Private investeringen als redmiddel voor herstructurering van ... - Rboi
Private investeringen als redmiddel voor herstructurering van ... - Rboi
Private investeringen als redmiddel voor herstructurering van ... - Rboi
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Private</strong> <strong>investeringen</strong><br />
<strong>als</strong> <strong>redmiddel</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen?<br />
Onderzoek naar <strong>voor</strong>waarden waaronder<br />
ondernemers bereid zijn te investeren in<br />
<strong>herstructurering</strong>.
Met<br />
dank<br />
aan<br />
Geïnterviewden<br />
Andel, L. <strong>van</strong>, Boer, L.J., Vastgoed BV<br />
Blink, G. <strong>van</strong> den, gemeente Olst-Wijhe<br />
Eijk, K. <strong>van</strong>, Rasenberg Divisie Infra en Bedrijvenvereniging De Mark<br />
Hoekstra, F., Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
Hoff, D. <strong>van</strong> ’t , gemeente Sliedrecht<br />
Perizonius, L., Jansen Venneboer BV en Bedrijvenkring De Enk<br />
Rook, A., gemeente Breda<br />
Verschoor, O., Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden<br />
Weeghel, E. <strong>van</strong>, Gerretsen BV en Estufa BV<br />
Wiendels, H., Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen Overijssel<br />
Commentaar<br />
Wijk, ir. J. <strong>van</strong><br />
Leeuwen, ir. R. <strong>van</strong><br />
Tekstcorrectie<br />
Kranse-Vissers, L.<br />
Print<br />
RBOI Rotterdam BV<br />
Ontwerp<br />
www.jimkorsten.com
<strong>Private</strong> <strong>investeringen</strong><br />
<strong>als</strong> <strong>redmiddel</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen?<br />
datum uitgave<br />
Juni 2011<br />
auteur begeleider beoordelaar<br />
Schenau, Y. Kiers, MSc. M. Huffstadt, ir. M.
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord 7<br />
Samenvatting 8<br />
1. Inleiding 11<br />
1.1 Aanleiding en rele<strong>van</strong>tie 12<br />
1.2 Probleemstelling 12<br />
1.3 Doelstelling 12<br />
1.4 Onderzoeksvragen 12<br />
1.5 Afbakening 12<br />
1.6 Onderzoeksopzet 13<br />
1.7 Reflectie op onderzoeksmethode en bronnen 16<br />
1.8 Opbouw <strong>van</strong> de masterproef 16<br />
2. Theoretisch onderzoekskader 17<br />
2.1 Bedrijventerreinen en veroudering 18<br />
2.2 Herstructurering 22<br />
2.3 Ondernemers 25<br />
2.4 Relfectie op theoretisch kader 26<br />
3. Oorzaken en veroorzakers <strong>van</strong> veroudering 27<br />
3.1 Te ruim en goedkoop aanbod 28<br />
3.2 Ontbrekende beheer- en onderhoudsbudgetten 28<br />
3.3 Weinig <strong>investeringen</strong> in bedrijfsgebouwen en buitenruimte 29<br />
3.4 Versnipperd eigendom 30<br />
3.5 Veranderde vestigings<strong>voor</strong>waarden 30<br />
3.6 Conclusies 30
4. Ondernemerschap 33<br />
4.1 <strong>Private</strong> partijen en hun belang 34<br />
4.2 Bepalende factoren bij besluitvorming 34<br />
4.3 Investeren in vastgoed en grond; de overwegingen 35<br />
4.4 Conclusies 37<br />
5. Bouwstenen uit de praktijk 39<br />
5.1 Belang <strong>van</strong> publieke <strong>investeringen</strong> 41<br />
5.2 Publieke <strong>investeringen</strong> <strong>als</strong> katalysator 42<br />
5.3 Rol <strong>van</strong> ontwikkelingsmaatschappijen 43<br />
5.4 Denken <strong>van</strong>uit de ondernemer 48<br />
5.5 Procesmatige aspecten 48<br />
5.6 Conclusies/bouwstenen 50<br />
6. Conclusies 53<br />
7. Aanbevelingen 57<br />
7.1 Aanbevelingen <strong>voor</strong> een verbeterd investeringsklimaat 58<br />
7.2 <strong>Private</strong> <strong>herstructurering</strong>; de kansen verkend 59<br />
Bijlagen 65<br />
Bijlage 1 Case De Enk, Wijhe 66<br />
Bijlage 2 Case ’t Plaatje, Sliedrecht 74<br />
Bijlage 3 Case Hazepad e.o., Breda 79<br />
Bijlage 4 Verantwoording selectie <strong>van</strong> cases 87<br />
Bijlage 5 Bronnen 90
7<br />
Voorwoord<br />
“Ondernemers. Ze schrijven aan hun verhaal, meer met daden dan met<br />
woorden. En ze zijn altijd onderweg. Maar waar ze zich ook bevinden en<br />
waarheen hun weg ook leidt, het is altijd een door henzelf aangelegde<br />
weg. Want dat is wat ondernemers zijn: reizigers over een eigen weg.”<br />
bron: Jaarverslag 2010, NV Investeringsbank LIOF<br />
De kredietcrisis, recessie en de bezuinigingsopgave<br />
noodzaken de overheid om te zoeken naar alternatieve<br />
oplossingen om beleidsopgaven uit te kunnen voeren.<br />
Door de bedrijfsruimtemarkt te verzakelijken hoopt de<br />
overheid meer private <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen los te krijgen. De vraag is echter in<br />
hoeverre en onder welke <strong>voor</strong>waarden ondernemers hiertoe<br />
bereid zijn. Door in de huid <strong>van</strong> ‘de ondernemer’ te<br />
kruipen en <strong>van</strong>uit zijn perspectief te kijken naar <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen, heb ik me de afgelopen<br />
vier maanden verdiept in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen.<br />
Voor mij een nieuwe benadering, aangezien<br />
ik in mijn dagelijkse werk over het algemeen in opdracht<br />
<strong>van</strong> gemeenten werk.<br />
De <strong>voor</strong>liggende masterproef is <strong>voor</strong> mij de afsluiting <strong>van</strong><br />
een periode waarin ik veel heb geleerd op het vlak <strong>van</strong><br />
gebiedsontwikkeling en stedelijke vernieuwing. De twee<br />
