You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>HET</strong> <strong>WEEKBLAD</strong> S!" g M^<br />
Redacti« M Adm. Noordelnd« 9, mdw --. »I fl. t.30 - Gironummer 41880 THEATER<br />
10 cj<br />
No. 52 - U<br />
De<br />
Duitsche fiimactrice<br />
GUSTI HUBER<br />
speelt de hoofdrol ir<br />
..So gefällst du mir".
Een nieuwe opname van<br />
de Nederlandsche actrice Cissy van Bennekom.<br />
(Fo(o Godfried de Groof. Amsterdam)<br />
.thiaiiha<br />
.jf»* ^ s$ (jV<br />
Regisseur Steinhofi ^<br />
aan 't werk.<br />
n de Tobis-ateliers is regisseur<br />
Hans Steinhoff be-<br />
^■.gonnen met de opnamen<br />
•^bor de film ,,Paul Kruger",<br />
waarin Emil Jannings de<br />
^yT"' titelrol vervult. Deze film<br />
J^j^, ^^v wordt opgenomen naar motieven<br />
uit de roman ,,Mann<br />
ohne Volk" van Arnold<br />
Krieger.<br />
envrouwen<br />
concentratiekamp.
Ä^M<br />
Dr Theo Tbitl. «cheikundigt van beroep, maakt op een nacht door eeo toeval<br />
kennis met Ludwig Närz. die er. zooals hij regt, zijn beroep van maakt om<br />
bedrieger» te llim af te zijn, In denzelfden nacht wordt er op het bureau van de<br />
Alpha-Werke, waar Dr, Thiel is aangesteld, ingebroken en eenige scheikundige<br />
lormules gestolen, die van groot belang zijn voor een nieuw ezpenment. Ur. Hardt-<br />
mann. de hootdscheikundige. betrekt commissaris Webern in de kwestie en "them<br />
uiteen dat alleen hij en Dr. Thiel van de formules wisten. Hij beweert, dat hl) de<br />
formule» heeft gevonden en dat Thiel deze alleen behoefd« te controleeren. Ur,<br />
Thiel, die hierdoor sterk onder verdenking komt te »taan. neemt zijn ontslag en<br />
besluit zichzelf van dezen blaam te zuiveren. Hij vertelt Webern, dat hij eemgen<br />
tijd tevoren een nieuw conserveeringsmiddel heeft uitgevonden, waarin zi)n chel.<br />
Dr. Hardtmann, geen vertrouwen had. Toen dien» scepticisme echter ongegrond<br />
bleek, heeft hij het doen voorkomen, alsof niet Dr. Thiel, maar hijzelf het<br />
middel had gevonden. Thiel gelooft daarom, dat. de inbraak gefingeerd is.<br />
Webern geeft hem te verstaan, dat zijn zaak er ilelht voorstaat indien hl) geen<br />
behoorlijk alibi heeft. Dit kan Thiel echter verschaffen, door Ludwig Nérz te<br />
laten bevestigen, dat hij in den bewu»ten nacht met Dr. Thiel heeft 9e»proken.<br />
Thiel gaat naar het café. waar hij Närz altijd kan treffen en vindt hem daar. Narz<br />
verzoekt hem getuige te willen zijn bij een zakelijk onderhoud met een onbekende.<br />
Ofschoon de scheikundige de langzaam op gang komende on-<br />
derhandelingen opmerkzaam volgde, duurde het toch tamelijk<br />
lang eer hij begreep, om wat voor een zaak het eigenlvjk ging.<br />
Zooveel was hem spoedig duidelijk, dat het een voorwerp betrof,<br />
dat Närz aan den onbekende wilde verkoopen.Wat voor een voorwerp<br />
het was, liet zich echter aanvankelijk niet gemakkelijk vaststellen.<br />
„Vijftienduizend mark voor een Meunier is te veel, verklaarde<br />
de vreemde. , . ,, u ►<br />
Närz lachte geringschattend. „Voor een echten Meunier zou het<br />
tienvoudige nog niet te veel zijn! Ik wys er dan ook nadrukkelyk<br />
op, dat het om een copie van een Meunier gaat; daarvoor is vjjl-<br />
tienduizend mark het juiste bedrag — wanneer de copie namelijk<br />
goed is, en daar sta ik voor in. Ze is nauwelijks van het origineel<br />
te onderscheiden!" .. , , • ,<br />
Langzamerhand begon Thiel te begrijpen, dat het om den ver-<br />
koop van een schilderij ging: om den verkoop van een copie van<br />
een schilder« van Meunier. ... At<br />
Het duurde een heele poos tot de onbekende had begrepen, dat<br />
Närz niets van den prijs wilde laten vallen. De beide onderhande-<br />
laars werden het ten slotte eens. Närz had aan den pfys van vyf-<br />
tienduizend mark vastgehouden, betaalbaar by de levering van<br />
het schilderij. ,. v • u<br />
Toen de onbekende afscheid had genomen, wendde Narz zich weer<br />
tot den scheikundige. „Neem me niet kwalyk, dat ik u zoo lang<br />
moest laten wachten! Maar nu verzoek ik u, my te willen mede-<br />
deelen, wat u op uw hart hebt." .<br />
Thiel had, ondanks het feit, dat hy Ludwig Narz pas sinds kort<br />
kende toch een onbegrensd vertrouwen in hem. De man scheen door<br />
een waas van geheimzinnigheden omgeven te zyn, die hem tot een<br />
bijzondere persoonlijkheid stempelden. Thiel vertelde dus eerlyk,<br />
alles wat hem bezwaarde. Närz luisterde opmerkzaam toe.<br />
„Uw zaak staat niet bijster gunstig," verklaard« hy toen. „Het<br />
zal wel niet gemakkelijk zyn uw achtenswaardigen chef als den schul-<br />
dige aan te wijzen. Ik ken Hardtmann en weet, dat hy met gemak-<br />
kelijk te overtroeven is."<br />
,Waar hebt u Hardtmann leeren kennen?<br />
„Als u denkt, dat ik op normale wijze aan uw chef werd yoor-<br />
aesteld, dan moet ik u teleurstellen. Dr. Hardtmann heeft met het<br />
genoegen my te kennen; hij heeft alleen de eer dat ik hem ken.<br />
Ik heb u toch immers reeds vluchtig verteld, dat ik my af en<br />
toe wel met scheikunde bezighoudt? By het soort zaken, dat ik doe,<br />
dien ik in de allereerste plaats de menschen, met wien ik te doen<br />
krijg, wat nader te bekyken. Van de Alpha-Werke heb ik reeds<br />
twee beeren wat nader bekeken, en wel behalve uw dr. Hardtmann,<br />
ook den technischen directeur, professor Gussmann. Heeft deze<br />
eigenlijk ook iets met de patent-geschiedenis uit te staan/<br />
Heel veel zelfs! Hy is de chef van Hardtmann, en alles hangt<br />
er van af wien Gussmann meer gelooft: zyn hoofd-scheikundige<br />
of mij. Helaas heeft mijn chef meer gelegenheid dan ik om professor<br />
Gussmann te beïnvloeden: ik heb Gussmann in het afgeloopen jaar<br />
in het geheel twee- of driemaal kunnen spreken. Hardtmann gat my<br />
bij ons onderhoud dan ook reeds te kennen, dat Gussmann geheel<br />
aan zyn zyde stond." .. . ,. • , t<br />
„Het zou dus wel zeer nuttig kunnen zyn, indien u.zich met pro-<br />
fessor Gussmann in verbinding kon stellen?"<br />
Maar dat is onmogelijk! Anders had ik het al lang gedaan.<br />
Gussmann ontvangt niemand van zyn ondergeschikten!<br />
„Dat hoeft hij ook niet! ^et zou veel gunstiger zyn, indien het<br />
onderhoud op een neutrale plaats kon gevoerd worden.<br />
„Zelfs wanneer ik hem ergens tegen het lyf zou kunnen loopen,<br />
zou bü er nauwelijks voor te vinden zijn, mij te woord te staan.<br />
Daar is wel iets aan te doen!" Närz keek den scheikundige, die<br />
door WERNER SCHELLE<br />
GEAUTORISEERDE VER TALI N^<br />
zich tamelijk hulpeloos voelde, glimlachend aan en ging toen ver-<br />
der: „U hebt werkelijk geluk! Als ik niet juist een zaakje in uw<br />
kringen aan de hand had, zou ik waarschijnlijk niet kunnen<br />
helpen. Nu biedt dit echter slechts geringe moeilijkheden. Ik geloof,<br />
dat bet zoo te arrangeeren is, dat professor Gussmann nog vandaag<br />
veel belangstelling voor u zal toonen. Voorwaarde is echter aller-<br />
eerst, dät u over avondkleeding beschikt." Hy keek den schei-<br />
kundige vragend aan.<br />
„Als smoking voldoende is?"<br />
„Als u niets anders hebt, is het voldoende. Rok was beter, maar<br />
het gaat met een smoking. Indien u zich dus aan mijn leiding wilt<br />
toevertrouwen, dai» gaat u nu naar huis en verkleedt u zich. Ik zal<br />
hetzelfde doen. En wanneer u het goed vindt, ontmoeten wy elkaar<br />
hier weer over precies twee uur!"<br />
De scheikundige stemde hierin gaarne toe. Hy was zoo benieuwd<br />
naar hetgeen er zou komen, dat hy ook gaarne van de party<br />
geweest zou zyn, indien hy geenerlei persoonlijk voordeel van het<br />
verdere verloop van het geval zou hebben.<br />
Närz was er reeds, toen Thiel, nadat hy zich, voor den tweeden<br />
keer dien dag, verkleed had, het café betrad. Närz was niet alleen.<br />
Aan zyn tafeltje zat een heer van middelbaren leeftijd, die er uitzag<br />
als een Engelschraan, die óp reis was.<br />
Thiel wilde aan een der tafeltjes in de nabijheid plaats nemen;<br />
Närz wenkte hem echter en stelde hem aan den ander voor. Den<br />
naam kon Thiel weer niet verstaan. Een overdreven vriendelyken<br />
indruk maakte de ander niet.<br />
„Mynheer Närz," verklaarde hy, „ik ben hier om een zaak met<br />
u af te handelen, en wel een zaak, die niet noodzakelijk bekend<br />
behoeft te worden! Ik heb er mij reeds vaak over verbaasd, dat u<br />
de onderhandelingen in een publiek lokaal wilde voeren. Het is<br />
my evenwel volkomen onbegrijpelijk, dat u er nu ook nog een<br />
getuige bij haalt! Ik moet dezen heer daarom dringend verzoeken,<br />
aan een ander tafeltje te willen wachten tot wy klaar zijn."<br />
Voordat Thiel kon antwoorden, had Närz het woord genomen.<br />
„Dr. Thiel is een vriend van my: Ik sta er op, dat wy onze onder-<br />
handelingen voeren in zyn tegenwoordigheid."<br />
„Dan geef ik er de voorkeur aan, de onderhandelingen af te<br />
breken," zei de onbekende.<br />
„Zooals u wilt," zei Närz.<br />
De ander stond op en trok zyn jas aan. Toen hy echter zag,<br />
dat Närz hierop niet reageerde, gaf hy zich gewonnen en trok<br />
zyn jas weer uit en ging, een beetje timide, weer zitten. Terwijl de<br />
door de komst van Thiel onderbroken onderhandelingen weer lang-<br />
zaam op gang kwamen, wierp hy nog herhaalde malen woedende<br />
blikken op den scheikundige.<br />
HOOFDSTUK DRIE.<br />
Het voorwerp der onderhandelingen moest Thiel wel verbazen.<br />
Hij moest vaststellen, dat het weer om den verkoop van een<br />
schilderij ging, en weer klaarblijkelijk om hetzelfde schilderij, dat<br />
reeds eenige uren geleden op dezelfde plaats het voorwerp der<br />
door Närz gevoerde onderhandelingen was geweest! Wéér viel<br />
de naam van den schilder Meunier, en wéér legde Närz er den<br />
nadruk op, dat hy beslist wilde verklaren, dat het geen échte Meu-<br />
nier, maar een copie betrof. Als prijs werd \lit keer de som van<br />
tienduizend mark genoemd. Wéér werden de beide beeren het na<br />
eenig over een weer praten eens. De onbekende man nam afscheid<br />
van Närz met een hartelyken handdruk, van Thiel evenwel met een<br />
koele en nog altijd wantrouwende buiging.<br />
„Ik begrijp het niet," zei Tiel tegen zyn nieuwen vriend. „Is<br />
dit hetzelfde schilderij, dat u vandaag reeds een keer verkocht<br />
hebt? Hebt u dan de onderhandelingen, die u reeds eerder hebt<br />
gevoerd, ongedaan gemaakt?"<br />
„Absoluut niet."<br />
Maar waarom wilt u het schilderij dan ook aan dezen zonder-<br />
lingen man verkoopen? Vanmiddag werd er u toch vijftienduizend<br />
mark voor geboden?"<br />
„Ik wil bet aan alletwee verkoopen."<br />
„Hetzelfde schilderij?"<br />
„In zekeren zin, ja!"<br />
„Dat snap ik niet."<br />
„Dat begryp ik. Als u my wat langer kent, zult u nog wel eens meer<br />
dingen merken, die u niet snapt. Ik kan u overigens verraden, dat ik<br />
het schilderij, waarvan sprake is, in het geheel negen keer wil ver-<br />
koopen. In zeven gevallen is de zaak reeds in kannen en kruiken; de<br />
beide andere koopers zullen ook nog wel op de proppen komen.<br />
„Maar hoe wilt u<br />
Die sloopende rheumatiek dan een en hetzelfde<br />
schilderij negen maal<br />
komt voort uit onzuiver bloed, Doe daarom verkoopen ? Ik heb<br />
een kuur met Kruschen Zout. — De aan- toch gehoord, dat u<br />
sporende werking op de bloed-zuiverende het geld pas by de<br />
organen hergeeft ze hun jeugdige werking; levering van het<br />
schilderij zult krijhet<br />
bloed baat weer krachtig stromen en de<br />
gen?"<br />
pijn-verwekkende onzuiverheden verdwijnen „U hebt niet goed<br />
langs natuurlijken weg.<br />
opgelet. Anders zoudt<br />
u hebben geboord,<br />
dat ik telkens slechts<br />
KRUSCHEN een copie te koop<br />
heb aangeboden. Ne-<br />
Bij all« apolh. en drog. 1.62, 1.47, 0.76, 0.41, p. II, gen copieën van een<br />
en hetzelfde schilderij<br />
is toch iets, wat ook u zich wel kunt voorstellen?"<br />
„Dat is zoo! Maar dat iemand tien- ja, zelfs vyftienduizend mark<br />
voor een copie wil betalen, dat begryp ik toch absoluut niet.<br />
Ach het schijnt den beeren zooveel waard te zyn. Ik heb<br />
zelfs een kooper, die veertigduizend marH zal moeten betalen. Ik<br />
heb geen vastgestelde pryzen. Ik richt mij volkomen naar de koopkracht<br />
van myn cliënten, als ik den prijs bepaal. Als ik den prys<br />
echter eenmaal heb vastgesteld, dan wyk ik er echter onder geen<br />
enkele voorwaarde meer van af. Voor het overige zou ik u echter,<br />
eer wy een ander onderwerp van gesprek aansnyden, nog wi'len<br />
zeggen, dat geen enkele van myri klanten behoeft te weten, dat ik<br />
meer dan één copie van dien Meunier bezit. Ik heb u reeds gezegd,<br />
dat ik niets doe, wat in den zin van het wetboek van strafrecht als<br />
bedrog kan worden aangemerkt, maar daarom houd ik er toch met<br />
van, myn kaarten altyd voor myn zakenvrienden op tafel te leggen.<br />
Maar nu zullen wy eens beginnen een plan de campagne voor vanavond<br />
op te maken. Danst u?"<br />
„Zoo tamelijk " '<br />
„Dat treft uitstekend! Rent u verloofd of getrouwd/<br />
„Neen. Geen van beiden." , u * „„<br />
„Weer uitstekend! Dan kunnen we zeggen, dat de slag haast gewonnen<br />
is!" tt<br />
,.Ik begryp er niets van ' .<br />
Ik zafhet u verklaren. U hebt nog ongeveer tien minuten den<br />
tiid om zich vertrouwd te maken met de gedachte, dat wy hier aanstonds<br />
door uw verloofde worden afgehaald, om met zyn drieën<br />
een bezoek te gaan brengen aan uw directeur-generaal Meyerhort.<br />
Thiel keek even verbaasd.... Toen vroeg hy: „Het zou me wel interesseeren<br />
iets naders omtrent myn „verloofde" te mogen vernemen.<br />
Is ze nog jong?" . „ . . < , ..<br />
„Ja. Maak u däär geen zorgen over! Ze is jong èn knap.<br />
Dat hoor ik graag. Vertelt u me echter nog wat meer van haar.<br />
"Goed. Ik begryp uw nieuwsgierigheid. Uw verloofde is van<br />
middelmatige lengte; ze is donkerblond, niet overdreven slank, maar<br />
ook absoluut niet wat men noemt dik! Ze heeft groote bruine oogen<br />
een hoog voorhoofd en een mooi gevormden mond. — Kunt u ven<br />
naar deze beschrijving een voorstelling van uw verloofde maken.'<br />
„Neen, maar in ieder geval kan ik u^afgaande op uw beschryvuig,<br />
wél zeggen, dat het niet myn „type" is!"<br />
„Dat is natuurlijk jammer. Maar gelukkig komt het er met op aan,<br />
of uw verloofde uw „type" is. Relangryker is — of eigenlyk: alléén<br />
belangrijk is, dat uw verloofde het type van uw directeur is. —<br />
Begrijpt u my?"<br />
„Absoluut niet." .<br />
„Dan zal ik mij veroorloven wat duidelyker te zyn!<br />
'Niets zal me liever zyn."<br />
Goed. We zijn het er toch over eens, dat het voor u nuttig zou<br />
ziin, indien u uw directeur, professor Gussmann, kon leeren kennen/<br />
Gelukkig heb ik my reeds eenigen tyd met hem beziggehouden en<br />
kan ik u daarom van dienst ziin. Als ik van plan ben met iemand<br />
„Welzeker, maar weer één lo-<br />
ketje open. En tochten hier,<br />
verschrikkelük!" „Kalm aan,<br />
daar gaat al een tweede loket<br />
open."<br />
„Ook dat nog! tS Minuten is<br />
die trein maar te laat en ik<br />
sta hier met een barre ver-<br />
koudheid . . ."<br />
zaken te doen, dan<br />
houd ik mij eerst,<br />
zooals ik u reeds, ge-<br />
loof ik, gezegd heb,<br />
terdege met hem be-<br />
zig. Onder andere<br />
stel ik vast, wat —<br />
om uw uitdrukking<br />
te gebruiken — zyn<br />
„type" is. Welnu:<br />
professor Gussmann<br />
heeft den laatstentyd<br />
meermalen gelegen-<br />
heid gehad met ver-<br />
schillende dames<br />
kennis temaken! Eén<br />
keer verloor een da-<br />
me, die voor hem uit-<br />
liep, iets uit haar<br />
taschje, dat hij voor<br />
haar kon oprapen en<br />
het haar teruggeven.<br />
Een tweeden keer<br />
merkte hy, dat op<br />
een concert zyn<br />
plaats door een da-<br />
me was ingenomen,<br />
die zich in het num-<br />
mer van de plaats<br />
vergist had. Een der-<br />
den keer was het<br />
weer een ander toe-<br />
val, dat hem klaar-<br />
blijkelijk de gele-<br />
genheid gaf om op<br />
gemakkelijke wyze<br />
nader kennis te ma-<br />
ken met de betrok-<br />
ken dame. Ik moet<br />
er nog bijvoegen, dat<br />
het in alle drie de ge-<br />
vallen werkelijk zeer<br />
knappe vrouwen wa-<br />
ren! Maar tot dusver<br />
heeft professor Guss-<br />
mann slechts één<br />
keer wat ik pro-<br />
zaïsch zou willen<br />
noemen: gebeten, en<br />
wel by de jongeda-<br />
me, die wij aan-<br />
zuursi uri]!<br />
De zuurstof, noodig om Uw huid gezond te houden<br />
en gaaf; Uw teint jeugdig en frisch.<br />
't Is zoo eenvoudig: iederen morgen een weinigje<br />
Radox in Uw waschwater en miljoenen zuurstof-<br />
bellen komen in actie. Tot in de kleinste poriën<br />
en in de meest verborgen hoekjes dringen ze de'huid<br />
binnen en doen hun weldadig, reinigend werk.<br />
Met Radox geen verstopte poriën meer. En daarmede<br />
is ook de oorzaak weggenomen van vale plekken,<br />
puistjes of vetwormpjes.<br />
Een heerlijk middel dat Radox<br />
■ onmisbaar voor de moderne<br />
vrouw die weet wat het waard<br />
is: een gezonde huid, frisch en<br />
jeugdig . . . Gebruik voortaan<br />
óók Radox voor Uw teint.<br />
apot'n en drogisten a 41 ets per pak — 15<br />
pakje Incl. verb, omzetbelasting.<br />
stonds hier als uw<br />
verloofde verwach<br />
ten. We mogen daarom, geloof ik, wel a ... —, udi ij y y<br />
van den professor nabij komt. I^e dame is overigens een zeer goede<br />
bekende van my. Professor Gussman heeft tot zyn groote verbazing<br />
moeten vaststellen, dat het heelemaal niet zoo eenvoudig was als het<br />
aanvankelijk leek, om nader met haar in contact te komen. Toen hy<br />
zoo ver was, dat zyn belangstelling voor het meisje met meer voor<br />
haar verborgen kon blijven, moest hy namelyk vaststellen dat<br />
myn vriendin uit zyn gezichtskring verdween. En professor Gussmann<br />
zal de jonge dame niet eerder terugzien dan wanneer ik het<br />
noodzakelijk vind. U zult begrijpen, dat ik hierdoor een zeer gemakkelijke<br />
manier heb om kennis met den professor te maken Ik<br />
hoef my, naar ik geloof, slechts in gezelschap van de bewuste<br />
„Gezondheid.'... en Wybertjes,<br />
man!"<br />
(Zie oervola tlden in dit no.)<br />
„Ik ga principieel nooit zonder<br />
Wybert-tabletjes op reis. Dat<br />
is m\jn reisverzekering tégen<br />
hoest en verkoudheid."
