />

Wien-Tobis - een meesterlijke créatiel


OPLOSSING<br />

GETALLEN N-<br />

RAADSEL I<br />

OPLOSSING<br />

KAMRAADSEL<br />

,<br />

^r^s^c<br />

f *<br />

1<br />

5 T A T<br />

1<br />

T<br />

1<br />

D n<br />

E J F<br />

1 U A<br />

6 n n<br />

•E c i<br />

" T E<br />

OPLOSSING<br />

DRIEHOEKRAADSEL<br />

4<br />

L<br />

E V A<br />

V E a<br />

.6 A R E n<br />

V E B 6 A A ^ ^<br />

e R D A e 1 n<br />

E ^i<br />

t E 0 0 ■ i n e > R 0 i e<br />

s r p^<br />

R 1 n<br />

r<br />

0<br />

E n &<br />

A s i<br />

1<br />

M<br />

/<br />

- OPLOSSING<br />

FILMSTER-VER-<br />

BINDINGSRAADSEL<br />

vloerkleed<br />

korenaar<br />

sigar<strong>et</strong>tenrook<br />

bestier<br />

bladnerf<br />

hoofdhaar<br />

vooraan<br />

koffieroóm<br />

adeldom<br />

vloertegel<br />

KARIN HA«DT<br />

PUNTENRAADSEL<br />

Van links boven naar rechts onder:<br />

1. hemellichaam<br />

2. alkortng van een Oostenrijksche<br />

munt<br />

3. muzieknoot<br />

4. pronk<br />

<strong>5.</strong> viach<br />

8. provincie van Estland<br />

9. elk vast merk, dat een schipper<br />

h<strong>et</strong> vaarwater aanwijst<br />

<strong>10</strong>. keukengerei<br />

11. stoomschip (afkorting)<br />

12. afkorting op telegrammen<br />

Van links onder naar rechts boven:<br />

6. voorz<strong>et</strong>sel<br />

7. deel van een mast<br />

8. gebruikt men voor h<strong>et</strong> verze-<br />

gelen van brieven<br />

9. eigenaar van een zaak<br />

<strong>10</strong>. trekdier<br />

KRUISWOORDRAADSEL<br />

6. voegwoord<br />

8. ontkenning<br />

9. deel van een huis<br />

13. vlag<br />

14. afkorting indien men onbekend<br />

wenscht te blijven<br />

11. haar (Franjehl<br />

12. snaphaan<br />

1<strong>5.</strong> jongensnaam *<br />

17. technische hooge-<br />

•chool (afkorting)<br />

18. datum (meervoud)<br />

19. meisjesnaam<br />

20. gemeente in W.<br />

1 Zeeuwtch Vlaanderen<br />

22. kleur<br />

24. bijwoord i<br />

2<strong>5.</strong> en dergelijke (afkor-<br />

ting)<br />

26. rijtuig<br />

27. ontkenning<br />

Verticaal:<br />

1. behoudens vergissin-<br />

gen (Latijnsche afkor-<br />

ting)<br />

2. afkorting van een ge-<br />

wicht -- .<br />

3. nering van een boer<br />

4. in zijn handel en<br />

wandel zijn, zooals<br />

voorgeschreven ia<br />

<strong>5.</strong> lidwoord<br />

7. voorz<strong>et</strong>sel<br />

8. zijrivier v. d. Rijn<br />

Midden-Ouitschland<br />

<strong>10</strong>. oeverkant langs een<br />

vaarwater<br />

11. nauwe straat<br />

13. onder anderen (afkor-<br />

ting)<br />

H. voegwoord (Fransch)<br />

16. groot verlangen heb-<br />

ben<br />

21. tweede naamval van:<br />

de<br />

23. gemeente in Gelder-<br />

land<br />

1<strong>5.</strong> muzieknoot<br />

16. m<strong>et</strong>aal<br />

17. vspcclgocd<br />

CIRKEL.RAADSEL<br />

1. tlraagwerktuig ,<br />

2. voorz<strong>et</strong>sel<br />

3. drank<br />

4. stuk veerkrachtig m<strong>et</strong>aal,<br />

dat na drukking zyn vori-<br />

gen stand herneemt<br />

<strong>5.</strong> vaartuig<br />

6. in h<strong>et</strong> jaar<br />

7. naam van een Romein-<br />

schen keizer<br />

8. naam van een zilversoort<br />

9. cylindervormig stuk hout<br />

<strong>10</strong>. gemeente in Limburg<br />

11. meisjesnaam<br />

12. wapen<br />

13. meisjesnaam<br />

14. rivier in O.-Siberië<br />

1<strong>5.</strong> schaapskameel<br />

16. hoofd eener kome<strong>et</strong><br />

HARMONICA-RAADSEL<br />

t—? dik touw<br />

2—3: (ïemeente in de prov. Zuid-Holland %<br />

1—4: tin van de beste soort<br />

3—4: d. gem. Vleuten, prov. Utrecht<br />

3—6: volmachtgever<br />

4—5: dam om in geval van watersnood voorloopig te<br />

dienen<br />

5—6: maand van 't jaar<br />

In de omringde vakjes leest men den naam van<br />

een plaats in Noord-Brabant<br />