jaar die ik naast mijn werk <strong>als</strong> adviseur ruimtelijke planning<br />
mocht doorbrengen <strong>als</strong> student waren inspirerend.<br />
De meeste colleges gaven me nieuwe inzichten die <strong>van</strong><br />
meerwaarde bleken te zijn in mijn dagelijke werkzaamheden.<br />
Afgezien <strong>van</strong> de groei die ik heb doorgemaakt<br />
<strong>als</strong> professional was de tijd aan de MUAD <strong>voor</strong>al ook erg<br />
gezellig. In het eerste college werd gezegd dat we onze<br />
klasgenoten beter zouden leren kennen dan onze eigen<br />
collega’s. Ik kan het hier alleen maar mee eens zijn. Er is<br />
een hechte groep ontstaan. De projectweken – waarin<br />
we in een race tegen de klok complexe vraagstukken<br />
hebben opgelost – hebben hier in belangrijke mate aan<br />
bijgedragen.<br />
Vanaf deze plaats wil ik mijn medestudenten en de<br />
opleiding bedanken <strong>voor</strong> de inspirerende en <strong>voor</strong>al leuke<br />
tijd aan de MUAD. Daarnaast wil ik via deze weg mijn<br />
werkgever (RBOI) bedanken, die mij in staat heeft gesteld<br />
de opleiding te volgen. Ook wil ik mijn partner bedanken<br />
<strong>voor</strong> zijn steun en geduld in de afstudeerperiode. Marius<br />
Kiers wil ik graag bedanken <strong>voor</strong> zijn begeleiding in de<br />
afgelopen weken. Tot slot gaat mijn dank uit naar alle<br />
geïnterviewden en anderen die hebben bijgedragen aan<br />
de totstandkoming <strong>van</strong> deze masterproef.<br />
Yoeri Schenau<br />
juni 2011
8<br />
Samenvatting<br />
wordt naar <strong>voor</strong>waarden bestaat uit de problematiek<br />
(veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen), de beoogde<br />
probleemeigenaar <strong>van</strong> de overheid (de ondernemers)<br />
en het middel om veroudering tegen te gaan<br />
(<strong>herstructurering</strong>).<br />
Veroudering<br />
bedrijventerreinen<br />
Ondernemer<br />
De overheid zet in op het tegengaan <strong>van</strong> veroudering<br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen om zo <strong>voor</strong>al het economisch<br />
functioneren <strong>van</strong> bedrijventerreinen te verbeteren. Dit is<br />
belangrijk gezien het belang <strong>van</strong> bedrijventerreinen <strong>voor</strong><br />
de economie en werkgelegenheid. Adequate publieke<br />
budgetten ontbreken echter om de landelijke <strong>herstructurering</strong>sopgave<br />
<strong>van</strong> circa 15.800 ha uit te voeren, door<br />
onder andere de kredietcrisis, recessie en bezuinigingen.<br />
Door de bedrijfsruimtemarkt te verzakelijken zet de overheid<br />
in op private <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen. Investeringen door ondernemers in<br />
<strong>herstructurering</strong> worden gelegitimeerd door het profijt<br />
dat zij hebben bij de <strong>herstructurering</strong>smaatregelen. De<br />
overheid ziet dus een grotere rol <strong>voor</strong> ondernemers bij<br />
financiering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen.<br />
Het is echter maar de vraag of en onder welke <strong>voor</strong>waarden<br />
ondernemers willen investeren in <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen. De hoofdonderzoeksvraag <strong>van</strong><br />
dit onderzoek luidt dan ook:<br />
Onder welke <strong>voor</strong>waarden zijn ondernemers bereid<br />
(mee) te investeren in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> verouderde<br />
bedrijventerreinen?<br />
Om het speelveld <strong>van</strong> het onderzoek te bepalen en het<br />
onderzoek af te bakenen is een theoretisch onderzoekskader<br />
opgesteld. In dit onderzoekskader staat het doel<br />
<strong>van</strong> het onderzoek centraal, namelijk het doen <strong>van</strong> aanbevelingen<br />
gericht op de <strong>voor</strong>waarden waaronder ondernemers<br />
bereid zijn te investeren in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen. Het speelveld waarbinnen gezocht<br />
Voorwaarden<br />
<strong>herstructurering</strong><br />
Het onderzoek bestaat uit twee fasen waarin twee onderzoeksmethoden<br />
zijn toegepast. Het eerste deel bevat<br />
het theoretische onderzoek. Hierin is door middel <strong>van</strong><br />
literatuurstudie onderzoek gedaan naar de oorzaken <strong>van</strong><br />
veroudering en de bijdrage <strong>van</strong> publieke partijen en bedrijven<br />
aan veroudering. Daarnaast is onderzocht op basis<br />
<strong>van</strong> welke motieven ondernemers investeringsbeslissingen<br />
nemen. Het empirische onderzoek heeft plaatsgevonden<br />
aan de hand <strong>van</strong> drie <strong>herstructurering</strong>sprojecten:<br />
De Enk in Wijhe, ’t Plaatje in Sliedrecht en Hazepad e.o.<br />
in Breda. Per project zijn interviews afgenomen met<br />
de betrokken gemeenteambtenaar, een medewerker<br />
<strong>van</strong>uit de ontwikkelingsmaatschappij, ondernemers en/<br />
of de bedrijvenvereniging. Het empirisch onderzoek was<br />
gericht op het achterhalen <strong>van</strong> inhoudelijke en procesmatige<br />
bouwstenen die bijdragen aan het creëren <strong>van</strong> een<br />
aantrekkelijk investeringsklimaat <strong>voor</strong> ondernemers. De<br />
bouwstenen (‘lessons learned’) uit de praktijkcases vormen<br />
een belangrijke basis <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>waarden waaronder<br />
ondernemers bereid zijn mee te investeren.
