You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Redact!« en Adm. Noordcinde 8, Lalden-Prijs per kwartaal II. 1.30 - Gironummer 41880<br />
<strong>10</strong> <strong>et</strong>.<br />
Ms te Jaargang<br />
4o. 7-8<strong>MA</strong>ART 1944<br />
<strong>MA</strong>RIA ANDERGAST<br />
als HILDE in de film<br />
,,Vaarwel — Yriinezcl"<br />
'W&m<br />
<strong>Cl</strong> <strong>ME</strong> <strong>MA</strong> <strong>5.</strong><br />
<strong>TM</strong> <strong>EATE</strong> R<br />
H*.
■<br />
,, - . <<br />
■\i$'^'''-' m<br />
WIE HEEFT DEN LÄNGSTEN SNUIT?<br />
WAT IS DAT I<br />
Bekijki u dmi»<br />
foto, wmmrmmn<br />
nMs gsiruccecrd<br />
Is, eenj goad, en<br />
lief dan, of u kunt<br />
zeggen, waf tij<br />
voorsfe/f. Mocht<br />
u hef nief kunnen<br />
onidtkkan, keert<br />
u hel blad dan<br />
om, c/an fconf u<br />
/l«( hieronder le-<br />
zen I<br />
iW n (iiM _<br />
W-"ï»6 P»
De bi<br />
1 cibk4i.<br />
kenni. M T^A scheikundige van beroep, maak, op een nacht door een toeval<br />
kennis m<strong>et</strong> Ludwg Narz. d.e er zooals hij zegt, zijn beroep van maakt om<br />
Aloh'.W 5 e Sl ' m ''A' Z ^C " den " lf d" nacht wordt er op h<strong>et</strong> bureau van d"<br />
^.ü f',* 33 /, Dr - ThieI is ""Sesteld, ingebroken en eenige schëikundifle<br />
mann de 9 h e rfH en ; d V e T" "'t. 01 b f Jan9 2iin voor « n nieuw «P"iment. Dr. Hardt<br />
mann, de hoofdsche.kund.ge. b<strong>et</strong>rekt commisjaris Webern in de kwestie en z<strong>et</strong> hem<br />
u.teen dat a leen hij en Dr. Thiel van de formules wisten. Hij beweer, da V de<br />
Th,"'". hL 9 0ö' 0n f". " /" Th i el . d " e alleen bel ' oefd ' tE comrÓi<strong>et</strong>r n 'Dr<br />
Ihiel de h.erdoor sterk onder verdenking komt te staan, neemt zijn ontslaa en<br />
beslui, 2,ch2e|f van de::en blaam tc zufverM H verte|e zjn o«'"»« «»<br />
Dr HZ!" een nleUW ""«"«ringsmiddel heef, ui,gevonden, waarin ijn chef<br />
Week heef, Ti T? . V " trouw " had - Toen dien, sceP,icisme ech,er ongegrond<br />
^.M-Tl VA J o" 1?" ork °°'". alsof nie. Dr. Thiel, maar hijzelf h<strong>et</strong><br />
mddel had gevonden. Dr. Thiel roep, de hulp in van Ludwig Närz, welke• hem<br />
aMe medewerkmg to.ze9,, ,ndien Thiel ook hem van diens, wil zijn. door aanwezig<br />
da. Nar ' zT^'b«, 2 ^ f e fl " P "I, kk " ■"' bekenden. Thiel s,em, ,oe en""rdek, 9<br />
„^,„ In j ' 0m , Cen kos,bare "P'« van een schilderij van Meunier aan<br />
me 9 , In»/nu' menschen J' e verkoopen. Verder breng, NL hem .n kennis<br />
he, oek„ i T )on 9 edame ' die «1« ^in zoogenaamde verloofde me, Th"el<br />
he, gekostumeerde feest bezoek,, dat de directeur-generaal der AlphTwerke<br />
der^ha he g H C "'^ " "ï aanWeZi9 Prof - Gussmann, de technische d^cteu;<br />
Dr Thtl'aan 'r„ n H l"" ^TT'Z" '»'•■'«» teI »"S "o, de „verloofde' van<br />
ur.l hiel aan den dag legt. Dit had Närz verwacht en he, is ziin bedoelina on,<br />
via Lo„e de aandach, van Prof. Gussmann op Thiel ,e ves^e" Nadat ^heVfee"<br />
z<strong>et</strong> ui"ee„ d 3 ri>r 0 of'T" h<strong>et</strong> •■ V " loofd '- * Närz wee? in zijn stala é. Hi<br />
k!na elders ,e be^rn Sn, t; nn * aa " chi ) nli )'' "> probeeren Thiel een be,rek-<br />
King elders ,e bezorgen om hem ui, de buurt van Lotte te krijgen Wanneer Prof<br />
^/AlTa W»k aanbie - dt T r rkSP" onderzoekingslaborLrfum<br />
on^in^DreTden^areen'' t"" ^"^^^ ^ "^ d ' °P dracl « van Närz<br />
echte Van Dazen hèuTk 1 J. ' 9aan
.#:■%<br />
' MM *^aVinii : ,*■■.,.„<br />
De onbekende dame (Gr<strong>et</strong>he Weiser). Neef Theodor. Lissi, Rudolf Schrö-<br />
der en de onbekende dame.<br />
$<br />
- - - ,. ^^<br />
(UU-flIm<br />
Regie: Carl Boese<br />
Rudolf Schrader Rudi Godden<br />
^ SSI . L j \ Camilla Horn<br />
De onbekende dame Gr<strong>et</strong>he Weiser<br />
d ^ _. v, Maria Andergast<br />
Neef Theodor R. A- Roberts<br />
n c S VA/ Volk * r v - Collande<br />
Dr. Franz Wegener Fran2 Zimmermann<br />
Waui Kurt Vespermann<br />
De jonge kunstschilder Rudolf Schrader, die ook een bijzon-<br />
dere vaardigheid heeft in h<strong>et</strong> ontwerpen van dameï-<br />
k J-i u.i'. ng, J e * rt de ionoe «ioenares van een chic mode-<br />
bednjf, HiMe P<strong>et</strong>erson, kennen. De beide jongelui worden ver-<br />
liefd op elkaar en zullen in hei huwelijk treden. Alles zal in<br />
stme gebeuren op verlangen van Rudolf, die een nogal wat<br />
rumoeng verleden heeft en liever geen moeilijkheden m<strong>et</strong> zijn<br />
vroegere vriendinn<strong>et</strong>jes wil. Hij verz<strong>et</strong> zich dan ook hevig<br />
tegen den wensch van Hilde, om op den avond voor zijn<br />
huwelijk een afscheidsfuif in zijn atelier te geven aan al zijn<br />
vrienden en kennissen. De reden tot dit verz<strong>et</strong> is, dat hij zon-<br />
der medew<strong>et</strong>en van zijn aanstaande vrouw, ai een dergelijken<br />
afscheidsavond heeft gegeven, waar h<strong>et</strong> nogal dol is toege-<br />
gaan, zoodat ten slotte zelfs de buren en de huisbaas er zich<br />
mee hebben bemoeid.<br />
Op den avond voor h<strong>et</strong> huwelijk komt er een jonge, mooie<br />
vrouw bij Rudolf om hulp vragen, aangezien zij achtervolgd<br />
zou worden door een opdringerigen kerel. Wanneer er nog-<br />
maals gebeld wordt verbergt hij de dame in een andere kamer,<br />
wat ni<strong>et</strong> overbodig blijkt, want de nieuwe bezoekster is Hilde<br />
die hevig verontwaardigd is, dat hij h<strong>et</strong> plan van de fuif heeft<br />
doen stranden. Hel staat zelfs te bezien of de trouwerij den<br />
volgenden dag we zal doorgaan, want Hilde's g<strong>et</strong>uige heeft<br />
bericht van verhindering gezonden en ook eenige andere gas-<br />
ten zuilen ni<strong>et</strong> verschijnen. Zelfs de beroemde neef Theodor<br />
dien ZIJ zoo graag zou hebben leeren kennen - en die in-<br />
m.ddels verliefd is geworden op een vroeger vriendinn<strong>et</strong>je van<br />
Kudol - komt ni<strong>et</strong>, omdat hij juist vertrokken Is voor een<br />
kuur in een badplaats!<br />
De situatie wordt er voor Rudolf ni<strong>et</strong> eenvoudiger op, als<br />
H" u .1 rcheUr . h f m k . omt vert * llen . d-« "»en een elegante<br />
hoteldievegge z.jn huis heeft zien binnengaan. Rudolf begrijpt<br />
dat h<strong>et</strong> de dame mo<strong>et</strong> zijn, die hij zoojuist heeft verborgen<br />
maar |legt( d,t zij er ^ ^ h<strong>et</strong>geen ^ ^^ ^<br />
dat de rechercheur Hilde verdenkt de gezochte dame te<br />
zijn Bovendien wordt er een damestaschje in de kamer ge-<br />
vonden m<strong>et</strong> bezwarend bewijsmateriaal, dat van niemand an-<br />
ders dan de onbekende kan zijn. Rudolf wil de dievegge, die<br />
hem zoo schromelijk voor den gek heeft gehouden, aan den<br />
•<br />
rechercheur uitleveren, maar als hij de deur opent van de kamer, waarin hij<br />
haar heeft verborgen, blijkt zij verdwenen te zijn. Natuurlijk gelooft de<br />
rechercheur geen oogenblik aan zijn verhaal en verzoekt Hilde m<strong>et</strong> hem<br />
mee te gaan naar h<strong>et</strong> politiebureau.<br />
Zoodra is de ongelukkige schilder echter ni<strong>et</strong> alleen, of de onbekende<br />
dame staat weer voor zijn neus, alsof er ni<strong>et</strong>s gebeurd is en zij we<strong>et</strong> hem<br />
m<strong>et</strong> haar zelfverzekerd optreden zoo te beïnvloeden, dat hij werkelijk aan<br />
den normalen loop der dingen begint te twijfelen. Daarbij komt nog een ge-<br />
heimzinnig telefoontje, waarin hem een onverwachte verrassing wordt be-<br />
loofd, terwijl even later de rechercheur verschijnt om te verteilen, dat men<br />
Hilde heeft mo<strong>et</strong>en vrijlaten, aangezien haar onschuld inmiddels is komen<br />
vast te staan. Hij legt ook een buitengewone nieuwsgierigheid -voor de iden-<br />
titeit van de schoone onbekende aan den dag.<br />
Niemand zal zich verbazen, dat h<strong>et</strong> Rudolf langzamerhand voor de oogen<br />
begint te schemeren, vooral als één voor één al zijn vrienden en vriendinnen<br />
arriveeren, benevens neef Theodor, die heelemaal ni<strong>et</strong> naar de badplaats is<br />
geweest. Tot overmaat van ramp houdt deze de onbekende dame voor Ru-<br />
dolfs aanstaande vrouw en wil haar een kostbaren briljanten speld als huwe-<br />
lijksgeschenk overhandigen. Op dat oogenblik komt er een nieuwe verras-<br />
sing, h<strong>et</strong> étui van de speld blijkt namelijk leeg te zijn, terwijl neef Theodor<br />
naar aanleiding hiervan vertelt van een merkwaardige en geheimzinnige ont-<br />
mo<strong>et</strong>ing, die hij kort tevoren heeft gehad m<strong>et</strong> een elegante hoteldievegge I<br />
De eene verwarring volgt op de andere, er komen steeds meer menschen<br />
en steeds nieuwe jobstijdingen, zoodat de arme Rudolf h<strong>et</strong> gevoel krijgt, dat<br />
zijn schedel uit elkaar zal springen.<br />
Thomas.<br />
Een rumoerig oogenblik.<br />
We zullen U ni<strong>et</strong> vertellen, hoe<br />
ten slotte dit kluwen ontward wordt.<br />
Slechts kunnen wij U verraden, dal<br />
de jeugdige bruid van den schilder<br />
dezen heksenk<strong>et</strong>el eenvoudig op<br />
touw gez<strong>et</strong> had, omdat zij haar toe-<br />
komstigen echtgenoot, voor hel te<br />
laat was, goed aan 't verstand wilde<br />
brengen, dal men maar ni<strong>et</strong> straffe-<br />
loos den eersten schuldeloozen wensch<br />
van zijn jonge vrouw kan dwars-<br />
boomen! Zij zou en wou een af-<br />
scheidsavondje in hel atelier. Welnu,<br />
zij hebben h<strong>et</strong> afscheid gevierd, m<strong>et</strong><br />
allen die er bij hoorden!<br />
Schrader we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> goed raad m<strong>et</strong><br />
de onbekende dame.
Wanneer we de jonge dame op bijgaande<br />
foto bekijken, dan twijfelen we er ni<strong>et</strong> aan,<br />
of de aardige jumper die ze draagt is door haar<br />
zelf gebreid en we veronderstellen, dat onze<br />
lezeressen deze jumper ook wel graag eens<br />
zullen nabreien. H<strong>et</strong> model is heel eenvoudig<br />
en er is 250 gram lichtgekleurde en 50 gram<br />
donkergekleurde wol voor noodig. Laatst-<br />
genoemde wol wordt in de strepen van h<strong>et</strong><br />
bovenstukje verwerkt, maar h<strong>et</strong> is in h<strong>et</strong><br />
geheel geen bezwaar wanneer voor dit boven-<br />
stukje verschillende tinten wol gebruikt wor-<br />
den en u zoodoende alle mogelijke restjes<br />
wol kunt opmaken.<br />
Verder hebt u nog noodig 2 breipennen<br />
no. 3 en vier fantasieknoopen.<br />
AFKORTINGEN<br />
Steek = st., rechts = r., averechts = a.<br />
meerderen =-. mrd., minderen = mind.<br />
WERKWIJZE<br />
Kousensteek : 1 toer r., 1 toer a.<br />
Randsteek 1/1 : •♦ 1 st. r., 1 st. a., herhaal<br />
vanaf **.<br />
<strong>MA</strong>TEN<br />
Deze zijn gegeven voor. maat 42.<br />
BEREKENING<br />
25 st. geven een breedte van <strong>10</strong> cM.<br />
HET RUGPAND<br />
Z<strong>et</strong> 75 st. op en brei hierop 8 cM. in den<br />
randsteek 1/1. Mrd. in den laatsten teer van<br />
h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek <strong>10</strong> maal 1 st.<br />
om de 7 st.' Er komen dan 85 st. op de naald<br />
(34 cM.). Brei hierop verder in den kousen-<br />
steek. Op 18 cM. totale hoogte beginnen de<br />
mrd. voor de zijnaden. Mrd. hiervoor aan<br />
weerskanten van h<strong>et</strong> werk 5 maal 1 st. om<br />
de 2 cM. Er zijn dan 95 st. ep de naald (38 cM.).<br />
Op 30 cM. totale hoogte wordt in h<strong>et</strong> streep-<br />
patroon verder gebreid. Dit patroon wordt<br />
eveneens in den kousensteek uitgevoerd,<br />
doch m<strong>et</strong> twee tinten wol en wel.als volgt:<br />
*♦ 1 toer r., 1 toer a. m<strong>et</strong> de donkergekleurde<br />
wol, 1 toer r., 1 toer a. m<strong>et</strong> de lichtgekleurde<br />
wol, herhaal vanaf *♦. Op 30 cM. hoogte<br />
beginnen eveneens de mind, voor de arms-<br />
gaten. Kant voor elk armsgat eerst 5 st. af,<br />
dan 3 st. en ten slotte 2 st. (<strong>10</strong> mind, voor ieder<br />
armsgat). Brei dan verder zonder mrd. of<br />
mind. Op 47 cM. totale hoogte worden de<br />
schouders gevormd. Kant iederen schouder<br />
af in drie groepen van 9, 8 en nog eens 8 st..<br />
te beginnen aan de zijde van h<strong>et</strong> armsgat.<br />
Kant de resteerende 25 st. voor den rughals<br />
in een rechte lijn af.<br />
HET VOORPAND<br />
Z<strong>et</strong> 85 st. op en brei hierop 8 cM. in den<br />
randsteek 1/1. Maak in den laatsten toer van .<br />
h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek 12 maal 1 mrd.<br />
om de 7 st. Er zijn dan 97 st. op de naald.<br />
Brei hierop verder in den kousensteek. Begin<br />
op 18 cM. hoogte m<strong>et</strong> de mrd. voor de zijnaden<br />
en mrd. voor iederen zijnaad 5 maal 1 st. om<br />
de 2 cM. Op 30 cM. totale hoogte zijn er i&j<br />
st. op de naald (42 cM.) en begint h<strong>et</strong> streep-<br />
patroon, zooals dit voor h<strong>et</strong> rugpand is be-<br />
schreven. Eveneens worden op 30 cM. totale<br />
hoogte de armsgaten gevormd. Kant voor<br />
elk armsgat eerst <strong>10</strong> st. af, dan 4 st., daarna<br />
3 st. en ten slotte r st. (18 mind, voor ieder<br />
armsgat). Kant op 42 cM. totale hoogte voor<br />
de halsuitsnijding de 9 in h<strong>et</strong> midden van<br />
h<strong>et</strong> werk liggende st. af en brei op ieder deel<br />
van 31 st. aan weerszijden afzonderlijk ver-<br />
der. Kant aan de zijde van de halsuitsnijding<br />
eerst 3 st. af en daarna 3 maal 1 st. Brei dan<br />
zonder mind, of mrd. verder tot op een totale<br />
hoogte van 47 cM. en kant de 25 resteerende<br />
st. voor den schouder af in drie groepen van<br />
9, 8 en nogmaals 8 st. elk.<br />
DE MOUW<br />
Z<strong>et</strong> 55 st. op en brei hierop 2 cM. in den<br />
randsteek 1/1. Maak in den laatsten toer<br />
van h<strong>et</strong> gedeelte in den randsteek <strong>10</strong> maal<br />
1 mrd. om de 5 st. Er zijn dan 65 st. op de<br />
naald. Brei hierop verder in den kousensteek.<br />
Mrd. op 3 cM. totale hoogte aan weerszijden<br />
van h<strong>et</strong> werk 1 st. en herhaal deze mrd. nog<br />
5 maal om de 2 cM. Op 12 cM. hoogte zijn er<br />
77 st. op de naald. Op deze hoogte wordt in<br />
h<strong>et</strong> streeppatroon, zooals dit voor h<strong>et</strong> rugpand<br />
van de jumper beschreven is, verder gebreid.<br />
Tegelijkertijd beginnen dan ook de mind.<br />
voor den kop van de mouw. Kant hiervoor<br />
aan weerszijden van h<strong>et</strong> werk 4 st. af. Brei<br />
op de resteerende 69 st. in streeppatroon<br />
verder en kant aan h<strong>et</strong> begin van iederen<br />
toer 1 st. af, tot de mouw een totale hoogte<br />
heeft van 25 cM. en kant dan de resteerende<br />
st. af.<br />
HET IN ELKAAR <strong>MA</strong>KEN<br />
Strijk alle deelen van de jumper luchtig<br />
op onder een vochtigen doek m<strong>et</strong> een ni<strong>et</strong> te<br />
he<strong>et</strong> ijzer. Verbind daarna de zijnaden. Z<strong>et</strong><br />
de schoudernaden, gerekend vanaf h<strong>et</strong> arms-<br />
gat, slechts over een breedte van 5 cM. aan<br />
elkaar. Haak de halsuitsnijding en de open<br />
gebleven schoudernaden m<strong>et</strong> een toer vasten<br />
van lichtgekleurde wol om, evenals de onder-<br />
kanten van de mouwen. Z<strong>et</strong> de mouwen in en<br />
sluit de mouwnaden. Naai de knoopen op de<br />
schouders van h<strong>et</strong> voorpand (op iederen schou-<br />
der twee stuks) en maak, correspondeerende<br />
hiermede, op iederen schouder, van-h<strong>et</strong> rug-<br />
pand twee lussen, welke van enkele lossen ge-<br />
haakt worden.<br />
%<br />
caimi<br />
[DEI<br />
■<br />
■**** *&■ J^|N<br />
f.<br />
1<br />
#%^#<br />
éÊ-<br />
.■<br />
-<br />
mm.
