Rijksmuseum Amsterdam Jaarverslag 1998
Rijksmuseum Amsterdam Jaarverslag 1998
Rijksmuseum Amsterdam Jaarverslag 1998
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Adriaen de Vries<br />
Het ontwerp van de tentoonstelling<br />
62<br />
Van weinig 16de- of 17de-eeuwse kunstenaars<br />
is bekend hoe ze over de plaatsing van<br />
hun kunstwerken dachten. De beeldhouwer<br />
Adriaen de Vries (1556–1626) heeft zich één<br />
keer, in een brief uit 1620 aan een potentiële<br />
koper, expliciet uitgelaten over de ideale<br />
opstelling van zijn werk. Naar aanleiding van<br />
de bronzen beeldengroep De Farnesische<br />
stier (Gotha, Schlossmuseum) stelde de<br />
beeldhouwer voor om dit werk op te stellen<br />
in een zaal zonder tapijten. Kortom, een<br />
pleidooi voor een ruimte die minimaal met<br />
de sculptuur concurreert: alle aandacht van<br />
de beschouwer moet onmiddellijk gericht<br />
worden op het bronzen beeld.<br />
Voor de vormgeving van de tentoonstelling<br />
‘Adriaen de Vries, keizerlijk beeldhouwer<br />
1556–1626’ was deze opvatting het uitgangspunt:<br />
de architectuur van de presentatie moest sober en<br />
helder zijn om de bronzen beelden volkomen tot<br />
hun recht te laten komen. De Vries’ formulering<br />
bleek een bruikbaar historisch vertrekpunt voor<br />
een vormgeving die zelf uitdrukkelijk vrij van historiserende<br />
aspecten moest zijn. Er werd een<br />
moderne, abstracte ruimte geschapen waarin de<br />
beeldhouwkunst van De Vries in al haar frisheid en<br />
radicaliteit tot recht kon komen. Voor het tentoonstellingsontwerp<br />
werd Walter Nikkels<br />
gevraagd. Met zijn ruimtelijke ontwerp werd een<br />
passende, eigentijdse vorm gevonden voor de presentatie<br />
van de bronzen beelden van De Vries in<br />
het van historisme doortrokken <strong>Rijksmuseum</strong>gebouw.<br />
Andere uitgangspunten van de presentatievorm<br />
waren: de gekozen locatie (de Eregalerij<br />
van het museum), een ruime en overzichtelijke<br />
opstelling van de beelden, de centrale plaats van<br />
de circa zes meter hoge reconstructie van de fontein<br />
die Adriaen de Vries omstreeks 1616–1620<br />
maakte voor koning Christiaan IV en tenslotte<br />
de belichting, die daglicht-condities zou moeten<br />
nastreven.<br />
Nikkels ontwerp had als belangrijkste ingrediënten<br />
een grote, perspectivisch werkende vista<br />
op de fontein in het midden van de zaal, een reeks<br />
kabinetten en een loggia-achtige ruimte voor de<br />
groep bronzen uit de tuin van het Waldsteinpaleis<br />
in Praag. Een groot halfrond scherm achter de<br />
fontein werkte als een coulisse die de achterliggende<br />
ruimte onzichtbaar maakte voor de bezoeker.<br />
In de rugzijde hiervan was een gefacetteerde band<br />
uitgespaard waarop de tekeningen van De Vries<br />
werden getoond. Het totale ontwerp was gebaseerd<br />
op een moduul van 450 x 450 cm, een maatvoering<br />
die tot in de sokkels werd doorgevoerd.<br />
Voor de blokvormige voetstukken koos Nikkels een<br />
bekleding van lood, een materiaal dat massiviteit<br />
verleent en bovendien door zijn dofgrijze oxidatie<br />
en gebruikssporen fraai combineert met het gepatineerde<br />
brons. In twee kabinetten werden vier<br />
gelijke sokkels opgesteld die door middel van een<br />
verhoogd, loden podium verbonden werden tot<br />
Inrichting tentoonstelling met reconstructie fontein