De te gebruiken l<strong>et</strong>ters: a, a, a, a, a, a. a, b, d, d,<br />

d, e, e, e, e, e, e, i, k, 1, m, m, n, n, n, o, o, r,<br />

r, r, t, t, u.<br />

7<br />

0<br />

1<br />

<strong>10</strong><br />

In deze roul<strong>et</strong>te mo<strong>et</strong>en woorden worden in-<br />

gevuld (in de richting van de wijzers van de<br />

klok), in ieder nummervakje één l<strong>et</strong>ter, van de<br />

volgende b<strong>et</strong>eekenis:<br />

0—19: lichaamsdeel<br />

4—2: speelgoed<br />

25—27: h<strong>et</strong> weeke deel der zijde en beneden-<br />

deel van den rug<br />

13—11: laag schooven op den dorschvloer<br />

3C—5: eerbied bewijzen<br />

24—16: voorz<strong>et</strong>sel<br />

33—9: gemis<br />

22—18: muzieknoot<br />

29—26: optelling<br />

Bij juiste invulling zijn er drie woorden ont-<br />

staan:<br />

van 0-34: h<strong>et</strong> beoefenen van een sport<br />

tl 6—5: m<strong>et</strong> een volmacht afzenden<br />

,, 24—Z(>: hut door een schriftelijke aanma-<br />

ning in gebreke stellen<br />

De drie eerste l<strong>et</strong>ters van elk woord vormer<br />

tezamen cen woord dat b<strong>et</strong>eekent: verrichting.<br />

ZIG-ZAGRAADSEL<br />

DL l<strong>et</strong>ters, goed ingevuld (in elk vakje één l<strong>et</strong>ter)<br />

vormen woorden in horizontale richting van de vol-<br />

gende b<strong>et</strong>eekenis:<br />

1. behangselpapier 7. zich zorg maken<br />

2. uitschi<strong>et</strong>end licht 8. smalle lijn<br />

3. vaandel 9. boterdeelen uit de melk<br />

4. preekstoel afzonderen<br />

<strong>5.</strong> op één punt kijken <strong>10</strong>. m<strong>et</strong> moeite i<strong>et</strong>s dragen<br />

6. m<strong>et</strong> een bal spelen<br />

De Icfters in de m<strong>et</strong> sterren versierde vakjes vor-<br />

men van boven naar beneden gelezen den naam van<br />

een filmster.<br />

De te gebruiken l<strong>et</strong>ters: a, a. a, a, a, a, a, b, b, b,<br />

b, d, e, e, c, e, e, e, e, e, e, e, e, g, h, k, k,<br />

1, 1, 1, I, 1, n, n, n, n, n, n, n, ri, n, o, o, p, r, r,<br />

r, r, r, s, s, s, s, 8, t, t, t, t) t, v.<br />

Wij stellen cen hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien film-<br />

foto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede<br />

oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 19 Maart<br />

aan Dr, Puzzelaar, Noordeindc 8, Leiden, Op enve-<br />

loppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden:<br />

Filmpuzzle 19 Maart. Deze puzzle kan tegelijk m<strong>et</strong> de<br />

andere ingezonden worden, doch liefst op een apart<br />

vell<strong>et</strong>je papier.<br />

X .^M^TXIJ'R-BETECTIVZ<br />

SBI<br />

Wij beelden hiernaast weer een gedeelte van een foto af. Wie van onze speurdart<br />

kan ons zeggen, wat h<strong>et</strong> voorstelt? Wij gelooven, dat deze opgave ni<strong>et</strong><br />

loo gemakkelijk Is, maar vopr een keer mag dit w'el weer eens, ni<strong>et</strong>waar?<br />

Wij zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder<br />

hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling dor prijzen geschiedt op een<br />

manier, waf bij alle Inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op hel<br />

verkrijgen van een der prijren. U gelieve Uw<br />

antwoord in te zenden vóór 19 Maar* aan<br />

Mr D<strong>et</strong>ective, Noordeinde 6, Leiden, Op<br />

briefkaart of enveloppe vermelden : Amateur-<br />

D<strong>et</strong>ective f9 Maart.<br />

Da oplotdng van h<strong>et</strong><br />

voorlaatste foto-probleem.<br />

U zi<strong>et</strong> hiernaast de foto In haar geheel<br />

gereproduceerd, zoodat een nadere verkla-<br />

ring overbodig mag he<strong>et</strong>en.<br />

De hoofdprijs van f. 2.50 werd deze week<br />

verworven door: den heer J. v. Oss, Druten.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan: den<br />