A imée is zeventien jaar, zij danst ook al vaak een solo. Aimée<br />
brengt alle kunstenaars in verrukking doch haar voornaamste<br />
bekoring ligt juist in haar ontoegankelijkheid. De eene partij zegt:<br />
ze is een blok steen; de andere: ze heeft h<strong>et</strong> achter de ellebogen.<br />
Misschien is Coogmann, de schilder, toch wel de gelukkige, meent<br />
de een. Hij heeft ten minste een rugstudie van haar geschilderd,<br />
we<strong>et</strong> een ander. Maar zij hebben allemaal ongelijk. Aimée is voor<br />
Coogmann ni<strong>et</strong> meer dan een kameraad en zij is ook heelemaal<br />
ni<strong>et</strong> koel. Zij houdt haar jeugdig hart alleen maar m<strong>et</strong> beide han-<br />
den in bedwang, omdat zij bevreesd is vOor teleurstellingen. Maar<br />
h<strong>et</strong> is m<strong>et</strong> die dingen nu eenmaal zóó, dat niemand zich geweld<br />
kan aandoen, als de ware Jozef komt. Aimée vindt dien in de<br />
persoon van Pierre<br />
Durand. Hij is. pas<br />
kort tevoren terug-<br />
gekeerd uit de ko-<br />
loniën en is schat-<br />
rijk. Op een feest,<br />
gegeven door den<br />
bankier Lemonnier,<br />
danst Aimée. In de<br />
vrouw van den ban-<br />
kier herkent Pierre<br />
zijn vroegere vrien-<br />
din, de blonde<br />
Renée. Durand en<br />
Renée doen hun<br />
best elkaar zoo<br />
conventioneel mo-<br />
gelijk te begro<strong>et</strong>en,<br />
maar desondanks<br />
komt er een zeke-<br />
re hartelijkheid in<br />
hun gedrag tot ui-<br />
ting, h<strong>et</strong>geen Le-<br />
monniers wantrou-<br />
wen opwekt. Hij<br />
heeft geen enkele<br />
reden tot jaloezie,<br />
want Durand zi<strong>et</strong><br />
4 AIMÉE IS ALS VERLAMD. ZICH <strong>ME</strong>T MOEITE<br />
alleen maar de<br />
BEHEERSCHEND, ZEGT ZIJ STRAK EN RUSTIG :<br />
H<strong>et</strong> is erg aardig van U, mijnheer Lemonnier, mij kleine danseres en<br />
dat mee te deelen.<br />
Renée houdt van<br />
haar man. Doch<br />
voor den bankier zijn de handschoenen van zijn vrouw, die hij een<br />
paar dagen later in de hotelkamer van Durand vindt, bewijs ge-<br />
noeg. Hij roept Pierre ter verantwoording en deze zegt, dat zij<br />
van Aimée zijn. En nu mo<strong>et</strong> de kleine Aimée, wier schuwe hartje<br />
heeft meenen te mogen gelooven in Pierre, liegen! Maar de ja-<br />
loersche echtgenoot kent h<strong>et</strong> zachte leer van de handschoenen<br />
veel te goed en hij kent eveneens h<strong>et</strong> parfum, waarnaar de hand-<br />
schoenen geuren. Daarom zegt hij h<strong>et</strong> danseresje ronduit, dat zij<br />
leugens vertelt en deelt haar zelfs i<strong>et</strong>s over Pierre mede, dat haar<br />
geheel van haar stuk brengt.<br />
(Foto'i UU ■ Quick, UU - Hirbou)
Er kwam een onweersbui opz<strong>et</strong>ten toen wij<br />
de rivier naderden op de grens der stad.<br />
We hielden daar halt, om onze paarden te<br />
laten drinken. Er schoot een bliksemstraal van<br />
West naar Oost, en h<strong>et</strong> geluid van den donder<br />
rommelde tusschen de bergen.<br />
..Beroerd weer om te rijden," zei mijn oom.<br />
Ik mo<strong>et</strong> hem antwoord hebben gegeven of-<br />
u LL" ik K<strong>et</strong> mij ni<strong>et</strong> herinner - Op dit oogen-<br />
bik b<strong>et</strong>eekende h<strong>et</strong> naderende onweer weinig<br />
of ni<strong>et</strong>s voor mij. Ik had reeds vaker in onweers-<br />
buren gereden, maar nooit had Ik dit „echt"<br />
gedaan, tezamen m<strong>et</strong> mijn oom. Ik zeg:" nooit<br />
..echt , omdat ik h<strong>et</strong> in mijn jeugd, als een<br />
spell<strong>et</strong>je, tienduizenden ke«ren had gedaan On-<br />
telbare roovers had ik uit de spelonken van<br />
mijn vaders hooi-oppers verdreven; moordenaars<br />
had ik gevat tewijl zij zich probeerden te ver-<br />
bergen in mijn moeders waschjobbe, en aan h<strong>et</strong><br />
einde van haar waschlijn was menige dief zijn<br />
wei-verdiende lot tegemo<strong>et</strong> gegaan. Dergelijke<br />
spell<strong>et</strong>jes waren de eenige die ik kende, en ik<br />
had nooit gebrek aan inspiratie gehad, want er<br />
waren moordenaars, dieven en roovers genoeg<br />
in de bergen. Méér dan genoeg. . .<br />
Vaak zat ik op een steen langs den weg en<br />
wachtte tot mijn oom Evert terugkeerde. En een<br />
pr<strong>et</strong>tig gezicht leverde zijn terugkeer ni<strong>et</strong> altijd<br />
op. Hef waren wreede kerels, die hij meebracht<br />
uit de bergen; mijn oom bracht ze mee aan h<strong>et</strong><br />
eind van een lijn, een lange lijn, waarvan h<strong>et</strong><br />
eene einde aan zijn zadelknop was vastgemaakt<br />
en h<strong>et</strong> andere onder de armen van den gevan-<br />
gene, die maar zien moest, hoe hij h<strong>et</strong> paard<br />
van mijn oom bijhield. De handen van den ge-<br />
vangene waren geboeid, en aan h<strong>et</strong> touw ge-<br />
bonden. Hij was volkomen hulpeloos.<br />
Vloekend, dood-op en m<strong>et</strong> sleepende vo<strong>et</strong>en<br />
kwamen de gevangenen aanwankelen. Grom-<br />
mende beesten waren h<strong>et</strong>, aan h<strong>et</strong> eind van<br />
h<strong>et</strong> touw. Maar mijn oom schonk geen aandacht<br />
aan hen. Hij reed m<strong>et</strong> gebogen hoofd, zijn ge-<br />
zicht overschaduwd door den breeden rand van<br />
zijn hoed, zijn tengere lichaam rhythmisch be-<br />
wegend m<strong>et</strong> den gang van zijn paard. Als hij<br />
voorbijkwam, hief hij altijd zijn hand naar mij<br />
op. Des nachts, wanneer h<strong>et</strong> onweer over de<br />
vlakten woedde en tusschen de bergen brulde<br />
lag ik wakker en volgde in gedachten mijn oom,'<br />
terwijl hij alleen door de inktzwarte duisternis<br />
reed.<br />
Nu waren mijn spel en mijn droom tot werke-<br />
lijkheid geworden, en er waren oogenblikken,<br />
terwijl ik zat te wachten tot mijn paard genoeg<br />
gedronken had, dat mijn hart als een steen in<br />
■mijn borst lag. Dat touw aan mijn zadelknop<br />
deed me huiveren. De kolf van mijn buks zond<br />
een rilling door mijn lichaam als ik ze toevallig<br />
aanraakte. Om wat zekerder van mijzelf te wor-<br />
den, wierp ik een blik op mijn ooms gezicht.<br />
H<strong>et</strong> was zoo tenger als van een vrouw, en de<br />
trekken er van eveneens. Zijn oogen waren<br />
blauw. Een lok van zijn roode haren viel altijd<br />
over zijn voorhoofd. H<strong>et</strong> was h<strong>et</strong> rustigste ge-<br />
zicht, dat ik ooit gezien had.<br />
Hij zat als aan zijn paard gekleefd terwijl we<br />
weer verder reden. We spraken geen woord,<br />
want mijn oom was geen man van veel woorden.<br />
Ik had ni<strong>et</strong>s anders te doen dan in mijn zadel<br />
te zitten. Mijn paard was reeds zoo lang ge-<br />
wend, den zwarten vos van mijn oom te volgen.<br />
Ons pad voerde door een dal, tot wij einde-<br />
tijk aan een helling kwamen, en toen begonnen<br />
wij lanq en moeizaam te klimmen. De lucht<br />
v/erd hce langer hoe donkerder, en op h<strong>et</strong><br />
laatst konden wii qeen hand voor oogen meer<br />
jden. Gevorkte bliksems schoten fel langs den<br />
hem-l omlaap. De donder gromde om ons heen<br />
en de echo kaatste hem tienvoudig uit de ber-<br />
gen terug. We hadden onze jassen aang<strong>et</strong>rok-<br />
EEN COMPLEET VERHAAL DOOR D'ALVAREZ<br />
ken toen wij begonnen te klimmen, want de re-<br />
gen was ni<strong>et</strong> ver meer af.<br />
Gedurende eenigen tijd was h<strong>et</strong> heel stil in<br />
de bosschen waardoor wij reden. H<strong>et</strong> leek wel<br />
-alsof alles in de natuur op i<strong>et</strong>s wachtte.<br />
We daalden de eene hoogte af om weer een<br />
andere te bestijgen. We waadden door stroo-<br />
men, waarvan h<strong>et</strong> water tot aan den buik van<br />
onze paarden kwam. Toen opeens begon h<strong>et</strong><br />
te regenen, en h<strong>et</strong> leek een zondvloed. Maar<br />
onze paarden aarzelden geen oogenblik. Ze<br />
weken naar links of naar rechts uit, om een<br />
kuil of een steen te mijden. Mijn ooren raakten<br />
gewend aan h<strong>et</strong> geluid van den regen, en ik<br />
luisterde naar h<strong>et</strong> rhythmisch geklop der hoeven<br />
van onze paarden op den natten weg. Naast<br />
mij in de duisternis reed mijn oom, zijn hoofd<br />
voorover gebogen, zijn lichaam bewegend als-<br />
of hij één was m<strong>et</strong> zijn paard. H<strong>et</strong> rhythme der<br />
hoefslagen maakte dat ik begon te soezen. H<strong>et</strong><br />
was alsof alleen mijn oom daar reed, zooals hij<br />
reeds dertig jaar lang had gereden - zonder<br />
zich te haasten, maar m<strong>et</strong> de zekerheid van<br />
een doodelijke dreiging, op ieder moment. . .<br />
Vóór mij uit in de duisternis zag ik in gedach-<br />
ten den moordenaar terwijl hij vluchtte voor<br />
h<strong>et</strong> noodlot dat hem achtervolgde. H<strong>et</strong> leek mij<br />
een hopelooze vlucht, omdat die gedaante naast<br />
mij eeuwig zou doorrijden. Er was i<strong>et</strong>s einde-<br />
loos in dat zwaaiende bewegen van zijn sterke<br />
paard. H<strong>et</strong> zou nooit moede worden. En mijn<br />
oom - die was nooit een deel van 's levens<br />
werkelijkheden geweest.<br />
We reden door den kouden vloed van den<br />
regen. M<strong>et</strong> lange tusschenpoozen zagen wij af<br />
en toe een gele vlek grooter worden in de duis-<br />
ternis en dan passeerden we even later een<br />
hut - een lage, zwarte schaduw m<strong>et</strong> een geel<br />
lichtend oog. Eén keer blafte er een hond. H<strong>et</strong><br />
geluid bereikte ons van uit een schuilplaats, die<br />
de hond blijkbaar geweigerd had te verlaten.<br />
Een keer ook verscheen er een man aan de<br />
deur van zijn hut. Gedurende een oogenblik<br />
stond zijn gestalte afg<strong>et</strong>eekend tegen h<strong>et</strong> war-<br />
me licht achter hem. Toen sloot hij de deur en<br />
wederom was er alleen nog maar de duisternis<br />
die door den regen doorzeefd werd, en h<strong>et</strong><br />
rhythmische kloppen der paardenhoeven.<br />
Ik we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> hoeveel uren er voorbijgegaan<br />
waren toen wij den hoofdweg verli<strong>et</strong>en. Ik we<strong>et</strong><br />
alleen dat wij een andere richting waren inge-<br />
slagen, omdat de regen nu precies in mijn ge-<br />
zicht sloeg. Hoe mijn oom sindsdien de talrijke<br />
bochten wist te kiezen, zal ik nooit kunnen be-<br />
grijpen. Uren lang koos hij den juisten weg<br />
zonder ook maar één oogenblik te aarzelen, en<br />
toen, boven op den schouder van een berg<br />
bleef hij staan. Mijn paard hield naast h<strong>et</strong> zijne<br />
stil. ,<br />
..Luister," zei mijn oom.<br />
Van beneden, boven h<strong>et</strong> geluid van den re-<br />
gen uit, kwam h<strong>et</strong> geloei van de rivier.<br />
■ ,Ze is hoog vanavond," zei mijn oom.<br />
Hij klopte zijn paard op den hals en toen be-<br />
gonnen wij te dalen. Af en toe viel er een<br />
steen naar beneden, wegg<strong>et</strong>rapt door den hoef<br />
van mijn paard, en ik hoorde hoe hij langs de<br />
helling omlaag rolde. Tegen den tijd dat wij h<strong>et</strong><br />
dal hadden bereikt, waren afle geluiden van den<br />
regen opgelost in dat van de rivier, die voor<br />
ons uit als een woedend dier door de duister-<br />
nis raasde. We hielden halt.<br />
„De oever is weggespoeld," riep mijn oom<br />
m mijn oor. „Een wolkbreuk. Kijk goed uit."<br />
Hij reed vóór, scherp naar links keerend om<br />
den stroom te kunnen yplgen. Ik legde mij plat<br />
tegen den hals van mijn paard. Laaq hangende<br />
takken zwiepten over mijn rug. In h<strong>et</strong> midden<br />
van de rivier stroomde h<strong>et</strong> water langs en over<br />
talrijke steenen. Ik voelde, hoe mij paard als<br />
h<strong>et</strong> ware tegen den stroom leunde. H<strong>et</strong> water<br />
vormde draaikolken om zijn pooten. Langzaam,<br />
voorzichtig gingen wij verder. H<strong>et</strong> water kroop<br />
m mijn laarzen. H<strong>et</strong> drukte tegen mijn been.<br />
Mijn knieën werden nat. Plotseling stroomde<br />
h<strong>et</strong> water over mijn zadel. Mijn paard scheen<br />
onder mij weg te zinken. H<strong>et</strong> zwom... Ik gaf<br />
mee m<strong>et</strong> den stroom, om h<strong>et</strong> te helpen. De<br />
stroom trok ons mee, maar mijn paard was<br />
sterk. Toen rees opeens uit de duisternis de<br />
oever op - een zwarte massa, die zich ophief<br />
uit h<strong>et</strong> water. Mijn oom had de plek waar wij<br />
de rivier hadden overgestoken, goed gekozen.<br />
Mijn paard bereikte een paar passen na dat<br />
van mijn oom den anderen oever.<br />
Terwijl wij een lange helling bestegen, werd<br />
h<strong>et</strong> geluid, dat de rivier achter ons maakte, hoe<br />
langer hoe zwakker. De warmte van mijn paard<br />
onder mijn jas begon mijn kleeren te drogen,<br />
en mijn broekspijpen kleefden aan mijn beenen!<br />
Op sommige plaatsen leek ons pad bijna op<br />
een meer of poel. ..<br />
Ik mo<strong>et</strong> toen in slaap gesukkeld zijn. Toen ik<br />
wakker werd, stonden onze 'paarden stil. H<strong>et</strong><br />
was nog donker, maar toch was er al i<strong>et</strong>s als<br />
een schemerig licht in de lucht. H<strong>et</strong> regende<br />
ni<strong>et</strong> meer. In h<strong>et</strong> bosch was er alleen nog maar<br />
,.. 9 e,uid van de druppels te hooren, die van<br />
millioenen bladeren afgleden.<br />
„H<strong>et</strong> lijkt mij ni<strong>et</strong>, dat hij hier zal zijn," zei<br />
mijn oom. „Maar h<strong>et</strong> is toch goed om h<strong>et</strong> zoe-<br />
ken hier te beginnen."<br />
Toen zag ik voor den eersten keer dat onze<br />
paarden dicht bij den rand van een open plek<br />
stonden. Ik hoorde, hoe mijn oom zijn buks<br />
uit den leeren foudraal haalde. In h<strong>et</strong> midden<br />
van de open plek stond een hut, en rechtj daar-<br />
van een schuur.<br />
H<strong>et</strong> was een kleine hut, m<strong>et</strong> twee ramen, die<br />
levenlooze oogen leken.<br />
Een poosje zaten wij op onze paarden naar<br />
de hut te kijken. Alleen h<strong>et</strong> geluid der van de<br />
bladeren vallende druppels waren te hooren.<br />
Mechanisch streek ik m<strong>et</strong> mijn hand langs den<br />
hals van mijn paard, h<strong>et</strong> op die manier aanmoe-<br />
digend om stil te blijven staan. Mijn blikken wa-<br />
ren als aan de hut gehecht. Plotseling begon<br />
mijn hart onstuimig te kloppen. Een momen'<br />
had er achter een der ramen een licht geflik<br />
kerd. Ik hoorde h<strong>et</strong> zadel van mijn oom kraker<br />
toen hij afsteeg, maar ik kon mijn blikken nog<br />
steeds ni<strong>et</strong> van de hut afwenden. Direct was<br />
h<strong>et</strong> licht weer verdwenen geweest. Toen kwam<br />
h<strong>et</strong> terug - een witte plek, die langs h<strong>et</strong> raam<br />
streek, en toen was hel weer verdwenen.<br />
„Er brandt vuur in de hut," fluisterde mijn<br />
oom.<br />
Hij stond nu naast zijn paard. Voorzichtig,<br />
zonder geluid te maken, kwam ik ook uit den<br />
zadel. Mijn oom liep langzaam naar den rand<br />
der open plek. Ik volgde hem. Weldra waren<br />
we ni<strong>et</strong> meer door h<strong>et</strong> bosch beschermd.<br />
„Ga achter een boom staan," zei mijn oom<br />
zachtjes.<br />
We stonden op nog geen halven m<strong>et</strong>er van<br />
elkaar, ieder achter een boom.<br />
„Pas nu opl" zei mijn oom. Toen trad hij op-<br />
zij, zoodat hij nog slechts fialf door den boom<br />
beschermd was, en riep „Hallol"<br />
Hij luisterde eenige oogenblikken, maar alles<br />
bleef stil. Toen riep hij weer: „Hallo . . ." Doch<br />
ook dit keer kwam er geen antwoord.<br />
„Wacht hier," zei hij toen, en stak h<strong>et</strong> open<br />
gedeelte van h<strong>et</strong> bosch over. Hij liep zeer be-<br />
hoedzaam, zijn buks gereed om te schi<strong>et</strong>en. De<br />
neervallende droppels k<strong>et</strong>sten op mijn jas, op<br />
mijn hoofd. De kou greep mij als m<strong>et</strong> een ijzige<br />
hand. Ergens ver weg kraaide een haan. Mijn<br />
• oom had zich nu zoowat tien m<strong>et</strong>er van mij<br />
verwijderd. Ik kon ni<strong>et</strong> langer alleen blijven, en<br />
volgde hem. De buks, dien hij mij had gege-<br />
ven, haalde ik uit den holster. Daar al de aan-<br />
dacht van mijn oom bij de hut was, hoorde hij<br />
ni<strong>et</strong> hoe ik hem volgde. Hij liep door.<br />
H<strong>et</strong> was zoowat honderd m<strong>et</strong>er tot aan de<br />
hut, maar nooit zal ik een längeren tocht ma-<br />
ken! Indien de wereld ónder mijn vo<strong>et</strong>en uit-<br />
eengespat was, zou h<strong>et</strong> mij ni<strong>et</strong> verbaasd heb-<br />
ben. Eindelijk waren wij bij de hut, en mijn oom<br />
klopte m<strong>et</strong> zijn knokkels op de deur.<br />
Na een poos riep er een stem in de hut;<br />
„Ja . . . Kom maar binnen . . ."<br />
Mijn oom duwde de deur m<strong>et</strong> zijn schouder<br />
open; m<strong>et</strong> één stap was hij over den drempel.<br />
