EVDO01_ROE01_92.pdf

I
I
c:ffiar ia
Tusschen de opperzaal waaruit Judas van het Avondmaal wegvluchtte en Golgotha's naakte top ligt
Jezus' lijdenspad. -
Toen de ster verbleekte boven Bethlehem, verloren de geschenken der wijzen hun tooverglans in het
vale morgenlicht. Als vergeten vaatwerk liggen de kostbaarheden op het losse stroo, waarop zelfs
geen herders in de klamme ochtend hun knieën buigen. 0 gloriearm ontwaken.
Weg vlucht Maria met haar man en haar kind, weg uit de onveilige schuilplaats, weg van Herodes'
ongure knechten. Háár pad \-an smarten begint reeds hier en als zij onder het zware kruishout staat,
in het schrille bliksemlicht, is zij haar weg nog niet ten einde gegaan!
Welgelukzalig zijt gij onder de vrouwen, uitverkoren boven alle om de moeder des Heeren te zijn,
Gij, moeder der smarten! De zegen van het geluk weegt zwaar. -
Maria lijdt, omdat haar kind lijdt. Het leed der duizenden moeders om het vernielde leven van haar
zoons. Beklemmender dan het wonder van het leven, is het raadsel van dien harden dood. -
En hij heeft het zelf gewild? Hierom lijdt zij dieper nog, dat haar kind een vreemde is geworden
voor haar: bloed van haar bloed, leven van haar leven en zij begrijpt hem niet meer.
Het leed, ook dit, der duizenden moeders, van schier alle moeders.
Het kind Jezus in den Tempel: een eigen geest reeds. Haar zoon, met haar op de Bruiloft te Kana, de
Machtige, maar niet als zij het vraagt. En later nog, als zij hem bezoekt: "Mijn Moeder? Dat is ieder
die het woord Gods hoort en doet".
Al begrijpt zij niet, zij blijft bij hem, de Moeder. Dan, zijn laatste zorg, toch om haar: "Zoon, zie uw
moeder". Zorg voor haar, Johannes.
Vele jaren later, op haar sterfbed, zegt de overlevering, deelt zij haar kleederen uit, het laatste wat
zij bezit.
_J ezus bracht het offer van zijn leven, vrijwillig. Maria aanvaardde haar leven zooals het werd, met het
offer van haar kind, gelijk zij de belofte van den Engel aanvaard had: deemoedig, geloovig, kinderlijk
en moederlijk tegelijk.
Leed háár hart om de vervreemding, ons is het doorzichtig: Jezus was waarlijk kind van Maria, zooals
men de goede moeder in het kind herkenl, vroeger of later. Het mannelijke kind van de jonkvrouwelijke
Maria. -
In de vrouw Maria, de mensch, werd de menschheid gezegend.
"Wees gegroet, begenadigde, de Heer is met u". In die zegen ligt onze troost.
r
I~
-1l
,
CO
~
~
~
,