Teeiren ing<br />
EEN VREEMDE.WONDER-<br />
LIJKE WERELD INDE UFA-<br />
FiLM „ZWISCHEN HAM-<br />
BURG UND HAITI"<br />
In de film van de Ufa „Zwischen Haroburg und Haiti" ontrolt zich<br />
voor de blikken der toeschouwers een vreemde, wonderlijke wereld.<br />
Het is alsof er één groote tropische tuin ligt langs den schitterenden<br />
bocht van „Port-au-Prince"; op den achtergrond domineert een schil-<br />
derachtig, grillig berglandschap. Tegen de hellingen liggen de koffie-<br />
aanplantingen, dre het meest waardevolle bezit van het land vormen;<br />
daarlusschen verspreid doemen de kleine nederzettingen van de zwarte<br />
boeren op. In de vlakte strekken zich weelderige akkers uit, die katoen,<br />
suikerriet en bananen opleveren. Voor velen, die de film zien, is dit<br />
een ware openbaring. Wie heeft zith eigenlijk wel eens goed een<br />
voorstelling van Haiti gemaakt? Het ligt dan ook tamelijk ver weg<br />
van het gewone toeristenverkeer. Als iemand een uitstapje naar de<br />
Antillen onderneemt, dan wordt hij vooral aangetrokken door het<br />
groote eiland Cuba met de verblindend mooie tropische stad Havanna.<br />
De naburige neger-eilanden laat men dan meestal links liggen, waar-<br />
schijnlijk ook omdat op een of andere wijze de meening heeft post<br />
gevat, dat blanken daar niet welkom zijn. Dit is echter maar gedeelte-<br />
lijk waar.<br />
Wel zien de bewoners van Haiti, negers en Mulatten, wier<br />
voorouders tegen het einde van de 18e eeuw het juk der slavernij<br />
hebben afgeschud en hun tirannen verdreven, in hun vrijheid begrij-<br />
pelijk een kostbaar goed. Uit vrees, dat zij die weer zouden kunnen<br />
verliezen, hebben zij zich dan ook langen tijd geheel van de buiten-<br />
wereld afgesloten. Slechts Duitschers en Zwitsers werd het toegestaan,<br />
zich op Haiti te vestigen.<br />
Het voornaamste deel van den handel was daarom in handen van<br />
Duitsche kooplieden en het was voornamelijk de Hanseatische scheep-<br />
vaart, die de havens van Haiti beheerschte. Daarom is de Duitsche<br />
ondernemer in de film „Zwischen Hamburg und Haiti" een typische<br />
verschijning.<br />
De komst der blanken op Haiti heeft den bewoners overigens geen<br />
nadeelen gebracht, Integendeel. Aan de grootere organisatorische<br />
talenten van het blanke ras heeft Haiti een grooten economischen op-<br />
bloei te danken; prachtige auto-wegen, moderne ziekenhuizen en<br />
voor alles... veiligheid en vredel Daarvan profiteeren de drie millioen<br />
ÄMfcBRUIN<br />
Gisela Uhlen, Walter Lieck en Grethe Weiser.<br />
boeren hel meest, hetgeen zij zelf duidelijk te ver-<br />
staan geven. Als de — Amerikaansche — president<br />
door het land reist — Haiti behoort tot Amerika —<br />
worden er overal eerepoorten voor hem opgericht,<br />
waaraan de boerenmenschen dan allerlei voorwerpen<br />
ophangen ten bewijze van hun welstand: spiksplin-<br />
ternieuwe keukengereedschappen, bont gekleurde<br />
vrouwenkleeren, elegante heerenkostuums en schoe-<br />
nen. Het bezit van schoenen beteekent ook heden<br />
ten dage nog iets bijzonders. Eens immers onder-<br />
scheidden zich hierdoor de vrijgelatenen van de<br />
slavenl<br />
Door de film „Zwischen Hamburg und Haiti"<br />
leeren wij het natuurschoon en de maatschappelijke<br />
toestanden op het eiland kennen en er zal wel nie-<br />
mand zijn, die zich door de opeenvolging der af-<br />
wisselende prachtige en boeiende beelden niet be-<br />
koord voelt...<br />
Een scène op Haiti.<br />
fcD<br />
U<br />
O<br />
c<br />
u<br />
3J<br />
-O<br />
^ 8<br />
u<br />
CS<br />
O<br />
u<br />
><br />
c<br />
u<br />
c<br />
l) CS<br />
-i <br />
-a .2 '5<br />
D 6<br />
JJ 4-» ^<br />
-a-s t5<br />
i- .c<br />
o a.<br />
o o c<br />
SS rt<br />
„ ü ><br />
O u<br />
O N -M<br />
> u<br />
u c 9<br />
u<br />
o<br />
So Ë<br />
rt<br />
r- 1) «<br />
B<br />
u<br />
u<br />
> u<br />
O N<br />
• u u u<br />
■rr» « "O u<br />
0<br />
c<br />
-o<br />
^ ^ e<br />
u<br />
C<br />
u<br />
«J —. c«<br />
._3 -«<br />
2 > w<br />
o :^><br />
es<br />
-C<br />
T3<br />
C<br />
OJ<br />
N<br />
E<br />
u<br />
Ti<br />
u<br />
rt<br />
-C<br />
c<br />
T3<br />
rt<br />
c<br />
u<br />
U<br />
-o<br />
o<br />
^<br />
J3<br />
^i<br />
en<br />
rt .<br />
u<br />
u<br />
-a<br />
u<br />
5,1 7!<br />
u<br />
><br />
e<br />
w o 2'N r<br />
OJ o<br />
o c c<br />
u -a w «<br />
y ,„ «<br />
ï o<br />
•• N<br />
'S —i<br />
N cfl<br />
c >-<br />
N -o<br />
^ 'N<br />
;- u<br />
y N ■<br />
IS 4-<br />
ai<br />
3 T3<br />
O „<br />
N «<br />
rt<br />
u ä<br />
N<br />
•- -^ "O<br />
u Ü<br />
al<br />
O<br />
O<br />
N<br />
Ui<br />
u<br />
^s -.<br />
rt 4-)<br />
i- Jxl<br />
O t><br />
O<br />
N<br />
c<br />
ü "O<br />
'1 ^<br />
2 w<br />
g u<br />
CJ<br />
J3<br />
.5 o<br />
><br />
IH<br />
W<br />
T) "<br />
2 S<br />
E es<br />
u<br />
'N<br />
E ^3<br />
u<br />
E E<br />
w<br />
- _jr<br />
f-^ 4-.<br />
c cS<br />
I 13<br />
u -o<br />
CU <br />
-2 .E<br />
S<br />
E<br />
U<br />
E<br />
'2<br />
V<br />
E<br />
4-. «J<br />
C<br />
u<br />
T3<br />
"O u<br />
s ^<br />
Ü c<br />
il (L><br />
U<br />
ei<br />
4J<br />
ï* -È<br />
3<br />
O<br />
IH<br />
><br />
U<br />
3<br />
O<br />
l)<br />
X^><br />
y<br />
es u<br />
IH ä<br />
-s«<br />
&D 2<br />
u<br />
'■" .ÏÏ 3<br />
'en<br />
E<br />
CS<br />
_- rt<br />
. -C JE<br />
U N =<br />
N y "<br />
E - S<br />
c E O<br />
tJDO V<br />
ü~ ü ^ 5?-^<br />
N C<br />
S 2 S<br />
Il §<br />
4J T3 -o<br />
. v S<br />
« o<br />
T3 E -o<br />
J5 ^ S CO O S u ^<br />
O<br />
-¥ -c —■ w ^ C<br />
rt tjO<br />
ai Ä<br />
u S<br />
T3 ^<br />
C ^<br />
~ e u ■ O -5 u<br />
-^ 4J<br />
c .^ O<br />
■*-' U (U<br />
u i- c u<br />
N<br />
u ><br />
W3<br />
T3 M)<br />
!::<br />
se<br />
E —<br />
4- CS w j^E<br />
U N O. ü<br />
-O<br />
u C cS ><br />
s ■-<br />
-o 3<br />
: 1<br />
= h .WJ t<<br />
l -1 u<br />
IH<br />
> w U U, E «H O O ■£■<br />
"O<br />
ir.<br />
O ^■ E IH E<br />
iß es<br />
O - O CS c<br />
u > •- Lc<br />
o<br />
^^<br />
U<br />
o ■<br />
J= 4H E EU >/, —<br />
E .'E"' u<br />
O<br />
U U N W U<br />
!H<br />
E JE<br />
"O<br />
CS E c<br />
"O ■"<br />
'Si ü « J^<br />
V3 ^ r^ i^<br />
cs.ï >> a, ^ e<br />
I o J: E _ 3 ^ U ^<br />
O « «)J2 E<br />
c<br />
!H N<br />
U '■> ■ —<br />
Üß > 6X) 1%<br />
-c ^ "O ü<br />
O 2 £■ "! C Ë -2 N<br />
c« w 4J -<br />
1) -E<br />
O<br />
u<br />
l> cS bc'•»<br />
Jü u 1- •—, s-<br />
> CS J2<br />
O N<br />
«J •-= CS<br />
3 u u ^<br />
rt i rt l JH ^ 4-J<br />
.£ r> — " ^ (/: -C es<br />
-j - j^<br />
u<br />
iu :<br />
"0 tDX E<br />
rt<br />
E ^<br />
es y<br />
E t-<br />
-c %<br />
b; -o ^ 1-<br />
■ (H E<br />
« rt S S 'u u<br />
E<br />
H<br />
■^1<br />
^ 2 E ü H= "O J=<br />
«5 c t) JE ^ — E E<br />
:E"' U<br />
_ *Ä t) ^£ N "O<br />
U<br />
CS <<br />
^ E<br />
tß'<br />
JE U<br />
^/E<br />
El 5J<br />
« CS<br />
i ^<br />
"O E<br />
- c w >4 o c cS Sau<br />
CS cS Ï5<br />
CS E JE ^ IH E :<br />
§ IH t: ü « ^ u<br />
5 es ü JS NJ -o<br />
Q<br />
es i: y - •H " *H ^ CS fij<br />
r< CS "Ö ><br />
N "g .<br />
E<br />
U<br />
CU<br />
C<br />
JE<br />
C C<br />
U o<br />
■« E<br />
6i<br />
o c<br />
C u<br />
I- 4H<br />
U ') cS<br />
E 5P<br />
4J jj (O<br />
IH cS 7ZL. c "O<br />
j> "O -F 1 'a4<br />
o<br />
^ c «<br />
> ^<br />
u<br />
E «<br />
TS-- "-a^<br />
H C 5<br />
bß 3 2 S^ „<br />
"O « 1<<br />
H<br />
IH<br />
U<br />
U C "H<br />
IH<br />
O bß<br />
-O O O<br />
H ^ g Ö<br />
u-G<br />
IH<br />
o U<br />
OJ<br />
H lH > u<br />
V<br />
E<br />
3 rt —•<br />
"'S E c <br />
E to ^ ^ ^ 3 H-,<br />
O -o :^ f bß =<br />
Q<br />
J .CO<br />
.„.5 S bß bßX) rt<br />
«u 3 J5 O O E<br />
C E '<br />
^ E<br />
= c-ï E 1- ^ E<br />
CS q^ OJ cS<br />
^ 13 t) "O „O ><br />
.<br />
«3 —"<br />
IH<br />
IH<br />
4J O ^ 3 U O<br />
c<br />
4-J<br />
o U<br />
C/D E<br />
bc-d<br />
CS<br />
J4<br />
CJ<br />
<br />
OT E 1<br />
tl U<br />
E ".■^<br />
IH<br />
cS<br />
CS<br />
E<br />
V<br />
N<br />
O<br />
E<br />
3<br />
a<br />
t3<br />
E<br />
JJ<br />
O.<br />
O<br />
J3<br />
E<br />
rt<br />
><br />
^<br />
J=<br />
E -<br />
•E "O<br />
ÏH fl)<br />
OJ<br />
E rt<br />
u "O<br />
o ><br />
E.H<br />
O E<br />
J»J u<br />
J2<br />
IEP<br />
«> C 4I, -r!<br />
•0 cS t. JJ<br />
-X O IH<br />
., , co ;—!<br />
bß<br />
«J _4<br />
JE U<br />
JE ^<br />
r- S-<br />
C O<br />
cS "O<br />
E<br />
E<br />
J)<br />
O<br />
—;<br />
6 "x3<br />
es >• " o<br />
E " ° -n<br />
Ê N 'U<br />
v c •£■<br />
'e u y<br />
E C bO rt<br />
ET» r- äß^<br />
N -s u .<br />
-m — cu<br />
Q ° «<br />
E<br />
bßü bfl 3<br />
3 cS E o<br />
S E a ^<br />
C<br />
E . u<br />
U bO<br />
J=<br />
JE<br />
5^<br />
u<br />
rt<br />
J3<br />
••H y3<<br />
N<br />
C IH<br />
C<br />
>^<br />
N<br />
c ^^-5 = a/<br />
.^JC<br />
5e f)<br />
CO<br />
E rt<br />
bpu cS<br />
Eu<br />
E '-3 -a E<br />
S u<br />
cu -E<br />
N<br />
Ë E JÜ > .<br />
O •-" c c<br />
u 1)<br />
C rt 5 T3<br />
" a - ^4<br />
E IH<br />
4H < •r' -a Is ^<br />
Ë ^<br />
U -—.JE 'S « Z<br />
> X HL, t/5 55<br />
Q<br />
-E C TI<br />
^?f ><br />
§2^<br />
o^. 53"<br />
00 C J4<br />
u<br />
fc 3<br />
en<br />
rt 1--,<br />
J= l - J<br />
Crt<br />
E-<br />
— C<br />
52<br />
a.J4<br />
u rt 3 y T3 ^<br />
o p ^-> aj E<br />
u<br />
■^X o IE > w<br />
0 > . U 4J u<br />
bß C S f. E -o ., -a ïj en "O E<br />
C -^ ^3.5 -a c u .«<br />
rt u<br />
c<br />
& § g äD E K-o<br />
1) 4-1 O<br />
-O ■*"<br />
bß 5- S<br />
O rt ii u-t, ^<br />
"2 c r* CS co<br />
E<br />
•- X C N W ^ u g c<br />
u gbß u<br />
>-^ ^ rt PH<br />
T3 ^ rt" rt •^<br />
- U rt S ■" -<br />
0<br />
5 a. ?"-a § 2-^ UT3 13<br />
o Q<br />
JE<br />
S<br />
14 3<br />
E _<br />
cu C<br />
H- W<br />
3- -o<br />
bß o<br />
.2 ^<br />
bD<br />
en<br />
E :E^<br />
rt u ><br />
X rt<br />
rt<br />
bC<br />
2 N rt<br />
rt<br />
u|^-| .^ en ^<br />
c<br />
E S^ O ^ rt u is< 2 E<br />
l)<br />
V3<br />
p 2 «T ff 5 o<br />
" " 2 ? 2<br />
ft<br />
3<br />
3 ,<br />
rt n<br />
0 o ft «c::<br />
f*- n 3 " S.a 4 <<br />
^ - " O 3<br />
1-1<br />
„.Si p 3 fa.^<br />
« CL < ^ S.<br />
rt 3<br />
er _<br />
o-Ä 3<br />
c ft £L ft s tfc<br />
(X<br />
ft<br />
"—■3-3<br />
3 • 3 ^<br />
^ O rt<br />
•2 -<br />
a-S-« 8 ^ ë ft O" -<br />
^' -o NTO « g:<br />
a<br />
^■ , ^. C §a.§ : a.i3 3 &-§<br />
S-S ^8^ w'S*<br />
< n<br />
P <<br />
3 s<br />
ft<br />
3 rt-<br />
ft<br />
Qu<br />
§ 3<br />
P<br />
p<br />
:*!<br />
Cu <<br />
rt ^ ft<br />
"(i x- ^ 3 ti><br />
r ^ > ft „ P O. N<br />
q 3 I' 1-3 3<br />
ere . 3 S P<br />
ft 5 "<br />
3- ?<br />
i ^<br />
ai? 3-^<br />
ft ft s<br />
3-rt - «,-<br />
a> '"■ S<br />
Q. ft N 2. <<br />
».. 3 2.cr? g<br />
3 -r^q g<br />
»<br />
S"^ ^§ s^-<br />
ex'<br />
2 3 x* N E" '-'■ P<br />
D ft ^ n "<br />
2^g £fë0| rt<br />
— 33 "t 2 a. 1<br />
« «'d-Q 3 P<br />
ft ^<br />
. p<br />
o s «w-a<br />
rt g (j p ft<br />
rt<br />
P<br />
ft<br />
O.<br />
rt CLCT2 c::<br />
— rt 2 < TT<br />
2 n' ^ rt o o<br />
3 2 t-7-e) 3<br />
ft ft<br />
si rt gP<br />
S 3^-<br />
2 pffi<br />
-'On<br />
rt 3 3<br />
sr<br />
o P <<br />
o p<br />
2 rt ="<br />
3 3 _<br />
a3 ^<br />
3^3<br />
3 P C<br />
O.<br />
« 0 IS.<br />
§ 3 3<br />
CL ff ft<br />
rt ?• rt<br />
3* 3 rt<br />
rt '^3<br />
3 O ^<br />
3-Ë.S<br />
P sr rt<br />
CL rt rt<br />
< CP5 3*<br />
O rt o<br />
O 3 3<br />
rt rt<br />
o 2-<br />
ft a.<br />
3 ""<br />
G.'3<br />
co ^ ^ ■— ft 2<br />
« gr S P 3<br />
rt p<br />
•• 1-» — ft<br />
N rt en CL 3 _ 3<br />
O 1<br />
13- 3^<br />
►1 a<br />
o<br />
N 13 P 3 r<br />
30f5 «<br />
M gCL< ^"«CLS 33*3- B-S*© 3" K 3<br />
§ I« ö F" 1^'« r^^^^F^s^-Ärt 2 ^ ° s- " ' o S 2^ N § !.3 S 3 z^ Z 2 g,- -r ft<br />
if^^^rt-mjiirt- .> ft 5 rt rt<br />
0 -"r-rt rt- rt- rt < OQ<br />
?«rt2 ;? l.-"&qls"a2'S^ 3 S''S"Hp|<br />
«• 3 " ^ CL r^Cf rt P<br />
' ,
Heli Finkenzeller en Hermann<br />
Erhardt.<br />
Theodor Danegger, Erika von<br />
Thellmann en Heli Finkenzeller. EE<br />
Rolverdeeling:<br />
Rosl Heli Finkenzeller<br />
Tante Olli Erika v. Thellmann<br />
Alois Hermann Erhardt<br />
Korbinian Theodor Danegger<br />
Seppl Beppo Brem<br />
Ignaz Oskar Sima<br />
Toni H. Thorns<br />
Aliijd even gemakkelijk heeft Rosl,<br />
de jonge en knappe erfgename<br />
van de „Zacherlbräu", het niet. Haar<br />
vader was een vrouwenhater en had<br />
zich uitsluitend met mannelijk perso-<br />
neel omgeven. Bij Rosl's erfenis be-<br />
hoorde dit overwegende mannelijke<br />
element op de boerderij, annex bier-<br />
brouwerij. Wel is waar is de brouwers-<br />
baas Alois een aardige kerel en Alois<br />
vindt Rosl ook erg aardig, maar van<br />
liefde is geen sprake. Dan is er nog de<br />
filosofeerende Korbinian, het levens-<br />
wijze factotum, dat steeds over „de<br />
strategie der liefde" praat, Seppl, een<br />
onverschillige kok en vele andere mans-<br />
kerels, die er hun heerschappij uit-<br />
oefenen.<br />
Rosl krijgt onverwacht een bondge-<br />
noote in tante Cilli Samhaber, eigena-<br />
resse van 'n dorpswinkeltje —niet meer<br />
zoo jong, en scherp als 'n scheermes —<br />
die huishoudster op de boerderij wordt.<br />
De tante zet zich graag in dit warme<br />
nestje, waar ze een goed leventje heeft<br />
en zeer listig overweegt ze de moge'ijk-<br />
heid of haar broer Ignaz, dien zij voor-<br />
stelt als het toppunt van hoffelijkheid<br />
en beschaving (maar die in werkelijk-<br />
heid een onopgevoede domkop is) niet<br />
met Rosl zou kunnen trouwen, zoo-<br />
dat de Zacherlbräu langzamerhand<br />
haar eigendom zou worden.<br />
De tante komt en de strijd begint.<br />
De mannen voeren hem met hardnek-<br />
kigen, verbeten, passieven weerstand;<br />
de tante met list en sluwheid. Alois is<br />
haar gevaarlijkste tegenstander. Maar<br />
Alois is geen intrigant. Hij zegt Rosl<br />
openhartig wat hij en z'n kameraden<br />
van de tante denken en. . . de ruzie is<br />
er al. Tante heeft het voorzien en en-<br />
gageert in het dorp een collectie meis-<br />
jes, 's Avonds, bij het kegelen, komt<br />
het tot een breuk. De mannen verlie-<br />