9<br />
Het onderzoek laat zien dat het stimuleren <strong>van</strong> <strong>investeringen</strong><br />
door ondernemers niet is te vatten in een lijst<br />
<strong>voor</strong>waarden waaraan moet worden voldaan. Door de<br />
vele eigenaar-gebruikers op bedrijventerreinen met elk<br />
hun eigen (bedrijfseconomische) belang en dus argumenten<br />
om wel of niet te investeren is het onmogelijk om<br />
<strong>voor</strong>waarden te geven die bedrijfs<strong>investeringen</strong> ‘garanderen’.<br />
In plaats daar<strong>van</strong> is het beter te spreken over<br />
aspecten die het investeringsklimaat verbeteren en de<br />
kans op <strong>investeringen</strong> door ondernemers vergroten.<br />
Om de kans op bedrijfs<strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
te vergroten blijkt dat het belangrijk is om het belang <strong>van</strong><br />
ondernemers en het profijt dat zij hebben bij <strong>herstructurering</strong>smaatregelen<br />
centraal te stellen. Ook het bieden<br />
<strong>van</strong> – op de situatie en het betreffende bedrijf afgestemde<br />
– (financiële) oplossingen blijkt een effectief middel in<br />
het stimuleren <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong>. Elk bedrijf heeft<br />
immers een andere financiële situatie en dus mogelijkheden/redenen<br />
om wel of niet te investeren. Daarnaast is<br />
het belangrijk de meerwaarde <strong>van</strong> maatregelen <strong>voor</strong> de<br />
betreffende ondernemer te verduidelijken zodat hij een<br />
objectieve(re) inschatting kan maken <strong>van</strong> de meerwaarde<br />
ten opzichte <strong>van</strong> zijn belang.<br />
Investeringen <strong>van</strong> publieke en private partijen blijken<br />
onderling afhankelijk en elkaar bovendien te versterken.<br />
Samenwerking tussen publieke en private partijen is dan<br />
ook noodzakelijk om te komen tot succesvolle <strong>herstructurering</strong>.<br />
Belangrijk aspect hierbij is wederzijds vertrouwen.<br />
Het onderzoek laat daarnaast zien dat publieke <strong>investeringen</strong><br />
in <strong>herstructurering</strong> nodig zijn en blijven om<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen <strong>van</strong> de grond te<br />
krijgen. Hier<strong>voor</strong> zijn de volgende drie redenen:<br />
1. Herstructurering is over het algemeen een kostbare<br />
aangelegenheid, zeker <strong>als</strong> het gaat om revitalisering<br />
en/of herprofilering. De hoogte <strong>van</strong> <strong>investeringen</strong><br />
weegt <strong>voor</strong> bedrijven vaak niet op tegen het profijt <strong>van</strong><br />
de maatregelen <strong>voor</strong> het betreffende bedrijf.<br />
2. De overheid heeft een verantwoordelijkheid in het<br />
tegengaan <strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen,<br />
gezien haar rol bij het ontstaan er<strong>van</strong>. Het gevoerde<br />
bedrijvenerreinenbeleid heeft geleid tot overaanbod<br />
aan bedrijventerreinen en lage grondprijzen. Daarnaast<br />
is er (te) weinig geïnvesteerd in adequaat beheer<br />
en onderhoud <strong>van</strong> de openbare ruimte en doorontwikkeling<br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen aan veranderde vestigingseisen.<br />
3. Publieke <strong>investeringen</strong> hebben een stimulerende<br />
en aanjagende werking op private <strong>investeringen</strong> in<br />
<strong>herstructurering</strong>.<br />
De belangrijkste aanbevelingen die <strong>voor</strong>tvloeien uit<br />
het onderzoek zijn:<br />
• Creëer op zorgvuldige wijze schaarste op de bedrijfsruimtemarkt,<br />
waardoor het <strong>voor</strong> ondernemers<br />
aantrekkelijker wordt om te investeren in het huidige<br />
eigendom.<br />
• Zet publieke middelen strategisch in <strong>als</strong> aanjager <strong>van</strong><br />
private <strong>investeringen</strong> en <strong>herstructurering</strong>.<br />
• Denk <strong>als</strong> ondernemer, ga uit <strong>van</strong> zijn belang, denk<br />
mee en biedt op de situatie en het bedrijf afgestemde<br />
(financiële) oplossingen (maatwerk).<br />
• Laat de meerwaarde <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>smaatregelen<br />
<strong>voor</strong> ondernemers zien en overtuig hen op deze<br />
manier om mee te investeren.<br />
• Creëer een vruchtbare basis <strong>voor</strong> samenwerking en<br />
vertrouwen. Bouwstenen hier<strong>voor</strong> zijn: luisteren naar<br />
elkaars knelpunten en wensen, <strong>voor</strong>af haalbare doelen<br />
stellen, <strong>voor</strong>tuitgang laten zien (uitvoering maatregelen)<br />
en transparant, open, duidelijk en consequent<br />
communiceren.<br />
Het creëren <strong>van</strong> een optimaal investeringsklimaat vergroot<br />
de kans op bedrijfs<strong>investeringen</strong>, maar biedt geen garantie<br />
<strong>voor</strong> – de door de overheid gewenste – <strong>investeringen</strong><br />
door ondernemers in <strong>herstructurering</strong>. De verschillende<br />
belangen <strong>van</strong> publieke en private partijen en bedrijven, de<br />
veelheid aan betrokken partijen/eigenaren, het gebrek aan<br />
publieke middelen en de geringe bereidheid <strong>van</strong> private<br />
partijen om te investeren liggen hier in hoofdzaak aan ten<br />
grondslag. Onderzoek naar alternatieve samenwerkingsverbanden<br />
en verdienmodellen is dan ook aan te raden.<br />
Beleggers vormen hierbij een interessante partij aangezien<br />
zij belang hebben bij verbetering <strong>van</strong> bedrijventerreinen.
