Ontwerpen met onzichtbaar erfgoed - Belvedere
Ontwerpen met onzichtbaar erfgoed - Belvedere
Ontwerpen met onzichtbaar erfgoed - Belvedere
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
geweest. 34 Aan het begin van het Atlanticum, zo'n 8.000 jaar geleden, was de zeespiegel in<br />
ongeveer 2.000 jaar zoveel gestegen dat de kustlijn zover naar het oosten was opgeschoven dat<br />
het net iets ten westen van de huidige kustlijn kwam te liggen. 35 Hier ontstonden aan de westkust<br />
een serie parallelle strandwallen, die een doorlopende duinenrij vormden, <strong>met</strong> daarachter<br />
kwelders en veen (zie kaart 1, op p. 24). Rond het begin van onze jaartelling, op het moment dat<br />
de Romeinen ons land binnenkwamen, waren deze strandwallen aan de westkust gestabiliseerd.<br />
De strandwallen werden door een paar zeegaten onderbroken, daar waar de rivieren hun<br />
afwatering hadden. Zo was er een opening bij Katwijk, waar de Rijn in de zee uitmondde. Bij de<br />
kust waren de rivieren dan ook onder invloed van de getijdenwerking. Hierdoor werd het land<br />
vaker overspoeld en konden de oeverwallen zich niet goed ontwikkelen. Het kustgebied was<br />
lange tijd onderhevig aan fasen van transgressie en regressie van de zee. Bij transgressie, als de zee<br />
het land overspoelde, vormde zich op grote schaal veen en bij regressie (terugtrekking) van de zee<br />
werd daaroverheen klei afgezet. Het achter de strandwallen gelegen veen werd door kleine<br />
riviertjes afgewaterd. Op de oevers van deze stroompjes kon ook gewoond worden in droge<br />
perioden.<br />
Verder naar het oosten zetten de rivieren klei en zand af. Aangezien de rivieren nog niet bedijkt<br />
waren, konden ze zich vrij door het landschap bewegen. Het rivierensysteem was in die tijd dan<br />
ook zeer dynamisch, doordat de rivieren hun bedding telkens verlegden.<br />
Dit veranderlijke riviersysteem zorgde voor een afwisselend landschap van oeverwallen,<br />
stroomruggen en kommen. Op de hogere, zandige delen van het gebied, de oeverwallen en<br />
stroomruggen (dichtgeslibde geul <strong>met</strong> twee oeverwallen) kon gewoond worden. De lagere, kleiige<br />
kommen waren onbewoonbare elzenbroekmoerassen. 36<br />
In het Subboreaal zakte de zeespiegel weer en konden de duinen zich handhaven. Er ontstonden<br />
ten westen daarvan jongere en veel hogere strandwallen; onze tegenwoordige duinen (zie kaart 2,<br />
p. 25). Sindsdien is de westkust geheel gesloten en wordt het achterliggende land niet meer<br />
telkens overspoeld.<br />
34 Bekend voorbeeld is Hardinxveld. Zie M. Verbrugge et al., 1998.<br />
35 Van circa 50m – 20m –NAP volgens Berendsen, 1998, p. 193.<br />
36 Van Es, 1972, p. 20.<br />
23