Ik volgde hem onmiddellijk.<br />
Eenmaal binnen, bleef mijn oom staan. Hij<br />
sprak geen woord. Zijn buks hield hij in de<br />
hand. H<strong>et</strong> zoü echter slechts een kwestie van<br />
de fractie eener seconde zijn geweest, want<br />
tegenover hem in de kamer stond een man, die<br />
. eveneens een buks in zijn hand hield. Een vuur,<br />
dat achter hem in den open schouw brandde,<br />
wierp een flauw lichtschijnsel door de kamer.<br />
De man leek er nog grooter door dan hij al<br />
was. Zijn gezicht was begroeid m<strong>et</strong> een zwaren<br />
stoppelbaard. Zijn haar was dik, zwart en on-<br />
gekamd. Zijn oogen leken wel kleine plasjes<br />
zwarte olie. Hij staarde mijn oom doordringend<br />
aan.<br />
Opeens zag ik, dat hij ni<strong>et</strong> alleen was, Aan<br />
zijn rechterkant stond een meisje, dat zich aan<br />
zijn broekspijp vasthield. Ze zag er zindelijk en<br />
helder uit, en ze was op haar bloote vo<strong>et</strong>en.<br />
Ze leek sprekend op den man. Haar leeftijd was<br />
aan haar gezicht ni<strong>et</strong> te definieeren; h<strong>et</strong> had<br />
van een vrouw van middelbaren leeftijd of van<br />
een kind kunnen zijn. Toch schatte ik haar ni<strong>et</strong><br />
ouder dan negen jaar, hoogstens tien.<br />
Links van den man, zich eveneens aan zijn<br />
broekspijp vasthoudend, stond een jong<strong>et</strong>je, dat<br />
misschien ni<strong>et</strong> ouder dan een jaar of zes was.<br />
Hij was een miniatuur van den man — m<strong>et</strong> de-<br />
zelfde stille, zwarte oogen, h<strong>et</strong>zelfde ongekam-<br />
de zwarte haar. Of hij bang geworden was<br />
door onze onverwachte komst, of zich alleen<br />
maar verbaasde, li<strong>et</strong> hij ni<strong>et</strong> merken.<br />
We stonden daar, zwijgend, bewegingloos,<br />
alle vijf. Eindelijk was h<strong>et</strong> de man, die de stilte<br />
verbrak.<br />
„Dus je hebt me gevonden. Evert," zei hij.<br />
„Ik verwachtte je." Hij li<strong>et</strong> den loop van zijn<br />
buks naar den grond zaKken. Toen draaide hij<br />
zich om, li<strong>et</strong> de kinderen staan zooals zij ston-<br />
den, en z<strong>et</strong>te zijn geweer in een hoek van h<strong>et</strong><br />
vertrek.<br />
„Doe de deur dicht en kom bij de kachel.<br />
Jullie zullen wel koud en nat zijn," zei hij.<br />
Mijn oom li<strong>et</strong> zijn buks eveneens zakken,<br />
„Doe de deur dicht," zei hij tegen mij, en na<br />
zijn geweer tegen den wand te hebben gez<strong>et</strong>,<br />
hield hij zijn handen boven de kachel. De man<br />
stak ondertusschen een lamp aan.<br />
„Nu je toch hier bent, kan h<strong>et</strong> geen kwaad<br />
meer om licht te maken," zei hij.<br />
„Ben je bang voor de Karstens?" vroeg mijn<br />
oom.<br />
„H<strong>et</strong> loont in ieder geval de moeite om voor-<br />
zichtig te zijn," antwoordde de mari. „Ik geloof<br />
dat we wel wat kunnen <strong>et</strong>en voordat we weg-<br />
gaan."<br />
„Ik geloof h<strong>et</strong> ook," zei mijn oom.<br />
De man ging naar de keuken, die door de<br />
open deur zichtbaar was.<br />
„In de schuur is er voer voor je paarden,"<br />
zei hij, over zijn schouder heen.<br />
„Ik denk, dat je ze b<strong>et</strong>er wat te <strong>et</strong>en kunt<br />
geven voordat we teruggaan," zei mijn oom<br />
tegen mij.<br />
Toen ik terugkwam uit de schuur, zat mijn<br />
oom voor de kachel; hij had zijn laarzen uitge-<br />
trokken en li<strong>et</strong> zijn vo<strong>et</strong>en drogen. Ik kon ni<strong>et</strong><br />
nagaan of hij den man in de keuken in h<strong>et</strong> oog<br />
hield. H<strong>et</strong> meisje was eveneens in de keuken.<br />
Een aangenaam-prikkelende geur van koffie<br />
zweefde door h<strong>et</strong> vertrek. De jongen stond m<strong>et</strong><br />
zijn rug tegen den muur naast de kachel ge-<br />
leund. Hij keek me aan, terwijl ik op de kachel<br />
toeliep, en ook terwijl wij zaten te <strong>et</strong>en hield<br />
hii z!jn blikken geen oogenblik van mij af.<br />
Buiten brak de schemering aan. Minuten gin-<br />
gen voorbij en niemand sprak een woord. Eén<br />
keer stond de man op en liep om de tafel heen<br />
om een stuk spek voor den jongen te snijden.<br />
H<strong>et</strong> was mijn oom, die h<strong>et</strong> eerst i<strong>et</strong>s zei. Hij<br />
had al dien tijd op zijn bord zitten staren. Nu<br />
hief hij zijn hoofd op en keek den man, die<br />
tegenover hem zat, strak aan. De man keek<br />
eveneens op . . . Toen vroeg mijn oom:<br />
„Heb je P<strong>et</strong>er Karsten gedood, Monten?"*<br />
De man kneep even zijn oogen dicht. Toen<br />
zei hij: „Ik we<strong>et</strong> h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>. Evert! De Karstens<br />
zeggen dat ik h<strong>et</strong> gedaan heb."<br />
Mijn oom knikte.<br />
„Ik geloof, dat je we<strong>et</strong>, dat hun moeder een<br />
Karsten was?" — De man wees m<strong>et</strong> zijn hoofd<br />
in de richting van de beide kinderen.<br />
„Ja." Mijn oom zei h<strong>et</strong>, zonder zijn blikken<br />
van den man af te wenden.<br />
„Je we<strong>et</strong> ook, dat de Karstens h<strong>et</strong> nooit goed<br />
vinden, dat een van hen m<strong>et</strong> iemand uit een<br />
andere streek trouwt? Ze beweren altijd, dat zij<br />
die vrouw of dien man weer terugkrijgen. Wel,<br />
toen ik m<strong>et</strong> Sofie trouwde, nam ik dat ni<strong>et</strong> zoo<br />
ernstig op. En zij ook ni<strong>et</strong>. Maar een maand ge-<br />
leden is zij er m<strong>et</strong> P<strong>et</strong>er vandoorgegaan. Hij<br />
had hier vaak om de hut gezworven. Daar ze<br />
de kinderen bij mij hadden gelaten, li<strong>et</strong> ik hen<br />
ongemoeid. Gisteren . . . neen, eergisteren, want<br />
h<strong>et</strong> is al ochtend, eergisteren was ik bij de<br />
kreek. Ik had wat gedronken, maar toch ni<strong>et</strong><br />
zooveel of ik kon nog heel goed zien, dat Pe-<br />
ter en nog zes mannen van zijn familie naar<br />
de hut slopen. Ze zagen mij^ni<strong>et</strong>, maar ik hoor-<br />
de P<strong>et</strong>er duidelijk zeggen: ,,lk we<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> wat<br />
haar bezielt, maar ze wil de kinderen hebben.<br />
Wachten jullie hier, tot ik m<strong>et</strong> hen terugkom..."<br />
„Hij wacht tof Jantje zijn eerste woord zal<br />
zeggen ..."<br />
(D/e Woche)<br />
„Maar Ernestine, h<strong>et</strong> was toch maar. een<br />
grapje. Ik verzeker je heusch, dat Zarah Lean-<br />
der werkelijk ni<strong>et</strong>s voor mij b<strong>et</strong>eekent."<br />
(Dat III. 8/alO<br />
Hij liep naar de hut . . . „Blijf daar!" riep ik.<br />
H<strong>et</strong> heeft geen zin. Evert, om alle hooge<br />
woorden te herhalen, die er over en weer ge-<br />
uit werden voordat we aan h<strong>et</strong> vechten waren.<br />
Natuurlijk vielen ze mij m<strong>et</strong> hun allen aan. Ik<br />
had mijn buks, en zij waren ook gewapend. Ik<br />
ben er zeker van, dat ik vier schoten hoorde.<br />
Eén der schoten mo<strong>et</strong> van mij geweest zijn,<br />
want mijn geweer was vuil toen h<strong>et</strong> achter den<br />
rug was, en ik we<strong>et</strong> zeker, dat ik h<strong>et</strong> twee da-<br />
gen tevoren pas had schoongemaakt. En . . . dat<br />
is alles. Evert! Zoo zeker als we hier zitten<br />
we<strong>et</strong> ik verder ni<strong>et</strong>s."<br />
Toen hij zweeg, vroeg mijn oom: „Er was ze-<br />
ker niemand anders bij behalve de Karstens?"<br />
„Neen." zei de man.<br />
„En hoe zeiden ze ook weer, dat h<strong>et</strong> gebeur-<br />
de: dat je hem in koelen bloede had neerge-<br />
schoten, is h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>?"<br />
„Ze zeiden, dat ik in een hinderlaag had ge-<br />
legen . . ."<br />
„Dat zullen ze natuurlijk ook voor den rech-<br />
ter zeggen." merkte mijn oom op. Hij zweeg<br />
en scheen naar i<strong>et</strong>s te zoeken op h<strong>et</strong> gezicht<br />
van den man tegenover hem, „Ik geloof, dat je<br />
beseft, dat je voor den rechter geen enkele<br />
kans hebt . . ." zei hij toen.<br />
..Ik wèèt h<strong>et</strong> . . ."<br />
„Waarom ben je dan hier?" vroeg mijn oom.<br />
„De grens is ni<strong>et</strong> ver. Je had al weg kunnen<br />
zijn!"<br />
„Voor hen . . ." zei de man. en hij wees m<strong>et</strong><br />
zijn hoofd naar de kinderen. „Ik heb liever ni<strong>et</strong>,<br />
dat hun moeder hen grootbrengt. Ze is een<br />
echte Karsten gebleven. Ik hoop, dat er iemand<br />
gevonden wordt, die hen tot zich wil nemen..."<br />
„Maar de rechter . . ." begon mijn oom, toen<br />
zweeg hij plotseling om te vervolgen: „Je kunt<br />
b<strong>et</strong>er alles in den wagen ladenl Je kunt h<strong>et</strong><br />
noodig hebben. Je komt misschien ni<strong>et</strong> meer<br />
terug."<br />
Twee uur later reden wij terug over den weg,<br />
dien wij in de duisternis vóór de ochtendsche-<br />
mering gekomen waren. Hel regende ni<strong>et</strong> meer.<br />
Mijn oom en ik reden naast elkaar. Vóór ons<br />
uil rolde de wagen over den hobbeligen weg.<br />
Op den wagen zat. als gevangene van mijn<br />
oom. de man, en mende de paarden. Aan zijn<br />
eenen kant zal de jongen, aan den andere hel<br />
meisje.<br />
Drie uur lang reden we zoo voort, m<strong>et</strong> als<br />
eenig geluid h<strong>et</strong> geratel van den wagen over<br />
den weg. Toen gaf mijn oom zijn paard de spo-<br />
ren. Toen hij naast den man reed, zei hij: „Ik<br />
geloof, dal je nu ni<strong>et</strong> meer dan een paar kilo-<br />
m<strong>et</strong>er van de grens bent. — Volg dezen weg<br />
en kom ni<strong>et</strong> meer terug."<br />
De man staarde mijn oom zwijgend aan. „En,"<br />
zei mijn oom, „ik heb gisteren nog gehoord,<br />
dal ze even over de grens houthakkers kunnen<br />
gebruiken. Je kinderen kunnen er naar school<br />
gaan en alles. Maar kom nooit meer terug." En<br />
toen keerde hij zijn paard en reed terug naar<br />
de plaats waar ik op hem wachtte.<br />
Alsof hij half versuft was, keek de man hem<br />
even na. Toen z<strong>et</strong>te hij zijn paarden tot meer<br />
spoed aan. Daarop riep hij opeens: „Evert , , .<br />
ik . , . ik . . . dank je vooral voor hèn . . ,"<br />
Toen keek hij weer voor zich en reed de<br />
grens over<br />
„Rechters," zei mijn oom, „houden nog vast<br />
aan den ouden stelregel „Oog om oog, tand<br />
om tand". Dat mag juist zijn, voor zoo ver ik<br />
we<strong>et</strong>, maar er zijn gevallen waarin h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> op-<br />
gaat. Dan tellen zij de oogen ni<strong>et</strong> goed. Ze<br />
zouden hèm hebben opgehangen en de kinde-<br />
ren naar hun moeder hebben gestuurd, en wat<br />
je ook zou hebben gezegd, ni<strong>et</strong>s zou hen heb-<br />
ben kunnen overtuigen, dat zij drie menschen<br />
straften voor een . . . dat ze drie oogen namen<br />
voor één . . ."<br />
Terwijl wij verder reden keek mijn oom een<br />
keer over zijn schouder. De wagen was reeds<br />
tusschen de boomen vedwenen. Toen gaf hij<br />
mij een knipoogje.<br />
..Je begrijpt h<strong>et</strong> zeker wel, hè?" zei hij.<br />
Ik begreep hef, maar terwijl ik naar h<strong>et</strong> touw<br />
keek dat aan zijn zadelknop bevestigd was, be-<br />
greep ik óók opeens, dat er een onderdeel van<br />
h<strong>et</strong> spel was, dat ik nog nooit had gespeeld in<br />
mijn jeugd . . .
Êmm<br />
Schani, Wendelin en Hannerl In goede stem ming.<br />
Schani en Wendelin in gespannen aandacht.<br />
\<br />
o<br />
Vol levensvreugde I<br />
mf<br />
IRAU IM<br />
Regie: Gerhard Lamprecht.<br />
Hannerl Hertha Feiler<br />
Alois Attila Hörbiger<br />
Schani Oskar Sima<br />
Wendelin Fritz Rasp<br />
f ranz Alexander Trojan<br />
Brunner Herbert Gernot<br />
Ker yllis Werner Scharf<br />
H^i Olly Holzmann<br />
Bäu 9erl Eduard Spiess<br />
Rolverdeeling:<br />
{Ufa-Ulm)<br />
Politie-beamte Rudolf Carl<br />
Een jongen Kurt Filipp<br />
Conducteur Ferry Wondra<br />
Hengelaar Karl Forest<br />
1e waker Oskar Wegrostek<br />
2e waker Wilhelm Hufnagl<br />
3e waker Hans Kammauf<br />
Een verliefd paar Alfred Lehner<br />
Lisl Kinast<br />
O "kt P J Waa . r d , e blauwe Donau en haar begeleider, h<strong>et</strong> Donaukanaal, h<strong>et</strong> dicht-<br />
bebouwde gedeelte van de groote stad binnenstroomen, is de werkplaats van vier<br />
h..«..'— -"L 0iS/ J Schani ' Wendelin en F""- 'n een oude barak hebben zij hun<br />
„bureau ingericht en daarnaast strekt zich de groote opslagplaats uit,, die tot in de<br />
uiterste hoekjes vol staat m<strong>et</strong> oude carosserieën, mrotorfi<strong>et</strong>sen, motoren, afgedankte auto-<br />
h!. ul'^T 00 ^ < ? ie VOOr ? nd . ere me J nsch « s n "i<strong>et</strong> veel meer dan. afval zijn, maar voor<br />
h<strong>et</strong> klaverblad van vier nog heel waardevol materiaal en... hun dagelijksch brood be-<br />
teekenen. Want m<strong>et</strong> deskundige blikken en handen sorteeren zij, verb<strong>et</strong>eren, zagen,<br />
vijlen kloppen en hameren, om daarna de gerepareerde onderdeeien weer te verkoopen.<br />
Alois is om zoo te zeggen de ongekroonde heerscher van h<strong>et</strong> troepje. Hij is een<br />
kerel als een duivel, overloopend van moed en kracht en levenslust. De vrouwen en<br />
T. e ' SJe L-T 6 " ? 0V . er * 1 . ".*' t0tdat - ■ • totdai r 'J komt ' de wouw, die h<strong>et</strong> leven van<br />
Alois Handler en de vriendschap van vier compagnons een be<strong>et</strong>je in de war schopt H<strong>et</strong><br />
IT. n L ie . W ! V d ? m , anier ' waarop A,ois al,n xi i n Hanner| « gekomen. Midden<br />
uit h<strong>et</strong> Donaukanaal heeft hij haar opgehaald, waar zij rust meende te vinden van een<br />
leven en een lot dat zij ni<strong>et</strong> langer kon dragen. Alois heeft den tact om h<strong>et</strong><br />
STROM<br />
schuwe schepsel ni<strong>et</strong> te vragen naar h<strong>et</strong> hoe en waarom. Hij houdt haar bij zich en<br />
verdraagt terwille van haar de gloeiende jaloezie van den jongen Franz, en de woede<br />
van de beide andere kameraden, die hun samenwerking bedreigd wanen door de aan-<br />
wezigheid van een vrouw, een indringster. Tot Hannerl op een nacht verdwenen Is -<br />
en m<strong>et</strong> haar de kas van de „zaak", die drieduizend mark telde! Drieduizend mark, die<br />
h<strong>et</strong> viertal moeizaam had opgespaard om er een nieuwen vrachtauto van te kunnen<br />
koopenl Alois is tot in h<strong>et</strong> diepst van zijn ziel gegriefd en heeft in zijn bittere teleur-<br />
stelling ni<strong>et</strong>s anders dan harde woorden voor de gevluchte vrouw. Maar nu zijn h<strong>et</strong><br />
de anderen, die h<strong>et</strong> opnemen voor Hannerls rechtschapenheid en terwijl Alois doelloos<br />
ronddoolt langs den Donau, alleen vervuld door de gedachte, Hannerl straks te vinden<br />
en dan h<strong>et</strong> gestolen bedrag van haar terug te eischen, volgen de drie andere kameraden<br />
een spoor, dat hun m<strong>et</strong> hoop vervult. Zij doorzoeken h<strong>et</strong> huis van den advocaat Brunner,<br />
dien zij voor ni<strong>et</strong> geheel onschuldig aan den diefstal houden, en inderdaad vinden zij<br />
op een verborgen plekje h<strong>et</strong> gestolen geld.<br />
Wat zou er echter inmiddels m<strong>et</strong> Hannerl zijn gebeurd? In zijn vertwijfeling is Alois<br />
beland in een Roemeensche kroeg in een duister steegje. Dan hoort hij plotseling in de<br />
achterkamer een vrouweslem gillen. H<strong>et</strong> is de stem van Hannerl! Alois stormt naar binnen.<br />
H<strong>et</strong> eene woord volgt op h<strong>et</strong> andere en nu ervaart hij, hoe de ware stand van zaken<br />
is. Hannerl Is de ongelukkige vrouw van den smokkelaar Keryllis, die haar steeds Vil<br />
gebruiken als werktuig van zijn duistere plannen en die 'haar weggehaald heeft van de<br />
vier kameraden, nadat hij door Brunner op de hoogte is gebracht van haar verblijf. Om<br />
der wille van h<strong>et</strong> misdadige leven van haar man heeft Hannerl indertijd den dood willen<br />
zoeken. Na een heftige woordenwisseling slaagt Alois er in, om, gesteund door Hannerl,<br />
den smokkelaar neer te slaan. De vrouw neemt hij mee naar huis.<br />
Triomfantelijk komen de vrienden m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> geld aandragen en ook zij zijn erg blij<br />
over Hannerls terugkeer. Dan verschijnt In de krant h<strong>et</strong> bericht, dat Keryllis dood is ge-<br />
vonden. Nog denzelfden nacht besluiten Alois en Hannerl zich aan te melden als de<br />
vermoedelijke moordenaars van den smokkelaar. De commissaris verklaart echter, d'at<br />
de ware moordenaar reeds in hechtenis is genomen en alles heeft bekend. H<strong>et</strong> is Brunner.<br />
Eenige weken later wordt de bruiloft gevierd. De gasten houden hun intocht op «•«-<br />
spiksplinternieuwen vrachtauto en wachten dan op Alois en Hannerl. Maar die twee spar-<br />
telen vroolijk In de golven van den Donau, den stroom, die hen tot elkander heeft gebracht.