heer C. D. Waleveld, Haarlem; den heer<br />

Th. de Bijn, Tegelen.<br />

De hooldprijzen werden dere week verworven<br />

door:<br />

den heer M. v. Heuglen, Nijmegen;<br />

den heer W. Venhuizen, Utrecht;<br />

den heer J. Stam, Harderwijk;<br />

den heer L. Algra, Leiden;<br />

den heer A. J. Kuppens, Tilburg.<br />

De troostprijzen konden worden toegekend aan:<br />

mejuffrouw W. Manders, Nijmegen;<br />

mejuffrouw M. Tangel, 's-Gravenhage;<br />

nfejuffrouw M. Mortel, Amsterdam;<br />

den heer M. Frieling, Arnhem;<br />

den heer H, de Ree, 's-Gravenhage;<br />

den heer E. G. v. Drunen, 's-Gravenhage;<br />

<strong>et</strong>en heer G. J. Egmond, Jaarsveld;<br />

den heer J. Nijmeyer, Amsterdam;<br />

den heer J. Spijkstra, Amsterdam;<br />

den heer S. Molier, Rotterdam;<br />

den heer C. J. Krap, 's-Gravenhage;<br />

den heer H. Sieffers, Haarlem;<br />

den heer J. Piassier, Dordrecht;<br />

den heer A. J. Schoonhoven, Rotterdam;<br />

dep heer H. Polman, Rotterdam;<br />

den heer J. Schaller, Amsterdam;<br />

den heer J. Patist, Ginneken;<br />

den heer J, Bokma, Amsterdam;<br />

den heer P. Lemein, Groningen;<br />

den heer A. Schuyffel, Grave,<br />

Den hoofdprijs van de „Filmpuzzle" verwierf:<br />

mevrouw Hofstra, Sneek.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />

mejuffrouw C. Rombouts, Leiden;<br />

mejuffrouw M. Lakeij, Maastricht;<br />

mejuffrouw A. J. de Blank, Rotterdam;<br />

den heer A. v. Aert, Zundert;<br />

den heer M. Vellinga, Haarlem;<br />

den heer J. J. Kuilenburg, Amsterdam;<br />

den heer C. Bobbe, 's-Gravenhage;<br />

den heer C. Dekker, Amsterdam;<br />

den heer J. G. Hermsen, Nijmegen;<br />

den heer H. J. Jürgens, Amsterdam.<br />

ONZE PRIJZEN.<br />

Voor goede oplossingen van iedere<br />

puzzle, stellen wij een prijs van<br />

ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />

beschikbaar. In totaal dus deze week<br />

7 prijzen van ƒ2.50 elk,<br />

22 troostprijzen en<br />

<strong>10</strong> filmfoto's.<br />

DE OPLOSSINGEN<br />

op de in dit nummer voorkomende<br />

puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />

vóór 19 Maart 1941 in te zenden aan<br />

Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />

Op enveloppe of briefkaart vermelde<br />

men duidelijk:<br />

Oplossingen Zoek en Vind<br />

19 Maart 1941


WK',<br />

DE KEESHOND LEVERT DE BESTE WOL. BIJ HET TRIM<strong>ME</strong>N<br />

BLIJVEN GROOTE HOEVEELHEDEN HAAR ACHTER WAAR<br />

VAN WAR<strong>ME</strong> VOORWERPEN GE<strong>MA</strong>AKT KUNNEN WORDEN.<br />

i.i<br />

■^'*-<br />

j*-:>*'?r<br />

LI <strong>et</strong> valt ni<strong>et</strong> te ontkennen, dat we tegen-<br />

i woordig leven in een tijd van vervan-<br />

gingsmiddelen. H<strong>et</strong> is zelfs een soort hobby<br />

geworden; om te zien „of h<strong>et</strong> ook m<strong>et</strong> i<strong>et</strong>s<br />

anders kan". Soms blijkt dit inderdaad<br />

mogelijk, al wordt h<strong>et</strong> resultaat ni<strong>et</strong> altijd<br />

