Ontwerpen met onzichtbaar erfgoed - Belvedere
Ontwerpen met onzichtbaar erfgoed - Belvedere
Ontwerpen met onzichtbaar erfgoed - Belvedere
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
§ 2.6 Merovingische en Karolingische periode<br />
Aan het begin van de zesde eeuw stichtte Clovis, na diverse oorlogen, het Merovingische rijk<br />
door verschillende Frankische koninkrijken samen te voegen. Het koninkrijk, dat zich uitstrekte<br />
over het vroegere Gallië, werd vervolgens centraal bestuurd. De Merovingische vorsten zagen<br />
zichzelf als erfgenamen van de Romeinen en eigenden zich het Romeinse bezit toe en trokken in<br />
de resterende oude Romeinse overheidsgebouwen. In de hierop volgende twee eeuwen werd het<br />
koninkrijk verder vergroot en strekte zich uit tot aan het huidige Nijmegen. Mede doordat Clovis<br />
zich tot het christendom had bekeerd, kon hij zijn rijk uitbreiden. Het christendom groeide en<br />
Kerk en Staat waren nauw verweven en zeer machtig. Vanaf die tijd lieten koningen zich ook<br />
kronen door de paus om het geheel een heiliger karakter te geven. Tevens werden de<br />
bisschoppen door de koningen gekozen, die daarmee macht konden uitoefenen, omdat veel<br />
bisschoppen belangrijke staatsambten bekleedden. In de zevende en achtste eeuw was de<br />
kerstening in volle gang. Missionarissen zoals Bonifatius en Willibrord verspreidden het geloof.<br />
Rond 700 werd Willibrord zelfs bisschop van Utrecht en maakte daarmee de stad het religieuze<br />
centrum van ons gebied. De Merovingische koningen gebruikten het christendom om zo<br />
Figuur 5: Willibrord als bisschop van<br />
Utrecht, naar een ontwerp van P. Soutman<br />
door C. Visscher gegraveerd, 1650. In zijn<br />
rechterhand draagt Willibrord een<br />
verkleind model van de dom van Utrecht;<br />
onder zijn staf ontspringt een bron.<br />
Museum Catharijneconvent, Utrecht. Uit:<br />
www.meertens.knaw.nl/bol/detail.php?ty<br />
p=illustraties&id=309<br />
48 J. Bazelmans, 2005, p. 13.<br />
onderdanen aan zich te binden. Eind zevende eeuw was<br />
ons land tot aan Midden-Nederland veroverd. Later<br />
rond 800 wist Karel de Grote door te stoten tot aan het<br />
Deense gebied, Zuid-Jutland. Daarmee was het<br />
Karolingische rijk ontstaan.<br />
Met de kerstening werden ook cultusplaatsen uit de<br />
Romeinse tijd weer gebruikt en in Valkenburg, Alphen<br />
aan den Rijn, Woerden, Utrecht, Wijk bij Duurstede en<br />
Nijmegen werden kerken in of nabij het voormalig<br />
castellumterrein gebouwd. De Merovingische koningen<br />
schonken het gebied vaak aan loyale onderdanen of<br />
geestelijken die het geloof onder de bevolking<br />
verspreidden. Deze laatste groep zorgde onder andere<br />
voor de bouw van de kerken op deze plaatsen. De keuze<br />
om juist hier te bouwen was niet vanwege het aanwezige<br />
bouwmateriaal, alhoewel dat zeer bruikbaar was, maar<br />
vanwege “de directe associatie <strong>met</strong> een oud en<br />
eerbiedwaardig Romeins-christelijk verleden”. 48 Sinds de<br />
32