I<br />
de Amerikaan Burn<strong>et</strong>t Warden tot h<strong>et</strong><br />
bn van w<strong>et</strong>enschappelijke onderzoekingen<br />
pars door donker Afrika trok, slechts ver-<br />
geze| door 'n viertal inheemsche dragers, ont-<br />
WT" OP een ochtend h <strong>et</strong> spoor van een<br />
tijgen lie reeds verschillende slachtoffers onder<br />
de beyfoners van de streek had gevonden. War-<br />
den hlsloot jacht op h<strong>et</strong> dier te maken, maar<br />
h<strong>et</strong> I ƒ te hem ni<strong>et</strong>, h<strong>et</strong> te ontdekken. Intusschen<br />
was M<strong>et</strong> al ongeveer vijf uur geworden, en de<br />
dmstfrnis zou w»ldra invallen. Zijn dragers stel-<br />
den/hem daarom voor, in een kraal te over-<br />
nachten, die dicht in de buurt was, maar War-<br />
den voelde daar ni<strong>et</strong>s voor. Hij wist uit ervaring<br />
hoe h<strong>et</strong> daar kon ruiken, en bovendien had de<br />
bewuste tijger reeds eenige malen een inval in<br />
zoon mheemschen-nederz<strong>et</strong>ting gewaagd, en<br />
"Ifs uit een hut een oude vrouw weggesleept.<br />
Daarom besloot hij maar liever op de gewone<br />
wijze in tenten te kampeeren.<br />
De plaats die hij voor zijn nachtleger uit-<br />
zocht, was een pas kaal gehakte plek in de<br />
jungle. De boomen en pruiken waren wegge-<br />
kapt, en eenige stammen had^ men reeds ver-<br />
brand om er houtskool van te winnen. Er leek<br />
geen b<strong>et</strong>ere gelegenheid to vnden, in de buurt-<br />
de grond was schoon en vlok<br />
In de buurt liep een klem nvJerlie, eigenlijk<br />
slechts een soort greppel, gevuld m<strong>et</strong> wat<br />
water maar er stond in ieder geval meer in<br />
dan Warden en zijn mannen noodig hadden.<br />
Binnen ongeloofelijk korten tijd had zijn „hoofd-<br />
man h<strong>et</strong> wonder van de jungle gewrocht om<br />
een uitstekenden maaltijd van drie gangen ge-<br />
reed te maken boven een paar steenen en een<br />
vuurtje van eenige droge takken.<br />
Warden at zijn diner bij h<strong>et</strong> schemerige licht<br />
van de opkomende maan, terwijl de jungle don-<br />
ker en dreigend om hem oprees. Na een<br />
PUP gerookt te hebben, besloot hij, omdat hij<br />
moe was vroeg te gaan slapen, en hij beval<br />
zijn hoofdman - die nu, evenals de drie andere<br />
dragers, tamelijk zenuwachtig was gewordenl -<br />
om hem bij h<strong>et</strong> eerste morgenkrieken te wek-<br />
ken. Hun tent stond op ongeveer vier m<strong>et</strong>er af-<br />
stand van die van Warden, en in allebei bevond<br />
zich een stormlantaarn.<br />
w^dt* ^f^r. eeni9en tijd had 9«'^".<br />
werd hij plots.lmg m<strong>et</strong> een schok wakker omdat<br />
er .<strong>et</strong>s tegen een der touwen van zijn tent<br />
aanliep. De dunne paaltjes kraakten en zwaai-<br />
den heen en weer, en er ging als h<strong>et</strong> ware een<br />
nll.ng over h<strong>et</strong> linnen van de tent, alsof er<br />
OP LEVEN EN DOOD SÄV^ÄV^fÄ<br />
iemand m<strong>et</strong> een hand langs<br />
streek. Bij h<strong>et</strong> licht van de<br />
Hauw brandende lantaarn keek<br />
Warden op zijn horloge. Drie<br />
""r. .. veel te vroeg ioor zijn<br />
wekken TA u hoo ' dma " om hem reeds te<br />
wekken. Tóch was er i<strong>et</strong>s of iemand bezig bij<br />
den ingang van de tent. .<br />
. „Diljona. . . Ben jij daar?" riep Warden<br />
on« r j ,e r antwoord ' "" buiten was h<strong>et</strong><br />
opeens doodst.l geworden, en bewegen deed er<br />
van plan om h<strong>et</strong> overslag van de tent te openen<br />
ten emde te zien wie er was. Maar op h<strong>et</strong>zelf-<br />
dL ??? ^ '^ bl0ed ,e bevrie «". want<br />
door h<strong>et</strong> dunne linnen heen drong er een geur<br />
naar bmnen een scherpe, prikkelende geur, die<br />
ir., **"> van<br />
0J'A12 u.^ tOCh ni<strong>et</strong> Z00 0**»m was<br />
om dier In binnen te komen als in een van gras<br />
opg<strong>et</strong>rokken hut. In ieder geval hoorde Warden<br />
kTonT 9 !. OO0enb,ikken "'•* -"«er h<strong>et</strong> zachte<br />
klop-klop-klop van zijn pooten en even later<br />
bewees h<strong>et</strong> kra en van een paar takken, dat hij<br />
zich in de jungle terugtrok.<br />
Warden wachtte tien minuten, om er zeker<br />
van te zijn, dat de tijger verdwenen was. Toen<br />
opende h.J voorzichtig den overslag van de<br />
tent en keek naar buiten. Alles wat hij kon zien<br />
was de door h<strong>et</strong> maanlicht beschenen open plek<br />
en de dreigende jungle er omheen. Hij riep<br />
om zijn hoofdman en de drie andere inheem-<br />
schen maar h<strong>et</strong> eenige antwoord dat hij kreeg<br />
was de echo, die teruggekaatst werd door den<br />
duisteren muur van boomen. Hij riep luider en<br />
nog eens, maar h<strong>et</strong> donkere, dreigende woud<br />
ging voort m<strong>et</strong> zijn angst te spotten... Toen<br />
rees er een vreeselijke gedachte bij hem op<br />
Zou de tijger een bezoek aan de tent der in-<br />
heemschen hebben gebracht alvorens hij naar<br />
de zijne was gekomen?<br />
Snel trok hij zijn jas over zijn pyama aan en<br />
kroop naar buiten, zijn geweer en 'n electrische<br />
lantaarn meenemend. Angstig li<strong>et</strong> hij h<strong>et</strong> licht<br />
door de tent spelen... deze was geheel ver-<br />
laten, en er viel ook geen enkel teeken te be-<br />
kennen dat zij er geslapen hadden. Toen be-<br />
greep Warden, dat de vier mannen bang waren<br />
geweest, en naar de kraal waren gegaan om er<br />
te slapen, hem alleen in de jungle achterlatend..<br />
MIJ keerde terug naar zijn tent, en bond den<br />
overslag zoo stevig dicht als hij maar kon. Van<br />
slapen was natuurlijk geen sprake meer, daarom<br />
bleef hij opzitten, zijn geweer op zijn schoot,<br />
tot hu de fazanten hoorde roepen, terwijl zii<br />
van boom tot boom vlogen. . . Toen zag hij,<br />
L JI u" 1 J eeds 9rijS gekleurd was door h<strong>et</strong><br />
ochtendlicht Nooit nog had hij de opkomende '<br />
zon hartel.jker verwelkomd dan op dit oogenblik<br />
Êen uur later kwamen zijn hoofdman en twee<br />
der andere dragers opdagen. Ze zagen er nog-<br />
al schaapachtig uit, maar Warden had ni<strong>et</strong> den<br />
moed om hen over hun lafhartigheid te onder-<br />
houden. Hij voelde zich ziek, en wist dat hij<br />
een aanval van koorts onder zijn leden had.<br />
H.j kon ni<strong>et</strong> eens belangstelling toonen toen zij<br />
hem vertelden, dat de tijger een der dragers<br />
had opgeg<strong>et</strong>en, die op was blijven zitten uit<br />
angst dat h<strong>et</strong> dier -komen zou.. .<br />
Zoo gauw mogelijk li<strong>et</strong> Warden al zijn be-<br />
zittingen b.j elkaar pakken en haastte zich naar<br />
de eerste de beste groote nederz<strong>et</strong>ting, waar<br />
z-ch een dokter bevond. Daar kwam hij klapper-<br />
tandend van koorts aan, en werd direct in bed<br />
gestop , waarin hij een maand lang bleef lig-<br />
9en, gloeiend he<strong>et</strong> van de koorts en ijlend over<br />
een tijger, die om zijn tent sloop<br />
tafmf<br />
EEN COMPLEET VERHAAL<br />
Dek Hoevelaken bleef een oogenblik beslui-<br />
teloos voor de deur van zijn ooms kantoor<br />
staan. Toen vermande hij zich en draaide<br />
,den knop om.<br />
Mijnheer Jan Hoevelaken, een dikke, kale,<br />
blozende man, „makelaar in huizen", die ach-<br />
ter een groot bureau zat, keek verstoord op.<br />
Maar Dick wachtte ni<strong>et</strong> tot hij i<strong>et</strong>s zou zeggen.<br />
' „Ik mo<strong>et</strong> u i<strong>et</strong>s zeggen," begon hij. „Ik heb<br />
er genoeg vaftl Ik werk hier nu twee jaar<br />
tegen een salaris waarvoor een Jongste bedien-<br />
de bij een bèètje firma zich zou schamen. Dat<br />
mo<strong>et</strong> anders worden. Ik mo<strong>et</strong> verhooging heb-<br />
ben. Omdat ik uw neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong><br />
zoa beroerd weinig te verdienenI Omdat ik uw<br />
neef ben, hoef ik toch ni<strong>et</strong>..."<br />
„Ga zitten!"<br />
Dick ging zitten.<br />
„Maar luister nu eens. . . ik. . ."<br />
„Houd je mondl"<br />
Dick hield zijn mond. — Zoo was hij.<br />
„Ziezoo," zei zijn oom. „En laat ik nu be-<br />
ginnen m<strong>et</strong> je te vertellen, dat ik hier de baas<br />
ben, en ni<strong>et</strong> j ij. Ziezoo. — En als je nu nog<br />
één keer h<strong>et</strong> hart hebt om hier zóó binnen te<br />
komen stuiven, dan ga je de laan uit. Begre-<br />
pen? — Ziezool En in de derde plaats krijg je<br />
géén opslag. — Ziezool"<br />
Dick staarde zijn oom somber aan. Deze<br />
staarde terug. Dick had zijn oom altijd als een<br />
autocraat gezien — als een man, wiens woord<br />
w<strong>et</strong> was. Sinds zijn jeugd was deze theorie<br />
hem ingefiltreerd. H<strong>et</strong> feit, dal zijn oom sinds<br />
zijn zestiende jaar, toen zijn vader en moeder<br />
door een auto-ongeluk tegelijk om h<strong>et</strong> leven<br />
waren gekomen, zijn voogd was geweest, was<br />
hieraan voor een groot deel schuld.<br />
H<strong>et</strong> was alleen doordat hij zichzelf dagen-<br />
lang moed had ingeprent, dat Dick eindelijk<br />
de stoute schoenen had durven aantrekken en<br />
om opslag vragen. Nu zijn moed door de ont-<br />
vangst, die zijn oom hem had bereid, was ver-<br />
dwenen, voelde hij zich als een ballon, waaruit<br />
h<strong>et</strong> gas is ontsnapt.<br />
„Ik b<strong>et</strong>aal je precies zooveel als ik denk, dat<br />
goed is," zei zijn oom. „En daar zul j ij tevre-<br />
den mee mo<strong>et</strong>en zijnl" Hij vouwde zijn handen<br />
over zijn fantasievest m<strong>et</strong> roode zijden spikkel-<br />
tjes. „Als ik dood ben, is de heele boel voor<br />
jou," vervolgde hij toen. „Verge<strong>et</strong> dat ni<strong>et</strong>l<br />
Tót dien tijd zul je je echter als bediende heb-<br />
ben te gedragen, en zul je hebben te doen wat<br />
ik wil. Verge<strong>et</strong> dat nooit meer. — Ik wil dat<br />
je vanavond bij me komt <strong>et</strong>en, ■ want ik heb i<strong>et</strong>s<br />
m<strong>et</strong> je te bespreken. — Ziezoo."<br />
„Maar. . ."<br />
„H<strong>et</strong> onderhoud is afgeloopenl"<br />
„Maar. . ."<br />
„Verdwijnl — Ziezool"<br />
Dick verdween. In zijn eigen kantoor geko-<br />
men, liep hij somber op zijn bureau toe, ging<br />
op de punt er van zitten en keek naar Liesb<strong>et</strong>h<br />
Swierstra, die juist binnen gekomen was en<br />
bezig was haar mantel uit te trekken. Ze was<br />
de typiste en deelde h<strong>et</strong> kantoor m<strong>et</strong> Dick.<br />
DOOR Fl D R<br />
Liesb<strong>et</strong>h was een aardig meisje om te zien,<br />
m<strong>et</strong> grappig krullende blonde haren, blauwe<br />
oogen en een frisschen rooden mond. Ze droeg<br />
er veel toe bij h<strong>et</strong> gezellig op h<strong>et</strong> kantoor te<br />
maken, en vaak wanneer Dick naar haar keek<br />
— h<strong>et</strong>geen hij nogal eens deed — moest hij bij<br />
zichzelf vaststellen, dat h<strong>et</strong> leven toch eigenlijk<br />
ni<strong>et</strong> zoo hèèl erg slecht was. Zijn genegenheid<br />
voor Liesb<strong>et</strong>h kwam echter ni<strong>et</strong> boven een soort<br />
broederlijk gevoel uit. H<strong>et</strong> was evenwel ni<strong>et</strong> al-<br />
tijd zoo geweest. Op een keer, die altijd als<br />
een historische gebeurtenis in zijn geheugen<br />
gegrift zou blijven, had hij haar eens, toen zij<br />
pas op kantoor was, een kus gegeven.<br />
Ze hadden zich samen over haar lessenaar<br />
gebogen om een brief te lezen, en h<strong>et</strong> feit, dat<br />
zij zoo dicht bij hem stond — heur haren raak-<br />
ten l<strong>et</strong>terlijk zijn wangen — was hem naar h<strong>et</strong><br />
hoofd gestegen als champagne. Dat was de<br />
eenige verklaring voor zijn gedrag. Toen had<br />
hij zijn arm om haar middel geslagen en haar<br />
een kus gegeven. . .<br />
Liesb<strong>et</strong>h had ni<strong>et</strong>s gezegd, maar was stille-<br />
tjes een eind opzij gegaan. Er was een blik in<br />
haar oogen gekomen, die maakte dat Dick zich<br />
verre van op zijn gemak voelde. Hij bezag haar<br />
nu eenvoudig als een collega, die begrip had<br />
voor zijn omstandigheden en m<strong>et</strong> hem te<br />
doen had.<br />
„Ik. . . ik heb h<strong>et</strong> gedaan," zei hij. „Ik heb<br />
om opslag gevraagd."<br />
„En wat zei hij?"<br />
„Hij zei; „Verdwijn. . ."."<br />
„En wat heb je gedaan?"<br />
„Wat kon ik anders doen dan verdwijnen?"<br />
Liesb<strong>et</strong>h slaakte een zucht. Even leek h<strong>et</strong>,<br />
naar de uitdrukking van haar gezicht te oordee-<br />
len, alsof zij zou zeggen dat hij een boek of<br />
een vloeirol naar h<strong>et</strong> hoofd van zijn oom had<br />
mo<strong>et</strong>en gooien, maar ze beheerschte zich. Ze<br />
zuchtte alleen maar. En toen ging zij weer aan<br />
haar werk.<br />
Toen Dick den volgenden ochtend op kan-<br />
toor verscheen, stond zijn gezicht nog steeds<br />
even somber. Hij hing zijn hoed op, ging aan<br />
zijn bureau zitten en begon m<strong>et</strong> zijn vingers te<br />
trommelen.<br />
Liesb<strong>et</strong>h, die reeds aan haar werk was, keek<br />
op en glimlachte opgewekt tegen hem. Maar dit<br />
had heelemaal geen invloed op Dick.<br />
„Wat vind je eigenlijk van me?" vroeg hij<br />
opeens.<br />
„Ik vind dat je best op tijd had kunnen ko-<br />
men; je bent tien minuten te laat," zei Liesb<strong>et</strong>h.<br />
Dick haalde zijn schouders op. „Probeer als-<br />
jeblieft ni<strong>et</strong> geestig te zijn," zei hij. „Daar ben<br />
ik ni<strong>et</strong> voor in de stemming. — Ik wil w<strong>et</strong>en,<br />
wat je van mij denkt, van mijn karakter en zoo.<br />
- Nou?" *<br />
„Och, je bent een goeie lobbes, zes en<br />
twintig jaar, en een neef van den baas.<br />
Maar dal schijnt je ni<strong>et</strong> veel voordeel op te<br />
leveren. Als je h<strong>et</strong> mij eerlijk vraagt, zit je on-<br />
der de plak van je ooml"<br />
„Je hebt gelijk. Ik dacht wel, dat je h<strong>et</strong> ge-<br />
foto Ufa<br />
merkt had. Ik ben een verachtelijk insect."<br />
„Een wat?"<br />
„Een verachtelijk insect. Gisteren is dit pas<br />
goed tot mij doorgedrongen."<br />
„Nou, jk mo<strong>et</strong> eerlijk zeggen, dat je open-<br />
hartig tegenover jezelf- bent," mompelde Lies-<br />
b<strong>et</strong>h glimlachend. „En dat is in ieder geval een<br />
goed ieeken. Maar verge<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>, dat zelfs in-<br />
secten zich op een gegeven oogenblik te weer<br />
kunnen stellen!"<br />
„Dat heb ik geprobeerd. Gisteren. Maar h<strong>et</strong><br />
is mislukt. Je zi<strong>et</strong>, dat ik zelfs nog erger ben<br />
dan zoo'n dier!"<br />
Liesb<strong>et</strong>h keek hem m<strong>et</strong> groote oogen aan.<br />
„Bedoel je, omdat je geen opslag hebt los-<br />
gekregen?"<br />
„Neen. — Omdat ik ga trouwen."<br />
Liesb<strong>et</strong>hs oogen werden nóg grooter.<br />
„Mijn oom zegt, dat ik mo<strong>et</strong>! Gisterenavond<br />
heb ik m<strong>et</strong> hem geg<strong>et</strong>en en toen zei hij h<strong>et</strong>.<br />
Ik mo<strong>et</strong> trouwen m<strong>et</strong> Bep van der Steen. Als<br />
ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> doe, onterft hij mij."<br />
Liesb<strong>et</strong>h zweeg om deze mededeeling te<br />
kunnen verwerken. H<strong>et</strong> leek diepen indruk op<br />
haar te maken, want er kwam een peinzende,<br />
bijna droeve blik in haar oogen.<br />
„Maar. . . maar dat is toch onzin," mompelde<br />
zij toen.<br />
„H<strong>et</strong> is geen onzin van mijn ooms standpunt<br />
bezien," zei Dick. „Haar vader is namelijk ook<br />
makelaar in huizen, en mijn oom wil nu, dat ik<br />
m<strong>et</strong> haar trouw, om de beide zaken samen te<br />
voegen."<br />
„Ken je h<strong>et</strong> meisje?"<br />
„Ni<strong>et</strong> erg goed. Ik heb haar een of twee<br />
keer gezien."<br />
„Is ze aardig?"<br />
„Och, dat gaat wel," zei Dick ni<strong>et</strong> erg en-<br />
thousiast. „Voor een meisje gaat h<strong>et</strong> wel."<br />
„Ga je werkelijk m<strong>et</strong> haar trouwen?"<br />
„Ik heb toegestemd. Mijn oom stond er op."<br />
„Zoo. . ."<br />
„Maar zelf heb ik er ni<strong>et</strong> veel zin in," bromde<br />
Dick. j.Dat heb ik ook gezegd, maar je we<strong>et</strong><br />
hoe mijn oom is. Ik wil heelemaal nog ni<strong>et</strong><br />
trouwen I"<br />
Liesb<strong>et</strong>h boog zich over haar schrijfmachine.<br />
„Houd je ni<strong>et</strong>. . ." Ze vond h<strong>et</strong> erg moeilijk<br />
om de juiste woorden te vinden, en haar stem<br />
klonk bijna fluisterend,— „houd je ni<strong>et</strong> van een<br />
ander meisje?"<br />
„Neen," zei Dick kort.<br />
„Och," zei Liesb<strong>et</strong>h, „in dat geval kun je nel<br />
zoo goed m<strong>et</strong> haar trouwen als m<strong>et</strong> een ander."<br />
„Daar gaat h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> om."<br />
„Waarom dèn?"