zen, door een krijgslist van tante, hun<br />
partij en. . . hun betrekkingen. Voort-<br />
aan zullen er vrouwen in de Zacherl-<br />
bräu heerschen. Alleen Korbinian blijft<br />
in de brouwerij, de rest der mannen<br />
gaat heen, maar zij zinnen op wraak.<br />
Hun kans zal wel komen! Misschien op<br />
het bal in „De Os". Dan kunnen ze de<br />
meisjes wellicht tot andere gedachten<br />
bewegen.<br />
Maar tante Cilli laat de meisjes niet<br />
naar het bal gaan. Ze organiseert er<br />
zelf een, alleen voor vrouwen. Pogin-<br />
gen van de mannen om paniek te<br />
weeg te brengen, mislukken, maar eer-<br />
lijk gezegd vinden de meisjes dit verre<br />
van plezierig. In elk geval: de zaak<br />
van de mannen staat er nog steeds<br />
slecht voor. Verheugd schrijft tante<br />
Cilli haar broer Ignaz, hoe hun kan-<br />
sen staan en hoe dom Rosl is. Dezen<br />
brief leest Korbinian en nu komt er<br />
een ommekeer in den strijd.'hfël bier,<br />
dat Korbinian brouwt, is zóó slecht,<br />
dat niemand het wil drinken. Het be-<br />
staan der Zacherlbräu staat op het<br />
spel. Alois moet terugkomen! Tante<br />
moet wel toestemmen. Maar nu komt<br />
Korbinian met een nieuw plan: Alois<br />
moet tante het hof maken! Dat zien<br />
de meisjes en wat de tante mag, mo-<br />
gen zij ook. Dien avond zijn er in de<br />
Zächerlbräu niet alleen vrouwen!<br />
Korbinians veldheerstalenten heb-<br />
ben steeds meer invloed. Het gelukt<br />
hem, na een poging om tante te veel<br />
bier te laten drinken, om den bewus-<br />
ten brief te stelen. Rosl is spinnijdig<br />
MANNEN DE EAAS<br />
Erika von Thell<br />
mann en Oskar.<br />
Sima.<br />
over Alois' „liefde", maar als tante<br />
Cilli broer Ignaz laat komen, begint<br />
haar catastrophe. Ignaz gedraagt zich<br />
als een ongelikte beer en de mannen<br />
Heli Finkenzel-<br />
ler en Erika von<br />
Thellmann.<br />
(WEIBERREGIMENT)<br />
Een Ufa-film onder regie van<br />
PROF. KARL RITTER<br />
Theodor Danegger en Erika von Thellmann.<br />
kunnen eindelijk wraak nemen. Ten aan-<br />
hoore van de heele bevolking leest Alois<br />
den brief van tante Cilli voor. De beide<br />
indringers, Cilli en Ignaz, worden weg-<br />
gehoond en eindelijk vindt Alois den<br />
moed om Rosl ten huwelijk te vragen.<br />
Heli Finkenzeller en Hermann Erhardt.
In de bestuurskamer van het Wijnkoopers-<br />
Gildehuis. Aan den wand een „groot stuck<br />
schilderije" van ongeveer 1630, de overlieden<br />
van het gilde voorstellend.<br />
Oud-Amsterdam herbergt vele schoonhedenl<br />
Stedelingen en vreemdelingen beiden<br />
kunnen uren dwalen langs oude gracht-<br />
jes, door nauwe steegjes en over pittoreske<br />
bruggetjes, en steeds weer zullen zij ergens plot-<br />
seling, soms verborgen tusschen moderne ge-<br />
bouwen, een kostbaar geveltje, een prachtige<br />
deur, een antiek intérieur vinden, dat alle schil-<br />
derachtigheid, alle kunst en rijkdom uit onzen<br />
Gouden Eeuw Voor oogen roept. Zoo'n kost-<br />
baar bezit uit de zeventiende eeuw Is ook het<br />
huisje in de Koestraat, vlak bij de Nieuwmarkt,<br />
genaamd het „Wijnkoopers-Gildehuis".<br />
Oorspronkelijk stond hier een van de rijkste<br />
en grootste kloosters van Amsterdam, het Be-<br />
thaniënklooster. Dit klooster deelde het lot van<br />
vele anderen, en werd in 1578 door „d'on-<br />
roomschen" gesloopt. Op de vrijgekomen ruim-<br />
te verrezen de huizen van de Bethaniënstraat,<br />
Koestraat, enzoovoort. Een enkel stuk van het<br />
oude klooster bleef gespaard, en wel een stee-<br />
nen sluitstuk, voorstellende een satyrflguur, die<br />
nog heden in de gang van het Wljnkoopers-<br />
Gildehuis bewaard wordt. Dit Gildehuls ontsnap-<br />
te aan de sloopershanden, en Is thans één van<br />
de drie Gildehuizen, die dezen moeilijken tijd<br />
hebben kunnen doorstaan; het is nu een museum<br />
geworden, waarin vol zorg prachtige stukken<br />
uit de zeventiende eeuw bewaard en aan een<br />
belangstellend publiek getoond worden. Volko-<br />
.WIMOOPEES -<br />
Een zeer fraai<br />
bewerkte gil-<br />
dekist. Er bo-<br />
venop 'n oude,<br />
mooi gedeco-<br />
reerde kruik<br />
en een bed-<br />
warmer, even-<br />
eens uit den<br />
tijd toen het<br />
wijnkoopen-<br />
gilde nog<br />
bloeide.<br />
men „in stij!", is het een wijnkoopersfirma, die<br />
de zorg voor het huis op zich heeft genomen,<br />
en het ook in den ouden trant In stand houdt.<br />
Een nauw en onaanzienlijk straatje is de Koe-<br />
straat, en men zou niet verwachten er een<br />
prachtig stuk Oud-Holland te vinden. Bij den In-<br />
gang, een wondermooi poortje, gemaakt door<br />
Pieter de Keyser, zoon van den beroemden Hen-<br />
drick de Keyser, worden wij verwelkomd door<br />
St. Urbanus zelf, patroon van de wijngaardiers.<br />
Hij staat daar gebeiteld in steen, een stoere<br />
oude baas, omringd door een krans van wingerd-<br />
bladeren en druiventrossen. Het poortje was<br />
gereed in 163?; en toen betrok de Confrèrie<br />
van de Wijnkoopers het huis „De Toelast". Zoo<br />
heette het huis toen, want Toelast beteekent een<br />
groot wijnvat, een zeer toepasselijke naam dus,<br />
als men bedenkt dat het huls en de kelders vol<br />
stonden met zware, welgevulde wijnvaten. Twee<br />
eeuwen lang diende het Gildehuls als tehuis<br />
voor wijnkoopers, maar In 1821, dus 23 jaar na<br />
de opheffing der gilden, werd het door het<br />
Voormalig Wijnkoopersgllde gekocht. Een tijd<br />
van rampen, van verwaarloozing brak aan voor<br />
het huis, dat bijna „net als een mensch" zijn<br />
twaalf ambachten en dertien ongelukken mee-<br />
maakte. Totdat In 1917 de firma Jacobus Boe-<br />
!_<br />
Boven den ingang van het Wijnkoopcys-Gildehuis<br />
staat St. Urbanut gebeiteld, de schutspatroon der<br />
Wijngaardiers. Het poortje is gemaakt door Pieter<br />
de Keyser, een zoon van den beroemden bouw-<br />
meester Hendrick de Keyser. Het kwam in on-<br />
geveer 1633 gereed.<br />
Een kijkje in een der kasten met de mooi<br />
gebeeldhouwde deuren, 'waarin oude wijn-<br />
kanne/i, glazen, flesschen wijn en oude ge-<br />
schriften worden bewaard.<br />
GILDEHUI<br />
len er medelijden mee kreeg, het liet restauree-<br />
ren en inrichten als museum voor den wijnhan-<br />
del. Het intérieur bevat nog heden de oorspron-<br />
kelijke balklagen, mooie gebeeldhouwde deuren<br />
en menige curiositeit op het gebied van den<br />
wijnhandel. Er zijn glazen kasten met oude<br />
wijnflesschen, antieke glazen, hevels, men vindt<br />
er een Grieksch mengvat uit den tijd van Peri-<br />
cles, oude prenten, en geschriften. Vaten met<br />
houtsnijwerk, gildekisten, en oude gereedschap-<br />
pen uit den gildetijd, tooveren er een aangrij-<br />
pende sfeer van vroeger eeuwen. Zonderling is<br />
het daarbij, dat er in de oude Gilde-bestuurs-<br />
kamer zelfs heden nog een zwakke geur van<br />
wijn hangt. Daar staan namelijk oude' vaten uit<br />
de tapperij aan den O. Z. Voorburgwal 14, dat<br />
schilderachtige huis van de „Vereeniging Hen-<br />
drick de Keyser".<br />
Het is inderdaad een prijzenswaardige ge-<br />
dachte geweest, dit Wijnkoopers-Gildehuis In<br />
zijn ouden vorm te herstellen, daar wij, men-<br />
schen van dezen gejaagden tijd, er de gelegen-<br />
heid vinden om ons te verkwikken aan de rust<br />
en den vrede van Neerlands schoone en rijke<br />
verleden.<br />
e AMSTERDAM<br />
Oude flesschen en pullen, waarin vroe-<br />
ger wijn werd bewaard.<br />
o<br />
In het Wijnkoopan-Gildehui« vindt men o.a.<br />
nog «en ouden gevelsteen, gewijd aan het<br />
Wijnkoopertgild«, met een vooratalling van<br />
wijnvaten en wijnproevers. Boven hen een<br />
wijnhevel, zooals die vroeger werd gebruikt<br />
om groote vaten te ledigen.<br />
(Fofo'f Associaied Correspondents^
n •<br />
'm*<br />
/<br />
> »<br />
.. ...<br />
)i4iteC*<br />
MARIA<br />
SAZARINA<br />
LUDWIG<br />
SCHMITZ EN<br />
CAMILLA<br />
HORN,<br />
Regie: Werner Klingler - Tobis-film<br />
Eddie Steele (Hans<br />
Lilly<br />
Otto Pleschke ....<br />
Felix Franke<br />
Grischa Schuwaloff<br />
Gloria<br />
Ambrosio Galina<br />
Franz Hennappel<br />
Schmidt<br />
Dolly<br />
Jeanette<br />
Peter Jansen<br />
Steppke<br />
ROLVERDEELING:<br />
Kessler) Attila Hörbiger<br />
Camilla Horn<br />
Ludwig Schmitz<br />
Heinz Seidler<br />
Andrews Engelmann<br />
Adalet<br />
Jakob Schönralh<br />
Hans Stiebner<br />
Reginald Pasch<br />
Charlott Daudert<br />
. Maria Sazarina<br />
Erich Fiedler<br />
. Heiner Dugal<br />
Eddie Steele, een bokser, die in<br />
Me<br />
York een ongehoord succes heeft, en<br />
— ^^ÊÊ specialist is in een bepaalden door hem<br />
^ ^K^f^ uitgevonden slag, maakt een goede kans<br />
m^Ê £B JJ op c ' en were| dkampioen5tilel. Overmoedig<br />
M fcBy B^ geworden door snel succes, staat hij<br />
^^^^" op het punt zijn carrière in gevaar te bren-<br />
gen. Kort voor een beslissenden strijd moet<br />
zijn vriend en manager, Otto Pleschke, hem<br />
uit een nachtgelegenheid halen, waar hij<br />
met een danseresje het laatste kwartiertje<br />
voor den wedstrijd doorbrengt. Hier helpen<br />
geen verwijten en vermaningen van den<br />
vriend, ook niet de trouwe, ware liefde<br />
van een meisje, Lilly. Door de veeleischendheid van de verwende<br />
danseres verliest hij veel geld, en, het duurt niet lang, of dit wordt<br />
hem noodlottig. Hij bezwijkt voor het aanbod van den manager<br />
van zijn tegenstander, zich door dezen knock out te laten slaan,<br />
zoodat er door een revanche-strijd de mogelijkheid ontstaat om<br />
het dubbele bedrag te verdienen.<br />
Als hij in de vierde ronde van den bokswedstrijd bijna verslagen<br />
is, bedenkt Steele zich echter; hij springt op en verslaat zijn<br />
tegenstander. De manager verlangt een hooge som als schade-<br />
vergoeding. Als Steele dit weigert, wordt hij in een woordenwisse-<br />
ling door de helpers van zijn tegenstander neergeslagen Ondanks<br />
alle nasporingen van de recherche en van Pleschke is hij sedert-<br />
dien spoorloos verdwenen , . .<br />
Eenige jaren later in Berlijn. Otto Pleschke is de eigenaar van<br />
een klein café tegenover het Sportpalast, het trefpunt der boks-<br />
liefhebbers. Als op een avond de bezoekers naar een bokswedstrijd<br />
stroomen, ontdekt Pleschke daaronder plotseling zijn vroegeren<br />
vriend Steele, die zoo geheimzinnig is verdwenen. De toeschouwer<br />
verneemt nu, dat hij door een verwonding aan zijn hoofd sedert<br />
de gebeurtenissen in New York niet meer kan boksen, doch dat<br />
"^ •;. ik<br />
hij de bokssport nog<br />
steeds met hart en ziel<br />
is toegedaan. Het is zijn<br />
liefste wensche om thans<br />
in Duitschland zijn erva-<br />
ring en kracht in dienst<br />
van de opgroeiende jeugd<br />
te stellen. Samen met<br />
Pleschke richt hij een<br />
sportschool op. In den<br />
monteur Felix Franke ont-<br />
dekt hij een jongeman, in<br />
wien zijn geoefend oog<br />
reeds op het eerste<br />
oogenblik 'n groot boks-<br />
talent speurt.<br />
Hij neemt den jongen<br />
onder zijn leiding, laat<br />
hem profiteeren van zijn<br />
techniek, zijn ondervin-<br />
ding, en vooral van de<br />
techniek van den eens<br />
door hem zelf uitgevon-<br />
den gevreesden slag. In<br />
hem wil hij zijn eenmaal<br />
afgebroken bokserscarrière<br />
voortzetten. En hij heeft<br />
succes. Hij leidt hem van<br />
de eene overwinning<br />
naar de andere. Weldra<br />
staat de wedstrijd om het<br />
AU ILA HORBIGER.<br />
- ">' § ,ƒ<br />
Europeesche kampioenschap voor de deur. Franke, de man met het on-<br />
gehoorde succes, is de favoriet. Dan dreigt ook hij het slachtoffer te<br />
worden van een vrouw. Het verwaarloozen van zijn training heeft in<br />
Steele, die thans weer onder zijn eigenlijken naam Kessler leeft, den<br />
angst gewekt, dat Franke hetzelfde tragische lot tegemoet zou kunnen<br />
gaan als hem indertijd in Amerika heeft getroffen.<br />
Franke heeft een artiste leeren kennen, voor wie hij lederen dag<br />
zwakker en toegeefelijker wordt. Kessler en Pleschke verrassen hem als<br />
hij op een nacht terugkeert van een langdurig bezoek aan het zaaltje,<br />
waar Lilly en haar twee collega's optreden, Qm zijn jeugdigen bescher-<br />
ATTILA HÖRBIGER, CAMILLA HORN. HEINZ SEIDLER EN CHAR-<br />
LOTT DAUDERT.<br />
meling weer tot bezinning te brengen, overlaadt hij hem niet met ver-<br />
wijten, maar vertelt hem de geschiedenis van zijn eigen leven. Franke<br />
besluit daarop afscheid van Lilly te nemen en gaat buiten de stad trainen<br />
voor den wedstrijd. Hij verzoekt zijn vriend echter, Lilly de reden van<br />
zijn handelwijze mede te deelen. 0<br />
Kessler belooft dit en gaat naar Lilly toe, in wie hij<br />
zijn Amerikaansche vriendin van vroeger terugvindt,<br />
zonder te beseffen, dat juist zij het is, voor wie Franke<br />
op de vlucht is geslagen. Door allerlei omstandigheden<br />
verkeert hij in den waan, dat niet zij, maar een van<br />
haar collega's degene is, die zijn beschermeling liefheeft.<br />
Door het intrigeeren van den trainer der tegenpartij<br />
wordt Franke echter wantrouwig. Hij verrast Lilly met<br />
Kessler. Het komt tot een dramatische, jaloersche scène,<br />
waarin Franke zijn leermeester neerslaat. Een onover-<br />
brugbare kloof scheidt de beide vrienden op deze wijze,<br />
een dag voor den beslissenden wedstrijd. Gedurende<br />
den wedstrijd overwint Kessler, die met spanning<br />
het voor zijn beschermeling ongunstige verloop<br />
volgt, zijn wrok. Hij vliegt op den ring toe en<br />
aank zij zijn bemoedigende woorden en zijn<br />
wenken slaagt de leerling, die zich dadelijk in<br />
blind vertrouwen door zijn leermeester laat lei-<br />
den, er in zijn tegenstander knock out te slaan.<br />
In het gejuifh en de herrie na het einde van<br />
den strijd, blijkt Kessler plotseling verdwenen te<br />
zijn. Franke weet, dat hij zijn overwinning aan<br />
hem heeft te danken en rent hem achterna. Hij<br />
vindt Kessler en een handdruk bezegelt d<br />
vriendschap tusschen de beide mannen.
