27.12.2013 Views

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

Vel 79. 305 Tweede Kamer. 14dc VERGADERING

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

332<br />

14de <strong>VERGADERING</strong>. — 29 OCTOBER 1924.<br />

66. Vaststelling eener nieuwe Tariefwet.<br />

(Fruytier e. a.)<br />

Ik beveel daarom het amendement van den heer Fleskens<br />

bij de <strong>Kamer</strong> aan.<br />

De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou de <strong>Kamer</strong><br />

in overweging willen geven, het amendement van den heer<br />

Fleskens niet te aanvaarden en dus den invoer van klompen<br />

onbelast te laten.<br />

De Iklompen zijn artikelen, die voor het overgroote deel<br />

gedragen worden door de arbeiders en boeren op het platteland<br />

en die zeiker niet duurder mogen gemaakt worden, dan<br />

ze nu reeds zijn.<br />

Veel werk, dat door de door mij bedoelde arbeiders moet<br />

worden verricht, kan in vele gevallen niet op schoenen<br />

gedaan worden.<br />

De klompen zijn momenteel te duur. Groote-mansklompen<br />

kosten nu f 2,50 per jaar, terwijl de prijs vóór den oorlog<br />

van 80 tot 100 cent liep. Men Ikan veilig aannemen, dat de<br />

prijs van de klompen op het oogenblilk 2^-maal zoo hoog "'s<br />

als vóór den oorlog.<br />

Mijnheer de Voorzitter! De heer Fleskens heeft gezegd,<br />

dat het in het 'belang van de industrie zou zijn, wanneer<br />

zijn amendement werd aangenomen. Er zijn echter bij alle<br />

artikelen industrieën te noemen, in wier belang de heffing<br />

niet en wèl zou zijn. Men kan zoo wel alle amendementen<br />

op verschillende manieren verdedigen. Het kan best mogelijk<br />

zijn, dat door een bepaald amendement een zekere<br />

industrie wordt geholpen, maar daar staat tegenover, dat er<br />

veel meer menschen zijn, die meer moeten betalen.<br />

Ik moet ten aanzien van het betoog van den heer van den<br />

Heuvel opmerlken, dat zijn betoog nu heel anders luidt dan<br />

het geklonken heeft bij de heffingsvoorstellen van ongeveer<br />

dezelfde soort artikelen in deze <strong>Kamer</strong>. Hij is in deze<br />

eenigszins uit zijn rol gevallen! Hij spreekt nu van een<br />

eerste levensbehoefte, maar er zijn meer artikelen behandeld,<br />

die men onder die groep zou kunnen onderbrengen.<br />

Maar den was de heer van den Heuvel er niet tegen. Nu het<br />

gaat over klompen, een artikel, dat speciaal ten plattelande<br />

wordt gebruikt, treedt oolk de heer van den Heuvel in het<br />

krijt, blijlkbaar om de kiezers ten plattelande in het gevlei te<br />

komen. Andere dingen, in dit wetsontwerp genoemd, zijn<br />

ook eerste levensbehoeften, welke ten plattelande worden<br />

gebruikt. Ik begrijp den heer van den Heuvel niet best. Hii<br />

Ikan blijkbaar twee kanten uitgaan. Het eene oogenblilk<br />

spreekt hij zus en het andere oogenblik zoo.<br />

_ De heer Colijn, Minister van Financiën: Mijnheer de Voorzitter!<br />

Deze ongetwijfeld belangwekkende discussie gaat min<br />

of meer buiten de Regeering om. De heer Fleskens wil bij<br />

amendement in den post 108 ook klompen opnemen. l'echnisch<br />

is daartegen geen bezwaar. Ik bedoel daarmede, dat<br />

klompen, evenals vele andere artikelen, een artikel is, dat<br />

in den vorm. waarin het hier wordt ingevoerd, ook aan den<br />

gebruiker wordt afgeleverd en dus geheel voldoet aan het<br />

criterium van toonbankartikel, welk criterium de Regeering<br />

aan den opzet van dit tarief ten grondslag heeft gelegd.<br />

Maar de Regeering heeft nog iets anders gedaan. Zij heeft<br />

bij het oorspronkelijk ontwerp, zooal.s het bij de <strong>Kamer</strong> is<br />

