27.12.2013 Views

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

319<br />

14de <strong>VERGADERING</strong>. — 29 OCTOBER 1924.<br />

66. [Vaststelling eener nieuwe Tariefwet.<br />

(Boon e. a.)<br />

sommige fabrieken niet enkele, maar 84 pet. van de daar<br />

gebruikte machines er onder zouden vallen, in andere fabrieken<br />

misschien 70 of 80 pet. Ik ben eventueel bereid die cijfers<br />

nog eens te noemen.<br />

Wat zegt nu de Minister? Er worden in de fabrieken gebruikt400<br />

machines. Wat doet dat er eigenlijk toe? Ze hebben<br />

een levensduur van 20 jaar. (De levensduur is wel wat korter,<br />

nl. 12 tot 15 jaar, maar laten wij daar niet al te veel op<br />

vallen!) Het zal dus voor één bedrijf zijn een post van 400 x<br />

f 400 = f 160 000. Dat is dus per jaar voor één bedrijf met<br />

400 machines een post van f 8000, of f G40 invoerrecht.<br />

Wanneer wij aannemen, dat de levensduur niet is 20 jaar,<br />

maar 12 jaar, dan blijkt het. dat die post voor een vrij uitgebreide<br />

fabriek tegen de f 1000 loopt.<br />

Nu zegt de Minister: wat maakt ge een kabaal voor zoo'n<br />

klein postje. Ik wijs er echter op, hoe gevaarlijk het is, om<br />

bij ieder postje te zeggen: wat doet het er eigenlijk toe.<br />

Door drie achtereenvolgende postjes, nl. voor garens f 1200,<br />

voor de naaimachines f 1000 en straks voor naalden f 800, zal<br />

één fabriek f 3000 hebben te betalen. De Minister kan nu wel<br />

zeggen: dat is een klein bedrag en wat doet dat er eigenlijk<br />

toe, maar de Minister is er toch met mij van overtuigd, dat<br />

onze industrie dergelijke kleine bedragen niet kan dragen,<br />

dat wij, met onze wassende bevolking, hoe langer hoe meer<br />

op den export zijn aangewezen en dat wij de industrie zoo<br />

weinig mogelijk belemmeringen in den v^eg moeten leggen.<br />

Mijnheer de Voorzitter! De Minister is geëindigd met te<br />

zeggen: het amendement van den heer Boon bevat elementen<br />

van juistheid, ik zou er wel iets voor gevoelen, maar de administratie<br />

wordt zoo moeilijk. Ik wijs er dan echter op. dat de<br />

Minister in post 41 onder de bijzondere bepalingen dezelfde<br />

redactie heeft voor platinadraad, koperdraad, kopertouw,<br />

ongeverfde zijde en dergelijke meer, waarbij het in de declaratie<br />

ontzettend veel moeilijker zal zijn te constateeren, waarvoor<br />

de .artikelen bestemd zijn, dan bij deze machines.<br />

Aan den eenen kant beroept de Minister er zich op, dat<br />

de machines zoo zelden vernieuwd worden: zij zouden een<br />

levensduur van 20 janr hebben; zoo heel veel worden er niet<br />

ingevoerd; maar aan den anderen kant zegt de Minister, dat<br />

het voor de administratie ondoenlijk zal zijn dit te controleeren.<br />

Dat argument zal de Minister moeilijk kunnen volhouden.<br />

Mijnheer de Voorzitter! Het spijt mij, dat de dames Bronsveld—Vitringa<br />

of Meijer, of een ander lid der rechterzijde<br />

mij hierbij niet steunen, aangezien ik dan meer succes zou<br />

hebben, nu de Minister zelf erkent, dat het billijk en juist is.<br />

Mevrouw Bakker—Nort: Mijnheer de Voorzitter! Ten<br />

einde de <strong>Kamer</strong> een onnoodige stemming te besparen, trek<br />

ik mijn amendement in.<br />

Aangezien het amendement van mevrouw Bakker—Nort<br />

(Stuk n°. 7) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van<br />

beraadslaging meer uit.<br />

De heer van Gijn: Mijnheer de Voorzitter! Het is minder<br />

aangenaam voor den vrouwenarbeid te moeten optreden, als<br />

men de vrouwen aan de rechterzijde hoort zeggen: och, als<br />

de naaimachines iets duurder worden, wat doet dat er toe? j<br />

Wanneer een naaimachine f 160 of f 200 kost, wil het<br />

zeggen voor de arme stakkerds die haar bijna afbetaald<br />

hebben, dat er f 12,80 of f 16 bijkomt en dat zij dus een i<br />

paar termijnen meer moeten betalen.<br />

Wij hebben mevrouw Bronsveld—Vitringa hooren zeggen:<br />

5 pet. komt er niet op aan. Zij was al heel blij, dat er<br />

8 pet. afging en zij tegen de kiezers kon zeggen': ik heb<br />

jullie verdedigd tegenover den Minister, die zooveel vroeg.<br />

Ik ben van die meening niet en blijf het voor de stakkerds<br />

opnemen, die vaak al zoo heel moeilijk door het leven<br />

komen en zich even nuttig maken in de productie als do<br />

groote fabrikanten.<br />

De Minister heeft gezegd: het kost alle jaren f 2-15 000.<br />