„Wel, mijn oom heeft ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> recht om m ij n<br />
vrouw te kiezen."<br />
„Maar," zei Liesb<strong>et</strong>h zakelijk, „ais je ni<strong>et</strong><br />
flink genoeg bent om haar zélf te kiezen, waar-<br />
om zou hij h<strong>et</strong> dan ni<strong>et</strong> doen?"<br />
„Wie zegt, dat ik daar ni<strong>et</strong> flink genoeg<br />
voor ben?"<br />
„Je hebt daarn<strong>et</strong> zelf gezegd, dat je een ver-<br />
achtelijk insect was," wees Liesb<strong>et</strong>h hem te-<br />
recht. „En dat is zoo."<br />
„O ja?"<br />
Jal"<br />
„Waarom zeg je zooi<strong>et</strong>s onaangenaams<br />
tegen mij?"<br />
„Omdat ik daar zin in heb."<br />
„Ja maar. .."<br />
De deur van h<strong>et</strong> kantoor vloog open. H<strong>et</strong><br />
kal«, blozende hoofd van Dicks oom verscheen<br />
om den hoek.<br />
„Zitten jullie toch ni<strong>et</strong> zoo te kl<strong>et</strong>sen I" viel<br />
hij uit, en trok de deur weer dicht.<br />
H<strong>et</strong> was opeens doodstil, en men hoorde al-<br />
leen nog maar h<strong>et</strong> geratel van Liesb<strong>et</strong>hs schrijf-<br />
machine en h<strong>et</strong> gekras van Dicks pen...<br />
H<strong>et</strong> resultaat van dit onderhoud was een<br />
zekere veAoeling tusschen Liesb<strong>et</strong>h en Dick.<br />
Pu 'u' a0n zijn bur * au en *•' fleen woord.<br />
Liesb<strong>et</strong>h zat aan haar schrijfmachine en zei<br />
evenmin i<strong>et</strong>s. H<strong>et</strong> was een stemming om er een<br />
op cadeau te gevert.<br />
De toestand begon op Dicks zenuwen te wer-<br />
ken want hij zei graag af en toe i<strong>et</strong>s tegen<br />
Liesb<strong>et</strong>h, en eindelijk, op een oditend, pro-<br />
beerde hij weer gewoon te doen.<br />
„Ik ben gisterenavond m<strong>et</strong> haar naar den<br />
bioscoop geweest," zei hij opeens.<br />
... ;' Zo ?'■ " mom P*^e Liesb<strong>et</strong>h, verwoed door-<br />
tikkend.<br />
„Ik geloof dat ik m<strong>et</strong> haar ga trouwen óók,"<br />
zei hij, wat onhandig.<br />
„Zoo.. ."<br />
„H<strong>et</strong> was een aardige film," vertelde Dick<br />
verder.<br />
„Zoo..."<br />
„Maar toch was er ni<strong>et</strong>s aan," vervolgde Dick<br />
..Er zit ni<strong>et</strong>s bij. Ik bedoel bij haar ni<strong>et</strong>. Ze<br />
iegt overal ja-en-amen op."<br />
BndeKjk vertoonde Liesb<strong>et</strong>h beekenen van<br />
ontdooiing. Ze hield op m<strong>et</strong> tikken en glim-<br />
lachte flauwtjes. Dick vatte moed.<br />
„Zeg, Liesb<strong>et</strong>h," zei hij, „jij bent altijd een<br />
re . u 1 z 1 e 1 colle 0 a voor "»• fleweest. We<strong>et</strong> je geen<br />
middel waardoor ik ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> dat meisje hoef te<br />
trouwen, zonder mijn oom te beleedigen?"<br />
„Is je oom zoo geweldig belangrijk?"<br />
„Ja-a. " Dick wist ni<strong>et</strong> goed wat hij hierop<br />
antwoorden moest. „Als hij mij onterft..."<br />
„Als je daar ni<strong>et</strong> bang voor was," zei Lies-<br />
OP HUN HOEDE<br />
b<strong>et</strong>h koel, „zou je dan ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> dat meisje<br />
trouwen?<br />
„Natuurlijk ni<strong>et</strong>l"<br />
„Maar je kunt toch zeker wel voor jezelf<br />
zorgen zonder de hulp van je oom?"<br />
„Ja, maar..,"<br />
„Als ik jou was, zou ik hem zeggen dat hij<br />
naar den duivel kon loopen, m<strong>et</strong> zijn testament<br />
en zijn heele zaak er bijl"<br />
Dick bromde I<strong>et</strong>s onverstaanbaars. Deze raad<br />
scheen ni<strong>et</strong> erg naar zijn zin te zijn. Hij zei<br />
ni<strong>et</strong>s meer en ging weer aan zijn werk.<br />
Dick was practisch gesproken door zijn oom<br />
grootgebracht, en hij had er nooit over gedacht,<br />
om zich aan zijn invloed te onttrekken. Toen<br />
zijn oom had besloten, dat Dick bij hem in de<br />
zaak zou komen en h<strong>et</strong> vak van den grond af<br />
aan zou leeren, had Dick dit i<strong>et</strong>s vanzelfspre-<br />
kends gevonden. Sinds dien tijd was h<strong>et</strong> steeds<br />
zijn veriangen geweest, den een of anderen dag<br />
de zaak over te nemen. Dat wist zijn oom, en<br />
wanneer Dick wat weerspannig werd, dreigde<br />
hij altijd, hem uit zijn testament te zullen schrap-<br />
pen, een dreigement, waarvoor Dick altijd was<br />
gezwicht.<br />
Zijn oom paste deze m<strong>et</strong>hode nu ook weer<br />
toe. Bep van der Steen was een dochter van<br />
een zijner belangrijkste concurrenten, en hij<br />
wilde dat Dick m<strong>et</strong> haar trouwde ten einde de<br />
beide zaken te vereenigen. Bep bleek echter<br />
evenveel voor Dick te voelen als hij voor haar,<br />
h<strong>et</strong>geen ni<strong>et</strong> veej was.<br />
Dien avond ging Dick naar huis, terwijl h<strong>et</strong><br />
In zijn hersens een soort warwinkel van ge-<br />
dachten en plannen was. Hij wist ni<strong>et</strong>, of hij<br />
Liesb<strong>et</strong>hs raad zou opvolgen en zijn oom m<strong>et</strong><br />
zijn testament bij wijze van spreken als m<strong>et</strong> de<br />
spreekwoordelijke gebakken peren zou laten zit-<br />
ten, of dat hij zich andermaal zou verdeemoedi-<br />
gen en doen, wat hij van hem verlangde. Hij<br />
bracht den avond op zijn kamer door. Hij had<br />
beloofd, Bep een brief te zullen schrijven, en<br />
dat deed hij, en na hem op de post te hebben<br />
gebracht, ging hij naar bed. Maar toen had hij<br />
zijn besluit genomen. •<br />
Dick gedroeg zich bijna Juchthartifl toen hij<br />
den volgenden ochtend op kantoor verscheen<br />
Hij gro<strong>et</strong>te Liesb<strong>et</strong>h opgewekt, deed n<strong>et</strong> alsof<br />
hij heelemaal ni<strong>et</strong> wist, dat hij een kwartier te<br />
aat was en wierp zijn hoed m<strong>et</strong> een noncha-<br />
lanten zwaai aan den kapstok.<br />
Liesb<strong>et</strong>h was evenwel niét in zoo'n goed hu-<br />
meur Ze leek vreemd-kalm en er was een be-<br />
zorgde blik in haar blauwe oogen. Ze keek hem<br />
aan, scheen even ni<strong>et</strong> te w<strong>et</strong>en wat te doen<br />
en zei toen: „Dickl"<br />
„Ja?" vroeg hij hartelijk.<br />
Potö Eigen Archief<br />
■<br />
„Ik... ik mo<strong>et</strong> je i<strong>et</strong>s zeggen."<br />
„Als je mij maar ni<strong>et</strong> zegt, dat je van een<br />
ander houdt," zei hij eigenlijk zonder er bij<br />
te denken.<br />
„I<strong>et</strong>s over je oom."<br />
„Mijn oom? Wat dan?"<br />
„Over zijn testamentl De deur van zijn kan-<br />
toor stond open toen ik daarn<strong>et</strong> kwam, en hij<br />
telefoneerde m<strong>et</strong> zijn notaris. Hij laat zijn tes-<br />
tament veranderen. Je wordt zoo goed als ont-<br />
erfd I Ik heb h<strong>et</strong> zelf gehoord."<br />
Dick viel achterover in zijn stoel en staarde<br />
haar aan.<br />
„Onzin," zei hij schor.<br />
Maar dat geloofde hij zelf ni<strong>et</strong>. Liesb<strong>et</strong>h was<br />
ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> soort meisje om zich te vergissen. Er<br />
kwam plotseling een grimmige uitdrukking op<br />
zijn gezicht.<br />
„We<strong>et</strong> je dat zéker?" vroeg hij.<br />
„Ja. Ik heb h<strong>et</strong> immers zelf gehoord."<br />
„Dan is de maat vol," zei Dick en hij sprong<br />
overeind.<br />
„Wat ga je doen?" vroeg Liesb<strong>et</strong>h.<br />
Jk ga hem vertellen, wat ik van hem denk,"<br />
zei Dick woedend.<br />
Voocdat Liesb<strong>et</strong>h nog i<strong>et</strong>s kon zeggen,<br />
stoof hij h<strong>et</strong> kantoor van zijn oom binnen.<br />
Deze keek verrast op, wierp zijn neef een<br />
kwaden blik toe, maar eenig effect had dat ni<strong>et</strong><br />
„Leelijke, ouwe brombeer," begon Dick. -<br />
Zijn oom sprong op uit zijn stoel.<br />
„Kaalkop! • Ouwe tyranl Ik zal je nou eens<br />
feggen, wat ik al lang op mijn hart had, en dat<br />
ik vóór me heb gehouden omdat ik bang was,<br />
dat je mij er uit zou gooien. Maar nu ben ik<br />
niét bang meer. Gooi me er maar uit. Ik ben<br />
je beu...<br />
wWdcl" brulde zijn oom. „Ga zitten."<br />
„Ga zélf zittenl" viel Dick uit, ofschoon zijn<br />
oom al weer als een-keisteen in zijn stoel was<br />
teruggevallen. „Je hebt me nu Lang genoeg, ge-<br />
koejonneerd, en ik heb h<strong>et</strong> lang genoeg ver-<br />
dragen óók. Je hebt me lang genoeg als een<br />
kwajongen behandeld, leelijke, ouwe brombeer!<br />
tn ik heb nooit i<strong>et</strong>s teruggezegd. Ik heb alles<br />
maar geslikt. Maar nqu slik ik h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong> langer.<br />
Ik vertik h<strong>et</strong>. Je zi<strong>et</strong> maar dat je iemand anders<br />
krijgt, die mijn werk zoo goed als voor ni<strong>et</strong>s<br />
do<strong>et</strong> en die bovendien nrwt de dochters van je<br />
concurrenten trouwt. Je kunt naar den duivel<br />
loopen m<strong>et</strong> je testament en je zaak er bij."<br />
„Onbeschaamde vlegel..."<br />
„Dat ben je zélfl"<br />
„Dickl" ziedde zijn oom.<br />
„Loop naar de maan m<strong>et</strong> je „ge-Dick"l En..<br />
en ik neem vandaag vrijl Adieul"<br />
Hij verli<strong>et</strong> h<strong>et</strong> kantoor, trok de deur m<strong>et</strong> een<br />
slag achter zich dicht, terwijl zijn oom verslagen<br />
m de richting staarde, waarin zijn neef verdwe-<br />
nen was. Hij had h<strong>et</strong> gevoel alsof hij een slag<br />
boven op zijn hoofd had gekregen.<br />
Liesb<strong>et</strong>h keek Dick m<strong>et</strong> groote, ontz<strong>et</strong>te oogen<br />
aan. Toch was er i<strong>et</strong>s als een glimp van be-<br />
wondering in.<br />
„Dat had je ni<strong>et</strong> gedacht, hé?" zei Dick.<br />
„Dat ik zóó tegen dien ouwe durfde optreden?<br />
Hoe klonk h<strong>et</strong>?"<br />
„Je... je was schitterendl"<br />
„Dat dacht ik ook. Niks en niemand kan me<br />
meer schelen I Ik voel me een heel ander<br />
mensch... Ik neem vandaag vacantie en als ik<br />
morgen terugkom krijg ik natuurlijk mijn ont-<br />
slag. Maar h<strong>et</strong> kan me geen lor schelen. - Ga<br />
je mee?"<br />
„Ik?" vroeg Liesb<strong>et</strong>h, één en al verbazing.<br />
„Ja, jijl Waarom ni<strong>et</strong>? Hij zal jou ni<strong>et</strong> ont-<br />
slaan. Daar mag hij je veel te graag voor en<br />
bovendien krijgt hij nooit meer iemand die zóó<br />
goed werkt. - Kom mee, we gaan h<strong>et</strong> er van-<br />
daag van nemen..H<strong>et</strong> is mooi weer en we gaan<br />
een mooien tocht bulten maken. Jij bent toch<br />
ook op de fl<strong>et</strong>s?"<br />
„Ja.' - Maar..."<br />
„Geen „maren". Poeder je neus, terwijl ik Je<br />
hoed en mantel haal..."<br />
Bijna voordat zij begreep wat er eigenlijk ge-<br />
beurde, had Liesb<strong>et</strong>h haar mantel aang<strong>et</strong>rokken<br />
en haar hoedje op heur blonde krullen gedrukt<br />
en toen voelde zij zich door den opgewonden<br />
i j J u arm O e a re P en e" mee naar buiten<br />
geloodst. H<strong>et</strong> was mooi weer; ze sprongen op<br />
hun fi<strong>et</strong>s en namen h<strong>et</strong> er van.<br />
^mmtm .<br />
„Denk je ni<strong>et</strong>," zei Liesb<strong>et</strong>h, toen zij ergens<br />
buitten in een eenvoudig landelijk cafétje koffie<br />
dronken, „dat je erg roekeloos bent geweest?"<br />
Dick grijnsde., „Ik ben h<strong>et</strong> nóg. Ik wil vrij<br />
zijn. Ik ga een baantje zoeken. Ik ga op eigen<br />
beenen staan. Maar ik ben een ezel geweest. ..<br />
misschien. . . omdat ik jóü heb meeg<strong>et</strong>roond. .."<br />
„Vind je h<strong>et</strong> ni<strong>et</strong>. . . eh. . . pr<strong>et</strong>tig dat ik mee<br />
ben gegaan?"<br />
„Natuurlijk. . . dat wel." Dick gaf haar een<br />
joviaal kneepje in haar arm. „Ik bedoel, dat je<br />
. morgen misschien ook moeilijkheden krijgt. Daar<br />
had ik aan mo<strong>et</strong>en denken."<br />
„Ik ben blij, dat je h<strong>et</strong> niét gedaan hebt. Ik<br />
vind h<strong>et</strong> heerlijk, zoo samen. H<strong>et</strong> is zulk mooi<br />
weer," voegde zij er snel aan toe.<br />
Toen ze naar de stad terugkeerden, na eerst<br />
ergens eenvoudig 'maar. goed te hebben ge-<br />
g<strong>et</strong>en, hing er een prachtige zilveren maan aan<br />
den hemel.<br />
„Mooi, hé," zei Dick zachtjes.<br />
„Ja," mompelde Liesb<strong>et</strong>h.<br />
„Zoo romantisch en al - dat soort gedoe<br />
meer," zei Dick.<br />
„Ja," zei Liesb<strong>et</strong>h fluisterend, terwijl ze wat<br />
dichter naast hem kwam rijden.<br />
„Echt h<strong>et</strong> soort maan om te maken dat je<br />
veel van iemand gaat houden. . ." zei Dick.<br />
Liesb<strong>et</strong>h zweeg, maar haar oogen schitterden,<br />
en ni<strong>et</strong> alleen omdat h<strong>et</strong> maanlicht er in weer-<br />
kaatste.<br />
Dick keek haar aan en opeens herinnerde hij<br />
zich dien keer, dat hij haar op kantoor ge-<br />
kust had.<br />
„H<strong>et</strong> spijt me echt," mompelde hij. „H<strong>et</strong> is al<br />
meer dan een jaar geleden, maar ik heb je al-<br />
tijd willen zeggen, dat h<strong>et</strong> me spijt?"<br />
„Wét spijt?"<br />
„Dat ik je toen een kus heb gegeven. —<br />
Vond je h<strong>et</strong> héél erg?"<br />
„Ni<strong>et</strong> als je h<strong>et</strong> had gemeend. . ."<br />
„Ik meende h<strong>et</strong>, geloof ik. Ik vond je heel<br />
erg aardig."<br />
„Je zou me ni<strong>et</strong> meer aardig vinden als je<br />
wist, wat voor afschuwelijks ik heb gedaan."<br />
„Wel bedoel je? Jij kunt ni<strong>et</strong>s afschuwelijks<br />
doen, al wilde je h<strong>et</strong>!"<br />
Liesb<strong>et</strong>h keek hem timide aan. „Maar éls ik<br />
i<strong>et</strong>s heel verkeerds tegenover je gedaan had,<br />
zou je mij dan nog aardig vinden?"<br />
„Ik heb je al gezegd, dat je dat ni<strong>et</strong> zoudt<br />
kunnen, maar goed: ik zou je nóg aardig vinden.<br />
- Wat voor een verschrikkelijke misdaad heb<br />
je begaan?"<br />
„Ik kan h<strong>et</strong> je ni<strong>et</strong> vertellen," fluisterde Lies-<br />
b<strong>et</strong>h. „Morgen zul je h<strong>et</strong> hooren, en dan zul<br />
je mij haten..."<br />
Dick staarde haar aan. Er stonden tranen in<br />
haar oogen, en ze zag opeens heel erg bleek.<br />
Er was I<strong>et</strong>s aan haar, waardoor hij als gedwon-<br />
gen werd zijn hand op de hare te leggen en<br />
haar langen tijd aan te kijken zonder I<strong>et</strong>s te<br />
zeggen. . .<br />
„Liesb<strong>et</strong>h," zei hij plotseling.<br />
„Ja-a..."<br />
,.lk heb i<strong>et</strong>s ontdekt."<br />
„Wat?"<br />
„Dat Ik ontz<strong>et</strong>tend veel van je houd. . ."<br />
Dick verwachtte ni<strong>et</strong>, dat zijn oom den vol-<br />
genden ochtend in een bijster goed humeur zou<br />
zijn toen hij op kantoor verscheen. H<strong>et</strong> ver-<br />
baasde hem dan ook ni<strong>et</strong>s, dat zijn oom hem<br />
m<strong>et</strong> een ware stentor-stem riep, zoodra hij de<br />
deur opende.<br />
Hij ging naar h<strong>et</strong> kantoor van zijn oom en<br />
bleef verrast op den drempel staan. Liesb<strong>et</strong>h<br />
stond voor h<strong>et</strong> bureau van zijn oom, haar oogen<br />
near den grond gericht en zag. er erg onge-<br />
lukkig uit.<br />
..Dick," zei zijn oom bruut, „juffrouw Lies-<br />
b<strong>et</strong>h heeft me zoojuist een bekentenis gedaan.<br />
Ze vertelde mij, dat ze gisteren opz<strong>et</strong>telijk tegen<br />
ie heeft gelogen door je te zeggen, dat ik mijn<br />
testament in jouw nadeel wilde veranderenl"<br />
Dick keek naar Liesb<strong>et</strong>h, die zoo rood werd<br />
als een pioenroos.<br />
„Gelogen?" herhaalde hij.<br />
„Er wos geen woord van waar," ^lel zijn<br />
oom uit.<br />
„Dus dèt bedoelde je gisterenavond," zei<br />
Dick, haar' nog steeds aankijkend. „Dèt was h<strong>et</strong><br />
afschuwelijke, dat je had gedaan, zooals je zei?"<br />