1. Inleiding<br />
1.1 Aanleiding en rele<strong>van</strong>tie<br />
1.2 Probleemstelling<br />
1.3 Doelstelling<br />
1.4 Onderzoeksvragen<br />
1.5 Afbakening<br />
1.6 Onderzoeksopzet<br />
1.7 Reflectie op onderzoeksmethode en bronnen<br />
1.8 Opbouw <strong>van</strong> de masterproef
Inleiding<br />
12<br />
Ter afronding <strong>van</strong> de opleiding Master of Urban and Area<br />
Development (MUAD) moet er een masterproef worden<br />
volbracht. Hiermee laat de student zien dat hij vragen uit<br />
de praktijk kan vertalen naar een rele<strong>van</strong>te kennisvraag,<br />
waarmee de problematiek op een hoger abstractieniveau<br />
kan worden onderzocht. Aangezien de MUAD een<br />
praktijkgerichte Master is, start het onderzoek <strong>van</strong>uit de<br />
beroepspraktijk. In het geval <strong>van</strong> de MUAD gaat het om<br />
een problematiek binnen de praktijk <strong>van</strong> gebiedsontwikkeling<br />
en stedelijke vernieuwing. Dit onderzoek gaat<br />
op zoek naar de <strong>voor</strong>waarden waaronder ondernemers<br />
(mee) willen investeren in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen.<br />
1.1 Aanleiding en rele<strong>van</strong>tie<br />
Bedrijventerreinen zijn belangrijk <strong>voor</strong> de Nederlandse<br />
economie en werkgelegenheid; circa 30% <strong>van</strong> de nationale<br />
werkgelegenheid en ongeveer 70% <strong>van</strong> de export <strong>van</strong><br />
de maakindustrie is gevestigd op een bedrijventerrein.<br />
De overheid vindt het dan ook belangrijk dat bedrijventerreinen<br />
economisch goed functioneren en aansluiten op<br />
de huidige vestigingseisen. Dit is een belangrijke reden<br />
waarom de overheid het tegengaan <strong>van</strong> veroudering op<br />
en <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bestaande bedrijventerreinen<br />
noodzakelijk vindt. De totale <strong>herstructurering</strong>sopgave is<br />
groot (15.800 ha) en kost veel geld (€ 6,35 miljard). Het<br />
benodigde budget heeft de overheid niet beschikbaar<br />
door onder andere de kredietcrisis, recessie en bezuinigingen.<br />
Door de bedrijfsruimtemarkt te verzakelijken is<br />
het de bedoeling private <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
los te krijgen. Investeringen door ondernemers in<br />
<strong>herstructurering</strong> worden gelegitimeerd door het profijt<br />
dat zij hebben bij de <strong>herstructurering</strong>smaatregelen.<br />
1.2 Probleemstelling<br />
De overheid ziet een grotere rol weggelegd <strong>voor</strong> ondernemers<br />
bij financiering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen, terwijl het <strong>van</strong>daag de dag niet<br />
<strong>van</strong>zelfsprekend is dat ondernemers mee investeren in<br />
<strong>herstructurering</strong>.<br />
1.3 Doelstelling<br />
Het ontwikkelen <strong>van</strong> kennis en het doen <strong>van</strong> aanbevelingen<br />
gericht op het verleiden <strong>van</strong> ondernemers om<br />
risicodragend te investeren in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> hun<br />
omgeving en onder welke <strong>voor</strong>waarden zij dat willen<br />
doen.<br />
1.4 Onderzoeksvragen<br />
Hoofdonderzoeksvraag<br />
Onder welke <strong>voor</strong>waarden zijn ondernemers<br />
bereid (mee) te investeren in<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> verouderde<br />
bedrijventerreinen?<br />
Onderzoeks(deel)vragen<br />
1. Wat zijn de oorzaken en wie zijn de<br />
veroorzakers <strong>van</strong> veroudering op<br />
bedrijventerreinen?<br />
2. Wat vormt de basis waarop ondernemers<br />
investeringsbeslissingen nemen?<br />
3. Hoe worden ondernemers verleid om<br />
mee te investeren?<br />
4. Welke organisatie-/procesvorm(en) is/zijn<br />
gericht op het betrekken <strong>van</strong> ondernemers?<br />
1.5 Afbakening<br />
Het onderzoek is afgebakend door de kernbegrippen uit<br />
de hoofdonderzoeksvraag en de onderzoeksvragen te definiëren<br />
(zie hoofdstuk 2 <strong>voor</strong> de achterliggende reden):<br />
Bedrijventerrein: een ruimtelijk aaneengesloten of<br />
functioneel verbonden terrein dat bestemd en geschikt is<br />
<strong>voor</strong> gebruik door vestigingen ten behoeve <strong>van</strong> handel,<br />
nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening<br />
en industrie, daaronder niet begrepen een terrein in<br />
overwegende mate bestemd <strong>voor</strong> kantoren, detailhandel<br />
of horeca.<br />
Veroudering: terreinen die niet meer of onvoldoende<br />
voldoen aan de eisen <strong>van</strong> bedrijven, gebruikers en maatschappij<br />
(disfunctionaliteit), waardoor een verminderde