<strong>HET</strong> EINDE<br />
van een LUIPAARD<br />
ien ge uw atlas openslaat en de kaart van<br />
frlka voor u neemt, zult u ergens In Nyasa-<br />
d den naam Blantyre vinden. Het was daar,<br />
e Amerikaan Mertin zijn kamp had opge-<br />
n, met zijn vriend Johnson en eenlge in-<br />
schen. En het was ook daar, dat zij hun<br />
tuur met „den" luipaard beleefden. Dit ge-<br />
lijke roofdier had zijn strooptochten zóó<br />
in de omgeving van hun tenten onder-<br />
en, dat zij op het laatst vreemd opkeken,<br />
neer hij eens een nacht nlèt verscheen!<br />
vendien hielden zijn nachtelijke verschijningen<br />
n en zijn metgezellen uit den slaap. Want<br />
geluid, dat een luipaard maakt, klinkt net<br />
zoo afschuwelijk als wanneer iemand met een<br />
botte zaag op heel hard hout te keer gaat. Op<br />
den duur is het niet om aan te hooren.<br />
Ook de Inheemschen uit het kamp waren zoo<br />
vaak door den luipaard opgeschrikt, dat hun<br />
verhalen er over werkelijk eentonig begonnen<br />
te worden. Maar omdat deze zwartjes door-<br />
gewinterde fatalisten waren, schikten zij zich In<br />
het onvermijdelijke. Indien die luipaard hen alle-<br />
maal moest opeten, wel, dan moest het maar,<br />
hè? Wat kon je daartegen beginnen?<br />
Maar Martin en zijn vriend» dachten er begrij-<br />
pelijk anders over. Die besloten er een eind aan<br />
te maken — aan den luipaard, wel te verstaan.<br />
En juist toen dit plan bij hen vaststond, ontdekte<br />
een der inheemschen het hol van het roofdier.<br />
Het was een kleine spelonk in de rotsen, bijna<br />
geheel door struiken verborgen, en niet zoo<br />
ver van het kamp. Vlak bij den ingang stond<br />
een boom, en dat kwam goed uit. Martin meen-<br />
de, dat de luipaard hem als een uitkijkpost ge-<br />
bruikte, en zijn vriend was van meening, dat<br />
dit niet onmogelijk was, want een luipaard ligt<br />
graag overdag op den tak van een boom en<br />
kijkt dan zoo, op zijn dooie gemak, naar wat er<br />
in zijn omgeving gebeurt.<br />
Het was prachtig weer, en de zon schitterde<br />
aan den hemel, toen de inheemsche kwam mede-<br />
deelen, dat hij het hol van den gevlekten roover<br />
had ontdekt. Luipaarden houden echter niet van<br />
de zon. Die geven de voorkeur aan den nacht;<br />
dan voelen zij zich onder bescherming van de<br />
diepe duisternis veel veiliger op hun stroop-<br />
tochten. En daarom lag hij nu misschien wel<br />
in zijn hol te droomen van zijn laatste nachte-<br />
lijke expeditie. Misschien werkten zijn sluip-<br />
tochten om het kamp toch ook wel min of<br />
meer op zijn zenuwen.<br />
Enfin, Martin en zijn vriend besloten den lui-<br />
paard te ,,krijgen". Hij klom op een lagen tak<br />
van den boom, daarbij gebruik makend van den<br />
rug van een inheemsche. Zijn geweer werd hem<br />
aangereikt.<br />
Johnson en een inheemsche nainen hun plaat-<br />
sen achter den boom in en keken er voorzichtig<br />
omheen. De overige inheemschen verzamelden<br />
wat takken en staken deze in brand. De be-<br />
doeling was namelijk, den roover uit zijn hol<br />
te rooken.<br />
Terwijl Martin op den tak in de brandende<br />
zon lag te transpireeren en de anderen het-<br />
zelfde staande deden, hadden zij het gevoel<br />
alsof zij bij stukjes en beetjes door muskieten<br />
werden opgegeten, en dan zwijgen wij maar van<br />
de andere kijuipende en prikkende en bijtende<br />
dieren die hen belaagden; van den luipaard was<br />
en kwam er echter geen spoor te zien.<br />
Johnson zei een paar dingen over luipaarden<br />
in het bijzonder, over insecten in het algemeen,<br />
en het soort zon, dat er scheen, kwam er al heel<br />
slecht af. . .<br />
Toen zei hij opeens, dat hij naar het kamp<br />
terugging, om eens te zien, wat voor specialen<br />
cocktail de keuken-boy zou kunnen maken. Mar-<br />
tin kon het op zijn tak ook niet meer uithouden,'<br />
en daarom besloten ze maar terug te gaan. Hij<br />
reikte zijn geweer aan een inheemsche over en<br />
was juist bezig naar beneden te klimmen, toen<br />
er plotseling bij den ingang van het hol een<br />
hevig lawaai ontstond. Eer zij wisten wat er<br />
gebeurde, vloog de gevlekte roover naar buiten<br />
en verdween als een wervelwind In het struik-<br />
gewas. - Wegll<br />
Dat was een teleurstelling voor de mannen.<br />
Al hetgeen zij van de zon en van de muskieten<br />
hadden verduurd was vergeefs geweest; Mar-<br />
tins bui was, evenals die van Johnson, beneden<br />
peil, en dat was ook hetgeen ze zelden. Te-<br />
leurgesteld keerden de mannen naar het kamp<br />
terug en omdat nog nooit één van hen een<br />
luipaard had geschoten, beraamden zij allerlei<br />
plannen om den volgenden keer meer succes<br />
te hebben. De ontzettende snelheid waarmede<br />
de luipaard zich voortbeweegt maakt het even-<br />
wel niet gemakkelijk een middel te bedenken<br />
om hem neer te kunnen leggen.<br />
Na rijp beraad besloten ze niet me-ir naar het<br />
hol van den luipaard te gaan, doch bij het kamp<br />
op hem te loeren. Dienovereenkomstig maakten<br />
zij hun plan de campagne. D-'s avonds werd er<br />
op een daartoe geschikte plaats een geit vast-<br />
gebonden aan een in den grond geslagen paal.<br />
- Natuurlijk klinkt dit wreed, maar de luipaard<br />
zou er toch een stelen, indien hij er de kans<br />
to» kreeg — en die wist hij zich altijd wel te<br />
verschaffenI Bovendien dachten Martin en zijn<br />
metgezellen dat zij den luipaard eerder zouden<br />
hebben dan deze de geit . . .<br />
Het was een schitterende maan-nacht. De sta-<br />
tige palmen, die aan weerskanten van het kamp<br />
stonden, wierpen allerlei g-illige schaduwen,<br />
waarin de mannen zich gemakkelijk schuil kon-<br />
den houden. De overvloedige varens, die even-<br />
eens in de nabijheid groeiden, leefden als het<br />
ware van allerlei vreemde geluiden. Af en toe<br />
bereikte hun het zware ademhalen of snuiven<br />
van een of ander dier, dat op buit uit was;<br />
soms klonk er ook het gebrul van een leeuw.<br />
De mannen hadden nog niet lang hun plaatsen<br />
ingenomen, en alles was in gereedheid, toen er<br />
opeens een . . . leeuw verscheen, die de geit,<br />
voordat de mannen er op verdacht waren, weg-<br />
kaapte en daardoor het heele plan In duigen<br />
deed vallen.<br />
Dat er een leeuw op bezoek zou komen,<br />
daaraan hadden de mannen niet gedacht. Maar<br />
in ieder geval wès hij er, en hij maakte zoo'n<br />
lawaai, dat de Inheemschen hals over kop de<br />
vlucht namen, en Martin en zijn vriend er niet<br />
toe kwamen een schot te lossen. Toen ze het<br />
eindelijk wilden doen, was de leeuw reeds weer<br />
verdwenen. . . %<br />
Nu was het Martins beurt om zijn meening te<br />
uiten over leeuwen en luipaarden in het bijzon-<br />
der en Afrika in het algemeen. Waarna ze naar<br />
hun kamp terugkeerden. . .<br />
„We krijgen hem niet," zei Johnson somber,<br />
nadat hij zijn pijp had gestopt en eenige mi-<br />
nuten zwijgend had zitten rooken.<br />
Martin gaf geen antwoord; hij was (riet In de<br />
foto Eigen Archief)<br />
stemming om in redelijke termen een gesprek<br />
over den gevlekten roover te voeren.<br />
Na eenigen tijd besloten zij nog een paar uur<br />
te gaan slapen en ze deden dit waar het de<br />
gewoonte is van kampeerders in Afrika: bij een<br />
rivier, met een aantal rotsformaties als achter-<br />
grond.<br />
Martin was juist in een lichten sluimer ge-<br />
vallen, waarin hij wat droomde van koele fon-<br />
teinen, stroomend water, ijskoude cocktails<br />
en welke heerlijkheden men zich in tropisch<br />
Afrika nog meer in het hoofd kan halen, toen<br />
een zacht grommend geluid vlak bij hem plotse-<br />
ling zijn liefelijke droombeeden verstoorde en<br />
lijn hart, toen hij eenmaal goed wakker gewor-<br />
den was, een paar slagen deed missen. . .<br />
Met groote oogen staarde hij in het donker<br />
van zijn tent voor zich uit. Hij wekte Johnson<br />
zoo zachtjes mogelijk en behoedzaam kropen<br />
zij uit de tent.<br />
Dit keer zagen zij hem. Het maanlicht deed<br />
zijn gevlekte huid glanzen terwijl hij langs het<br />
kamp der inheemschen sloop, dat links van de<br />
tent van Martin en Johnson was opgeslagen.<br />
Wanneer een inheemsche eenmaal in de ar-<br />
men van Morpheus ligt, is er een soort voor-<br />
hamer noodig om hem wakker te krijgen. En...<br />
alle inheemschen waren op hun post in slaap<br />
gevallen! Ja, verstandig is het vaak niét, om<br />
op hun waakzaamheid te vertrouwen.<br />
Maar Martin had zijn geweer bij zich in de<br />
tent. Hij greep er naar en legde aan. . .<br />
Het was het fraaiste schot, dat Johnson ooit<br />
had zien lossen. De kogel trof den luipaard<br />
precies toen hij zich in de richting van Johnson<br />
omdraaide; woede en verbazing deden hem een<br />
hoogen sprong nemen, en toen viel hij neer,<br />
rolde op zijn linkerzijde en bleef liggen.<br />
En zoo hadden Martin en zijn vriend geen<br />
kans gekregen om de plannen in practijk te<br />
brengen, maar de roover, die het hun weken-<br />
lang lastig had gemaakt, die hun levende have<br />
bedenkelijk had doen slinken en de inheem-<br />
schen vaak een doodschrik op het lijf had ge-<br />
jaagd, was niet meer. En toen de zwartjes den<br />
volgenden ochtend wakker kwamen — van het<br />
schot hadden zij niets gehoordl — kende hun<br />
verbazing geen grenzen toen zij den luipaard<br />
dood voor den ingang van hun tent zagen<br />
llggenl<br />
„Zóó is het," zei de keukenjongen, die de<br />
filosoof en de grootste fatalist onder hen was. „Zóó<br />
is het. . . Wat gebeuren moet, gebeurt tóch.<br />
Als hij ons had moeten opeten, had-ie ons op-<br />
gegeten; nu hij dood moest, is hij dood. Zóó<br />
is het. . ." Waarop de anderen diepzinnig<br />
knikten. ..<br />
Want deze wijsheid was hun uit het hart ge-<br />
grepen. . .<br />
Toen Eddie Lansen het oude wagentje de<br />
straat in stuurde waar Esther woonde, waar-<br />
schuwde zij hem vooral geen leven te<br />
maken.<br />
„Leg om 's hemelswil niet weer je elleboog<br />
op je claxon,' zooals je verleden week deed...<br />
en rij niet tot vlak voor mijn huis. Als vader<br />
me zou hooren...<br />
Eddie lachte op de hem eigen, vlotte wijze,<br />
en bracht het donkere auto'tje geruischloos tot<br />
staan.<br />
Esther zei: „Nou, wel te rusten, Eddie..."<br />
Eddie keek haar langzaam-glimlachend aan,<br />
sloeg toen zijn arm om haar middel, en trok<br />
haar dicht tegen zich aan. Esther keek naar<br />
hem op en gaf hem den kus, waarom zijn<br />
oogen vroegen. Hij hield haar gezichtje een<br />
seconde-lang tegen het zijne gevlijd, en in de<br />
stilte kon Esther hun horten hooren kloppen.<br />
Toen duwde ze hem opeens een eindje van<br />
haar af, en zei: „Ik moet nu werkelijk gaan,<br />
Eddiel Het is al laat. Ik ben doodsbenauwd...<br />
Als vader wakker zou komen..."<br />
Eddie liet haar los en richtte zich op. Even<br />
zei hij niets. Hij staarde strak voor zich uit en<br />
zijn lippen leken wel een dunne, strakke streep<br />
te worden. Toen zei hij bijna scherp: „Het lijkt<br />
mij, dat het tijd wordt, dat Iemand je vader<br />
eens aan zijn verstand brengt, dat we niet<br />
meer in de middeleeuwen leven."<br />
Nu voelde Esther een koude rilling van schrik<br />
langs haar rug gaan en opeens was het alsof<br />
er een waas voor haar oogen kwam. Eddie<br />
kreeg er genoeg van om altijd maar heimelijk<br />
te doen voor haar vader - altijd te zorgen<br />
dat ze vroeg thuis warenl Of dacht Eddie mis-<br />
schien dat z ij koel en onverschillig was? Of<br />
was het Eddie, die koel en onverschillig was<br />
geworden? Zocht hij alleen maar een voor-<br />
wendsel? Nu leek het haar opeens of zij het<br />
den heelen avond reeds had gevoeld - ge-<br />
voeld dat er iets niet in den haak was. Dat<br />
Eddie wal vreemd deed en over Iets anders<br />
dacht... liet merken, dat hij genoeg van<br />
haar had...<br />
Toen zei Eddie: „Nu, je vindt het zeker zoo-<br />
als gewoonlijk maar beter dat ik je niet tot aan<br />
de deur breng?"<br />
Esther probeerde te lachen. „Doe niet zoo<br />
mail Ik kan heusch nog wel recht loopen, hoorl<br />
Maar je moest eens weten, Eddie, als hij iets<br />
merkte... zou ruiken bij voorbeeld, dat ik een<br />
cocktail heb gedronken..." Esther keek hem aan<br />
en haar donkere oogen werden nog grooter.<br />
„Zelfs moeder zou me dan niet meer kunnen<br />
helpen..."<br />
Eddie sloot zijn hand om de hare en zei wat<br />
heesch: „Es, je bent een schatl Ik wou... enfin,<br />
wat voor zin heeft het om te zeggen, wat<br />
ik wil..."<br />
Nu voelde Esther zich weer wat geruster.<br />
Ze beduidde hem niets meer te zeggen en snel-<br />
de naar haar huis toe. Bij de deur gekomen<br />
wierp zij een kushand naar hem en toen zette<br />
de kleine donkere auto zich In beweging. In de<br />
smalle, kleine hall trok zij haar pumps uit en<br />
probeerde rustig naar boven te gaan, aan den<br />
kant der treden van de trap loopend, omdat ze<br />
daar minder kraakten. Maar ze héd nauwelijks<br />
de deur van haar slaapkamer achter zich dicht-<br />
getrokken en het kleine roze lampje aangesto-<br />
ken, of zij hoorde haar moeder komen.<br />
Esthers moeder kwam zachtjes binnen, een<br />
oude wollen ochtendjapon om haar magere<br />
schouders geslagen, haar bleek gezicht getee-<br />
kend door zorgen.<br />
Nu voelde Esther zich alleen nog maar bang<br />
en moe. Alles wat zij verlangde was, dat zij<br />
niets hoefde te zeggen - niets te hoeven<br />
hooren over Eddie Lansen... niets te hoeven<br />
hooren, omdat zij weer bij twaalven pas thuis<br />
kwam... En ze zei: „Om 's hemelswil, moeder,<br />
kunt u me niet met rust laten?"<br />
Haar moeder was snel binnengekomen om de<br />
deur achter zich te kunnen sluiten. „Ssst,"<br />
fluisterde ze. „Je vader zal je hoorenl Is het<br />
niet genoeg dat ik het weet... dat ik tegen hem<br />
moet liegen en zeggen, dat je niet te laat<br />
thuis komt, en dat ik met je heb zitten praten?"<br />
„O," schreeuwde Esther bijna, „u höèft niet<br />