„Ik dacht toen ni<strong>et</strong>, dat h<strong>et</strong> afschuwelijk was,"<br />
stamelde Liesb<strong>et</strong>h. „Ik... ik vond h<strong>et</strong> zoo el-<br />
lendig voor je, dat je zoo onder de plak van<br />
je oom zat. Ik wilde je helpen, zelfstandig te<br />
worden. Ik wist dat je ongelukkig zoudt wor-<br />
den als je m<strong>et</strong> dat meisje trouwde. Ik dacht. . ."<br />
„Genoeg," viel Dicks oom uit. „Je hebt ge-<br />
logen, en daar Is alles mee gezegdl Je hebt<br />
mijn neef opz<strong>et</strong>telijk misleid."<br />
JK... ik..."<br />
„Dat verklaart gedeeltelijk je gedrag van gis-<br />
teren, Dick," zei zijn oom, „en daarom zal ik<br />
h<strong>et</strong> door de vingers zien. We zullen verg<strong>et</strong>en<br />
wat er is gebeurd, en je kunt weer aan je<br />
werk gaan."<br />
„En m<strong>et</strong> Bep van der Steen trouwen?"<br />
„Natuurlijk." Zijn oom vouwde zijn handen<br />
over zijn gestippelde fantasie-vest en lachte te-<br />
vreden. „Déèr sta ik op."<br />
Er kwam een schittering In Dicks oogen. Hij<br />
perste zijn lippen op elkaar, en keek zijn oom<br />
vastberaden aan.<br />
„Ik zal u eens i<strong>et</strong>s zeggen," viel hij toen uit.<br />
„Ik stä er op, dat ik niét m<strong>et</strong> haar trouw. Be-<br />
grijpt u dat? Je kan je Bep houden. Ik trouw<br />
niét m<strong>et</strong> haar."<br />
„Waarom ni<strong>et</strong>?"<br />
„Omdat ik m<strong>et</strong> Liesb<strong>et</strong>h ga trouwen."<br />
„Wètl" De oogen van Dicks oom schenen<br />
bijna uit hun kassen te rollen.<br />
„Dick..." riep Liesb<strong>et</strong>h.<br />
„... als ze mij wil hebben, ten minste," voeg-<br />
de Dick er bij.<br />
„Maar..." begon Dicks oom.<br />
„En wat Ik gisteren heb gezegd, blijft ge-<br />
zegd. Ik ga weg. Ik heb maling aan je testa-<br />
HOLLANDSCH LANDSCHAP Foto Eigen Archief<br />
, ment. Wat Liesb<strong>et</strong>h mij gisteren heeft gezegd,<br />
maakt geen enkel verschil. Ik had mijn besluit<br />
toen al genomen. Ik had Bep den vorigen avond<br />
al een brief geschreven om haar te zeggen, dat<br />
ik ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> haar kon trouwen. Ik. . . eh. . . wat<br />
Liesb<strong>et</strong>h mij heeft verteld, deed mij alleen maar<br />
inzien, dat ik juist had gehandeld. Dat is alles.<br />
— En nu smeer ik hem..."<br />
„Wacht even op me, Dick," rtep Liesb<strong>et</strong>h<br />
opgewekt, „Ik ga m<strong>et</strong> je mee..."<br />
Mijnheer Jan Hoevelaken zat m<strong>et</strong> open mond.<br />
Vaag vermoedde hij, dat de tijd van zijn<br />
despotisme voorbij was. Indien hij zijn neef<br />
wilde houden — h<strong>et</strong>geen zeker h<strong>et</strong> geval was<br />
— dan zou hij concessies mo<strong>et</strong>en doen.<br />
„Wacht even. . ." stamelde hij. „Jullie kun-<br />
nen mij zóó ni<strong>et</strong> laten zitten. Dick, ik zal je<br />
salaris-verhooging geven. : ."<br />
„Ik ga weg," zei Dick vastbesloten.<br />
„Maar. . . maar je bent mijn eenige erf-<br />
genaam. .."<br />
„Ik ga weg ais bediende. Ik wil blijven als<br />
compagnon."<br />
Mijnheer Jan Hoevelaken aarzelde even, maar<br />
er was zoo'n besliste blik in Dicks oogen, dat<br />
hij onmiddellijk begreep, dat er ni<strong>et</strong> m<strong>et</strong> hem<br />
te redeneeren viel. Maar misschien dat zoo'n<br />
resolute jongeman óók een goede com- '<br />
pagnon was.<br />
„Goed," zei hij heesch. „Je kunt blijven als<br />
mijn compagnon. Liesb<strong>et</strong>h mo<strong>et</strong> dan echter ook<br />
blijven."<br />
„Natuurlijk," zei Dick. „Maar niét lang."<br />
En om te toonen, dat hij geen ondergeschikte<br />
meer was, gaf Dick haar een kus waar zijn oom<br />
bij was. ..
fotograaf, die de OD de« olai* * ^«1 toe aan de komst van den<br />
zood'at zij hem^t^f^ Jt/r tVh!re r n ePr „ 0 o dU r eerde *}?*" "***"*'<br />
•n rui, daarvoor wiiden V^^V.^ Äs^ v^'i'ïr<br />
Deze kleine Ne-<br />
gerjongen draagt<br />
een zelf gemaak-<br />
te kroon van ge-<br />
droogde kokos-<br />
noten. Ni<strong>et</strong> al-<br />
leen zal hij hier-<br />
door gezond blij-<br />
ven, maar tevens<br />
wordt hij er door<br />
beschermd tegen<br />
koorts en andere<br />
ziekten.<br />
¥, an de vroegste tijden af tot nu toe xiin<br />
legende en werkelijkheid m<strong>et</strong> elkaar verweven<br />
geweest. Dit is vooral h<strong>et</strong> geval bij de primi-<br />
-lUrl • J-Tr De ! e mensch en pogen m<strong>et</strong><br />
allerlei middelen, die ons misschien hoogst<br />
zonderling voorkomen, h<strong>et</strong> ongeluk te bezwe-<br />
en en «i<strong>et</strong> geluk tot zich te trekken.<br />
In de oerwouden van Brazilië belijden nog<br />
talrijke inboorlingen h<strong>et</strong> zoogenaamde f<strong>et</strong>isch-<br />
geloof, waarvan vele gebruiken evenwel door<br />
de regeering zijn verboden. Heel veel dansen,<br />
die een hoogst eigenaardig rhythme hebben<br />
zijn nog een overblijfsel van dit oude geloof'<br />
en zijn bedoeld om de hulp van goede geesten<br />
in te roepen. Zoo meenen de zwarte en bruine<br />
inboorlingen bij voorbeeld, dat zij h<strong>et</strong> „booze<br />
oog kunnen bezweren m<strong>et</strong> een hoorn van een<br />
os, terwijl h<strong>et</strong> skel<strong>et</strong> van een. ossenkop geluk<br />
en vrede zou brengen. Door offers van bloe-<br />
men, vruchten en zelfs van dieren smeeken de<br />
vrouwen die graag kinderen willen hebben de<br />
genade hunner goden af.<br />
Heel eigenaardige teekens vindt men dikwijls<br />
boven de deuren, welke de hutten van palm-<br />
t'ekeT'/'Tu ••? inlanderS WOnen - •'«'"'f".<br />
nnAM f t) W " k teru a wi J«n naar andere<br />
godsdiensten. Want als de eigen goden ni<strong>et</strong><br />
helpen, neemt men zijn toevlucht tot die van<br />
andere stammen, om op deze wijze toch ge-<br />
vrijwaard te zijn tegen rampen en ongebk<br />
waarop men ni<strong>et</strong> gerekend heeftl<br />
de mSL?' 9 * ieder V |f lk ' en Zel,S ieder me ""h.<br />
de middelen om m h<strong>et</strong> reine te komen m<strong>et</strong> de<br />
machten, die ni<strong>et</strong> van deze wereld zijn h<strong>et</strong><br />
goede en h<strong>et</strong> kwade, hemel en hel? De een<br />
meent h<strong>et</strong> te kunnen vinden in verstandig rede-<br />
neeren en handelen, in een werkzaam recht-<br />
schapen leven, de ander in geloof of bijgeloof<br />
n de hut van een gezin, dat h<strong>et</strong> f<strong>et</strong>isch-<br />
geloof aanhangt, bevindt zich steeds een kle'ne<br />
afgescheiden ruimte, die als altaar wordt ge<br />
«—■<br />
Een f<strong>et</strong>.sch-pakje wordt geopend. M<strong>et</strong> een<br />
rnr^ 06 « , ; ,Chie bekij,
Vervolg van NAR2 SCHEPT ORDE<br />
„Ik ben wel is waar zeer nieuwsgierig naar h<strong>et</strong>eeen u te vprtpll*»<br />
Mooi 331 " i^h t?^. "og nieuwsgieriger nSaTuw vraagf» 1 "<br />
„Mooi — dan begin ik: Waar is juffrouw Oswald?" 6<br />
„Dat zou ik ook graag willen w<strong>et</strong>en."<br />
„Zoudt u h<strong>et</strong> w<strong>et</strong>en, indien juffrouw Oswald gearresteerd was?"<br />
„Ook wanneer zu in h<strong>et</strong> buitenland was gearresteerd?"<br />
,? esieera/<br />
„Ook dan. Dat was vraag nummer drie.<br />
„Ik dank u. Voordat ik my echter tot uw dienst zal stpll^n b«m»<br />
nog vraag nummer vier. U behoeft deze natunrliik nflf« 'K^"l*<br />
woorden; m«n tegenprestatie zou ik nSurlMh levlrln ^aï<br />
■ 5pi nc» me t0Ch zeer in teresseeren te w<strong>et</strong>en, of u den «arresteer-<br />
den Ostermann voor schuldig houdt?" gearresteer-<br />
„Ik houd Ostermann voor onschuldig"<br />
„Dat verheugt mi] uitermate. Voor ons' allebei Ik aeloof d** «r«<br />
1, äat wy<br />
thans als bondgenooten uit elkaar zullen cnanPn r,,, i.?<br />
meer wilt w<strong>et</strong>en, kunt u alt«d nog vragen"<br />
HOOFDSTUK ZESTIEN,<br />
an n0g<br />
en^ktn^ar<strong>et</strong>^p' ^^ ^ alIen a ^^^ -g een keer in<br />
mli neuker OP Vr " e ^^^ Werd ^ teId . P^beerde hy direct<br />
da^ÄtbezIrwaTvatL^ h" . t0en r ernam ik 0 " der *.<br />
m<strong>et</strong> 2«n eerLfresuTtaat noff ^ii 0 '!!, 1 " 00 * T? tal c . 0 P ieën - H « w ^<br />
was daarom nog eens begon^nL^hn"^ t?. vred en geweest, en<br />
h<strong>et</strong> hem gelukt was zich dé mnmW f U hac! , hy Semerkt, hoe goed<br />
te maken De Jeede couie vie/ni^n Wer , ke . n ^ an Meunier ei e en<br />
heid uit, maar M was er ook éelr v^ii leen tot ^ n vol,e tevredener<br />
zelf<br />
verbaasd over stonT Daar hVtot^nH 66 . 861 ' 66 ' 1, Zoodat h «<br />
moest afleverer nog bäna^twee weken Hil' ^T ^ f^ Werk<br />
eenige copieën te maken ZooTwamhpf H^t v," d ' 5 eslo J 0t hy no Z<br />
dat hii<br />
gearresteerd werd, over een taraeliik Jroót aL^i OP den d t g '<br />
Hij deelde mii dit rfni .ïf ♦IVV g ot aantal copieen beschikte.<br />
neer h<strong>et</strong> eenmaal bekend was Llwinn^ 161, ü 00 ?* Want wan -<br />
kon vaststellen, dat zii in hpt h^a Vi„l T, nieid, en die dan nog<br />
dat dit h<strong>et</strong> gestilen schilderi w« nTir n ? f i Uni . er was ' innemen 8<br />
we<strong>et</strong> u reeds ^tulderyj was. Dat ik my daarin ni<strong>et</strong> heb vergist,<br />
maL-^^i'L'eïerl'^aAT^ te ^ 00n laten ^^Uen"<br />
my daarom direct n Sidina m<strong>et</strong>" .r^ S e Z a - Ik «tlldi<br />
se bezigheid. Vóór alles waren wii er nn.Üt jf 0nze voornaa ra-<br />
ryendief te ontdekken AIIPPH H:f P • *' den waren »childe-<br />
l&heid. OsteïmanTvry te fe^^^^ w « de moge-<br />
voorgeschreven was, was aelukk^ dtZt%' i ^ S T z00 te ze 8g en<br />
^n Pe , n ' d n n m0( L hten w « 00k d e hoop koesteren den<br />
^ «ä «Osr^ r Ä SKA<br />
cal'logus staan alle schllderijeS vérmeM dfe vol.ens<br />
i.lZ"rM S v '° ■"'">"'"• >e bemachtigen ,«„ D° S<br />
hï. ïï3 P.'? " a een overeenkomst ni<strong>et</strong> denceen rtl.<br />
nerciK, zooals hy he<strong>et</strong>, een zeer voorzichtie koonpr it<br />
rWoiJ g mjurt. Ze noemde zich wel is waar<br />
AA r dï^ r LS e :as aain aan - äkÄ<br />
^ï/eStt<br />
doende om h<strong>et</strong> schildery, na de herkenningsscène -<br />
DE OUDE STADSWIJK e ' f 00 * 15 u zult begrypen, afge-<br />
sproken werk was — op de een of<br />
(fo«o E.gen Arch/./) andere wyze aan te bieden, pii<br />
Maak zelf<br />
Uw liniment.<br />
Tegen rheumatiek<br />
en spierpijnen.<br />
Om Uw rheumatiek, spierpijnen, of<br />
stijfheid te verdrijven is er ni<strong>et</strong>s<br />
b<strong>et</strong>ers dan dit eenvoudige receptje<br />
voor een sterk liniment. Haal bij Uw<br />
apotheker of drogist 85 gram terpen-<br />
tijn en 15 gram Rheumagic-olie (ge-<br />
concentreerd) die vijf krachtige pijn-<br />
doodende bestanddeelen bevat. Een<br />
15 grams-fleschje Rheumagic-Olie (ge-<br />
concentreerd) kost maar 66 cent, dus<br />
m<strong>et</strong> de terpentijn bent U voor onge-<br />
veer drie kwartjes klaar en heeft U<br />
<strong>10</strong>0 gram liniment.<br />
Vermeng de twee bestanddeelen<br />
in een schoone flesch goed door elkaar.<br />
Bevochtig de pijnlijke plaatsen er-<br />
mede zonder te wrijven of te mas-<br />
seeren en de pijn ver-<br />
dwijnt direct. Ook<br />
een Rheumagic-olie<br />
bad is uitstekend ;<br />
voeg dan een thee-<br />
lepel Rheumagic-olie<br />
bij een he<strong>et</strong> bad. Be-<br />
waar dit recept goed.<br />
Indien de benoodigde terpentijn ni<strong>et</strong><br />
verkrijgbaar is hunt U een zelfde hoe-<br />
veelheid brand-spiritus gebruiken.<br />
Aan den voorkant wit, aan den<br />
achterkant<br />
AANGETAST DOOR<br />
TANDSTEEN<br />
(Wat 4c Undipicgel Ie zien {if)<br />
Een prachtgebit!<br />
CENT PER TUBE<br />
VOLDOENDE VOOR 60 X POETSEN<br />
Alleen Solidox becal Sul-<br />
foricinoleaat (Neder-<br />
landsch Octrooi 19178),<br />
dal landsteen, de oorzaak<br />
Can üerschillende landziek-<br />
ten, voorkomt en verwijdert.<br />
V<br />
V<br />
V<br />
m/rnx<br />
.%0U<br />
Hercik kon zooi<strong>et</strong>s geen succes hebben. Hij zou onder normale<br />
omstandigheden geen schildery koopen zonder een voorafgaand<br />
onderzoek m<strong>et</strong> röntgenstralen of m<strong>et</strong> de kwartslamp. Dus moesten<br />
wy omstandigheden scheppen, waarbij aan een dergelijke analyse<br />
ni<strong>et</strong> te denken viel.<br />
Wy bedachten h<strong>et</strong> volgende plan. Lotte zou m<strong>et</strong> hem in den-<br />
zelfden coupé reizen. Even vóór de grens zou Lotte dan vernemen,<br />
dat er een byzonder strenge grenscontrole plaats zou vinden. Er<br />
was een medepassagier, die derde klasse reisde, en tot wien Lotte<br />
klaarblykelijk in een of andere verhouding stond. Beiden deden<br />
echter moeite, dit ni<strong>et</strong> te laten merken. By h<strong>et</strong> bericht 'van de<br />
aanstaande strenge grenscontrole zouden zy all<strong>et</strong>wee echter hun<br />
terughoudendheid laten varen; de man uit de derde klasse zou<br />
Lotte opzoeken, en ze moesten samen, ten prooi aan een hevige<br />
Meyer en Klaassen komen 's<br />
avonds laat in hun hotel na de<br />
vergadering en zijn in hun<br />
schik m<strong>et</strong> de rustige kamers.<br />
Ze zijn moe.<br />
Maar hoe kan een mensch<br />
slapen, als z'n buurman van<br />
de eene hoestbui in de andere<br />
schi<strong>et</strong> T Dat is nu een echte<br />
rookershoest denkt Meyer.<br />
Maar den achterkant mo<strong>et</strong> je ni<strong>et</strong> zien Wat<br />
zi<strong>et</strong> hij er gezond en sterk uit — en wat een<br />
hagelwitte tanden 1 Je zou ni<strong>et</strong> zeggen, dat ze van<br />
achteren aang<strong>et</strong>ast zijn door tandsteen. H<strong>et</strong> is ook<br />
hier weer de schijn, die bedriegt... Schitterend<br />
.witte tanden zijn soms aang<strong>et</strong>ast door verborgen<br />
tandsteen, h<strong>et</strong> grootste gevaar voor een gezond<br />
gebit. Geleidelijk vormt zich een harde laag<br />
tandsteen op den tand ha Is, die ten slotte<br />
h<strong>et</strong> uitvallen van de tanden veroorzaakt.<br />
Solidox is een heel bijzonder tandpasta,<br />
dat tandsteen verwijdert, zonder h<strong>et</strong> teere<br />
tandglazuur, h<strong>et</strong> tandvleesch of de slijm«<br />
vliezen aan te tasten. Begin daarom<br />
m<strong>et</strong> Solidox, voor h<strong>et</strong> te laat is! Solidox<br />
bevat Sulforicinoleaat, h<strong>et</strong> prepa.<br />
raat, dat tandsteen oplost, zonder h<strong>et</strong><br />
tandglazuur te schaden. Po<strong>et</strong>s Uw tanden<br />
tweemaal per dag m<strong>et</strong> Solidox en ga min.<br />
stens tweemaal per jaar naar den tandarts.<br />
joW<br />
opwinding, die den schilderyenhandelaar ni<strong>et</strong> kon ontgaan, over-<br />
leggen hoe zy zich uit hun n<strong>et</strong>elige positie zouden kunnen redden.<br />
Kortom, de schilderyenhandelaar moest den indruk krygen, dat<br />
zy probeeren wilden i<strong>et</strong>s over de crens te brengen zonder er voor<br />
te b<strong>et</strong>alen, doch ni<strong>et</strong> te wéten hoe zy dit moesten doen.<br />
Misschien klinkt h<strong>et</strong> plan, dat ik u hier wat kort sch<strong>et</strong>s, nogal<br />
onbeholpen, u kunt er echter van op aan, dat alles zóó was voor-<br />
bereid, dat Hercik. zyn hulp wel moest aanbieden. H<strong>et</strong> had ook<br />
wel heelemaal scheef mo<strong>et</strong>en gaan, indien hij hier ni<strong>et</strong> een gele-<br />
genheid had gezien, om zijn collectie schilderyen uit te breiden,<br />
zoodat h<strong>et</strong> vanzelfsprekend was dat hij hun een bod zou doen —<br />
vooral daar hun geldmiddelen klaarblijkelyk waren uitgeput!<br />
Hij staat op, klopt op de deur<br />
van Klaassen en geeft hem<br />
zijn doosje Wybert. Die helpen<br />
absoluut tegen hoest.<br />
CWord/ vervolgd).<br />
't ontbijt bedankt Klaassen<br />
hem. Ja, ze hebben puik ge-<br />
holpen en voortaan altijd Wy-<br />
bert jes mee.' Wybert-tabl<strong>et</strong>ten<br />
tegen hoest en keelpijn.