Inleiding<br />
13<br />
behoefte bestaat <strong>van</strong>uit de markt <strong>voor</strong> bestaand vastgoed<br />
en grond.<br />
Herstructurering: het tegengaan <strong>van</strong> veroudering door<br />
een eenmalige ingreep, waardoor het bedrijventerrein<br />
weer voldoet aan de wensen en eisen <strong>van</strong> de ondernemers,<br />
gebruikers en de maatschappij en waarbij de<br />
economische functie behouden blijft.<br />
Ondernemerschap/ondernemer: het streven naar een<br />
optimaal bedrijfsresultaat door de marktvraag/kansen in<br />
de markt aan meerwaarde <strong>van</strong> producten en diensten te<br />
koppelen. Dit onderzoek is gericht op de ondernemers <strong>als</strong><br />
eigenaar-gebruiker, aangezien zij circa 72% <strong>van</strong> de private<br />
kavels op (gemende) bedrijventerreinen in eigendom<br />
hebben.<br />
De ondernemer centraal: in het onderzoek naar <strong>voor</strong>waarden<br />
die ondernemers stimuleren om te investeren<br />
in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen. Gezien de<br />
beschikbare tijd is (uitgebreid) onderzoek naar de mogelijkheden<br />
die het publieke instrumentarium biedt om<br />
private <strong>investeringen</strong> af te dwingen of te stimuleren niet<br />
mogelijk.<br />
1.6 Onderzoeksopzet<br />
Onderzoeksmodel<br />
Figuur 1.1 (zie volgende pagina) geeft op overzichtelijke<br />
wijze weer hoe het onderzoek is opgebouwd en uitgevoerd.<br />
Het onderzoek bestaat uit twee fasen, die ook het<br />
verschil in onderzoeksmethoden laten zien; theoretisch<br />
onderzoek en empirisch onderzoek. In het model zijn<br />
verwijzingen opgenomen naar de onderzoeksvragen en<br />
de plek <strong>van</strong> de resultaten in dit document.<br />
Onderzoeksvragen<br />
Om de hoofdonderzoeksvraag te kunnen beantwoorden<br />
zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld:<br />
1. Wat zijn de oorzaken en wie zijn de<br />
veroorzakers <strong>van</strong> veroudering op<br />
bedrijventerreinen?<br />
Reden: aan <strong>herstructurering</strong> gaat een proces <strong>van</strong> veroudering<br />
<strong>voor</strong>af, waaraan verschillende partijen hebben<br />
bijgedragen. Deze onderzoeksvraag zet <strong>herstructurering</strong><br />
in een bredere context en gaat in op de rol <strong>van</strong> de verschillende<br />
partijen bij het verouderingsproces.<br />
Gezocht antwoord: deze onderzoeksvraag geeft antwoord<br />
op de vraag of het <strong>van</strong>uit het ontstaan <strong>van</strong><br />
veroudering legitiem is <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> ondernemers te<br />
verwachten en in hoeverre veroudering – en de oorzaken<br />
er<strong>van</strong> – ondernemers weerhoudt te investeren.<br />
Kennisgebieden: ruimtelijke ordening, stedelijke vernieuwing/<strong>herstructurering</strong><br />
bedrijventerreinen.<br />
Methode: literatuuronderzoek, zie onderzoeksmethode<br />
pagina 15.<br />
2. Wat vormt de basis waarop ondernemers<br />
investeringsbeslissingen nemen?<br />
Reden: de overheid ziet een grotere rol weggelegd <strong>voor</strong><br />
ondernemers in de financiering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>.<br />
Het is maar de vraag of ondernemers het belang en de<br />
urgentie <strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen ook zien<br />
en voelen. Als dit niet het geval is dan zal het moeilijk zijn<br />
hen te verleiden mee te investeren in <strong>herstructurering</strong>.<br />
Kortom, wat drijft ondernemers en op basis <strong>van</strong> welke<br />
motieven nemen zij investeringsbeslissingen?<br />
Gezocht antwoord: het belang <strong>van</strong> ondernemers <strong>als</strong> basis<br />
<strong>voor</strong> investeringsbeslissingen.<br />
Kennisgebieden: micro-/bedrijfseconomie in combinatie<br />
met stedelijke vernieuwing/ <strong>herstructurering</strong> bedrijventerreinen.<br />
Methode: literatuuronderzoek, zie onderzoeksmethode<br />
pagina 15.<br />
3. Hoe worden ondernemers verleid om<br />
mee te investeren?<br />
Reden: <strong>als</strong> vervolg op onderzoeksvraag 2 wordt onderzocht<br />
in hoeverre <strong>herstructurering</strong> tegemoetkomt aan<br />
de wensen <strong>van</strong> ondernemers (koppeling belangen en<br />
<strong>herstructurering</strong>sopgaven). Kortom, hoe zou <strong>herstructurering</strong><br />
eruit moeten zien om <strong>investeringen</strong> los te krijgen<br />
bij ondernemers?<br />
Gezocht antwoord: aspecten of elementen <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
die het interessant maken <strong>voor</strong> ondernemers om<br />
(mee) te investeren in <strong>herstructurering</strong>.