voor mij te liegenI Ik zal het hem zélf wel<br />
zeggen. Ik zal hem zelf wel eens vertellen, dat<br />
ik oud genoeg ben om op mijn eigen beenen<br />
te kunnen staan. Dat ik toch kostgeld betaal,<br />
niet?" Maar reeds voelde zij weer den ouden<br />
angst In zich opkomen, dien zij haar heele<br />
leven had gekend sinds zij haar moeder telkens<br />
had hooren zeggen: „Als je vader het eens<br />
wist..." (<br />
„Toen je vader en ik jong waren..."<br />
„O, dat wéét ik... Toen was alles wat ge-<br />
zellig en leuk was, slecht en verbodenl" Esther<br />
wierp haar hoofd in haar nek en lachte. „Een<br />
meisje, dat bij twaalven thuiskomt en cocktails<br />
drinkt..." Toen keek zij naar het vermoeide,<br />
bleeke gezicht van haar moeder en ze kón niet<br />
verder gaan. „Maar luister nu eens, moeder,"<br />
zei ze zwakjes. „Het Is nu anders dan vroeger.<br />
Dat heb ik u al zoo vaak gezegd. Heel nette<br />
menschen... als u en vader het zelf maar eens<br />
konden zien... Eddie en ik..."<br />
„Eddie... die Eddie..." zei haar moeder met<br />
een zucht. „Als je hem nooit had leeren ken-<br />
nen... die jongen, die nergens anders aan denkt<br />
dan aan uitgaan en aan pretjes..."<br />
Esther sloot een ondeelbaar oogenblik haar<br />
oogen. Zoo dachten en praatten ze nu altijd<br />
over Eddie... Ze slaakte een zucht... Ze was<br />
moe van het denken, omdat ze al zooveel ge-<br />
dacht had den laotsten tijd... Maar ze herstel-<br />
de zich.<br />
En ze zei, zich groot houdend: „Zeker... in-<br />
dien ik een jongen had leeren kennen die over<br />
niets anders zeurde dan over trouwen en over<br />
werken en sparen, en die óók in een klein<br />
huisje wilde wonen net als u en vader en... en...<br />
enfin, dat is niets voor ons. Wij verlangen iets<br />
anders van het leven..."<br />
„Ach," zei haar moeder, „den een of ande-<br />
ren dag zul je wel een jongen leeren kennen,<br />
waar je wél mee zou willen trouwen, en die je<br />
wilt helpen om te werken en te sparen. Ik hoop<br />
alleen, dat het dan niet te laat zal zijn. Maar<br />
die Eddie... eerst werkte-ie in een garage, toen<br />
aan een soda-fountain — heet het zoo niet? -<br />
en nu probeert-le weer stofzuigers te verkoo-<br />
pen in een warenhuis..."<br />
„In die garage had hij kunnen blijven als hij<br />
had gewild," verdedigde Esther hem. „En van<br />
die soda-fountain was slechts tijdelijk... voor den<br />
overgang... Eddie wil carrière maken. Vandaag<br />
of morgen krijgt hij beslist iets goeds, dat zult<br />
u zien. En in een groot warenhuis heb je in<br />
ieder geval een kans, zegt hij."<br />
Maar nu voelde Esther zich heelemaal óp, en<br />
ze had wel kunnen hullen. Iedereen, de heele<br />
wereld, was tegen Eddie omdat hij van zijn<br />
jongen tijd genieten wilde. Tegen hen allebei<br />
waren ze. Niemand begreep, hoe Eddie zich<br />
voelde. Hoe z ij zich voelde. Haar broer, die<br />
hem voor een fat hield en zich altijd vroolijk<br />
over hem maakte, omdat hij zei dat Eddie er<br />
uitzag als een derderangs filmheld. Haar<br />
moeder, die dacht dat hij een mislukkeling was,<br />
omdat hij nooit lang in één betrekking bleef.<br />
Haar vader, die niets van hem kon hooren, al-<br />
leen omdat het een jongen was, en lederen<br />
avond met haar uitging in plaats van thuis aan<br />
de tafel te zitten en met haar familie te praten<br />
over het weer en over voetballen tot het tien<br />
uur was...<br />
Wèt, als zij hun nu eens zei, dat niets op de<br />
heele wereld haar iets kon schelen,"^ feeholve<br />
Eddie Lansen? Dat zij van hem hield? Dat zij<br />
van hem zou blijven houden al zou hij iedere<br />
week van betrekking veranderen? Maar hoe<br />
kón zij dat tegen iemand zeggen? Hoe kon zij<br />
dat tegen iemand zeggen, terwijl zij niet eens<br />
verloofd was met Eddie? Terwijl zij wist, dat<br />
zij hel misschien zelfs wel nooit zou zijn; dat<br />
Eddie niet iemand was, die trouwplannen had,<br />
of zich „aan banden wilde laten leggen"? Hoe<br />
kon zij aan iemand vertellen, wat er in haar<br />
omging, wanneer Eddie haar hand vasthield,<br />
wanneer hij tegen haar toonbank leunde en zei:<br />
„Nou, Es, wat doen we vanavond?" — Neen,<br />
dal kon zij zelfs niet eens aan haar moeder<br />
verlellenl .<br />
Esther drukte haar vingers tegen haar klop-<br />
pende slapen en zei: „Moeder, ik ben heusch<br />
te moe! Kunnen we er morgen niet verder<br />
over pralen?"<br />
Toen haar moeder de kamer had verlaten,<br />
ging Esther op den rand van haar bed zitten<br />
en voelde zich zelfs te moe om zich uit te<br />
kleeden. Ze voelde zich ellendig. Wanneer zij<br />
zoo tegen haar moeder had gesproken als nu<br />
daarnet, voelde zij zich altijd ellendig. En als<br />
zij docht, dol Eddie genoeg von hoor hod, dan<br />
bleef er niets in het leven meer over... Niets<br />
dan dat het morgen weer een dag was, die de<br />
moeite niet waard was... Ze stond moeizaam<br />
op en begon zich Ie ontkleeden. Maar eetsl<br />
borg zij den nieuwen hoed,' dien Eddie hnd<br />
bewonderd, voorzichtig op in de doos...<br />
Aan hel ontbijt den volgenden ochtend was<br />
haar moeder de eerste, die den nieuwen hopd<br />
opmerkte.<br />
Esther zei: „Wel, lieve hemel, moeder, als<br />
je ergens in belrekking bent, dien je er tocli<br />
behoorlijk uit te zien..."<br />
„Natuurlijk," viel haar broer in, zijn laatsten<br />
slck thee drinkend, „natuurlijk, moeder; als je<br />
met Eddie Lansen gaat, met Eddie die een hèèl<br />
lichi grijs flanellen pak draagt, dan moet je er<br />
ook wel netjes uitzienl Eddie is een keurige<br />
jongenl Als je het meisje bent van Eddie Lmi-<br />
sen. dan moei je er als de dochter van een<br />
millionnair uitzien. Oef, moeder, ze maken me<br />
ziekl"<br />
Esther zei: „Stil toch, Jan... en moak maar,<br />
dal je niet te laat komt... Hel wordt je tijd..."<br />
Jan greep zijn hoed en groette zijn moeder.<br />
„Dag mevrouw de baronesse..." zei hij teaen<br />
Esther.<br />
Nu ging haar moeder ook zitten en schonk<br />
voor zichzelf eveneens een kopje thee in. Es<br />
ther zag, hoe haar hand beefde, en dat haar<br />
oogen heelemaal rood zagen, met donkere ran-<br />
den er omheen. Arme moeder... die tot bij<br />
twaalven wakker lag en dan weer om half ze5<br />
op moest om vaders thee en ontbijt klaar te<br />
maken. O, het heele leven maakte dat Esther<br />
zich ziek voelde. En dan Eddie... de zonder-<br />
linge manier waarop hij zich gedragen had...<br />
hij was zdo stil en vreemd geweest. En' nu<br />
moesl zij haar moeder nog verdriet doen... In-<br />
dien zij haar moeder maar kon zeggen, dnt<br />
het alleen was omdal zij zooveel van Eddie<br />
hield, dat zij zich zoo gemeen gedroeg. Dat<br />
zij voor niets en niemand ter wereld Eddie kon<br />
opgeven. Esther nam een hapje brood en hel<br />
was haar alsof zp onpasselijk werd. Ze stond<br />
op en zei: „Ik heb geen trek vanmorgen, moe-<br />
der. Ik zal wel iels op de zaak eten..."<br />
Haar moeder keek haar met een vreemd-<br />
medelijdenden blik aan. „Drink dan in ieder<br />
geval je thee uil," zei ze.<br />
Esther nam een slokje thee en probeerde te<br />
glimlachen. „Kom, moeder, kijk nu niet meer<br />
zoo bedroefd! ik blijf vanavond thuis en dan<br />
gaan we samen naar een vroeg bioscoopje."
Maar direct dacht zij: „En wal, als Eddie van-<br />
avond uit wil?"<br />
In de garderobe van het warenhuis maakte<br />
Esther zich pas behoorlijk op. Ze draaide de<br />
lippenstift aan den binnenkant van haar mond<br />
om en om, teekende haar wenkbrauwen wal<br />
bij en poederde een schaduwtje op haar oog-<br />
leden.<br />
En nu begreep Esther het opeens. Eddie ver-<br />
langde naar iets anders. Hij zou zijn baantje<br />
ook weer opzeggen. Hij zou ergens anders<br />
heen gaan, en zij zou hem misschien nooit<br />
meer terugzien! Misschien ging hij wel naar<br />
een andere stad. En hij had toch tegen haar<br />
gezegd, dat hij van zijn tegenwoordig werk<br />
hield. Hij was zélf op het idee gekomen, om<br />
Esther ging naar huis en hielp haar moeder<br />
lafeldekken. Ze vroeg haar, of re meeging naar<br />
den bioscoop. Maar toen ze zag, hoe blij, hoe<br />
gelukkig haar moeder keek, kreeg zij een ge-<br />
voel alsof ze opeens ziek was geworden. Ze<br />
bedroog ze allemaal thuis, door net te doen<br />
alsof ze lief en vriendelijk was, terwijl het al-<br />
leen was, omdat Eddie haar niet had gevraagd<br />
alle onderdeelen van een stofzuiger op een of ze mee uitging.<br />
Een collega kwam naast haar staan, en zei: met paars fluweel bespannen bord te leggen Haar broer grijn<<br />
„Schuif eens een eindje op, Esther. Laat iemand<br />
grijnsde toen hij hen samen zag<br />
en ze aan de dames te verklaren. Hij had Esanders<br />
ook eens in den spiegel kijken."<br />
uitgaan. Hij zei: „Wat jammer, hé? Ja, Eddie's<br />
ther verleid, hoe hij dit aan „den baas" had<br />
Esther draaide zich om, en ze was niet lanflanellen<br />
pak moet toch ook wel eens gestoomd<br />
gezegd, er bij had gevoegd, dat dames graag<br />
ger de Esther van thuis, maar de Esther van<br />
worden... Of is hel een ander blondje?"<br />
wisten hoe electrische voorwerpen werkten,<br />
Eddie. Ze stak een sigaret op.<br />
Esther stak haar arm door dien van haar<br />
omdat zij ze zélf vaak uit elkaar moesten halen<br />
De ander, Luuc, zei: „Hoe gaat het met<br />
moeder en deed de deur open. Ze kon geen<br />
en weer in elkaar zetten.<br />
Eddie?"<br />
woord zeggen. Haar keel deed pijn, omdat zij<br />
Esther had gezegd: „Dat was een heel goede<br />
zich dwong niet te huilen.<br />
„Eddie?" zei Esther onverschillig. „Hoe zou ik gedachte van je, Eddie."<br />
Toen ze thuis kwamen uil den bioscoop,<br />
dat welen? Ik heb hem sinds gisterenavond Eddie hield van al dal soort dingen, zooals<br />
twaalf uur niet gezien!"<br />
waschte Esther haar kousen en haar blouse en<br />
motoren en zoo. Eén keer had hij tegen Esther<br />
een kraagje, en verstelde iets aan haar rokje.<br />
Luuc had al haar aandacht bij haar wenk- gezegd, dat als hij geld had" gehad^en ><br />
Haar moeder zei: „Vond je hel geen mooie<br />
brauwen. „Waar ben je gisterenavond ge ingenieur had kunnen studeeren... Esther brak<br />
weest?<br />
film, kind?"<br />
haar gedachtengang af en trachtte het bonken<br />
Esther had plotseling wel haar hoofd op haar<br />
Esther lachte. „Overal en nergens... We heb- van haar hart te kalmeeren. Eddie kwam naar<br />
ben wal gedanst en zoo..."<br />
moeders schouder willen leggen om goed uit te<br />
haar afdeeling. Nog maar eenige seconden, dan<br />
huilen, en haar alles van Eddie te vertellen.<br />
„Eddie is, geloof ik, wel een aardige jongen, zou hij voor haar toonbank blijven staan en<br />
Maar ze zei alleen: „Ik heb slaap... Ik ga maar<br />
is het niet?" vroeg Luuc, en toen Esther knikte, zeggen: „Dag, Es, hoe gaal het met den<br />
gauw naar bed..."<br />
zei ze: ,,lk zou ten minste maar goed op hem verkoop?"<br />
passen, anders pakt een ander hem nog van<br />
Den volgenden ochtend keek Esther naar den<br />
Maar Eddie was wel blijven staan, doch hij<br />
je af..."<br />
minutenwijzer van de klok terwijl zij zich aanhad<br />
niet geglimlacht. Een paar seconden bleef<br />
kleedde. Over een uur zou zij op de zaak<br />
„Hij kan gerust gaan, als hij wil... ik heb hij voor Esther staan alsof hij iets wilde zeggen<br />
zijn. Dan zou ze Eddie zien. Hij zou dan naniet<br />
op hem te passen..." zei Esther luchtig. en de juiste woorden niet kon vinden. Maar na<br />
tuurlijk met een verklaring komen. Alles zou<br />
Maar terwijl zij haar sigaret uitduwde, beefde een poosje zei hij: „Hoor eens. Es, wal doen<br />
dan weer goed zijn. Om twaalf uur zou Eddie<br />
haar hand. Al den tijd in de lift dacht zij maar we vanavond? We hebben, geloof ik, niets posiop<br />
haar afdeeling komen en zeggen: „Nou, Es,<br />
steeds; „Misschien weet Luuc iets... Misschien tiefs afgesproken, is het wel?"<br />
wat doen we vanavond?" En ze zou zeggen:<br />
weel Luuc wal er mei Eddie is..."<br />
Esther probeerde Ie glimlachen. Ze zei: „Ik<br />
„Laten we wat gaan dansen, Eddie, maar ik<br />
weet hel niet zeker meer.. "<br />
moet vanavond vroeg thuis zijn..."<br />
Esther nam de kunstanjers uit de vitrine<br />
k»L K . I A n .f Maar Eddie verscheen heelemaal niet op haar<br />
een , verllch * in 9 *°
,Hè, hè, even mijn moede hoofd neervlijen...<br />
„Wat heb jij daar nu weer voor een nieuwe<br />
hoeiedoening uitgevonden, Ali?"<br />
..Wai een pechvogel ben ik iochl Nu heb ik<br />
nipt eens een worm meert"<br />
„Neemt u me niet kwalijk, juffrouw, maar ik<br />
herinner me uw gezicht. . . Kan ik het niet al<br />
eens ergens anders hebben gezien?"<br />
„Onmogelijk I Ik draag het altijd op dezelfde<br />
plaats."<br />
(Jeekeningen Toonder)<br />
„Er is niets anders... althans voor mij niet,"<br />
viel Esthers vader uit. „En ik wil het niet..."<br />
Esther keek naar de klok. Indien zij zich niet<br />
haastte, zou ze het niet meer halenI Eddie zou<br />
misschien niet wachten. Ze greep haar taschje<br />
en snelde de kamer uit. Niets kwam er meer<br />
op aan. Alleen Eddie... En... en.;, moeder...<br />
moeder, die daar stond, zoo bleek en zoo ma-<br />
ger, en zoo afgetobd, terwijl haar oogen Es-<br />
ther smeekten om toch te blijven... terug te ko-<br />
men althans... Tranen trokken dunne spoortjes<br />
in het poeder op Esthers gezichtje. Ze haatte<br />
haar vader op dat oogenblik. Ze zou nooit<br />
meer een voet thuis over den drempel zetten.<br />
Ze zou haar moeder wel ergens ontmoeten...<br />
Op het voorste bankje van de tram probeer-<br />
de zij haar tranen met alle geweld in te hou-<br />
den. Haar handen trilden en ze was dóór en<br />
dóór koud. Ze dacht: „Ik heb nog vijftien gul-<br />
den in mijn taschje, en morgen krijg ik mijn sa-<br />
laris. Vannacht ga Ik naar een hotel, en mor-<br />
gen huur ik een kamer, net als Luuc..." O, het<br />
was onzin om te huilen...<br />
Maar toen ze Eddie op zich af zag komen,<br />
dal vluchtige lachje in zijn oogen, en toen, ter-<br />
wijl hij haar koude handen in de zijne nam, die<br />