wat men er van verwacht had. Vaak echter<br />

valt h<strong>et</strong> ook wel weer mèè, en dan merken<br />

we opeens, dat we eigenlijk nog zeer veel<br />

nut kunnen hebben van i<strong>et</strong>s, wat we vroe-<br />

ger als totaal waardeloos hebben weg-<br />

geworpen ...<br />

Daar hebt u bij voorbeeld h<strong>et</strong> haar van<br />

uw hond! Hebt u er al eens ooit over ge-<br />

dacht, dat u dit zoudt kunnen gebruiken<br />

om er mee te spinnen, om er bij voorbeeld<br />

een paar warme of sierlijke handschoenen<br />

van te maken? Waarschijnlijk ni<strong>et</strong>; en toch<br />

is dit mogelijk!<br />

H<strong>et</strong> idee is h<strong>et</strong> eerst opgekomen bij een<br />

Amsterdamsche dame, die er een soort<br />

„schoonheids-instituut" voor honden op na<br />

houdt u we<strong>et</strong> wel, zoo'n inrichting waar<br />

u uw hond kunt laten wasschen, trimmen<br />

enzoovoort, kortom waar u hem na ver-<br />

loop van een uurtje weer heelemaal „als<br />

meuw kunt komen afhalen. Welnu, deze<br />

dame bekeek op een keer eens de „ber-<br />

gen haar, die de g<strong>et</strong>rimde honden bij<br />

haar hadden achtergelaten, en toen .dacht<br />

zei: „Haar... neen, dat is eigenlijk geen<br />

haar; dat is wol..." Ze ging er mee naar<br />

een kennis, die een spinnewiel bezat h<strong>et</strong><br />

haar werd gesponnen... een prachtige<br />

wollen draad was h<strong>et</strong> resultaat! Men kan<br />

begrijpen m<strong>et</strong> welk een voldoening toen<br />

de eerste gebruiksvoorwerpen, van die wol<br />

vervaardigd, bekeken werden, maar door<br />

mdenhaar<br />

sis mmsTOf vooum<br />

SPIN<strong>ME</strong>WIEII<br />

RUWE<br />

HONDENWOL.<br />

OVERGANGS-<br />

STADIA VAN DE<br />

WOL. VAN LINKS<br />

NAAR RECHTS:<br />

HAAR, DRAAD, GE-<br />

WASSCHEN<br />

DRAAD, AFGE.<br />

WERKTE WOL.<br />

iaétt-a »■ •^^v<br />

k- h<br />

■.. Mv<br />

tl ■ ^ ' ^<br />

AAN HET SPINNEWIEL.<br />

den tijd waarin wij nu le-<br />

ven, krijgt deze liefhebberij<br />

eigenlijk een geheel bijzon-<br />

dere, practische b<strong>et</strong>eekenis.<br />

Zoo aardig als h<strong>et</strong> eerst<br />

was, zoo nuttig en doel-<br />

treffend is 't nu geworden.<br />

Een groote industrie zal<br />

er natuurlijk nooit uit ont-<br />

staan, daarvoor zou men<br />

eigenlijk honden mo<strong>et</strong>en<br />

gaan houden zooals men<br />

nu schapen houdt, en daar<br />

de hond in dit opzicht ver-<br />

der ni<strong>et</strong> nuttig is, zal h<strong>et</strong><br />

jp'mr' ^fc,'<br />

EEN KLEEDJE VAN HON-<br />

DENWOL.<br />

HET VROUWTJE DRAAGT<br />

'N MUTS VAN HET HAAR<br />

VAN HAAR HOND.<br />

K.-* 4<br />

wel nooit zoo ver komen, maar als huisvlijt is h<strong>et</strong> toch<br />

een interessant idee, en zeker ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> slechtste dat<br />

door den dwang der omstandigheden werd uitgedacht.<br />

Stel u namelijk eens voor, dat u m<strong>et</strong> uw hond een eind<br />

gaat wandelen, en dat u daarbij een paar handschoe-<br />

nen draagt, die van zijn . .. wol gemaakt zijn! Of dat<br />

u bij uw haard zit m<strong>et</strong> een paar pantoffels van h<strong>et</strong> haar<br />

van uw herder, of m<strong>et</strong> een vest van uw dog ... En u<br />

behoeft ni<strong>et</strong> te vreezen dat h<strong>et</strong> geen goede kwaliteit<br />

zou zijn, of dat h<strong>et</strong> stug zou aanvoelen! Want geen<br />

van beide is waar. Integendeel .. .<br />

Nog heden zijn er in de steden dames, die om den<br />

broode spinnen. Nu schapenwol daarvoor moeilijk te<br />

krijgen is, zullen zij zich waarschijnlijk gaarne belasten<br />

m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> spinnen van . .. hondenwol. Terwijl er ten slotte<br />

toch altijd ook nog de mogelijkheid is, dat men zelf<br />

een spinnewiel aanschaft en dit tijdens h<strong>et</strong> theeuurtje<br />

weer laat snorren. N<strong>et</strong> als in den goeden, ouden tijd...<br />

v-^> '<br />

'...-<br />

DE GESPONNEN DRAAD WORDT OPGEWONDEN.<br />

"f^pw-j<br />

Eli<br />

(Fp«o - j/,P.*(?.S.'<br />

..:::<br />

n%


i —^iam^^<br />

J. VOGELENZANG — IN HET VISSCHERSDORPJE<br />

•«

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!