Inleiding<br />
14<br />
Figuur 1.1 Onderzoeksmodel<br />
Theoretisch kader (hoofdstuk 2)<br />
Veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen:<br />
inv<strong>als</strong>hoeken en om<strong>van</strong>g<br />
Herstructurering: regionale schaal en<br />
publieke noodzaak & middelen<br />
Ondernemers: rol <strong>voor</strong><br />
ondernemer<br />
Theoretisch onderzoek<br />
Empirisch onderzoek<br />
Literatuuronderzoek<br />
Vraag 1 - hoofdstuk 3<br />
Analyse<br />
Oorzaken &<br />
veroorzakers veroudering<br />
Literatuuronderzoek<br />
Vraag 2 - hoofdstuk 4<br />
Analyse<br />
Basis investeringsbeslissingen<br />
Conclusies<br />
Conclusies<br />
Interviews<br />
Vraag 3&4 - hoofdstuk 5 (toetsing vraag 1&2)<br />
Case 1 Case 2 Case 3<br />
Inhoudelijke en procesmatige bouwstenen<br />
<strong>voor</strong> <strong>voor</strong>waarden<br />
Conclusies/<strong>voor</strong>waarden (hoofdstuk 6)<br />
Aanbevelingen (hoofdstuk 7)
Inleiding<br />
15<br />
Kennisgebied: stedelijke vernieuwing/<strong>herstructurering</strong><br />
bedrijventerreinen.<br />
Methode: empirisch, zie onderzoeksmethode.<br />
4. Welke organisatie-/procesvorm(en) is/zijn<br />
gericht op het betrekken <strong>van</strong> ondernemers?<br />
Reden: <strong>herstructurering</strong> is een multipartijen vraagstuk.<br />
Samenwerking tussen verschillende partijen is nodig om<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> de grond te krijgen, zeker gezien<br />
de wens <strong>van</strong> de overheid om meer private <strong>investeringen</strong><br />
los te krijgen. De vraag is dan ook welke organisatie-/<br />
procesvorm het meest geschikt is op het betrekken <strong>van</strong><br />
ondernemers met het doel hen mee te laten investeren.<br />
Gezocht antwoord: waardevolle aspecten <strong>voor</strong> een succesvolle<br />
samenwerking.<br />
Kennisgebieden: stedelijke vernieuwing/<strong>herstructurering</strong><br />
bedrijventerreinen<br />
Methode: empirisch, zie onderzoeksmethode.<br />
Onderzoeksmethoden<br />
Het onderzoek bestaat uit een theoretisch en een<br />
empirisch deel.<br />
Theoretisch onderzoek<br />
Het theoretisch onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek<br />
en richt zich met name op de eerste twee onderzoeksvragen.<br />
Wat betreft het onderzoek naar de oorzaken<br />
<strong>van</strong> veroudering is <strong>voor</strong>namelijk literatuur <strong>van</strong> het<br />
Ministerie <strong>van</strong> I&M, NIROV, TU Delft, Planbureau <strong>voor</strong> de<br />
Leefomgeving, VROM-raad en verschillende vakliteratuur<br />
geraadpleegd. In het onderzoek naar de basis waarop<br />
ondernemers investeringsbeslissingen nemen zijn <strong>voor</strong>al<br />
bronnen <strong>van</strong> de Universiteit <strong>van</strong> Twente en vakliteratuur<br />
op het vlak <strong>van</strong> micro-economie en stedelijke vernieuwing<br />
gebruikt.<br />
Empirisch onderzoek<br />
Geschreven bronnen over de wijze waarop ondernemers<br />
worden gestimuleerd te investeren in <strong>herstructurering</strong><br />
en welke proces-/organisatievormen hierbij succesvol<br />
zijn, blijken onvoldoende aanwezig. Zo zijn er weinig<br />
evaluaties beschikbaar <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>sprojecten op<br />
bedrijventerreinen. De evaluaties die aanwezig zijn geven<br />
in de meeste gevallen onvoldoende informatie om onderzoeksvraag<br />
3 en 4 te kunnen beantwoorden. Empirisch<br />
onderzoek is dan ook het meest effectief in het adequaat<br />
beantwoorden <strong>van</strong> onderzoeksvraag 3 en 4. Daarnaast<br />
maakt empirisch onderzoek het mogelijk de resultaten<br />
<strong>van</strong> het literatuuronderzoek te toetsen.<br />
Empirisch onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand<br />
<strong>van</strong> drie <strong>herstructurering</strong>sprojecten: De Enk in Wijhe,<br />
’t Plaatje in Sliedrecht en Hazepad e.o. in Breda. Per<br />
project zijn minimaal drie interviews afgenomen, waar<strong>van</strong><br />
één met de gemeentelijke projectleider, één met de<br />
proces-/ projectmanager <strong>van</strong>uit de betrokken regionale/<br />
provinciale ontwikkelingsmaatschappij en met minimaal<br />
één ondernemer en/of de ondernemersvereniging.<br />
Op deze manier ontstaat <strong>van</strong>uit verschillende perspectieven<br />
een breed beeld <strong>van</strong> de wijze waarop ondernemers<br />
zijn gestimuleerd mee te investeren. Door de beperkt<br />
beschikbare tijd was het niet mogelijk meer interviews<br />
af te nemen. Het uitgangspunt was de interviews<br />
enkelvoudig af te nemen. Op deze manier wordt <strong>van</strong><br />
verschillende partijen onafhankelijk <strong>van</strong> elkaar informatie<br />
verkregen. Bij ’t Plaatje was dit door uiteenlopende<br />
agenda’s niet mogelijk. De interviews <strong>voor</strong> dit project zijn<br />
gezamenlijk afgenomen door middel <strong>van</strong> een meervoudig<br />
interview. De interviewverslagen zijn teruggekoppeld<br />
met de geïnterviewden en per project opgenomen in<br />
bijlage 1 tot en met 3.<br />
Herstructurering (en de mogelijkheden hier<strong>voor</strong>) is <strong>voor</strong><br />
een belangrijk deel afhankelijk <strong>van</strong> de regionale economische<br />
en demografische dynamiek (zie par. 2.2). Bij de<br />
selectie <strong>van</strong> de drie projecten is hier rekening mee gehouden.<br />
De COROP-gebieden zijn met elkaar vergeleken<br />
op basis <strong>van</strong> bevolkingsom<strong>van</strong>g tot 2025, huishoudensom<strong>van</strong>g<br />
tot 2025, om<strong>van</strong>g beroepsbevolking tot 2025<br />
en de economische groei. De projecten zijn vervolgens<br />
geselecteerd in de COROP-gebieden die het dichtst bij<br />
het Nederlands gemiddelde liggen. Via de provinciale en<br />
regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn de projecten<br />
binnen het betreffende COROP-gebied gekozen.
Inleiding<br />
16<br />
Belangrijk hierbij was dat er een <strong>herstructurering</strong>sopgave<br />
lag waarbij de ondernemers betrokken zijn/waren en dat<br />
de terreinen binnen de definitie <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
pasten. Voor een uitgebreidere verantwoording <strong>van</strong> de<br />
selectie <strong>van</strong> projecten, zie bijlage 4.<br />
1.7 Reflectie op onderzoeksmethode<br />
en bronnen<br />
Het doen <strong>van</strong> wetenschappelijk onderzoek is een zorgvuldige,<br />
verifieerbare en systematische studie <strong>van</strong> een<br />
bepaalde kwestie. Desondanks blijft het een interpretatie<br />
<strong>van</strong> de werkelijkheid door de onderzoeker. Met<br />
de gehanteerde onderzoekssystematiek (theoretisch<br />
en empirisch) en de geraadpleegde bronnen is geprobeerd<br />
een breed beeld te schetsen <strong>van</strong>uit verschillende<br />
inv<strong>als</strong>hoeken (overheid, wetenschap, adviesbureaus, de<br />
praktijk). De bronnen zijn zorgvuldig beoordeeld op kwaliteit<br />
en bruikbaarheid (auteur, organisatie en het motief<br />
waar<strong>voor</strong> het is geschreven). Ondanks dat niet alle in het<br />
literatuuroverzicht opgenomen bronnen zijn aangehaald<br />
in deze masterproef hebben zij wel bijgedragen aan het<br />
doorgronden <strong>van</strong> de context. Voor de volledigheid zijn<br />
alle geraadpleegde bronnen dan ook opgenomen in het<br />
overzicht in bijlage 5.<br />
1.8 Opbouw <strong>van</strong> de masterproef<br />
Hoofdrapport<br />
Deze masterproef is opgebouwd uit verschillende<br />
hoofdstukken, die zijn gestructureerd aan de hand <strong>van</strong> de<br />
onderzoeksvragen. Na deze inleiding volgt in hoofdstuk 2<br />
het theoretisch onderzoekskader, waarin het speelveld<br />
wordt beschreven, waarbinnen <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen zich in dit onderzoek afspeelt. Op<br />
deze manier wordt het onderwerp gepositioneerd en het<br />
belang er<strong>van</strong> aangegeven. Daarna volgen de hoofdstukken<br />
3 en 4 met het theoretische onderzoek door middel<br />
<strong>van</strong> literatuuronderzoek. In hoofdstuk 3 worden de oorzaken<br />
en de mate waarin de overheid en bedrijven hebben<br />
bijdragen aan veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
onderzocht. Hoofdstuk 4 gaat in op de motieven waarop<br />
ondernemers investeringsbeslissingen baseren. Op basis<br />
hier<strong>van</strong> wordt gezocht naar aanknopingspunten waarop<br />
private partijen te verleiden zijn om mee te investeren in<br />
<strong>herstructurering</strong>. Het empirische onderzoek is beschreven<br />
in hoofdstuk 5. Hierin wordt aan de hand <strong>van</strong> de drie<br />
praktijkcases gezocht naar inhoudelijke en procesmatige<br />
bouwstenen die bijdragen aan een aantrekkelijk investeringsklimaat<br />
<strong>voor</strong> ondernemers om te investeren in <strong>herstructurering</strong>.<br />
De bouwstenen (‘lessons learned’) vormen<br />
een belangrijke basis <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>waarden waaronder<br />
ondernemers bereid zijn mee te investeren. Hoofdstuk 6<br />
geeft antwoord op de hoofdonderzoeksvraag en geeft de<br />
conclusies <strong>van</strong> het onderzochte in <strong>voor</strong>gaande hoofdstukken.<br />
Deze conclusies worden in hoofdstuk 7 doorvertaald<br />
naar aanbevelingen <strong>voor</strong> het creëren <strong>van</strong> een aantrekkelijk<br />
investeringsklimaat <strong>voor</strong> <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen door private partijen.<br />
Bijlagen<br />
Uitgebreide beschrijvingen <strong>van</strong> de praktijkcases zijn<br />
opgenomen in de bijlagen. Gekoppeld aan de beschrijving<br />
<strong>van</strong> de projecten zijn de interviewverslagen opgenomen.<br />
Bijlage 1 gaat in op het project De Enk in Wijhe, bijlage 2<br />
gaat in op het project ’t Plaatje in Sliedrecht en bijlage 3<br />
bevat de beschrijving en de interviewverslagen <strong>van</strong><br />
het project Hazepad e.o. in Breda. De wijze waarop de<br />
projecten zijn geselecteerd is verantwoord in bijlage 4.<br />
De masterproef sluit af met bijlage 5 waarin een overzicht<br />
is opgenomen <strong>van</strong> de geraadpleegde bronnen.
