Inhoudsopgave richtlijn Beroerte concept 12-3-07 - NVVC
Inhoudsopgave richtlijn Beroerte concept 12-3-07 - NVVC
Inhoudsopgave richtlijn Beroerte concept 12-3-07 - NVVC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In de Interventional Management of Stroke (IMS I, 2004) studie werden 80 patiënten jonger<br />
dan 80 jaar geїncludeerd. Zij werden behandeld met intraveneus (0.6 mg/kg; maximaal 60<br />
mg) en intra-arterieel r-TPA (maximaal 22 mg) binnen vijf uur na het ontstaan van de<br />
symptomen (totale maximale dosis 82 mg). Patiёnten werden vergeleken met een<br />
historische controlegroep van de NINDS r-TPA Stroke trial (The NINDS rt-PA Stroke Study<br />
Group 1995). De uitkomst van de IMS patiënten was hetzelfde als die van de met r-TPA<br />
behandelde patiënten uit de NINDS-trial. IMS patiënten hadden een significant betere<br />
uitkomst na drie maanden voor alle uitkomstmaten (odds ratios ≥2) in vergelijking met de<br />
patiënten uit de NINDS-trial die waren behandeld met placebo. De mortaliteit na drie<br />
maanden was lager in de IMS-trial (16%) in vergelijking met de mortaliteit van de met r-TPA<br />
(21%) en placebo (21%) behandelde patiënten, maar dat was statistisch niet significant.<br />
Symptomatische intracerebrale bloeding trad net zo vaak op bij de IMS-trial patiënten (6.3%)<br />
als bij de met r-TPA behandelde patiënten uit de NINDS-trial (6.6%), maar vaker in<br />
vergelijking met de met placebo behandelde patiënten uit de NINDS-trial (1.0%; p=0.018).<br />
De onderzoekers van de IMS studie zijn een tweede CCT gestart in 2004, afgerond in 2006.<br />
In deze IMS II studie werden 81 patiënten geїncludeerd (IMS II Trial Investigators 20<strong>07</strong>). In<br />
deze studie werd bij de intra-arteriële behandeling, binnen vijf uur na het begin van de<br />
symptomen,een EKOS-MicroLysUS microcatheter (Mahon 2003) gebruikt. Dit is een<br />
infusiecatheter voor intra-arteriële trombolyse met een 2.1MHz echografie transducer op het<br />
uiteinde. Deze transducer geeft een laag-energetische, ultrasonore vibratie die de<br />
trombolyse bevordert. Patiënten van de IMS II studie hadden een iets betere uitkomst dan<br />
die van de IMS I studie. Symptomatische intracerebrale bloeding trad iets vaker op bij IMS II<br />
dan bij IMS I (9.9% versus 6,3%), maar dit verschil was niet significant (IMS II Investigators<br />
20<strong>07</strong>).<br />
In de IMS I en II werd geen verschil in uitkomst gevonden tussen IMS patiënten en patiënten<br />
uit de NINDS-trial die waren behandeld met r-TPA. De IMS-I patiënten hadden echter een<br />
slechtere NIHSS score (mediaan >18), groter thrombus volume en meer patiënten met<br />
atrium fibrilleren. De intraveneuze toediening was later gestart bij de IMS patiënten in<br />
vergelijking met de met rt-PA behandelde patiënten van de NINDS-trial. Verder hadden de<br />
IMS patiënten vaker persisterende vaatocclusies ondanks vroege intraveneuze r-TPA<br />
behandeling. Aangezien de IMS patiёnten een wat slechtere uitgangssituatie hadden en<br />
toch dezelfde uitkomst hadden als de met r-TPA behandelde patiënten van de NINDS-trial,<br />
lijkt er toch een meerwaarde te zijn van IA trombolyse bij deze patiënten.<br />
Mechanische trombectomie<br />
In de Mechanical Embolus Removal in Cerebral Ischemia (MERCI) Trial werd mechanische<br />
trombectomie verricht met het MERCI retriever-syteem bij 141 patiënten (leeftijd 66±17 jaar)<br />
die niet in aanmerking kwamen voor intraveneuze trombolyse en met occlusie van de arteria<br />
carotis interna, het M1 segment van de arteria cerebri media of van de arteria basilaris of<br />
vertebralis, binnen acht uur na het ontstaan van de symptomen (Smith 2005). Rekanalisatie<br />
trad op bij 46% (69/151) van de patiënten van de “intention to treat” analyse en bij 48%<br />
(68/141) van de patiënten, bij wie het MERCI retriever-systeem was gebruikt. Een goede<br />
uitkomst (mRS ≤2) na 90 dagen werd significant vaker gezien bij patiënten met een goede<br />
Richtlijn <strong>Beroerte</strong>, 2008<br />
34 Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO