27.12.2013 Views

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

311<br />

14de <strong>VERGADERING</strong>. — 29 OCTOBER 1924.<br />

66. Vaststelling eener nieuwe Tariefwet.<br />

(Voorzitter.)<br />

of andere niet tot de eigenlijke kaart 'behoorende aanduiding<br />

in letters, cijfers, teekens of figuren.<br />

13. Op schildersdoek aangebrachte, al dan niet op<br />

raam gespanen, al dan niet voltooide schetsen, schilderstukken<br />

of teekeningen, zoomede geschilderde of geteekende<br />

kakemono's en makimono's, een en ander mits<br />

niet voorzien van eenigerlei reclame of andere niet tot<br />

de eigenlijke schildering of teekening behoorende aanduiding<br />

en letters, cijfers, teekens of figuren, en met<br />

uitzondering van artikelen als zoogenaamde peinture<br />

Bogaerts en dergelijke, welke slechts gedeeltelijk door<br />

schilderen of teekenen zijn verkregen.<br />

14. Vlechtwerken van stroo of spaan, of van niet<br />

tot garen of draad gesponnen hennep, rameh of andere<br />

plantenvezels, in niet aaneengehechte reepen of strooken,<br />

welke eene breedte hebben van 3 centimeter of<br />

minder en eene lengte van 3 meter of meer, oolk al bevinden<br />

zich in die reepen of strooken emkele katoenen<br />

draden.<br />

16. Stroohulzen.<br />

16. Lompen, zoomede resten van weefsels en stoffen,<br />

welke in verband met hunnen aard en den toestand<br />

waarin zij worden ingevoerd, met lompen zijn gelijk te<br />

stellen.<br />

IV. Regelen voor de toepassing.<br />

1. Voor de toepassing van onderdeel I van den post<br />

en van sub III nos. 1 tot en met 6 van de Bijzondere<br />

bepalingen, als manufacturen, weefsels, stoffen en<br />

andere tot den post behoorende artikelen ,,aan het<br />

stuk", met inachtneming van het bepaalde hierna,<br />

alleen aan te merken, niet met andere zelfstandigheden<br />

verbonden fabrikaten welke eene lengte hebben van<br />

8 meter of meer, en, als stukken bukskin, feston en kant,<br />

worden begrensd door vier zijden, waarvan de twee van<br />

zelfkant of af hechting voorziene zijden, of, zoo deze<br />

ontbreekt, de twee langste zijden, over de geheele<br />

lengte van het stuk met elkander evenwijdig loopen, en<br />

waarvan de beide overige zijden niet door middel van<br />

zelfkant, afhechting, het aanbrengen van franje of op<br />

eenigerlei andere dergelijke wijze zijn afgewerkt of afgesloten.<br />

2. Als lengte, met inachtneming van het bepaalde<br />

bij de nos. 3, 4, 5 en 6 hierna, te nemen de gemiddelde<br />

lengte van de twee van zelfkant of afhechting voorziene<br />

zijden, welke aan elkander evenwijdig loopen, in andere<br />

gevallen de gemiddelde lengte van de aan elkander<br />

evenwijdig loopende langste zijden.<br />

3. Voor weefsels, vlechtwerken en andere tot den<br />

post behoorende artikelen, opgemaakt uit meer dan eene<br />

lengte, als lengte aan te nemen de lengte van elk der<br />

stukken voor de opmaking gebezigd.<br />

4. Bij stoffen met zoogenaamden valschen zelfkant<br />

(stoffen, waarbij behalve de gewone zelfkant aan de<br />

uiteinden van het stuk, ook in het midden van het stuk<br />

een of meer zelfkanten of tusschenruimten voorkomen),<br />

en bij stoffen, welke als aaneengeweven servetten,<br />

handdoeken, en zakdoeken, blijkens een daarop aangebraoht<br />

patroon, of een daarin voorkomende indeeling,<br />

blijkbaar zijn bestemd om op bepaalde plaatsen te worden<br />

gescheiden of vaneengeknipt, als lengte te nemen de<br />

lengte der af te scheiden stukken, (zelfkant en tusschenruimte<br />

niet medegemeten).<br />

5. Van weefsels en stoffen, waarvan de uiteinden op<br />

eenigerlei wijze zijn verbonden of aaneengehecht (randgeweven<br />

en rondgevlochten artikelen daaronder begrepen),<br />

zal de omtrek worden genomen als breedte, wanneer<br />

die omtrek minder is dan 2 meter, als lengte, wanneer<br />

die omtrek is 2 meter of meer.<br />

6. Bij het opnemen der afmetingen (met inachtneming<br />

van het bepaalde hiervoor) zelfkant, afhechting, |<br />

franje, enz. mede te meten. Bij het meten van feston,<br />

kant en franje, en van stoffen van feston, kant of franje<br />

voorzien en dergelijke artikelen, te meten volgens de<br />

li]n of lijnen, welke de meest uitstekende punten vereenigt.<br />

# 7. Als niet verder bewerkte stukken voor de toepassing<br />

van onderdeel I van den post en van sub III nos. 1<br />

tot en met 6 van de Bijzondere bepalingen, alleen aan<br />

te merken de artikelen, welke enkel zijn verkregen door<br />

weefsels en stoffen door middel van snijden, knippen,<br />

ponsen of dergelijke eenvoudige wijze te verdeelen in<br />

stukken, of welke, wanneer zij op andere wijze zijn vervaardigd,<br />

eenzelfde eenvoudig karakter dragen, 'een en<br />

ander voor zooveel die bewerking of vervaardiging niet,<br />

of niet tevens is dienstbaar gemaakt om de artikelen<br />

te versieren met of te voorzien van opengewerkte patronen,<br />

van gekartelde of uitgeschulpte randen of van<br />

feston, kant, franje, enz. Op laatstgenoemde wijze bewerkte<br />

artikelen zullen, evenals artikelen, welke zijn<br />

gezoomd of doorstikt, of zijn voorzien van kant, franje<br />

of feston, of waarvan (voor zooveel de cirkelvormige<br />

stukken betreft) de omtrek geheel of gedeeltelijk, of<br />

(voor zooveel de andervormige artikelen betreft) meer<br />

dan twee zijden of andere dan de aan elkander tegenover<br />

liggende zijden geheel of gedeeltelijk zijn afgehecht of<br />

voorzien van zelfkant, als verder bewerkte artikelen worden<br />

aangemerkt.<br />

8. Voor de toepassing van onderdeel I van den post<br />

en van sub 12 dezer Bijzondere bepaling, bij het bepalen<br />

van het aantal draden, wanneer ketting of inslag of<br />

beiden bestaan uit twee of meer naast of op elkander<br />

liggende draden, eiken draad afzonderlijk te tellen.<br />

9. Voor de toepassing van de letters c en d van sub<br />

III n°. 4 en van sub IV n°. 12 van de Bijzondere bepalingen:<br />

a. bij het berekenen van 1/10 van het aantal kettingdraden,<br />

onderdeden te verwaarloozen;<br />

h. geverfde of bedrukte draden in zoom, zelfkant of<br />

elders aangebracht, als geverfde of bedrukte draden aan<br />

te merken, en, voor zoover zij liggen in de richting der<br />

kettingdraden, bij het vaststellen van het aantal geverfde<br />

of bedrukte kettingdraden mede te tellen;<br />

c. wanneer aan stoffen en fabrikaten zelfkant of<br />

afhechting ontbreekt en slechts in ééne richting (schering<br />

of inslag), geverfde of bedrukte draden voorkomen,<br />

de in die richting loopende draden als kettingdraden aan<br />

te merken;<br />

d. stoffen en draden, welke zijn geïmpregneerd,<br />

geappreteerd, gedrenkt, bekleed, bestreken of bedekt<br />

met zoodanige al dan niet kunstmatig gekleurde zelfstandigheden,<br />

dat zij naar uiterlijk aanzien met bedrukte<br />

of geverfde stoffen en draden overeenkomen<br />

(bestrijken met graphiet en vet, zoomede bleeken, ook<br />

witbleeken, buiten aanmerking gelaten), met bedrukte<br />

of geverfde stoffen en draden gelijk te stellen;<br />

e. stoffen en fabrikaten, bedrukt met een enkel<br />

firmastempel, verzendmerk, fabrieksmerk, inhoudsopgave<br />

of plaatsnaam, niet als geverfd of bedrukt of als<br />

voorzien van figmren of patronen aan te merken.<br />

10. Als schilderdoek voor de toepassing van sub 111<br />

n°. 13, van de Bijzondere bepalingen aan te merken<br />

alle al dan niet gepraepareerde weefsels en stoffen,<br />

uitsluitend vervaardigd uit zelfstandigheden, welke<br />

zich bij verbranding gedragen als een product van<br />

plantaardigen aard.<br />

11. Onderdeel 1 van den post zal alleen worden toegepast<br />

op weefsels en stoffen:<br />

a. waarvan ketting en inslag duidelijk waarneembaar<br />

zijn, en niet, als bij fluweeh, velours-, pluche-,<br />

vilt-, velvet-, trijp- en astrakanachfige stoffen en als<br />

bij g'emoltonneeide, gehekelde, geteerde of met andere<br />

zelfstandigheden bedekte of bekleede stoffen, aan een<br />

of beide zijden geheel of gedeeltelijk aan het oog zijn<br />

onttrokken;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!