J - f'Yi^tM 11<br />
„Noem jij dat ding, dat op je hoofd staat, een hoed?"<br />
„Noem JIJ dat ding, waar je hoed op staat, een hoofd?"<br />
„Ach, Willem, wal zou ik nog graag één keer<br />
dat wonderbaarlijke accoord hooren. .."<br />
„Help je mee?"<br />
„Neen..."<br />
„Waarom ni<strong>et</strong>?"<br />
„Ik ben de bewaker<br />
„Do<strong>et</strong> u alstublieft de<br />
deur dicht, mijnheer Snij-<br />
ders."<br />
„Maar ze is dicht, juf-<br />
frouw Martens."<br />
„Ja — maar u mo<strong>et</strong> ze<br />
aan den buitenkant dicht-<br />
doen."<br />
(U,k,nlng»„: Köln. III. Zailung; Dl, Wocha; Poliilken-<br />
Saturday Evening Pott, Das ///. Blatt.)<br />
„Ik heb P<strong>et</strong>ersen altijd wel gezegd, dat hij<br />
zijn vrouw geen jiu-jitsu moest laten leeren."<br />
■<br />
v '-■-' ><br />
„Dat is mijn privé-secr<strong>et</strong>aris; m<strong>et</strong> hem kunt<br />
u converseeren. Mij mo<strong>et</strong> u alleen maar scheren."<br />
£\ä SÄ k r^ rfl,ten ' ^ ik je gulden heb geleend? ^ —"^ geleden<br />
„O neenl Die dag behoort tot<br />
mijn mooiste herinneringen.<br />
twintig<br />
Dit snoezige babygamituurtje bestaat uit een<br />
jasje en een bijpassend mutsje, gebreid uit witte<br />
en lichtblauwe babywol. Voor h<strong>et</strong> jasje is ongeveer<br />
IOO gram wol noodig en voor h<strong>et</strong> mutsje 25 gram.<br />
Verder 2 breinaalden no. 2J, een stel van 5 brei-<br />
naalden en een haaknaald, passend bij de dikte<br />
van de wol.<br />
AFKORTINGEN<br />
Steek = st., rechts = r., averechts = a., meer-<br />
deren = mrd., minderen = mind.<br />
WERKWIJZE<br />
Alle deelen van h<strong>et</strong> jasje worden volgens h<strong>et</strong><br />
schema gebreid en aan den onderkant begonnen..<br />
H<strong>et</strong> mutsje wordt in de rondte gebreid.<br />
I»>4«.M<br />
KKAAC<br />
LINKERVOORPAND<br />
JASJE<br />
UOORPAHD<br />
l-tCM<br />
Begin aan den onderkant en z<strong>et</strong> m<strong>et</strong> witte wol<br />
42 st. op. Brei hierop 12 toeren in ribbelpatroon<br />
(d.w.z. alle st. en toeren r.) ; vervolgens 2 toeren<br />
in den kousensteek (aan den goeden kant van h<strong>et</strong><br />
werk r. en aan den achterkant a.). Daarna begint<br />
h<strong>et</strong> aardige ruitpatroon in blauw-wit, dat als volgt<br />
gebreid wordt:<br />
ie toer (m<strong>et</strong> blauwe wol) : *• 3 r., 1 verdraaid<br />
r. (d.w.z. in de achterste helft van den st. in-<br />
steken en den st. r. afbreien). Herhaal vanaf •*.<br />
ze f oer (m<strong>et</strong> blauwe wol) : ♦• Den in den vorigen<br />
toer verdtaaid r. gebreiden st. nu a. afhalen (d.w.z.<br />
de draad blijft vóór de naald liggen), daarna 3 a.<br />
Herhaal vanaf *♦.<br />
3« toer (m<strong>et</strong> witte wol) ; •♦ 3 r., den volgenden<br />
\<br />
V,<br />
foto üecla<br />
blauwen st. weer afhalen.<br />
Herhaal vanaf **.<br />
4« toer (m<strong>et</strong> witte wol) :<br />
Den in den yorigen toer<br />
af gehaalden st. weer af-<br />
halen, 3 a. Herhaal van-<br />
af **.<br />
5« en 6e toer: Als de<br />
RUC<br />
3e en 4e toer.<br />
Den len tot en m<strong>et</strong> den<br />
6en toer steeds herhalen,<br />
waarbij in den len toer<br />
van h<strong>et</strong> patroon de blauwe<br />
st. steeds verdraaid r. ge-<br />
1<br />
breid mo<strong>et</strong>en worden en<br />
in de volgende toeren<br />
telkens afgehaald. In dit<br />
ruitpatroon wordt h<strong>et</strong> linkervoorpand verder gebreid,<br />
terwijl volgens h<strong>et</strong> schema gemind, wordt.<br />
H<strong>et</strong> rechtervoorpand en h<strong>et</strong> rugpand worden in<br />
h<strong>et</strong>zelfde patroon, eveneens volgens h<strong>et</strong> schema,<br />
gebreid.<br />
Voor h<strong>et</strong> rechtervoorpand worden weer 42 st.<br />
opgez<strong>et</strong> en voor den rug 84 st.<br />
DE MOUW<br />
Z<strong>et</strong> 48 st. op en brei hierop m<strong>et</strong> witte wol in den<br />
randsteek 1/1 (d.w.z. *♦ 1 r., 1 a., herhaal vanaf ••)<br />
een boordje van 5 cM. hoogte. Brei dan verder in<br />
h<strong>et</strong> ruitpatroon, terwijl weer volgens h<strong>et</strong> schema<br />
gemeerderd en gemind, wordt.<br />
HET KRAAGJE '<br />
Dit wordt eveneens volgens h<strong>et</strong> schema gebreid<br />
en aan den binnenkant (dus aan de zijde van den<br />
hals) begonnen m<strong>et</strong> witte wol. Me<strong>et</strong> hoeveel st.<br />
1 cM. breedte geven en z<strong>et</strong> dan h<strong>et</strong> benoodigde<br />
aantal st. op. Brei dan in den randsteek 1/1 tot<br />
aan de aangegeven lijn. Dan worden 6 toeren in<br />
ribbelpatroon gebreid m<strong>et</strong> blauwe wol.<br />
DE AFWERKING<br />
Z<strong>et</strong> de voorpanden en h<strong>et</strong> rugpand aan elkaar,<br />
sluit de mouwnaden en z<strong>et</strong> de mouwen in de arms-<br />
gaten. De midden voor kan ten worden eerst m<strong>et</strong><br />
1 toer vasten m<strong>et</strong> witte wol omgehaakt en dan,<br />
evenals de onderkant, m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong><br />
blauwe wol.<br />
De zijkanten van h<strong>et</strong> kraagje worden ook nog<br />
m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong> blauwe wol omgehaakt<br />
en dan wordt h<strong>et</strong> kraagje op h<strong>et</strong> jasje genaaid.<br />
H<strong>et</strong> boordje van de mouwen wordt omgesla-<br />
gen en ook m<strong>et</strong> 2 toeren vasten m<strong>et</strong> blauwe wol<br />
omgehaakt. Tot sluiting dienen twee koordjes, waar-<br />
voor m<strong>et</strong> blauwe en witte wol twee einden lossen ge-<br />
haakt worden en waaraan twee blauw-witte kwasten<br />
gehecht worden.<br />
MUTSJE<br />
Begin aan den onderkant (hoofdwijdte) en z<strong>et</strong><br />
<strong>10</strong>0 st. op m<strong>et</strong> blauwe wol. Verdeel deze <strong>10</strong>0 st.<br />
over 4 naalden en brei hierop in de rondte.<br />
Biei eerst tweemaal afwisselend 1 toer a. en 1<br />
toer r., zoodat er een ribbel ontstaat ; dan volgen<br />
7 toeren in den randsteek 1/1 en daarna wordt ver-<br />
der in h<strong>et</strong> ruitpatroon gebreid (maar nu in de rondte,<br />
zoodat de st., die bij h<strong>et</strong> heen en terug breien a<br />
gebreid werden, nu ook r. gebreid mo<strong>et</strong>en worden).<br />
Brei in totaal 11 ruiten hoog, waarbij in den laatsten<br />
toer m<strong>et</strong> witte wol telkens de 3 witte st. samenge-<br />
breid worden. Dan volgt nog een blauwe toer.<br />
Daarna worden de st. afgekant en de opening aan<br />
den bovenkant ing<strong>et</strong>rokken.<br />
Ten slotte wordt' een blauw-witte kwast door<br />
middel van een 1J cM. lang snoer lossen in h<strong>et</strong><br />
midden op h<strong>et</strong> mutsje bevestigd.
„Kunt u zoo coed purdrljden, dmt<br />
u aan een wedstrijd me« kunt<br />
c2f.? ? "« v , roe,de uf «oP««nke«ra«n<br />
Willy Birgal. Eent nadat hij zijn<br />
kundigheid had bewezen, kreeg hij<br />
de rol van ritme<strong>et</strong>ter Ernst von<br />
Brenken.<br />
in de nabijheid van Angermünde<br />
op een sto<strong>et</strong>erij, die behoort bij<br />
h<strong>et</strong> kasteel Görlsdorf, wordt een<br />
gedeelte gedraaid van de buiten-<br />
opnamen voorden nieuwe Ufa-film<br />
,,... reit<strong>et</strong> für Deutschland", die<br />
h<strong>et</strong> leven weergeeft van baron von<br />
Langen. De appelschimmel Harro,<br />
een edel raspaard, is een van de<br />
hoofdvertolkers in deze film.<br />
Een paar honderd figuranten mo<strong>et</strong>en<br />
geschminkt worden en opgepo<strong>et</strong>st voor<br />
de film. De grimeurs w<strong>et</strong>en ni<strong>et</strong> hoc ze<br />
klaar mo<strong>et</strong>en komen. Dan is h<strong>et</strong> bijzon-<br />
der pleizierig als de actrice zichzelf<br />
we<strong>et</strong> te helpen.<br />
**<br />
Tournooi rijden op h<strong>et</strong> Reichssportfeld<br />
In Berlijn. De film verplaatst dezen wed-<br />
strijd naar h<strong>et</strong> Genive van den tijd na<br />
den oorlog. Voor de eerste maal zijn<br />
de Duitsche kleuren weer vertegenwoor-<br />
digd bij 't internationale ruiter-concours.<br />
"■ ^■" ppp<br />
SCÈNES U/f HEf ONTSTAAN<br />
VAN EEN NIEUWE FILM:<br />
„...reif<strong>et</strong> für Deufschhnd"<br />
jj it filmwerk is g«wijd aan de nagedachtenis van ritmeester baron<br />
von La.ngen. Arm en invalide keerde hij uit den wereldoorlog terug,<br />
waarin hij zwaar gewond was. Op de bezitting van zijn' vriend vMt hij<br />
Drie maal een schoorsteen-<br />
veger aanraken brengt geluk<br />
aan. Cerhild Welter Is een<br />
echte geluksvogel, of is h<strong>et</strong><br />
soms ni<strong>et</strong> reusachtig als je bij<br />
je eerste filmrol dadelijk als<br />
Partnerin van Willy Birgel<br />
optreedt?<br />
De slotvrouw deelt persoon-<br />
lijk h<strong>et</strong> middag<strong>et</strong>en rond, dat<br />
door pioniers gekookt is in<br />
den haché-k<strong>et</strong>el.<br />
' ■ " ^CfS^'C<br />
h<strong>et</strong> paard terug, dat in den oor-<br />
log zijn beste kameraad is ge-<br />
weest. H<strong>et</strong> was ijzeren zelftucht,<br />
die hem dwong zich gedurende<br />
een periode van de diepste ver-<br />
deemoediging aan te melden<br />
voor een internationaal spring-<br />
concours. Hij werd omgeven<br />
door een ijzige terughoudend-<br />
heid, maar er volgde een triomf<br />
zonder voorbeeld: na een groot-<br />
sche prestatie behaalde hij de<br />
overwinning voor zijn vaderland.<br />
-■.;**-Ä*i<br />
PAUIA WESSELY<br />
PAULA WESSELY in de film „Maria Ilona" (Foto Terra)<br />
Paula Wessely is ni<strong>et</strong> de e«rste Wessely, die<br />
haar naam in eere draagt. Toen Paula op<br />
school eens een gedicht moest voordragen,<br />
was de leerares vol lof over de voordracht: „H<strong>et</strong><br />
verwondert me ni<strong>et</strong>, want je draagt een beroem-<br />
den naam, Paulal In Weenen kent immers ieder-<br />
een Josephine Wessely." - Waarop de kle'ine<br />
Paula trotsch antwoordde: „Dat is mijn tante!"<br />
„Maar ni<strong>et</strong>tegenstaande deze precedenten in<br />
de familie, heeft h<strong>et</strong> toch nog lang geduurd voor<br />
ik aan h<strong>et</strong> tooneel ging," vertelde Paula Wessely<br />
ons. „Toen h<strong>et</strong> er op aankwam, was ik h<strong>et</strong> m<strong>et</strong><br />
mezelf nog ni<strong>et</strong> eens, welk beroep ik zou kie-<br />
zen. Oorspronkelijk wilde ik leerares worden,<br />
want naar 't scheen, had ik 'n bijzonderen paeda-<br />
gogischen knobbel. Wanneer we op school een<br />
moeilijk vraagstuk kregen, hielp ik mijn vriendin-<br />
n<strong>et</strong>jes altijd. Zij waren van meening, dat ik alles<br />
veel b<strong>et</strong>er en begrijpelijker kon uitleggen dan de<br />
leerares. Daar tusschendoor dacht ik dikwijls aan<br />
h<strong>et</strong> tooneel. Ik wist, dat ik goed kon voordragen<br />
en daarom dacht ik, dat ik een beroemde actrice<br />
zou kunnen worden. N<strong>et</strong> zooals mijn tante Jose-<br />
phine. Ik sprak er over m<strong>et</strong> mijn ouders en die<br />
gaven me hun toestemming. „Je kunt h<strong>et</strong> eens<br />
probeeren," zei mijn vader, die 'n groot tooneel-<br />
liefhebber was. „Als je werkelijk tooneelbloed<br />
hebt, is h<strong>et</strong> goed, en zoo ni<strong>et</strong>, dan kun je altijd<br />
nog i<strong>et</strong>s anders leerenl"<br />
Ik werd dus leerling van de Academie voor<br />
Muziek en Beeldende Kunst. In h<strong>et</strong> begin moest<br />
ik veel leeren. Spreken, bewegen, schminken en<br />
kostumeeren. Rollen kwamen voorloopig nog ni<strong>et</strong><br />
in aanmerking. Maar op zekeren dag was h<strong>et</strong> dan<br />
toch zoo ver, dat ik voor h<strong>et</strong> eerst voor h<strong>et</strong> vo<strong>et</strong>-<br />
licht stond. De directeur van h<strong>et</strong> Duitsche Volks-<br />
theater, die tevens leeraar was aan onze Aca-<br />
demie, gaf me de rol van h<strong>et</strong> kamermeisje Jose-<br />
pha in de comedie „Cyprienne". Hij was nogal<br />
tevreden m<strong>et</strong> mijn spel en toen ik zelfs in de<br />
krant werd genoemd, waren wij allebei tevreden.<br />
H<strong>et</strong> gevolg dezer voorstelling was, dat ik een<br />
contract kreeg als leerlinge. Dat was een aan-<br />
moedigend begin. Maar mijn vader vond, dat h<strong>et</strong><br />
nog geen reden was om verwaand te worden. En<br />
dat zei hij later altijd, hoe groot mijn succes<br />
ook werd.<br />
Verschillende collega's gaven me den raad in<br />
de provincie te gaan spelen, want op die manier<br />
zou ik routine krijgen, zeiden ze. Toen de direc-<br />
teur van h<strong>et</strong> theater te Praag me eens te Weenen<br />
zag spelen, bood hij me een contract aan. Mijn<br />
Weensche directeur was wel erg boos, dat ik<br />
hem wilde verlaten, maar hij begreep ten slotte<br />
toch mijn beweegredenen. Hij wilde me per se<br />
voor h<strong>et</strong> volgende Weensche seizoen weer enga-<br />
geeren. Te Praag debuteerde ik als Partnerin van<br />
Attila Hörbiger. Noch hij, noch ik konden toen<br />
vermoeden, dat wij later m<strong>et</strong> elkaar zouden<br />
trouwen.<br />
Ik kreeg veel te doen in Praag, maar h<strong>et</strong> wa-<br />
ren steeds rollen in lichte stukken. En dat bleef<br />
zoo toen ik weer in Weenen terug was en daar<br />
speelde. H<strong>et</strong> lichte genre beviel me ni<strong>et</strong> erg en<br />
na een half jaar verbrak ik mijn contract, m<strong>et</strong><br />
goedkeuring van den directeur. Ik ging op tour-<br />
nee in de provincie en kreeg toen een engage-<br />
ment aan h<strong>et</strong> Theater in der Josephstadt, waar ik<br />
nog steeds optreed. Maar ook hier moest ik in<br />
h<strong>et</strong> begin vechten om die rollen te mogen spelen,<br />
waarvan ik wist, dat ze me „lagen". H<strong>et</strong> Theater<br />
in der Josephstadt maakte verschillende tournees<br />
in h<strong>et</strong> buitenland en daardoor kreeg ik de ge-<br />
legenheid, vast te stellen of h<strong>et</strong> publiek, dat dik-<br />
wijls h<strong>et</strong> gesproken woord maar half of heele-<br />
maal ni<strong>et</strong> verstond, toch onder den indruk van<br />
mijn spel kwam. Op deze manier bereidde ik me<br />
onbewust voor op de film. Want ik begon in te<br />
zien, dat de filmkunst ni<strong>et</strong>s m<strong>et</strong> tooneelspelen te<br />
maken had. De filmtechniek, de uitdrukkings-<br />
middelen, de effecten zijn geheel anders voor<br />
de camera dan voor h<strong>et</strong> vo<strong>et</strong>licht. Tegenwoordig<br />
voel ik mij echter m<strong>et</strong> beide volkomen vertrouwd."<br />
Dat Paula Wessely ni<strong>et</strong> overdrijft, bewijzen haar<br />
films, die beslist nog in ieders geheugen voort-<br />