warm voelden en de hare innig drukten, toen<br />
verdween opeens alle vrees uit haar. Ze voelde<br />
zich dapper, en roekeloos... Het kwam er nu<br />
niet meer op aan. Maar Eddie zei direct; „Hé,<br />
wat mankeert er aan. Es? Je hebt gehuild..."<br />
Esther lachte. „Het Is niets, werkelijk niet..."<br />
En het was vreemd, maar nu lèèk het ook alle-<br />
maal niets... Nu was zij weer Eddie's meisje.<br />
Ze accepteerde een sigaret van hem, terwijl zij<br />
aan een tafeltje in een hoekje van de zaal<br />
zaten.<br />
En toen zei Eddie, terwijl hij lachte: „Nou,<br />
wat denk je, dat mij Is overkomen?"<br />
En Esther zei: „Ik weet het werkelijk niet,<br />
maar ik brand van nieuwsgierigheid."<br />
En opeens scheen de lach uit Eddie's oogen<br />
te verdwijnen en zei hij op een eigenaardige<br />
manier: „Ik wou, dat ik het kon gelooven. Es,<br />
dat j ij nieuwsgierig was naar mij..."<br />
De manier waarop hij dit zei maakte dat Es-<br />
ther plotseling een heel raar gevoel kreeg;<br />
alsof zij béng was voor iets... Haar eigen stem<br />
klonk erg vreemd en kalm: „Het is toch heusch<br />
waar, Eddie..." En toen kon zij haar tranen niet<br />
meer inhouden. '<br />
En hij zei, zijn voorhoofd wat fronsend: „Kom<br />
nou. Es... Wat is er nu gebeurd?"<br />
Maar ze zei: „O, niets... niets bijzonders...<br />
VaHer..."<br />
„Ze mogen me, geloof ik, bij je thuis niet<br />
erg, is het wel?" vroeg hij opeens. „Och ja,<br />
een jongen die het nooit lang uithoudt in zijn<br />
betrekking..."<br />
„Neen... maar het kan me niets schelen..." •<br />
huilde Esther.<br />
Eddie boog zich naar haar toe. Zijn blauwe<br />
oogen schitterden plotseling van opwinding.<br />
,,Es... je herinnert je wel, wat ik een paar avon-<br />
den geleden zei... als ik wat geld had... Nu, ik<br />
hèb hetl"<br />
Esther slaagde er in een paar woorden uit<br />
haar droqe keel 'te wringen. „Werkelijk... Hoe<br />
kon\ je..."<br />
Eddie lachte tegen haar. „Ja, ik begrijp dat je<br />
er verbaasd van staal, maar het is toch zoo.<br />
Je zult het misschien niet gelooven, maar ik heb<br />
een uitvinding gedaan! Een gemakkelijke ma-<br />
nier om de borstels van een stofzuiger af te<br />
halen, ledere vrouw, die hel probeerde, brak<br />
er haar nagels op. Daar heb ik nu iels op ver-<br />
zonnen. De „groole baas" vond het geweldig...<br />
Eergisteren liet hij me komen. Ik had er met<br />
geen mensch over gesproken, zelfs met jou<br />
niet, zoo bang was ik, dat het mis zou loopen...<br />
Maar nu heb ik er drieduizend gulden voor ge-<br />
kregen. En wat denk je, dal het eerste was<br />
waar ik toen aan dacht?"<br />
Esther kón niet goed denken. Haar hoofd<br />
voelde zoo vreemd en duizelig. Ze wilde, dal<br />
haar stem opgewekt en vroolijk zou klinken,<br />
maar ze was in werkelijkheid nauwelijks te ver-<br />
slaan. „Wal.,, waar dacht je dan het eerst aan,<br />
Eddie?"<br />
„Dat moest jij toch weten/'^zei hij.<br />
Esther bleef hem maar aankijken, en al dien<br />
lijd probeerde zij niet aan haar moeder te<br />
denken. Maar hij boog zich over de tafel<br />
naar haar toe en greep haar hand... Doch nu<br />
kon zij niet aan de oogen van haar moeder<br />
ontkomen. „Hel Is heusch in orde, vader..."<br />
hoorde zij haar moeder zeggen. En opeens<br />
haatte zij haar vader ook niet meer, maar voel-<br />
de ze, dat hij eigenlijk gelijk had. Hij dacht aan<br />
haar toekomst... En ze trok haar handen weg<br />
en zei: „Luister, Eddie... het heeft geen zin. We<br />
kunnen zoo niet doorgaan. Het gaal niet..."<br />
Maar Eddie had haar handen weer gegrepen<br />
en hield ze zóó stevig vast, dal het haar bijna<br />
pijn deed. Hij zei: „Luister j ij nu eens, Esl Ik<br />
moet je nog veel meer vertellen. Er zit een<br />
baan aan vast, een goede baanl Een baan in de<br />
fabriek, waar ze die stofzuigers maken. Een baan<br />
zooa's ik allijd graag heb gewild. En da?^^<br />
dacht ik, met die drieduizend gulden en een<br />
behoorlijke belrekking.,, waarom zouden we nu<br />
niet gaan trouwen? Er lijkt me nu niets meer<br />
legenl Maar je verwachtte toch zeker niet van<br />
me, dat ik een meisje zou vragen met me te<br />
willen trouwen, vóórdat ik haar behoorlijk kon<br />
onderhouden?"<br />
De lichten... de tafeltjes... de menschen..:<br />
alles behalve Eddie's gezicht scheen heelemaal<br />
te vervagen. Esther kon geen woord zeggen. Ze<br />
wisl eigenlijk niet eens, of Eddie het nu wérke-<br />
lijk had gezegd of dal zij hel zich maar ver-<br />
beeld had, omdat ze het zoo graag had willen<br />
hooren. Eddie, die altijd gelachen had over jon-<br />
gelui die gingen trouwen, die zich aan banden<br />
legden... Maar Eddie moest het antwoord in<br />
haar oogen hebben gezien, wanl hij zei lachend;<br />
„We zullen hef best met elkaar kunnen vinden,<br />
mevrouw Lansen..."<br />
Esther wilde Iets aardigs, iets liefs zeggen,<br />
maar ze kon geen woord uilen, hoe zij er oök<br />
haar best voor deed. En bovendien stond de<br />
kellner nu vlak naast haar...<br />
En daarom nam Eddie het menu en zei luid;<br />
„Nou, liefste, wal zullen we nu eens eten op de<br />
■ heuglijke gebeurtenis?"<br />
En Esther vond nu de kracht om wal te zeg-<br />
gen. „Laten we een heel eenvoudig dinertje<br />
nemen... En er niets bij drinken. Dat Is heusch<br />
niet noodig..."<br />
Eddie bloosd^ een beetje toen hij den kellner<br />
aankeek, en hij zei half lachend: „Nu, het lijkt<br />
wel alsof we vanavond al moeten beginnen zui-<br />
nig te zijn..."<br />
Esther haalde lang en diep adem. Het was<br />
idioot, zooals je alles opeens heel anders zag.<br />
Als ze eenvoudig aten, zonder er iels bij te<br />
drinken, scheelde dat minstens een paar gulden.<br />
Daar kon ze Iels voor koopen, in haar huishou-<br />
den. En ze gingen trouwen, en Eddie en zij<br />
moesten een héél aardig, gezellig ingericht<br />
huisje hebben...<br />
Esther keek om zich heen, en plotseling kreeg<br />
ze iets tegen „Het Gouden Hoofd". Wat een<br />
geld kon je daar eigenlijk over den balk gooien,<br />
geld, dat je zooveel nuttiger besteden kon in<br />
hun omstandigheden! Dat deed haar denken aan<br />
hetgeen haar moeder had gezegd; „Den een of<br />
anderen dag zul jel we! een jongen leeren ken-<br />
nen, waar je wél mee zou willen trouwen en<br />
die je will helpen om te werken en te sparen..."<br />
Toen ze aan haar moeder dacht, kreeg Esther<br />
weer tranen in haar oogen. Ze zocht in haar<br />
taschje naar haar zakdoekje en ze zag de vijf-<br />
tien gulden...<br />
Eddie vroeg: „Wal is er? Heb je iels ver-<br />
loren?"<br />
Esther schudde haar hoofd. Ze was opeens<br />
geschrokken van een verschrikkelijke gedachte.<br />
Indien Eddie eens anders was geweest... indien<br />
hij vanavond eens niet had gezegd dat hij met<br />
haar wilde trouwen... Maar opeens wist Esther,<br />
dat dit dwaasheid was. Hét kwam er nu niet<br />
meer op aan, wat zij dacht van haar thuis of<br />
wal ze daar zouden hebben gezegd... ze wisl<br />
toen, dal zij er weer heengegaan zou zijn. Ze<br />
zou naar huis, naar haar moeder zijn gegaan, die<br />
haar vertrouwde... die wist, dat alles wel in orde<br />
zou komen. Ze zou naar huis zijn gegaan in '<br />
het besef, dal haar moeder wel een middel ge-<br />
vonden zou hebben om alles in orde te maken.<br />
En ze zei plotseling: „Hoor eens, Eddie... la-<br />
ten we direct als we gegeten hebben naar huis<br />
gaan en hel aan moeder vertellen... aan moe-<br />
der het allereerst...!"<br />
i<br />
Tookening Ä. Fidenr<br />
1737—19<br />
1737—15. Dit getailleerde model sluit met kleine knoopjes. Het<br />
IHfle en de rok zHn gegarneerd met ingezette banen fluweel ot velours<br />
Chiffon. Ben. : 2.78 M. »tof van 140 cM. breedte en 0.75 M. fluweel<br />
van 00 cM. breedte.<br />
1737—16. In het lijfje van deze japon zijn fijne plooitjes gelegd<br />
en hier overheen Is In zigzagvorm dun koprd genaaid. Aan den<br />
voorkant sluit het model met knoopen. Ben. : 2.75 M. »tof van 140 cM.<br />
breedte.<br />
1737—17. Dit eenvoudige model heeft een voorbaan van »tof'In<br />
een afstekende tint. Ook het kleine, omliggende kraagje is van deze<br />
stof gemaakt. Ben. : 2.50 M. »tof van 140 cM. breedte en I M. »tof<br />
van 90 cM. breedte.<br />
1737—18. De rok van deze japon 1» door plooien verwijd. Het<br />
model is gegarneerd met puntgalon In een af »tekende tint. Ben.:<br />
2.75 M. 8t9f van 140 cM. breedte.<br />
1737—19. Vanaf de »chouder« van dit model loopen »malle, opge-<br />
»tikte banen tot aan de taille. De Japon »lult aan den voorkant met<br />
knoopen. Ben. : 2.75 M. »tof van 140 cM. breedte.<br />
Van deze modellen zjjn by de administratie van ons blad patronen<br />
verkrilubaar in de maten 40 tot en met SOjegen den prffs vap<br />
f. 0.25 per stuk.<br />
-
Bruni Löbel en<br />
Hansi Knoteck.<br />
•f ■ ääST '-. -<br />
"SSèf Äü4<br />
■<br />
■<br />
,<br />
■■ ^ '<br />
Regie: Ernst Martin Ufa-film<br />
l ^ oni ^ •-•■■ Hansi Knoteck<br />
C^unther Nordmann Wolf Albach-Retty<br />
;r an f Christian Gollong<br />
X r5ui f _, Ursula Herking<br />
Grootmoeder Josefme Dora<br />
^ arie| e Bruni Löbel<br />
De onderwijzer Hans y,,.^<br />
r Flockina v. Platen<br />
r. eterle Martin Schmidhofer<br />
I ,n " nz Karl Klüsner<br />
M 6 - k eC w r L Al,red Haase<br />
Mijnheer Werth F. W. Schröder-Schrom<br />
Mevrouw Werth Roma Bahn<br />
Mevrouw v. Werner E| Brink<br />
bmm<br />
(Heimatland)<br />
M'<br />
I onika Nordmann, de mooie, jonge boerin van den<br />
Geisslingerhof in het Zwarte Woud, vertelt op<br />
een stillen winteravond aan een skilooper, die bij haar<br />
gastvrijheid geniet, de geschiedenis van haar huwelijk: „Het was net<br />
200'n dag als vandaag. De sneeuw lag zoo dik, dat het dak van ons<br />
huis heelemaal niet meer te zien was en de skiloopers over het dak<br />
op het erf sprongen. Onze knecht, Vinzenz, ergerde zich daar hevig<br />
aan en ook grootmoeder was er niet over te spreken. Alleen Peterle,<br />
de kleine jongen, vond het leuk. De laatste skiër kwam juist leeiljk<br />
te vallen op het erf, want hij moest uitwijken voor mij. Het was<br />
Günther Nordmann, die nu mijn man Is, en hij is mij werkelijk zoo<br />
uit de lucht in de armen gevallen. Eerst deed hij, alsof hij zich<br />
bezeerd had, maar ik merkte al gauw dat het maar een voorwendsel<br />
was, om met mij te kunnen babbelen. Grootmoeder gaf hem wit van<br />
haar zelfgebrande Kirch, waar zij iedere ziekte mee geneest. Toen<br />
wilde hij weer weg, maar Peterle had zijn ski's gebroken, bij een<br />
poging om den sprong over het dak • na te doen. Toen heb ik hem<br />
naar het dorp gereden en op weg daarheen heb ik zijn vrienden<br />
leeren kennen: Franz, den reclameschilder, en Ursula, het meisje, dat<br />
in Berlijn aan kunstnijverheid deed. Daar namen we afscheid van elkaar<br />
maar waarschijnlijk heeft hij mij in het dorp hooren zingen in het<br />
zangkoor, dat de schoolmeester Berthold leidde; Berthold is naderhand<br />
met mijn zuster, Mariele, getrouwd. Om kort te gaan, wien<br />
Hansi Knoteck. Flockina von Platen en Wolf Albach-Retty.<br />
IPifSTHWy<br />
Elga Brink en Wolf Albach-Retty.<br />
vond ik thuis zitten wachten, toen ik terugkwam? Günther Nordmann<br />
uit Berlijnl<br />
Grootmoeder schudde het hoofd, Vinzenz, die mij graag had<br />
willen trouwen - en den Geisslingerhof er bijl - deed niet anders<br />
dan schimpen op dien stadsmijnheer. En toen kwam die geschiedenis<br />
met het carnaval er bij. Dan rollen de jongemannen brandende houten<br />
schijven het dal in, terwijl zij daarbij den naam van het meisje hunner<br />
keuze noemen, Günther wierp voor mij. Dat ergerde Vinzenz na-<br />
tuurlijk hevig, maar hij werd nog nijdiger, toen Günther met mij naar<br />
het gemaskerde feest ging en daarbij een van onze maskers droeg.<br />
Dat mag namelijk alleen maar Iemand, die hier geboren is. Het was<br />
bijna tot ruzie gekomen, als Günther mij niet openlijk als zijn verloofde<br />
had voorgesteld. Nu, toen hoorde hij natuurlijk bij ons. Hij is trouwens<br />
toch van boerenafkomst.<br />
Kort daarna ging hij terug naar Berlijn, waar hij als instructeur<br />
werkte op de ruiterschool van zijn oom Werth. Toen hij wekenlang<br />
niet schreef, begon grootmoeder, die door Vinzenz was opgestookt,<br />
daarover tegen mij te zeuren. Zij beleedlgde Günther, waarover ik<br />
zoo boos was, dat ik de boerderij verliet en naar Berlijn ging. Heel<br />
erg blij, dat Ik zoo onverwacht kwam, was hij wel niet, maar Ursula<br />
was heel lief voor mij en zorgde, dat ik een kamer kreeg bij een<br />
bijzonder flinke Berlijnsche dame. Eenmaal ben Ik naar de rijschool<br />
gegaan om eens te zien, hoe het daar toeging. Alle vrouwelijke leerlin-<br />
gen, getrouwd of niet, waren min of meer verliefd op den pikeur en<br />
Günther liet zich dat kalm welgevallen, hoewel hij mij in zijn hart<br />
trouw bleef. Maar één keer werd het me toch al te bar. Er was een<br />
akelige, valsche vrouw - Elllnor heette zij — die een modezaak had.<br />
En op een feestje van de rljclub wilde zij mij een lor van een japon<br />
aansmeren, waarin ik me alleen maar geblameerd zou hebben. De<br />
vrouwen deden allemaal even aanhalig tegen Günther en een er van<br />
gaf hem zelfs een kus. Toen werd Ik woedend en heb een flinke<br />
scène gemaakt. Nu was het immers allemaal uitl Grootmoeder had<br />
gelijk gehad. Treurig ging ik terug naar huis, naar mijn geliefd Schwarz-<br />
wald. Nu kon Mariele trouwen met haar onderwijzer, want ik was<br />
er Immers weer voor het werkl Vinzenz was weg.<br />
De bruiloft van Mariele is misschien de mooiste dag In mijn leven<br />
geweest, bijna zoo mooi als mijn eigen bruiloft. Toen het jonge paar<br />
gehuwd was, kwam Günther, boos en treurig gestemd, omdat hij<br />
dacht, dat I k de bruid was. Peterle kwam hem tegen en van hem<br />
hoorde hij, dat het Mariele was, die trouwde, en niet ik. Nu - en<br />
toen was opeens alles goed en zoo heeft mijn lieve man hier bij<br />
ons zijn geluk gevonden."<br />
(foto'i.- Goldiche)<br />
Wolf Albach-Retty<br />
Martin Schmidhofer en Josefme Dora.