ingediend, en dat later door artikel 43 eenigszins is gewijzigd.<br />

getracht het aantal vrijstellingen, dat er volgens<br />

het oude tarief was, uit te breiden. Natuurlijk was rnetdien<br />

gedaehtencang in strijd om het aantal vrijstellingen in te<br />

krimpen. M. a. w. in den opzet van het ontwerp behoorde<br />

niet thuis, dat artikelen van een aard als deze, als zij vrij<br />

waren onder het oude tarief, in het nieuwe tarief belast<br />

zouden worden. Natuurlijk komt het amendement van den<br />

geachten afgevaardigde met die opvatting, welke óók aan<br />

het tarief ten grondslag ligt, wel in strijd.<br />

Terwiil dus eenerzijds in technischen zin het amendement<br />

kan geacht worden binnen het kader van het wetsontwerp<br />

te liggen, anderzijds is het, naar het mij voorkomt, niet in<br />

overeenstemming met een van de andere opvattingen, welke<br />

aan het tarief ten grondslag liggen.<br />

Er is nu een amendement en daarover hebben verschillende<br />

personen hun licht doen schijnen. Daarom zeg ik hier hetzelf<br />

de, wat ik over het amendement van den heer Ter Hall<br />

heb gezegd. Te meer, waar gebleken is, dat er in de <strong>Kamer</strong><br />

(Minister Colijn e.a.)<br />

zooveel verschillende meeningen bestaan. Ik laat daarom de<br />

beslissing aan de <strong>Kamer</strong> over.<br />

De h eer Bierema heeft een amendement ingediend, strekkende<br />

om den post van de schoenen van 8 pet. op 5 pet. terug<br />

te brengen. Hij heeft dat amendement verdedigd op grond<br />

van het feit, dat de schoen een artikel is, dat in ieder gezin<br />

wordt gebruikt, dat somwijlen bij groote hoeveelheden wordt<br />

gebruikt en dat geenszins altijd een luxe artikel is. Dat is<br />

volkomen waar, maar er staan in dezen post ook tal van<br />

dingen, welke wel als luxe artikelen zijn te beschouwen.<br />

Wanneer men b.v. heeft met goud bestikte muiltjes, dan<br />

vallen deze er ook onder, en dat geldt voor zeer veel duur<br />

schoenwerk. dat van uit het buitenland wordt ingevoerd.<br />

En daarom heb ik geen vrijmoedigheid om het recht op deze<br />

geheele groep te verlagen, te meer niet, omdat het weer<br />

31 ton kosten zou. Ik moet dus bezwaar maken tegen het<br />

amendement van den heer Bierema en laat de beslissing over<br />

het amendement van den heer Fleskens aan het oordeel van<br />

de <strong>Kamer</strong> over.<br />

De heer Bierema: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb met<br />

leedwezen vernomen, dat de Minister bezwaar maakt tegen<br />

mijn amendement. Ik kan niet ontlkennen, dat onder dezen<br />

post artikelen voorkomen, die tot de luxe-artikelen behooren,<br />

maar wanneer ik van den Minister maar eenige aanwijzing<br />

gekregen had, dat hij zijn medewerlking zou willen verleenen<br />

tot verlaging van het invoerrecht voor schoenen, zou<br />

ik trachten deze onder een aparten post te brengen. Waar ik<br />

echter niet den indruk heb gekregen, dat de Minister daartoe<br />

bereid zou zijn, meen ik in de gegeven omstandigheden mijn<br />

amendement te moeten handhaven.<br />

De heer Fleskens: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben dankbaar<br />

voor de houding van den Minister tegenover mijn<br />

amendement, dat hij ter beslissing aan de <strong>Kamer</strong> overlaat.<br />

Ik meen te kunnen volstaan met aan de <strong>Kamer</strong> mijn amendement<br />

aan te bevelen.<br />

De heer Dresselhnyg: Mijnheer de Voorzitter! Ik wil even<br />

constateeren, dat deze debatten voor iemand, die de zaken<br />

gevolgd heeft, eenige verwarring moeten opleveren. Wij<br />

hebben den heer van den Heuvel met klem hooren betoogen.<br />

dat hij ter wille van de belangen van het platteland geen<br />

recht op klompen geheven wil zien, en de heer Fleskens<br />

heeft betoogd, dat de klompen niet duurder zullen worden;<br />

ik meen zelfs, dat hij een oogenblik sprak van goedkooper.<br />

De Minister heeft zich daarover niet uitgelaten. Maar nu<br />

zulke groote belangen voor een groote bevolkingsgroep op<br />

het spel staan, moeten wij toch meer zekerheid hebben. De<br />

heer van den Heuvel heeft ten slotte bij de algemeene beschouwingen<br />

deze uitdrukking gebruikt, dat een bewijs van<br />

een verband tusschen hoogere invoerrechten en duur leven<br />

niet is geleverd en het tegendeel dikwijls is gezien. Dat lijkt<br />

op hetgeen de neer Fleskens zegt. Maar de Minister heeft op<br />

22 October bij de algemeene beschouwingen gezegd:<br />

,,Mijnheer de Voorzitter! Op de gronden, die ik zooeven<br />

heb uiteengezet, geloof ik niet, dat het gevolg van<br />

dit tarief zal zijn vermindering van onzen invoer, geloof<br />

ik ook daarom niet aan de beteekenis van het duurteargument,<br />

want het duurder worden van de goederen<br />

kan alleen plaats hebben, wanneer de prijs van het<br />

invoerrecht op den prijs der goederen komt en dan niet<br />

alleen voor de ingevoerde goederen, maar ook voor de<br />

goederen, die binnenslands worden vervaardigd.<br />

Ik verwacht, zooals ik zeide, niet, dat het Techt op den<br />

prijs der goederen zal worden gelegd, en daarom verwacht<br />

ik ook niet de duurtegevolgen, die door sommige<br />

sprekers naar voren zijn geschoven."<br />

Intusschen ben ik vandaag weer in de war gebracht, omdat<br />

de Minister meewarig verklaarde, dat enkele artikelen ter<br />

wille van de arme bevolking niet moesten worden belast,<br />

omdat zij dan duurder zouden worden, zooals de nagelschuiers.<br />

Intusschen worden de klompen volgens den heer

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!