PDF 7,4 Mb - NVKC
PDF 7,4 Mb - NVKC
PDF 7,4 Mb - NVKC
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
geen reden om te veronderstellen dat de betreffende functie op maximale capaciteit<br />
dient te werken. De meeste systemen hebben een overcapaciteit, en door ze op<br />
maximale capaciteit te laten functioneren kunnen theoretisch disbalansen tussen<br />
verschillende micronutriënten en metabole wegen ontstaan. Een voorbeeld is in het C1<br />
metabolisme, waarbij men, afhankelijk van de status in de basale toestand, het serum<br />
homocysteïne kan doen dalen door suppletie van zowel foliumzuur, vitamine B12,<br />
vitamine B6, betaïne als choline. Wat de balans tussen deze “methylvoedingscomponenten”<br />
dient te zijn voor het bereiken van een optimaal fenotype is een vraag die<br />
niet eenvoudig lijkt te beantwoorden in deze tijd waarin onze voedingsgewoonten sterk<br />
verwijderd zijn van datgene waarop ons genoom is geëvolueerd gedurende de afgelopen<br />
6 miljoen jaar sinds onze aftakking van de chimpansee (5). Het veroorzaken van een<br />
disbalans is de mogelijke reden van de oversterfte door suppletie van een enkel<br />
antioxidant (Tabel 2), waarbij de gedachte is dat ieder antioxidant in hoge concentraties<br />
eveneens als pro-oxidant kan gaan fungeren. Een andere mogelijkheid is dat het<br />
onderdrukken van oxidatieve stress het ontstaan van kanker in de hand heeft gewerkt<br />
omdat ook (pre)kankercellen worden opgeruimd via blootstelling aan vrije radicalen<br />
(23). De belangrijkste les is mogelijk dat de gezochte balans aanwezig is in onze<br />
voeding, maar dan wel in de voeding die ons genoom heeft gemaakt tot wat het nu is.<br />
Conclusies<br />
Door gebrek aan solide gegevens is de wetenschappelijke hardheid van voedingsnormen,<br />
met name die van toxische doseringen, doorgaans beperkt. Toetsing van de bevolking<br />
aan de hand van bestaande voedingsnormen, met name de aanbevolen dagelijkse<br />
hoeveelheden, laten in zijn algemeenheid geen uitspraken toe die aangeven “dat het wel<br />
goed zit” met onze voeding en zulke uitspraken gelden al helemaal niet voor de<br />
individuele gevallen waarmee we te maken hebben in de gezondheidszorg. Dit geldt<br />
niet alleen voor de macronutriënten, maar ook voor de micronutriënten. Ongunstige<br />
omgevingsfactoren, waaronder suboptimale voeding (maar ook bewegen), vormen de<br />
belangrijkste (vermijdbare) risicofactoren voor de typisch Westerse ziektes die het<br />
aantal jaren dat we in gezondheid leven bekorten (2). Klinisch chemici spelen een<br />
belangrijke rol in de interpretatie van de uitslagen van laboratoriumanalyses van de<br />
voedingsstatus. Hierbij is het van belang om ons voor wat betreft (subklinische)<br />
22