„Je boft, want onze<br />
hoofdman moet dieet<br />
houden."<br />
U M o<br />
„Hemel, ik ben ver-<br />
schrikkelijk afgevallen I"<br />
' 1^<br />
'„Ik lach me dood . . . die<br />
ziet niet, dat hij in een gat<br />
in het ijs rijdt."<br />
„ . . . en denk je eens<br />
in, ik ken iemand,, die<br />
zóó verstrooid is, dat hij<br />
lederen keer qls hij in<br />
een café komt, een ver-<br />
keerde paraplu mee-<br />
neemt."<br />
„Hallo... Met In-<br />
lichtingen? — Kunt u<br />
mij ook zeggen, wie mij<br />
tot morgen dertig gul-<br />
den wil leenen?"<br />
éd<br />
„Ja, mijn zoontje<br />
is een lieve jongen,<br />
en iedereen zegt,<br />
dat hij sprekend op<br />
mij lijkt."<br />
„Nou ja, wat komt<br />
dat er op aan! De<br />
hoofdzaak is, dat hij<br />
gezond Is!"<br />
v c 2<br />
2 9<br />
N ><br />
c M<br />
!« o<br />
C<br />
C - u «3 > O<br />
2.2 n e-o<br />
£ U 5J 53 -=<br />
c es „ •« 'S<br />
« n c ^-^<br />
► u « u<br />
83 2 ö u -«<br />
4) •'Ti<br />
e ^3 M)'0 U<br />
y a c -H c ,<br />
e öß-jj -o N<br />
2 t3 N g ^<br />
rt ^ s ^ s<br />
.s W3:=r>T3<br />
6 5 Ë<br />
W)3 u g «<br />
"in 'C<br />
u «<br />
c<br />
- "O "<br />
.Ë Si:' 13 S<br />
s- rt u _ 5<br />
S-C O-g 3<br />
c<br />
E<br />
rt<br />
-a<br />
C CO<br />
fe rt<br />
8^=<br />
u<br />
o<br />
^)<br />
H<br />
u<br />
a<br />
Ë p<br />
w 50<br />
u<br />
-o<br />
M<br />
rt -S<br />
ïx<br />
N u<br />
• J^-d<br />
X ^<br />
tj V<br />
rt ><br />
N O<br />
3 IZ^'S^ 50<br />
C X-G.Ë<br />
^ e rt<br />
«la?<br />
1- W rt<br />
:3^y =! ^5<br />
J3 > u<br />
co d<br />
.. u u<br />
-o U JA<br />
u<br />
u<br />
ä) g KH<br />
G (Iß O.<br />
U , ïó<br />
JJ e U j-i<br />
rt 3 Q rt<br />
rt<br />
Ë<br />
U<br />
- 3 :3i d<br />
u rt -H w<br />
u > u -a<br />
Ui Tl<br />
OHU,-^<br />
:3^ u<br />
ä .2 JG<br />
u _rt rt ? o 7J<br />
S-o-tf ^<br />
d<br />
u<br />
w<br />
N<br />
-a<br />
Ui<br />
U<br />
E<br />
1 T3<br />
Ui<br />
U^<br />
t/5<br />
N G<br />
vO I-i<br />
d^ 3 - N<br />
« u<br />
p «<br />
•M u<br />
d N S i- Ë E<br />
- 50 rt r;<br />
J "P S X u<br />
«ra'a o.' 5<br />
OH<br />
•J3 -3 P «<br />
8<br />
OH<br />
O<br />
u<br />
50<br />
60 J2<br />
^rt><br />
O-.Ji,<br />
rt o.<br />
4-><br />
« c rt<br />
3 -> G<br />
P 4><br />
U<br />
^ Ë^<br />
ÖO c<br />
N<br />
TT Mi<br />
H<br />
-31 g<br />
co 41 •^- l<br />
C SÓN<br />
ë<br />
'P u<br />
| S<br />
Ë.J=<br />
M rt<br />
o «<br />
"O 50-3^ •-,<br />
rt JE<br />
rt<br />
12 -* u G<br />
E :=r><br />
u X<br />
x<br />
-ui U<br />
X N<br />
O<br />
J3 =<br />
5's<br />
O co<br />
CO CO<br />
"rt 'S<br />
U -8<br />
c .y<br />
N<br />
-a<br />
'■^ 3<br />
13<br />
«<br />
U 50<br />
O h<br />
"O u<br />
><br />
x<br />
3<br />
N<br />
E<br />
U<br />
u<br />
CO<br />
rt<br />
rt<br />
E<br />
y<br />
T3<br />
u<br />
J4<br />
E<br />
u J—I<br />
X<br />
o<br />
rt<br />
N<br />
ü a -o ■—,<br />
u ^<br />
u u-s<br />
o •«<br />
> « fe<br />
u<br />
"1<br />
o<br />
c<br />
*J t< C « J^ S 5;<br />
« .ü « e t> rt H<br />
r ui £ N t<br />
-q ^ «1 s (-1<br />
> 50^ M) 5 I ö .C c 5 ^<br />
U V ti<br />
"O N<br />
WD<br />
60<br />
C<br />
w ii JN *J -- > 'w<br />
aD CD V ^ M t/l "<br />
u W "O<br />
^ ^J v r< —- ^* C u<br />
jj 13 CO U<br />
w"0 Jë Ji<br />
:3 rt C 2<br />
c" « N u js ><br />
rt<br />
C C<br />
C X<br />
cü<br />
> Ë 0<br />
5 ■'-• U M t, v<br />
ÖO<br />
QÖO^ u ><br />
0 ><br />
E<br />
u<br />
u<br />
s<br />
Ë<br />
u<br />
X<br />
Ë^^ «^ 8 . 2 rt « 2 d<br />
rt u<br />
S co E d<br />
3§-.y e - 0<br />
P ><br />
- rt<br />
co -C<br />
U<br />
><br />
U<br />
W<br />
60<br />
U<br />
N<br />
-u»<br />
co<br />
O<br />
O,<br />
E<br />
u<br />
<br />
O<br />
X<br />
rt<br />
-O<br />
O<br />
o<br />
E<br />
u<br />
u<br />
"O<br />
-o<br />
^<br />
60<br />
u<br />
2<br />
><br />
u «J ?<br />
O O co<br />
■M N ."O<br />
u<br />
ü « 50 u<br />
U T) E Si<br />
>m<br />
U J4<br />
|«<br />
il*-" u<br />
O<br />
J4<br />
IH<br />
U<br />
Ui<br />
-o<br />
d<br />
u<br />
X<br />
o<br />
rt<br />
s' ".. .3<br />
u d 3<br />
-3 V ><br />
50<br />
o 50 u<br />
u, U -^<br />
u ^2<br />
> U co<br />
50". co<br />
-I-» rt<br />
u d<br />
5 w<br />
E ü<br />
u<br />
-o<br />
X, UI ü<br />
U u<br />
'•P u B «<br />
3 S<br />
"O "-IH n<br />
Ut)<br />
fe N U<br />
^ c<br />
— - u<br />
« J rt<br />
U<br />
C CS O<br />
o - <br />
lil Sa<br />
u<br />
Ë iJ<br />
d<br />
^ o .Sf<br />
■o.|<br />
v> p rt<br />
rt co<br />
Ui<br />
u d<br />
Ui rt) —<br />
O J«! rt 3 U<br />
uj; > p "^ T3 4i E c<br />
•t^ ^ rt s •«<br />
« : c c u fe u - c<br />
u S 2P 5 Ë<br />
v u X<br />
65 g > d'd-O «<br />
S. C a) 03 ^2 ^^ ><br />
fl ?s •rr rt d -u»<br />
«5<br />
- e<br />
SP3<br />
rt ^<br />
^<br />
5 Ö<br />
u<br />
d<br />
^ «<br />
6<br />
ö N | g g^<br />
U<br />
50 "O > uX<br />
CO<br />
T3 O J^ - t« ^ ^<br />
OH<br />
^ Ë^ ^ü S 3<br />
^S-^^SSg<br />
eg --d d ^J^ P<br />
üSgc^gS^<br />
p d ï O rt-^ „ JJ<br />
CS N<br />
g-S<br />
8^<br />
><br />
vu c<br />
v« .3,<br />
rt *p<br />
^8<br />
ClS -i-i W3:=r> 5: • -o ® .2<br />
«-G u u<br />
, u<br />
a^<br />
u<br />
OS 3<br />
rt co<br />
rt "O<br />
?pa d<br />
w couid^j^ Q 'FJ -o 1- 'Cy " -o<br />
rt w o > ^i— o 2<br />
n S « :P «-3 S<br />
ü rt »PW<br />
'S C -S Ë<br />
3 „'S «<br />
c 'u c<br />
rt u -<br />
c u —<br />
:—>-0<br />
a<br />
«4<br />
5D-G J3<br />
U Ui<br />
rt > d d _ u _r-o o<br />
W « 11 "u k.« •—. S O<br />
d oog- öOCJ= t-3<br />
Ë«±i-2d5o^5<br />
2 T3 "u 5 " •- u<br />
O o. 8 ^ ë c ^ g-«<br />
N<br />
i,, *~ ,<br />
50'"'<br />
-£.<br />
U N<br />
^ d<br />
, 4)<br />
uT-a<br />
U Ui<br />
öß rt<br />
C o!<br />
's c<br />
"O O<br />
u<br />
d<br />
-B<br />
o<br />
3 ^<br />
j^Ö<br />
N OH<br />
^ 5 ui . 5<br />
rt « -^ O<br />
w>Ë l^«<br />
G p ^ *J<br />
'«>Ë r-<br />
S 8<br />
E<br />
U „ N ..<br />
-O o . -G G<br />
JJ "+1 u<br />
rt " d .X<br />
Ui -, U e<br />
O -u; J3 u -3<br />
><br />
g-S^ sx g<br />
r . 4> f, u<br />
u<br />
« S -^ §"0<br />
j^ rt X rt<br />
ÖO^tJ 3 4)«'*;<br />
O -M- Ë<br />
4) - ,<br />
? u-* g o - -<br />
• Si co O<br />
4) cu-".*<br />
u> O «1 G v<br />
0 rt<br />
« Ë<br />
U 4)<br />
U U<br />
•<br />
> ao 3 3 13<br />
Di rt IH os y u<br />
C „"O rt c {_ ^ u<br />
rt ci " 5 4) a x<br />
r "> N<br />
Kt - u<br />
.. J«J<br />
.a S IH UI<br />
rt 4)<br />
><br />
rt X<br />
,<br />
rt<br />
"O<br />
N .H'rt rt §<br />
c rt d Q<br />
rt d o<br />
50 X<br />
= 23^<br />
4) JS O ^H<br />
U T) O ~<br />
d •"<br />
rt 2 » «-<br />
" O 3<br />
o ■* 3 -»<br />
. *J o<br />
G 3 U « E<br />
^ rt 4) « 5<br />
2^ g èJ^<br />
Q"2 ^ co E J5 c X E 4) ö N vS<br />
rt •-; s<br />
ä)2 w ^ > < rt<br />
c<br />
w<br />
:3^ u 5 o! ••- , U Ui 2 W " U<br />
X. Xi ? > "C J3 50 < J= 50a<br />
na ra<br />
ä<br />
u ~<br />
60 E<br />
U<br />
H^<br />
3 4)<br />
•a E<br />
o<br />
u<br />
Ui<br />
rt •<br />
rt C<br />
N<br />
c<br />
c<br />
u<br />
G rt .^<br />
g^Ë t<br />
■w 5<br />
4-1 U G „<br />
U f- 'S ■u'<br />
i i E<br />
U<br />
.E, 50<br />
"S 3<br />
E R<br />
3 G<br />
2-°<br />
■§ 2<br />
O u<br />
50<br />
*-» «H-H<br />
4) rt<br />
'Ë G<br />
50<br />
O rt<br />
c d<br />
G X<br />
u<br />
- u<br />
d T3<br />
rt<br />
"^73<br />
-O rt<br />
4) p<br />
ü g<br />
S 3<br />
. u<br />
Ë «><br />
u<br />
u -^<br />
50<br />
rt Ë ,<br />
> p'.<br />
Ë 2 S<br />
0.2<br />
~ u<br />
d<br />
u J=<br />
rt O<br />
u tö ui<br />
-o " ö<br />
« u<br />
ü u<br />
N -3<br />
U 4-> d<br />
U '3<br />
> D JI;<br />
< "rt<br />
>-3.3<br />
•^ Ë 3<br />
"rt "P 3<br />
•^ ÖO 3<br />
8<br />
Ui CO<br />
U tH<br />
50«<br />
*J Ui TD<br />
rt 3 C<br />
-a .o o<br />
O Ui " ^ •<br />
"TI rt<br />
rt N<br />
rt _<br />
•U "O 41<br />
U 4)<br />
T<br />
- u Ji tH -M<br />
- ^ p<br />
+-» u<br />
c= - u<br />
•3 C 50<br />
4> Ui<br />
«Uu<br />
J co- 0<br />
w<br />
50<br />
" rt o ^ : -<br />
:^i g^ Si S<br />
60<br />
.. o > d d 5 G<br />
rt ._<br />
p Ui ^ ui u • —'<br />
■ge O rt ö -C<br />
y U 4) 4) ^ d<br />
'o I-H N ' 4) ti<br />
_ JH u T3 N rn rt<br />
. Q:3<br />
5 : p ^g«^<br />
ëHJG-S-2|<br />
o-G.H « co y ^<br />
^ u N rt ^2 d<br />
■* «-e<br />
Ë S ><br />
u 3<br />
50 U<br />
u O<br />
E<br />
U<br />
E'<br />
O<br />
E<br />
u<br />
E<br />
o<br />
E<br />
u<br />
-o<br />
E<br />
rt<br />
X<br />
. -R ^ 'rt .d p<br />
y 4) u S 4) c 2 rt vV<br />
2 50'":3^i2 50^: « Sk,:— SP<br />
, .. 50X1 .!J "^ 4) U u •-<br />
50<br />
au ü ß "^ H 2 '3<br />
^ rt .-g a^ ^|-> c<br />
0<br />
4)<br />
rtuv_^;3-HS-4) u<br />
M .H — OH<br />
•e^y2-n4)., utT<br />
4) • rt X rt •2-ë2 ^i<br />
coëv co u<<br />
? :gë-Ë^3Ë"5<br />
•-"rt^^ë-u-ge^c-P<br />
f Cudb - P ï^ TS 4) UG<br />
ë-ë^Js E.2&2rt ÜO<br />
-gg 0 - 0 ^ «^"'l-g^ s<br />
•5 ^ ^co^wfe^iirtX^u<br />
^^G^rtg-Od -^ ■'"'->>."<br />
urt ^OH^^J^ . E2 |-U<br />
■^ Q a « z ï -g c ^ M^J s i<br />
O ¥4) 4)UU4)0.3^U S<br />
N > X M > v tiß O X X E<br />
N<br />
00
c o 3* N en?<br />
fi"o P o ft<br />
crp P p D. M<br />
> n i p y<br />
c 3 ^3 S-§<br />
►-H ta ?v ^. X w<br />
ft<br />
N 2 " 3 ^<br />
N 3 ft r 1 ^ ft<br />
"- = . ft ?<br />
^ 3 ^ ^-m<br />
ni —• :z • fTi ^<br />
3^.3. 3-" -.<br />
- ft CR L^: 3 3<br />
D' 09 Ö<br />
P' ï ft ff<br />
: ft T 2 X 3<br />
'—2, -'-^<br />
^- -rr p P CL^CTQ<br />
-» po O- O ft<br />
P<br />
c<br />
ft<br />
O-'-'- ft ft ft<br />
ft 3 r;<br />
ft<br />
3 S<br />
O<br />
. 3- 3<br />
ft Q.<br />
3-3<br />
ft J rr" *~* 3 ft ^ p<br />
o 2 5* ^ e o<br />
" -^ 3* ft ^ 3 LL/^ ft 3 i 3- 3<br />
N<br />
ft -r, O<br />
c/i T3 E--O r 1 TT ft 3 r<br />
S- ft Si 3<br />
ft "■. CL ft<br />
3 >n 3 "<br />
< 3<br />
^ C 5<br />
yr<br />
P<br />
p<br />
3 N' S '<br />
n CTQ Ü S- 5*<br />
^'1 raF 0 3 P "<br />
3 S ^<br />
ft »-f<br />
3 <<br />
Q, P<br />
en? ft<br />
tt I-I<br />
I-I<br />
• P<br />
3<br />
• a<br />
3-2<br />
ü. Eg-ff 3,3<br />
S P S 2 w<br />
3" O<br />
:"0<br />
N co<br />
s-ff sg g-s-<br />
" S g 3 -; >1<br />
^3^|3<<br />
-"SPIS-<br />
nog c S "<br />
ft<br />
^2 ff ?*"<br />
ft ^ (Tl ^<br />
■ c<br />
3 § < 2 i-t 2 i-l ft 3 -<br />
3 ft<br />
ft 3-3 ^.3.0 ?r5 ft<br />
oftP--ft3:c2.S.--<br />
P333 rt S rt 5.<br />
3 cro CL HS tr* 3 S o rt -<br />
-•JüCfQ-JrTftJ-'ft 3<br />
3-2 C 1 o<br />
3<br />
-<br />
■i- ft p CL ►..-<br />
, CR 3-<br />
p ft<br />
J<br />
CL 3 O S-<br />
p CL<br />
3 3" ft CA! - ft<br />
pre:: 05 3 n - 3 3<br />
3<br />
ft sc<br />
cn (Ti<br />
-f 3<br />
3<br />
ft O-<br />
s n<br />
--• rp
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND<br />
8 JANUARI 1941<br />
s T E p B 0 R a<br />
T 0 E R 0 V E B<br />
E E D E R E D E<br />
P R E T 5 R e S<br />
H 0 E 0<br />
0 t E R<br />
e E 6 A.<br />
0 R A F<br />
S L 0 T B 0 E K<br />
L A. D E 0 R D E<br />
0 D E R E D E L<br />
T E a M K E L K<br />
OPLOSSING<br />
KWA-<br />
DRATEN-<br />
RAADSEL<br />
OPLOSSING WOORD- OF >LO »SIK G<br />
VERBINDINGS-<br />
IK IVl JLR> KAC SEL<br />
RAADSEL<br />
kuntt<br />
B<br />
S Z<br />
uil<br />
nest<br />
E 0 0 M T 0 p<br />
stem<br />
land<br />
gevel<br />
arm<br />
0<br />
■<br />
S n<br />
fii ft<br />
! A ft A 4 D<br />
lip<br />
even<br />
T A V<br />
root<br />
■]><br />
z 0 R 6 V 0 L<br />
KUNSTGALERIJ.<br />
P D L<br />
OPLOSSING<br />
MIN-TWEE<br />
dor<br />
OPLO; ;SIN G FILK fPU ZZL E-<br />
Zl< sz/ ^Gl ?AA DSE L<br />
lek<br />
moot<br />
K<br />
S<br />
A<br />
P<br />
F<br />
R<br />
F E R*<br />
1. E T<br />
grom S E R V E T<br />
groot L A M D E M<br />
klei<br />
koek<br />
D<br />
K<br />
0 M D<br />
n A 6<br />
E R<br />
E M<br />
traan S T A K E N<br />
bruut<br />
k iffer<br />
«tek la nder<br />
il aken<br />
stier<br />
-<br />
SP riet tervet —<br />
• do nde r — knagen — 1<br />
FR!' rs V AN DON GEN. 1<br />
LETTERGREEP-KRUISWOORDRAADSEL<br />
Horizontaal<br />
1 ranggetal<br />
3 ieder toestel dat uit<br />
deelen bestaat<br />
5. kenmerk<br />
7. zich een anders eigen-<br />
dommen toeèigenen<br />
9, volk<br />
PUNTENRAADSEL<br />
J« • • • ,<br />
• 5<br />
•<br />
10. vloersteen<br />
11. denkvermogen<br />
12. tijd gedurende welken<br />
men leerling ia<br />
14. aturen<br />
16. huidbekleedsel der<br />
vogels (meervoud)<br />
18. een vijandelijk schip<br />
aan boord klampen<br />
•6<br />
• 7<br />
Door op de punten letters te plaatsen vormen<br />
zich woorden van de volgende beteekenis:<br />
1—5 een natuurlijken trek tot iets hebbende<br />
2—6 verschaffen<br />
3—7 rechterlijk college<br />
4—8 niet slecht<br />
1—2 kleur<br />
2—3 wijnsteenwater<br />
3—4 vogel<br />
4—5 aanbeveling<br />
5-—6 meisjesnaam<br />
6—7 vrucht<br />
7—8 opgedragen werk<br />
8—1 gemeente in d« prov. Zuid-Holland<br />
19. in denzelfden tijd<br />
Verticaal!<br />
1. ranggetal<br />
2. oudste, overste<br />
3. vervaardigen<br />
4. kleinhandel<br />
6. gevoelig<br />
8. de tijd der lente<br />
9, hierna<br />
12. het bereiden van<br />
huiden tot leer<br />
13 boodschapper<br />
IS waarschijnlijk<br />
16. beurtvaart (meervoud)<br />
17. interest<br />
TOOVERDRIEHOEK.<br />
7'" 1 i h 5 6<br />
2<br />
J<br />
h<br />
5<br />
6<br />
Van links naar rechts en van boven<br />
naar beneden woorden in te vullen van<br />
de volgende beteekpnis:<br />
1. scbeidsrechter<br />
