Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
een grote razzia opgepakt. We werden bij de Amstel<br />
Brouwerij tegen de muur gezet. Ik dacht dat mijn<br />
einde was gekomen maar de Duitsers schoten in<br />
de lucht. We verbleven ‘s nachts in een school en<br />
de volgende ochtend moesten er 200 man op de<br />
trein naar Westerbork. De overigen, waaronder ikzelf,<br />
werden wonder boven wonder gewoon vrijgelaten!<br />
De man van mijn zus Betty zat in het verzet en regelde<br />
een onderduikadres dat we afwezen. In juli 1943<br />
werden mijn vrouw en ik opgepakt toen we bij<br />
vrienden op bezoek waren.<br />
Brood voor uiterste nood<br />
In dit kamp kreeg je geen nummer op je arm. Je<br />
mocht je bezittingen nog even houden, waardoor<br />
je ze kon ruilen voor brood. Met mijn hotelervaring<br />
blufte ik me in de keukenploeg om maar zo dicht<br />
mogelijk bij voedsel te zitten. In het schoenencommando<br />
haalde ik schoenen uit elkaar voor hergebruik<br />
van het leer. Je had geen idee dat ze van vermoorde<br />
mensen uit Auschwitz afkomstig waren. Ook hier<br />
gaf ik les aan kinderen. Met diamanten konden ook<br />
Ina’s ouders hun stempels van 120.000 gulden voor<br />
deportatie naar Bergen-Belsen betalen, dus daar<br />
ontmoetten we elkaar weer. Tussen het harde werken<br />
door beurden wij elkaar met onze brieven op.<br />
Te laat<br />
In Westerbork probeerde ik zo snel mogelijk een<br />
baantje te krijgen, zodat ik er zou kunnen blijven.<br />
Iedereen vreesde het beruchte dinsdag-transport<br />
naar de kampen in Duitsland en Polen. Ik werd hoofd<br />
van de school en gaf les in taal en rekenen en organiseerde<br />
muziekavonden. Hier ontmoette ik opnieuw<br />
de betoverende Ina Soep. Haar vader was diamantair<br />
en met diamanten hadden zij nog enig uitstel van<br />
deportatie kunnen kopen. Ina was tien jaar jonger<br />
dan ik en ik was zeer gecharmeerd van haar. Om<br />
mijn vrouw niet openlijk in verlegenheid te brengen,<br />
begonnen we elkaar in het geheim briefjes te schrijven.<br />
In Westerbork zag ik mijn ouders voor het laatst.<br />
In een brief aan Ina schreef ik dat ik hoopte dat mijn<br />
ouders niet zo hard zouden hoeven te werken. Je<br />
had werkelijk geen idee van de vernietigingskampen.<br />
Na de oorlog ontdekte ik dat mijn ouders waren<br />
vergast in Sobibor. Slechts enkele treinen gingen<br />
naar Bergen-Belsen, een concentratiekamp waar<br />
personen met bepaalde beschermingspapieren<br />
heengingen. Mijn ouders stonden op de ‘Palestinalijst’.<br />
Een lijst met Joden die vanuit Bergen-Belsen<br />
geruild konden worden tegen Duitse Tempeliers die<br />
door de Engelsen in Palestina krijgsgevangen waren<br />
gemaakt. Helaas kwam dit Palestina-certificaat voor<br />
mijn ouders net te laat, want we kregen dit pas na<br />
hun deportatie. In februari 1944 werden mijn vrouw,<br />
mijn zus Liesje en ik met dit certificaat gedeporteerd<br />
naar Bergen-Belsen.<br />
In een brief vroeg ik haar om een potlood voor mij<br />
te stelen, want zij werkte als secretaresse voor een<br />
groep die een diamantfabriek moest gaan opzetten.<br />
Veel mensen gingen er dood door ondervoeding,<br />
ziekten en uitputting. Voor mijn tweede paar schoenen<br />
had ik brood geruild dat ik bewaarde voor uiterste<br />
nood. Mijn zus werd ziek en had brood nodig en ik gaf<br />
het haar niet. Een vriend vroeg me om brood voor zijn<br />
zieke zoon, maar ik wilde overleven en gaf het hem<br />
niet. Na de oorlog schaamde ik mij er diep voor. Toen<br />
Ina ernstig ziek werd, gaf mijn vrouw haar brood wel<br />
aan haar, zodat Ina weer op krachten kon komen.<br />
10 <strong>Aanspraak</strong> - <strong>december</strong> <strong>2012</strong>