Mijnheer de Voorzitter! Ik zou wel eens willen weten, !<br />

wat het amendement, dat de Minister heeft overgenomen,<br />

(van Gijn e. a.)<br />

hem kost, om daaruit te berekenen, welk verschil er tusschen<br />

die twee zou zijn. Een belangrijk deel traat van die<br />

f245 000 af.<br />

Ik wil er op wijzen, dat brei- en stopmachines evengoed<br />

worden gebruikt door thuiswerkers. Die worden gebruikt<br />

door menschen, die daarmede niet werken voor hun eigen<br />

gezin, maar in het klein werken voor ondernemingen.<br />

Ik zie niet in, waarom wij alleen aan naaimachines<br />

moeten vasthouden. Wie een breimachine gebruikt, is er<br />

dikwerf even arm en akelig aan toe, als wie een naaimachine<br />

gebruikt, misschien nog veel slechter.<br />

Ik blijf dus hopen, dat althans een voldoend aantal leden<br />

zich zullen verklaren voor de belangen van die arme tobbers,<br />

die de Regeering, in haar 6treven om de schatkist te vullen,<br />

helaas meent te moeten treffen door dit recht.<br />

De heer Colijn, Minister van Financiën: Mijnheer de Voorzitter!<br />

Ik heb nog enkele opmerkingen te maken naar aaulei<br />

ding van de becijfering, welke de heer Boon gegeven heeft.<br />

Die geachte afgevaardigde zegt: 84 pet. van die machines<br />

valt onder de gewiebtsgrens van 20 K.G.<br />

Dit zegt op zich zelf zeer weinig. Wanneer men namelijk<br />

de geldelijke gevolgen berekent, dan dient men te zeggen:<br />

84 pet. van welk aantal ? Van 10 000 machines ? Van 100 000 ?<br />

Van_400, zegt de geachte afgevaardigde. Welnu, dan zijn<br />

wij in staat om het precies uit te rekenen.<br />

84 pet. van 400 is rond 325. De prijs van een machine is<br />

f 400. De verbruiksduur is 20 jaren. Dat beteekent dus een<br />

afschrijving van f 20 per jaar. Wanneer er een recht op is<br />

van 8 pet., dan moet die afschrijving worden verhoogd met<br />

f 1,60 per jaar, aangenomen althans, dat dat recht ten volle<br />

op het artikel drukt.<br />

En als het gaat om 325 machines, dan gaat het in totaal<br />

dus om verhooging der productiekosten met een bedrag van<br />

325 maal f 1,60.<br />

Een gelijke opmerking moet ik maken naar aanleiding van<br />

de cijfers, door den heer van Gijn genoemd. De geachte<br />

afgevaardigde spreekt, als hij het heeft over die arme<br />

tobberds, die met een naaimachine hun brood moeten verdienen,<br />

van een naaimachine van f 200, maar een naaimachine<br />

kost f 60 of f 70 en, al6 men een heel mooie wil<br />

hebben, f90.<br />

Ik hoor daar zeggen: f 30, maar die soort ken ik niet. In<br />

elk geval is f 60 veel dichter bij de waarheid dan f 200.<br />

Als men dergelijke argumenten gebruikt, waarvan ik de<br />

betrekkelijke waarde niet wil ontkennen, moet men niet door<br />

dergelijke overdrijving de zaak voorstellen in afmetingen,<br />

welke met de werkelijkheid niet in overeenstemming zijn.<br />

Ik handhaaf dus mijn bezwaren tegen de amendementen,<br />

voor zoover ik ze niet heb overgenomen.<br />

De heer Boon: Mijnheer de Voorzitter! Nu de Minister<br />

zijnerzijds een berekening heeft gemaakt, moet ik die toch<br />

even rectificeeren. De Minister heeft gezegd, dat 83 pet. van<br />

400 was 325, maar, als Zijn Excellentie had geluisterd naar<br />

de berekening, welk ik zooeven heb gemaakt, dan had hij<br />

gehoord, dat het waren 334 machines, zoodat men kreeg een<br />

bedrag van 334 maal f 1,60 of f 477. De Minister denkt, dat<br />

de levensduur van een machine is 20 jaar, maar die zal<br />

ongeveer 12 jaar zijn, zoodat men komt tot een bedrag van<br />

ongeveer f 800 voor de eene door mij bedoelde fabriek. Maar<br />

al ging het om f 500, dan was het nog van belang.<br />

Verder wijs ik er op, dat de Minister verder wijselijk heeft<br />

gezwegen over zijn bewering, dat de administratieve moeilijkheden<br />

zoo groot zouden zijn, terwijl Zijn Excellentie die<br />

bij andere ingewikkelde artikelen niet laat wegen.<br />

De heer Colijn, Minister van Financiën: Mijnheer de Voorzitter!<br />

Ik wensch alleen mede te deelen, dat één der betrokken<br />

fabrikanten persoonlijk aan het Departement heeft gesprolken<br />

van een levensduur van 20 jaar; niet van 12 jaar.<br />

De Voorzitter: Ik verzoek de Commissie van Rapporteurs,<br />

haar oordeel over de Regeeringswijziging en over de beide<br />

amendementen mede te deelen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!