2. door elkander bewegen<br />
3. aanvang<br />
4. bloem<br />
5. samentrekking van een voorzetsel<br />
en een verbogen lidwoord<br />
6. voegwoord<br />
:<br />
|<br />
i.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
6.<br />
7.<br />
8.<br />
9.<br />
10.<br />
11.<br />
12.<br />
louteren<br />
besparen<br />
buitensporig opschikken<br />
bü stemming aanwezen<br />
opnieuw doen<br />
muziekstuk (meervoud)<br />
bevallen<br />
verlichtingstoestel<br />
bedelen<br />
beleven<br />
oproepen<br />
luid weerklinken<br />
De beginletters van elk woord vormen<br />
samen een bekend gezegde.<br />
FILMSTER-KAMRAADSEL.<br />
■ i<br />
I<br />
■<br />
1 ■<br />
1 2 i ^ 5 6<br />
WOORDVERANDERING.<br />
Het woord „land" moet door vier ver-<br />
anderingen, door lederen keer één letter<br />
door een andere te vervangen, veranderd<br />
worden in „bouw".<br />
Horliontaali<br />
1. naam van een filmster<br />
Vartieaali<br />
1. beschadigen<br />
2. tijd waarin de maan de geheele<br />
reeks harer schijngestalten vol-<br />
bracht heeft<br />
3. beginsel<br />
4. blijkbaar<br />
5. wrijvend langs iets gaan<br />
6. vogel<br />
Te gebruiken letters: a, a, a,<br />
a, a, c, d. d, e, e, e, e, e, e, e,<br />
e, e, e, h, h, i, i, i, i, k, 1, 1,<br />
m, n, n, n, n, n, n, n, r, r, s, s,<br />
t, t, t, t, u, u, v, v.<br />
Wij stellen een hoofdprijs van<br />
ƒ 2.50 en tien filmfoto's beschik-<br />
baar om te verdeden onder de<br />
goede oplossers.<br />
Antwoorden in te zenden vóór<br />
29 Jan. 1941 aan Dr. Puzzelaar,<br />
Noordeinde 8, Leiden, Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden; Filmpuzzle 29 Jan.<br />
Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletie papier.<br />
BX ^L. M^TEUIR-BXTECTIVX<br />
WIJ raproducaaran hiarolj aan gadaalta van aan foto, dat, Indian<br />
man goad kijkt, da harinnaring zal wakkan aan aan paar typisch<br />
Hollandtcha gabrulkivoorwarpan. — Waat u, walka ar badoald<br />
worden 7<br />
WIJ zullan waar aan prijs van f. 2.50 banevans Iwaa troostprijzen<br />
vardaatan ondar han, dia ons aan goad antwoord zandan. Da<br />
vardaaling dar prijzen gasehiadl op aan manlar, waarbij alia In-<br />
zenders van goada oplosiingan galijka kansan hebban op hat<br />
verkrijgen van aan dar prlj.an. U gallava Uw antwoord in la<br />
zandan v66r 29 Januari aan Mr Datactiva, Noordainda 8, Laidan,<br />
Op briefkaart of anvaloppa var meidan: Amateur-Oatactlve 29 Jan,<br />
I<br />
De oplossing van het<br />
voorlaatste foto-probleem<br />
Op daz« loto U hat gadaalta, dal all<br />
opgave ward geplaatst, waar mat aan<br />
lijn aangeduid.<br />
Da hoofdprijs van f. 2.50 ward daza<br />
waak vfrworvan door; dan haar<br />
F. H, Piatarson, Nljmagan. Da Irooitprij<br />
zan vlalan tan daal aan; dan haar<br />
A. Koutan, Koog a/d Zaan; dan haar<br />
J. A. Schagan, Wognum.<br />
WOR ELKE<br />
DE PRIJSWINNAARS<br />
De hoofdprijzen werden deze week verworven<br />
door:<br />
den heer E. Meurs, Leersum;<br />
den heer J. Lijk, Zonnemaire;<br />
den heer L. Mlske, Mlddelstum;<br />
den heer M. P. v. Dalen, Rotterdam;<br />
den heer Th. I. Hage, Rotterdam.<br />
De troostprijzen konden worden toegekend aan:<br />
den heer J. M. Bakker, Rotterdam;<br />
den heer W. Tinge, Groningen;<br />
den heer M. v. Gog, Rotterdam;<br />
den heer D. Tak, Amsterdam;<br />
den heer J. A. Kok, Rotterdam;<br />
den heer G. J. Brinkman, Amsterdam;<br />
den heer A. Geerts, Barendrechl;<br />
den heer H. Kouwenhoven, 's-Gravenhage;<br />
den heer R. van Putten, Rotterdam;<br />
den heer M. Damsteeg, Amsterdam;<br />
den heer J. C. Sontag, Rotterdam;<br />
den heer H. C. Jacobs, Landsmeer;<br />
den heer A. Hansma, Groningejn;<br />
den heer C. Cornelisse, Hillegom;<br />
den heer D. Chottel, Amsterdam;<br />
den heer P. Klanker, Rotterdam; I<br />
den heer D. Endhoven, Rotterdam;<br />
den heer C. J. Schiltmeyer, Amsterdam;<br />
den heer M. v. d. Neut, 's-Gravenhage;<br />
den heer L. J. Heijstek, 's-Gravenhage.<br />
Den hooldprijs van de filmpuzzle verwierf:<br />
de heer J. Vlamings, Breda.<br />
De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />
mevrouw N. Pruis, Den Helder;<br />
mevrouw C. Riepen, Amsterdam;<br />
mejuffrouw A. v. d. Borgh, Rotterdam;<br />
mejuffrouw D. Evenhuis, Leeuwarden;<br />
mejuffrouw N. Koentze, 's-Gravenha'ge;<br />
mejuffrouw C. Brevet, Arnhem;<br />
den heer A. Kamphues, Leiden;<br />
den heer M. W. van Vuren, Zwijndrecht;<br />
den heer M. Vellinga, Haarlem;<br />
den heer P. de Ruiter, Pernis.<br />
ONZE PRIJZEN.<br />
Voor goede oplossingen van iedere<br />
puzzle, stellen wij een prijs van<br />
ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />
oeschikbaar. In totaal dus deze week<br />
7 prijzen van ƒ 2.50 elk,<br />
22 troostprijzen en<br />
10 filmfoto's.<br />
DE OPLOSSINGEN<br />
op de in dit nummer voorkomende<br />
puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />
vóór 29 Jan. 1941 in te zenden aan<br />
Dr.Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />
Op enveloppe of briefkaart vermelde<br />
men duidelijk:<br />
Oplossingen Zoek en Vind<br />
29 Jan.'1941
Vervolg van NÄRZ SCHEPT ORDE<br />
jongedame te vertoonen, om er zeker van te mogen zijn, dat Guss-<br />
mann ZK-h aJle mpe.te zai geven om kennis met ons te naken<br />
hen gelegenheid hiertoe zou er vanavond zijn. want ik weet da<br />
professor Gussrnann op het gekostumeerde I al van uw directeur<br />
generaai Meyerhoff zal verschijnen. Welnu, ik ben bereid mijn kans<br />
om kennis met hem te maken aan ü af Ie staan. De jongedame zal<br />
m gezelschap van u naar het feest gaan; u zult het daarom Sn dfe<br />
£uH n onf.?H(f eft . me , t K GUSS1 ^ ni l in na(k,r C0Iltl,C * ^ kochet<br />
besluit om u deze dankbare rol af te staan valt mij des te lichter<br />
leere'n tnnlZ* T*^^ 'iV professor Gussmann niderte<br />
leeren Kennen. 1 oevalligerwys is Meyerhoff namelijk een van de<br />
menschen die een copie van Meunier wil koopen. Ik ben reeds nïeer-<br />
fnr chtcm daMW ? on h derha " de 'i"S ^weest en ik zal het ook zoo<br />
mftot Wer\t volgenr" 5 aan GUSSma,ln WOrd —gesteld. Kunt u<br />
„Volkomen. Ik kan niet anders zeggen, dan dat uw uiteenzetting<br />
aan dmdeiijkheid mets te wenschen overlaat" witenzetting<br />
„Zooveel te beter. Dan kan ik verder gaan. Meyerhoff seeft<br />
dus vandaag, zooals ik reeds zei, een van zfjn beroemde kostumn<br />
feesten De goede Meyerhoff geldt als Mecenas. Hy doet hee Teel<br />
voor allerlei kunstenaars, koopt nieuwe en oude schilderijen -<br />
daarmee doet hij echter meer voor de kunsthandelaars dan ?oor de<br />
kunstenaars. Af en toe ondersteunt hy ook wel eens een geluksvoßel<br />
zonder tegenprestatie. Meyerhoff geldt als buitengewoon rockefoos<br />
mSkh^Vn^P 61 ^. 2 ! 61 hij in den om « an noge ykheid om<br />
« -nelTun^enaars een<br />
zm slecht geweten af te reageeren. Overigens vergat<br />
ik een ding te zeggen: niet allen zyn gelijk in Mfverhoffs<br />
oogen; als echt kunstenaar ziet hij alleen dengene. die Stens in<br />
hel bezit van een smoking is. Wie zoo'n ding n et heeft is nie<br />
waard ondersteund te worden. Zeer typeerend voor Meyerhoff z in<br />
Tt Är tllnieerd , C Pa r" en ; H " ore^eert ze steeds as bal pare<br />
Met andere woorden: hoe de dames verschijnen, is hem onverschilhfluT<br />
he T en L 1S a , vo " dko ^""n1 echter verplicht! Wie e^ geen<br />
heeft is, zooals ik reeds zei, in zyn oogen geen kunstenaar Ik heb<br />
het aan myn pretentieloozen schilderijenhandel te danken dat ik<br />
een mtnoodiging heb gekregen en daar iedere genoodfgde het recht<br />
heeft, zooveel introducé's mee te brengen als hij wil, zullen zoowe<br />
voor u als voor uw verloofde ook alle deuren openstaan"<br />
Ver,00fde? Waarom<br />
möeMrrrlo P o7dU"-r gCnliik ^^ ^ ^<br />
„Omdat ik het voor vanzelfsprekend houd, dat u de jonfiedame<br />
voor uw verloofde zult doen doorgaan. Mijn plan is namelfk het<br />
•.S at u n.l l r ' U ^ Vtr 1 Iüofde 0 V het feest verschijnen. Ik neem<br />
' M?:.n u V f o y er, ? ofd 1S ' L '" '''il I' uw verloofde daarom niet<br />
alleen zult laten. Het zal de taak van uw verloofde zijn er voor e<br />
zorgen, dat zij door Gussrnann wordt opgemerkt. Dan zal Gussmann<br />
beslist probeeren met haar in contact te komen. Ik kan u verraden<br />
oon^roor/s 'n 1 ' 1 ' 11 T- V r l0l)f,,e ÜI> ht ' nl heeft S— akt ' ^ ï'"-'<br />
heen nadit hiPha 8 .r C H hledenJS 'V" Cen biosc , oop « ebüurd neett nadat hij haar daar voor den eersten keer had gezien - «ussmann al het<br />
mogelyke in het werk gesteld, om hel adres van uw verloofde te<br />
weten te komen Hij heeft het in den bioscoop geprobeerd en snds<br />
ev n P k 0 omr , ki!k::n ranr! Hij Za, daar,0e echter vanavond nie vee ïelegenheid<br />
krijgen, daar u er natuurlijk de voorkeur aan zult geven in<br />
f^s^Äl lff V n an UVV i ve ;; loofde te ê]i Jven en tegelyk met haar he<br />
feest te verlaten, zoodra Gussmann op opvallende wijze moeite mocht<br />
k /Tde t, ln h COntaCt \ e k0raen ; Ik Zal het d Z0Ü indch emda<br />
L f. AT r u- b u n oln hein te kunnen inlichten over u en uw<br />
rlic f« 6 ' A1S hl J hoort - dat " z«n ondergeschikte bent, zal hy zch<br />
reeds morgen met u in verbinding stellen. En dat is toch eigen [jk<br />
het voornaamste, wat wy willen bereiken'" figtniijK<br />
wat kanNr^wr 66 ' dat a l leS pr £ cieS Z00 i!al « aan als wat Kan k daar dan voor nut van hebben? Als hij merkt " dat ^nkt, de<br />
bewuste dame heclemaal mijn verloofde niet is "<br />
io,V, ,?" uil hei J oor he ra, naar ik hoop, te laat zijn om zich te kunnen<br />
terugtrekken. L moet het ijzer smeden zoo lang het heet is l hóef<br />
hem absoluut niet voor te liegen, dat neem ik voor mijn reken ng Hi<br />
za u heelemaal met over uw verloofde spreken. Er kan hem S aan<br />
gelegen zyn, uw argwaan op te wekken. Zoo ver ik Gussmann ken z<br />
hy u een opdracht geven, die u noodzaakt Herlijn te verlaten zoo'da<br />
hy de vrye hand heeft! Maar dat zal pas morgen gebeuren daarover<br />
zullen we dus na het feest nog kunnen spreken. Ik zou graag wiHen<br />
uLu v" '"vA 01 Caf '; 0P u nlij Wacht - Ik zal hei fe ^t spoedig na u ver-'<br />
wn?k ^T hf* geVaJ eC , h,e u r - d ^ WÜ elkaar niet ontmoetfn kunnen,<br />
wil ik u slechts zeggen, dat het absoluut noodzakelijk is, dat u morgen<br />
op a Ie vorstellen van Gussmann ingaat. Ik heb he zoo het Ver-<br />
moeden dat hetgeen Gussmann u zal voorstellen, op de een of andere<br />
wyze met myn „zaken" in verband staat. Ik wil u graag „iet aHes<br />
van dienst zyn; ik verwacht in ruil daarvoor echten daf u ook mü<br />
wilt helpen. Ik zal nooit iets oneerlyks van u verlangen. En ook<br />
wanneer Gussmann zooiets van u zou eischen, zou ik nooit willen<br />
aanraden daarop in te gaan; wèl moet u net doen, alsóf Ziezoo<br />
ffaat n ? U D Z fl 0 n U ^l ^ a . ag Van U h00 I re n of u '«et mijn voorstel accoörd<br />
f« juist bimiin/' UW Verlootde voorstellen. - Ha, daar komt<br />
nnl' Lh eb voI1 4 edig veri S 0 i" u," zei Thiel, terwijl hij opstond<br />
D,t isdr ilW^T 6 ' d, ] e ^unenkwam, te laten voorstellen<br />
„Da is dr Thiel, verklaarde Narz. „En dat is Lotte Oswald -<br />
Je zult dus" zoo wendde hij zich tot het jonge meisje vandaaa<br />
fe^rvSofdr^^ :rhiCl Zyn - MiSSChien is het -el J góed, T^en<br />
je ji verlootde naar zyn voornaam vraagt<br />
„Theo," zei Thiel.<br />
„Dank u," zei Lotte Oswald.<br />
„Weet juffrouw Oswald overal van?" vroeg Thiel<br />
Mö'rJV er geV ^ ^ eet ze alIes ' wat er vandaag te doen is," stelde<br />
-Narz hem gerust Overigens vind ik het hoogsl eigenaardig da u<br />
over uw verloofde als juffrouw Oswald spreekt? Bij een echte<br />
verloving doe je zooiets niet." '<br />
„Neem me niet kwalyk." zei Thiel.<br />
„Ik begrijp volkomen, dat u zich vergiste," lachte het meisje<br />
„Aa deze kleine verlovmgs-scène," zei Närz, „stel ik voor dat wil<br />
zoo zachtjesaan weggaan. Myn auto wacht reeds. Of het zou moeten<br />
zyn, voegde hy er aan toe, „dat het jonge paar den wensch heeft<br />
eenige woorden zonder getuigen te wisselen? In dit gevafzou k<br />
met den auto vooruit kunnen gaan."<br />
„O neen, dat is, geloof ik, niet noodig," lachte Lotte Oswald.<br />
HOOFDSTUK VIER.<br />
?l K h?.M V ff eg naar h f t bal WCrd er « een woord gesproken. Närz had<br />
zyn chauffeur naar huis gestuurd en zat zelf achter het stuur N-iast<br />
,*!'" had ^otte Oswald plaats genomen, zoodat de gehee"e ach er<br />
bank aan Ihid ter beschikking stond. Hij ging achter Närz zitten<br />
an 0r ^ mÜ8eliJk WaS ' het niei ^ gedurende den rit gade<br />
Thiels „ideaal" waren slanke, blonde vrouwen; hij was er daarom<br />
om dü hli^i 1 ' dat ZUn "^««fde" hem uitstekend beviel. Waar-<br />
om dit. het geya was, zou hij niet hebben kunnen zeggen. Over<br />
het algemeen hield hy niet van zelfbewuste en zelfstandige meisjes<br />
nóch la„ Wa Pon' hl b Üke,Uk 1 a,1 ^ Ci - Hfj hiel(1 n< ' ch van bruin" óoïen<br />
noch van een hoog voorhoofd met naar achteren terugvallende<br />
haren; bovendien hield hy niet van volle lippen,
IA<br />
■ - ti<br />
. ^