leven. Haar laatste film was „Ein Leben lang" van<br />
Wien-Tobis - een meesterlijke créatiel
OPLOSSING<br />
GETALLEN N-<br />
RAADSEL I<br />
OPLOSSING<br />
KAMRAADSEL<br />
,<br />
^r^s^c<br />
f *<br />
1<br />
5 T A T<br />
1<br />
T<br />
1<br />
D n<br />
E J F<br />
1 U A<br />
6 n n<br />
•E c i<br />
" T E<br />
OPLOSSING<br />
DRIEHOEKRAADSEL<br />
4<br />
L<br />
E V A<br />
V E a<br />
.6 A R E n<br />
V E B 6 A A ^ ^<br />
e R D A e 1 n<br />
E ^i<br />
t E 0 0 ■ i n e > R 0 i e<br />
s r p^<br />
R 1 n<br />
r<br />
0<br />
E n &<br />
A s i<br />
1<br />
M<br />
/<br />
- OPLOSSING<br />
FILMSTER-VER-<br />
BINDINGSRAADSEL<br />
vloerkleed<br />
korenaar<br />
sigar<strong>et</strong>tenrook<br />
bestier<br />
bladnerf<br />
hoofdhaar<br />
vooraan<br />
koffieroóm<br />
adeldom<br />
vloertegel<br />
KARIN HA«DT<br />
PUNTENRAADSEL<br />
Van links boven naar rechts onder:<br />
1. hemellichaam<br />
2. alkortng van een Oostenrijksche<br />
munt<br />
3. muzieknoot<br />
4. pronk<br />
<strong>5.</strong> viach<br />
8. provincie van Estland<br />
9. elk vast merk, dat een schipper<br />
h<strong>et</strong> vaarwater aanwijst<br />
<strong>10</strong>. keukengerei<br />
11. stoomschip (afkorting)<br />
12. afkorting op telegrammen<br />
Van links onder naar rechts boven:<br />
6. voorz<strong>et</strong>sel<br />
7. deel van een mast<br />
8. gebruikt men voor h<strong>et</strong> verze-<br />
gelen van brieven<br />
9. eigenaar van een zaak<br />
<strong>10</strong>. trekdier<br />
KRUISWOORDRAADSEL<br />
6. voegwoord<br />
8. ontkenning<br />
9. deel van een huis<br />
13. vlag<br />
14. afkorting indien men onbekend<br />
wenscht te blijven<br />
11. haar (Franjehl<br />
12. snaphaan<br />
1<strong>5.</strong> jongensnaam *<br />
17. technische hooge-<br />
•chool (afkorting)<br />
18. datum (meervoud)<br />
19. meisjesnaam<br />
20. gemeente in W.<br />
1 Zeeuwtch Vlaanderen<br />
22. kleur<br />
24. bijwoord i<br />
2<strong>5.</strong> en dergelijke (afkor-<br />
ting)<br />
26. rijtuig<br />
27. ontkenning<br />
Verticaal:<br />
1. behoudens vergissin-<br />
gen (Latijnsche afkor-<br />
ting)<br />
2. afkorting van een ge-<br />
wicht -- .<br />
3. nering van een boer<br />
4. in zijn handel en<br />
wandel zijn, zooals<br />
voorgeschreven ia<br />
<strong>5.</strong> lidwoord<br />
7. voorz<strong>et</strong>sel<br />
8. zijrivier v. d. Rijn<br />
Midden-Ouitschland<br />
<strong>10</strong>. oeverkant langs een<br />
vaarwater<br />
11. nauwe straat<br />
13. onder anderen (afkor-<br />
ting)<br />
H. voegwoord (Fransch)<br />
16. groot verlangen heb-<br />
ben<br />
21. tweede naamval van:<br />
de<br />
23. gemeente in Gelder-<br />
land<br />
1<strong>5.</strong> muzieknoot<br />
16. m<strong>et</strong>aal<br />
17. vspcclgocd<br />
CIRKEL.RAADSEL<br />
1. tlraagwerktuig ,<br />
2. voorz<strong>et</strong>sel<br />
3. drank<br />
4. stuk veerkrachtig m<strong>et</strong>aal,<br />
dat na drukking zyn vori-<br />
gen stand herneemt<br />
<strong>5.</strong> vaartuig<br />
6. in h<strong>et</strong> jaar<br />
7. naam van een Romein-<br />
schen keizer<br />
8. naam van een zilversoort<br />
9. cylindervormig stuk hout<br />
<strong>10</strong>. gemeente in Limburg<br />
11. meisjesnaam<br />
12. wapen<br />
13. meisjesnaam<br />
14. rivier in O.-Siberië<br />
1<strong>5.</strong> schaapskameel<br />
16. hoofd eener kome<strong>et</strong><br />
HARMONICA-RAADSEL<br />
t—? dik touw<br />
2—3: (ïemeente in de prov. Zuid-Holland %<br />
1—4: tin van de beste soort<br />
3—4: d. gem. Vleuten, prov. Utrecht<br />
3—6: volmachtgever<br />
4—5: dam om in geval van watersnood voorloopig te<br />
dienen<br />
5—6: maand van 't jaar<br />
In de omringde vakjes leest men den naam van<br />
een plaats in Noord-Brabant<br />
De te gebruiken l<strong>et</strong>ters: a, a, a, a, a, a. a, b, d, d,<br />
d, e, e, e, e, e, e, i, k, 1, m, m, n, n, n, o, o, r,<br />
r, r, t, t, u.<br />
7<br />
0<br />
1<br />
<strong>10</strong><br />
In deze roul<strong>et</strong>te mo<strong>et</strong>en woorden worden in-<br />
gevuld (in de richting van de wijzers van de<br />
klok), in ieder nummervakje één l<strong>et</strong>ter, van de<br />
volgende b<strong>et</strong>eekenis:<br />
0—19: lichaamsdeel<br />
4—2: speelgoed<br />
25—27: h<strong>et</strong> weeke deel der zijde en beneden-<br />
deel van den rug<br />
13—11: laag schooven op den dorschvloer<br />
3C—5: eerbied bewijzen<br />
24—16: voorz<strong>et</strong>sel<br />
33—9: gemis<br />
22—18: muzieknoot<br />
29—26: optelling<br />
Bij juiste invulling zijn er drie woorden ont-<br />
staan:<br />
van 0-34: h<strong>et</strong> beoefenen van een sport<br />
tl 6—5: m<strong>et</strong> een volmacht afzenden<br />
,, 24—Z(>: hut door een schriftelijke aanma-<br />
ning in gebreke stellen<br />
De drie eerste l<strong>et</strong>ters van elk woord vormer<br />
tezamen cen woord dat b<strong>et</strong>eekent: verrichting.<br />
ZIG-ZAGRAADSEL<br />
DL l<strong>et</strong>ters, goed ingevuld (in elk vakje één l<strong>et</strong>ter)<br />
vormen woorden in horizontale richting van de vol-<br />
gende b<strong>et</strong>eekenis:<br />
1. behangselpapier 7. zich zorg maken<br />
2. uitschi<strong>et</strong>end licht 8. smalle lijn<br />
3. vaandel 9. boterdeelen uit de melk<br />
4. preekstoel afzonderen<br />
<strong>5.</strong> op één punt kijken <strong>10</strong>. m<strong>et</strong> moeite i<strong>et</strong>s dragen<br />
6. m<strong>et</strong> een bal spelen<br />
De Icfters in de m<strong>et</strong> sterren versierde vakjes vor-<br />
men van boven naar beneden gelezen den naam van<br />
een filmster.<br />
De te gebruiken l<strong>et</strong>ters: a, a. a, a, a, a, a, b, b, b,<br />
b, d, e, e, c, e, e, e, e, e, e, e, e, g, h, k, k,<br />
1, 1, 1, I, 1, n, n, n, n, n, n, n, ri, n, o, o, p, r, r,<br />
r, r, r, s, s, s, s, 8, t, t, t, t) t, v.<br />
Wij stellen cen hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien film-<br />
foto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede<br />
oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 19 Maart<br />
aan Dr, Puzzelaar, Noordeindc 8, Leiden, Op enve-<br />
loppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden:<br />
Filmpuzzle 19 Maart. Deze puzzle kan tegelijk m<strong>et</strong> de<br />
andere ingezonden worden, doch liefst op een apart<br />
vell<strong>et</strong>je papier.<br />
X .^M^TXIJ'R-BETECTIVZ<br />
SBI<br />
Wij beelden hiernaast weer een gedeelte van een foto af. Wie van onze speurdart<br />
kan ons zeggen, wat h<strong>et</strong> voorstelt? Wij gelooven, dat deze opgave ni<strong>et</strong><br />
loo gemakkelijk Is, maar vopr een keer mag dit w'el weer eens, ni<strong>et</strong>waar?<br />
Wij zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder<br />
hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling dor prijzen geschiedt op een<br />
manier, waf bij alle Inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op hel<br />
verkrijgen van een der prijren. U gelieve Uw<br />
antwoord in te zenden vóór 19 Maar* aan<br />
Mr D<strong>et</strong>ective, Noordeinde 6, Leiden, Op<br />
briefkaart of enveloppe vermelden : Amateur-<br />
D<strong>et</strong>ective f9 Maart.<br />
Da oplotdng van h<strong>et</strong><br />
voorlaatste foto-probleem.<br />
U zi<strong>et</strong> hiernaast de foto In haar geheel<br />
gereproduceerd, zoodat een nadere verkla-<br />
ring overbodig mag he<strong>et</strong>en.<br />
De hoofdprijs van f. 2.50 werd deze week<br />
verworven door: den heer J. v. Oss, Druten.<br />
De troostprijzen vielen ten deel aan: den<br />
heer C. D. Waleveld, Haarlem; den heer<br />
Th. de Bijn, Tegelen.<br />
De hooldprijzen werden dere week verworven<br />
door:<br />
den heer M. v. Heuglen, Nijmegen;<br />
den heer W. Venhuizen, Utrecht;<br />
den heer J. Stam, Harderwijk;<br />
den heer L. Algra, Leiden;<br />
den heer A. J. Kuppens, Tilburg.<br />
De troostprijzen konden worden toegekend aan:<br />
mejuffrouw W. Manders, Nijmegen;<br />
mejuffrouw M. Tangel, 's-Gravenhage;<br />
nfejuffrouw M. Mortel, Amsterdam;<br />
den heer M. Frieling, Arnhem;<br />
den heer H, de Ree, 's-Gravenhage;<br />
den heer E. G. v. Drunen, 's-Gravenhage;<br />
<strong>et</strong>en heer G. J. Egmond, Jaarsveld;<br />
den heer J. Nijmeyer, Amsterdam;<br />
den heer J. Spijkstra, Amsterdam;<br />
den heer S. Molier, Rotterdam;<br />
den heer C. J. Krap, 's-Gravenhage;<br />
den heer H. Sieffers, Haarlem;<br />
den heer J. Piassier, Dordrecht;<br />
den heer A. J. Schoonhoven, Rotterdam;<br />
dep heer H. Polman, Rotterdam;<br />
den heer J. Schaller, Amsterdam;<br />
den heer J. Patist, Ginneken;<br />
den heer J, Bokma, Amsterdam;<br />
den heer P. Lemein, Groningen;<br />
den heer A. Schuyffel, Grave,<br />
Den hoofdprijs van de „Filmpuzzle" verwierf:<br />
mevrouw Hofstra, Sneek.<br />
De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />
mejuffrouw C. Rombouts, Leiden;<br />
mejuffrouw M. Lakeij, Maastricht;<br />
mejuffrouw A. J. de Blank, Rotterdam;<br />
den heer A. v. Aert, Zundert;<br />
den heer M. Vellinga, Haarlem;<br />
den heer J. J. Kuilenburg, Amsterdam;<br />
den heer C. Bobbe, 's-Gravenhage;<br />
den heer C. Dekker, Amsterdam;<br />
den heer J. G. Hermsen, Nijmegen;<br />
den heer H. J. Jürgens, Amsterdam.<br />
ONZE PRIJZEN.<br />
Voor goede oplossingen van iedere<br />
puzzle, stellen wij een prijs van<br />
ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />
beschikbaar. In totaal dus deze week<br />
7 prijzen van ƒ2.50 elk,<br />
22 troostprijzen en<br />
<strong>10</strong> filmfoto's.<br />
DE OPLOSSINGEN<br />
op de in dit nummer voorkomende<br />
puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />
vóór 19 Maart 1941 in te zenden aan<br />
Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />
Op enveloppe of briefkaart vermelde<br />
men duidelijk:<br />
Oplossingen Zoek en Vind<br />
19 Maart 1941
WK',<br />
DE KEESHOND LEVERT DE BESTE WOL. BIJ HET TRIM<strong>ME</strong>N<br />
BLIJVEN GROOTE HOEVEELHEDEN HAAR ACHTER WAAR<br />
VAN WAR<strong>ME</strong> VOORWERPEN GE<strong>MA</strong>AKT KUNNEN WORDEN.<br />
i.i<br />
■^'*-<br />
j*-:>*'?r<br />
LI <strong>et</strong> valt ni<strong>et</strong> te ontkennen, dat we tegen-<br />
i woordig leven in een tijd van vervan-<br />
gingsmiddelen. H<strong>et</strong> is zelfs een soort hobby<br />
geworden; om te zien „of h<strong>et</strong> ook m<strong>et</strong> i<strong>et</strong>s<br />
anders kan". Soms blijkt dit inderdaad<br />
mogelijk, al wordt h<strong>et</strong> resultaat ni<strong>et</strong> altijd<br />
wat men er van verwacht had. Vaak echter<br />
valt h<strong>et</strong> ook wel weer mèè, en dan merken<br />
we opeens, dat we eigenlijk nog zeer veel<br />
nut kunnen hebben van i<strong>et</strong>s, wat we vroe-<br />
ger als totaal waardeloos hebben weg-<br />
geworpen ...<br />
Daar hebt u bij voorbeeld h<strong>et</strong> haar van<br />
uw hond! Hebt u er al eens ooit over ge-<br />
dacht, dat u dit zoudt kunnen gebruiken<br />
om er mee te spinnen, om er bij voorbeeld<br />
een paar warme of sierlijke handschoenen<br />
van te maken? Waarschijnlijk ni<strong>et</strong>; en toch<br />
is dit mogelijk!<br />
H<strong>et</strong> idee is h<strong>et</strong> eerst opgekomen bij een<br />
Amsterdamsche dame, die er een soort<br />
„schoonheids-instituut" voor honden op na<br />
houdt u we<strong>et</strong> wel, zoo'n inrichting waar<br />
u uw hond kunt laten wasschen, trimmen<br />
enzoovoort, kortom waar u hem na ver-<br />
loop van een uurtje weer heelemaal „als<br />
meuw kunt komen afhalen. Welnu, deze<br />
dame bekeek op een keer eens de „ber-<br />
gen haar, die de g<strong>et</strong>rimde honden bij<br />
haar hadden achtergelaten, en toen .dacht<br />
zei: „Haar... neen, dat is eigenlijk geen<br />
haar; dat is wol..." Ze ging er mee naar<br />
een kennis, die een spinnewiel bezat h<strong>et</strong><br />
haar werd gesponnen... een prachtige<br />
wollen draad was h<strong>et</strong> resultaat! Men kan<br />
begrijpen m<strong>et</strong> welk een voldoening toen<br />
de eerste gebruiksvoorwerpen, van die wol<br />
vervaardigd, bekeken werden, maar door<br />
mdenhaar<br />
sis mmsTOf vooum<br />
SPIN<strong>ME</strong>WIEII<br />
RUWE<br />
HONDENWOL.<br />
OVERGANGS-<br />
STADIA VAN DE<br />
WOL. VAN LINKS<br />
NAAR RECHTS:<br />
HAAR, DRAAD, GE-<br />
WASSCHEN<br />
DRAAD, AFGE.<br />
WERKTE WOL.<br />
iaétt-a »■ •^^v<br />
k- h<br />
■.. Mv<br />
tl ■ ^ ' ^<br />
AAN HET SPINNEWIEL.<br />
den tijd waarin wij nu le-<br />
ven, krijgt deze liefhebberij<br />
eigenlijk een geheel bijzon-<br />
dere, practische b<strong>et</strong>eekenis.<br />
Zoo aardig als h<strong>et</strong> eerst<br />
was, zoo nuttig en doel-<br />
treffend is 't nu geworden.<br />
Een groote industrie zal<br />
er natuurlijk nooit uit ont-<br />
staan, daarvoor zou men<br />
eigenlijk honden mo<strong>et</strong>en<br />
gaan houden zooals men<br />
nu schapen houdt, en daar<br />
de hond in dit opzicht ver-<br />
der ni<strong>et</strong> nuttig is, zal h<strong>et</strong><br />
jp'mr' ^fc,'<br />
EEN KLEEDJE VAN HON-<br />
DENWOL.<br />
HET VROUWTJE DRAAGT<br />
'N MUTS VAN HET HAAR<br />
VAN HAAR HOND.<br />
K.-* 4<br />
wel nooit zoo ver komen, maar als huisvlijt is h<strong>et</strong> toch<br />
een interessant idee, en zeker ni<strong>et</strong> h<strong>et</strong> slechtste dat<br />
door den dwang der omstandigheden werd uitgedacht.<br />
Stel u namelijk eens voor, dat u m<strong>et</strong> uw hond een eind<br />
gaat wandelen, en dat u daarbij een paar handschoe-<br />
nen draagt, die van zijn . .. wol gemaakt zijn! Of dat<br />
u bij uw haard zit m<strong>et</strong> een paar pantoffels van h<strong>et</strong> haar<br />
van uw herder, of m<strong>et</strong> een vest van uw dog ... En u<br />
behoeft ni<strong>et</strong> te vreezen dat h<strong>et</strong> geen goede kwaliteit<br />
zou zijn, of dat h<strong>et</strong> stug zou aanvoelen! Want geen<br />
van beide is waar. Integendeel .. .<br />
Nog heden zijn er in de steden dames, die om den<br />
broode spinnen. Nu schapenwol daarvoor moeilijk te<br />
krijgen is, zullen zij zich waarschijnlijk gaarne belasten<br />
m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> spinnen van . .. hondenwol. Terwijl er ten slotte<br />
toch altijd ook nog de mogelijkheid is, dat men zelf<br />
een spinnewiel aanschaft en dit tijdens h<strong>et</strong> theeuurtje<br />
weer laat snorren. N<strong>et</strong> als in den goeden, ouden tijd...<br />
v-^> '<br />
'...-<br />
DE GESPONNEN DRAAD WORDT OPGEWONDEN.<br />
"f^pw-j<br />
Eli<br />
(Fp«o - j/,P.*(?.S.'<br />
..:::<br />
n%
i —^iam^^<br />
J. VOGELENZANG — IN HET VISSCHERSDORPJE<br />
•«