Zitting van GR van 12 maart 2012.pdf - Stad Kortrijk
Zitting van GR van 12 maart 2012.pdf - Stad Kortrijk
Zitting van GR van 12 maart 2012.pdf - Stad Kortrijk
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
EIGENDOMSAANHALING<br />
Het goed behoort toe aan de grond eigenaar om het verkregen te hebben sedert meer dan<br />
dertig jaar jegens mevrouw Marie Joseph Ouvrard de Linière - de Bethune bij akte verleden<br />
vóór notaris Boes te <strong>Kortrijk</strong> op vierentwintig december negentienhonderd negenenvijftig.<br />
II. - VOORWAARDEN<br />
1 - DUUR VAN DE OVEREENKOMST.<br />
Het recht <strong>van</strong> opstal gaat in op heden en wordt toegestaan en aanvaard voor een termijn<br />
<strong>van</strong> twintig jaar ingaand op veertien mei tweeduizend en elf, om te eindigen op dertien mei<br />
tweeduizend éénendertig, middernacht . Het recht eindigt <strong>van</strong> rechtswege door het verstrijken<br />
<strong>van</strong> de maximale duur; het is vatbaar voor vernieuwing.<br />
De opstalhouder mag het goed niet met zakelijke rechten bezwaren die de duur <strong>van</strong> zijn recht<br />
overschrijden.<br />
2.- ERFDIENSTBAARHEDEN<br />
Het recht <strong>van</strong> opstal wordt gevestigd op het goed met alle lijdende, zichtbare, voortdurende<br />
en niet voortdurende erfdienstbaarheden die het goed zouden kunnen bezwaren, en de<br />
opstalhouder zal genieten <strong>van</strong> de heersende erfdienstbaarheden, indien er zijn, dit alles op zijn<br />
kosten, lasten en risico, en zonder dat dit beding aan om het even wie meer rechten zou geven<br />
dan hij er zou bezitten ingevolge regelmatige en niet verjaarde titels of ingevolge de wet.<br />
De erfdienstbaarheden opgenomen in de akte <strong>van</strong> veertien mei negentienhonderd<br />
éénennegentig blijven onverminderd tussen partijen gelden en worden geacht in deze<br />
hernomen te zijn.<br />
3.- STAAT VAN HET GOED - OPPERVLAKTE - INHOUD.<br />
De grondeigenaar bevestigt uitdrukkelijk dat het goed geen risicogrond is, zoals bedoeld in het<br />
Bodemdecreet.<br />
De instrumenterende commissaris bevestigt dat uit een schrijven <strong>van</strong> één juni tweeduizend en<br />
elf <strong>van</strong> de <strong>Stad</strong> <strong>Kortrijk</strong> blijkt dat het goed niet is opgenomen in de gemeentelijke inventaris <strong>van</strong><br />
risicogronden.<br />
De grondeigenaar verklaart verder dat hij vóór het sluiten <strong>van</strong> de huidige overeenkomst<br />
een bodemattest heeft aangevraagd bij de OVAM voor elk perceel betreffende het goed;<br />
attest waar<strong>van</strong> de opstalhouder vóór het sluiten <strong>van</strong> onderhavige overeenkomst kennis heeft<br />
genomen.<br />
De inhoud <strong>van</strong> het attest, afgeleverd door de OVAM op *D4* luidt als volgt:<br />
dinsdag 20 <strong>maart</strong> 20<strong>12</strong> 13:33 - Doorlopend verslag <strong>12</strong>/03/20<strong>12</strong> p62/189