Collegiale ondersteuning binnen de Nederlandse Politie - Impact
Collegiale ondersteuning binnen de Nederlandse Politie - Impact
Collegiale ondersteuning binnen de Nederlandse Politie - Impact
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wanneer wordt iemand geadviseerd tot doorverwijzing?<br />
Advisering tot doorverwijzing naar professionele hulp gebeurt in overleg met <strong>de</strong> betrokkene. Er is<br />
geen eenduidige procedure over na hoeveel tijd een collega wordt doorverwezen; wel wordt veelal<br />
een maximum van 3 gesprekken gehanteerd, zoals ook aanbevolen in <strong>de</strong> richtlijn. Voor<br />
doorverwijzing wordt overleg gepleegd tussen <strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuner en bedrijfsmaatschappelijk<br />
werker, geestelijk verzorger of <strong>de</strong> leidinggeven<strong>de</strong>.<br />
Registratie<br />
Uit <strong>de</strong> focusgroepen komt naar voren dat bij elk korps op een of an<strong>de</strong>re manier wordt geregistreerd<br />
dat een collega collegiale <strong>on<strong>de</strong>rsteuning</strong> ontvangt of heeft ontvangen. Dit dient puur ter organisatie<br />
van <strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuners en kan ook alleen door hen wor<strong>de</strong>n ingezien. De registratie wordt bij<br />
elk korps weer an<strong>de</strong>rs gedaan. Ondanks <strong>de</strong> registratie, blijft het lastig om stapeling van inci<strong>de</strong>nten bij<br />
één persoon bij te hou<strong>de</strong>n. Dit komt enerzijds doordat iemand meer<strong>de</strong>re inci<strong>de</strong>nten achter elkaar<br />
kan meemaken, die buiten <strong>de</strong> inci<strong>de</strong>ntenlijst vallen. Een opeenstapeling van “kleinere” inci<strong>de</strong>nten<br />
blijkt in <strong>de</strong> praktijk echter wel tot klachten te kunnen lei<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rzijds bie<strong>de</strong>n huidige<br />
registratiesystemen vaak nog geen mogelijkheid om stapeling te registreren.<br />
De kwaliteit van <strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuner<br />
Competenties<br />
Er lijkt behoefte te zijn aan een competentieprofiel voor collegiale on<strong>de</strong>rsteuners. De richtlijn doet<br />
daar ook een aanbeveling over. Zo is invoelend vermogen (empathie) een belangrijke competentie.<br />
Ook is het belangrijk dat <strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuner geen last meer heeft van gebeurtenissen die<br />
hij/zij zelf heeft meegemaakt.<br />
Opleiding<br />
Om collegiale on<strong>de</strong>rsteuner te wor<strong>de</strong>n, is een opleiding verplicht. In die opleiding wordt on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re aandacht besteed aan psychische en psychosociale gevolgen van<br />
schokken<strong>de</strong> gebeurtenissen. Dit is ook wat <strong>de</strong> richtlijn adviseert. Er is echter een grote diversiteit aan<br />
opleidingen, met verschillen tussen <strong>de</strong> duur, <strong>de</strong> vorm en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> opleiding. Daardoor is er<br />
verschil in <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuners zijn toegerust. Meer eenduidigheid in <strong>de</strong><br />
opleiding van collegiale on<strong>de</strong>rsteuners is dus gewenst. Tevens wordt aangeven dat meer bijscholing<br />
gewenst is.<br />
Intervisie<br />
Intervisie kan een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuner. De<br />
intervisiebijeenkomsten wordt door veel collegiale on<strong>de</strong>rsteuners als waar<strong>de</strong>vol beschouwd. In <strong>de</strong><br />
frequentie en intensiteit van intervisiebijeenkomsten is echter veel verschei<strong>de</strong>nheid tussen <strong>de</strong><br />
korpsen.<br />
Evaluatie<br />
Volgens <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> focusgroepen wordt <strong>de</strong> kwaliteit van collegiale <strong>on<strong>de</strong>rsteuning</strong> niet<br />
geëvalueerd. Dit wordt wel aanbevolen in <strong>de</strong> richtlijn en hier is ook behoefte aan, omdat met name<br />
<strong>de</strong> collegiale on<strong>de</strong>rsteuners zo terug kunnen krijgen of hun gebo<strong>de</strong>n hulp effectief wordt bevon<strong>de</strong>n<br />
door <strong>de</strong> betrokkenen.<br />
40