2. Theoretisch<br />
onderzoekskader<br />
2.1 Bedrijventerreinen en veroudering<br />
2.2 Herstructurering<br />
2.3 Ondernemers<br />
2.4 Reflectie op theoretisch kader
Theoretisch onderzoekskader<br />
18<br />
Dit hoofdstuk gaat in op het theoretisch kader <strong>als</strong> speelveld<br />
(par. 2.1 t/m 2.3) waarbinnen <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen zich in dit onderzoek afspelen. Op<br />
deze manier wordt het onderwerp gepositioneerd en het<br />
belang er<strong>van</strong> aangegeven. Daarmee is ook de aanleiding<br />
<strong>van</strong> dit onderzoek in beeld gebracht en in het bijzonder<br />
de rol <strong>van</strong> ondernemers bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen. Het theoretisch onderzoekskader<br />
is opgebouwd aan de hand <strong>van</strong> de kernwoorden <strong>van</strong> de<br />
hoofdonderzoeksvraag:<br />
Veroudering<br />
bedrijven<br />
terreinen<br />
Figuur 2.1 Verbeelding theoretisch onderzoekskader<br />
Voorwaarden<br />
Ondernemer<br />
Onder welke <strong>voor</strong>waarden zijn<br />
ondernemers bereid (mee) te<br />
investeren in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
verouderde bedrijventerreinen?<br />
<strong>herstructurering</strong><br />
De kernwoorden zijn vertaald en verbeeld in een theoretisch<br />
onderzoeksmodel (zie figuur 2.1), waarbij de doelstelling<br />
<strong>van</strong> het onderzoek centraal staat. In het model<br />
fungeert <strong>herstructurering</strong> <strong>als</strong> middel bij het tegengaan<br />
<strong>van</strong> het probleem; veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen.<br />
De maatregelen <strong>voor</strong> succesvolle <strong>herstructurering</strong> zijn<br />
(mede) afhankelijk <strong>van</strong> de oorzaken die ten grondslag<br />
liggen aan veroudering. Hierbij kan onderscheid worden<br />
gemaakt in algemene oorzaken – zo<strong>als</strong> het bedrijventerreinenbeleid<br />
– en oorzaken die te maken hebben met de<br />
specifieke context <strong>van</strong> het desbetreffende bedrijventerrein.<br />
De <strong>voor</strong>waarden waaronder ondernemers bereid zijn<br />
te investeren in de maatregelen hangen af <strong>van</strong> de mate<br />
waarin de maatregelen hen profijt biedt of tegemoet<br />
komen aan hun belang en de mate waarin zij verantwoordelijk<br />
zijn en/of zich verantwoordelijk voelen <strong>voor</strong><br />
veroudering en het ontstaan er<strong>van</strong>.<br />
2.1 Bedrijventerreinen<br />
en veroudering<br />
Bedrijventerreinen zijn er in verschillende soorten. Om<br />
een duidelijk beeld te hebben welk type bedrijventerrein<br />
in dit onderzoek centraal staat wordt eerst de definitie<br />
er<strong>van</strong> gegeven. Vervolgens gaat deze paragraaf in op de<br />
problematiek <strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen.<br />
Definitie bedrijventerrein<br />
Het Rijk hanteert bij het verstrekken <strong>van</strong> subsidies <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen de volgende<br />
definitie <strong>voor</strong> bedrijventerreinen:<br />
“Ruimtelijk aaneengesloten of functioneel verbonden terrein<br />
dat bestemd en geschikt is <strong>voor</strong> gebruik door vestigingen<br />
ten behoeve <strong>van</strong> handel, nijverheid, commerciële en<br />
niet-commerciële dienstverlening en industrie, daaronder<br />
niet begrepen een terrein in overwegende mate bestemd<br />
<strong>voor</strong> kantoren, detailhandel of horeca” (Staatsblad 2004).<br />
Voorgaande definitie wordt ook gehanteerd door het<br />
Integrale Bedrijventerreineninformatiesysteem (IBIS).<br />
Dit systeem wordt landelijk ingezet <strong>voor</strong> de planning <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen. Ook de Taskforce (her)ontwikkeling<br />
bedrijventerreinen gaat in haar advies ten aanzien <strong>van</strong>
Theoretisch onderzoekskader<br />
19<br />
een ontwikkelingsstrategie <strong>voor</strong> bedrijventerreinen uit<br />
<strong>van</strong> bovenstaande definitie. Gezien de brede adaptatie<br />
<strong>van</strong> de definitie gaat ook dit onderzoek uit <strong>van</strong> de definitie<br />
<strong>van</strong> het Rijk.<br />
de vier inv<strong>als</strong>hoeken <strong>van</strong> veroudering – zo<strong>als</strong> het Centraal<br />
Planbureau, Taskforce (her)structurering bedrijventerreinen<br />
en het Planbureau <strong>voor</strong> de Leefomgeving die<br />
hanteren – wordt <strong>voor</strong>gaande definitie toegelicht.<br />
Definitie veroudering<br />
In de literatuur wordt veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
op verschillende manieren omschreven. Pen en Hiethaar<br />
(1998) definiëren verouderde bedrijventerreinen <strong>als</strong> gebieden<br />
waar zich problemen <strong>voor</strong>doen op het gebied <strong>van</strong><br />
infrastructuur, ruimtelijke ordening, representativiteit,<br />
milieu, economie en organisatie, die <strong>voor</strong>tkomen uit veranderende<br />
eisen die aan moderne bedrijventerreinen en<br />
de ruimtelijke omgeving worden gesteld. Volgens Raub<br />
(2008) kenmerkt veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen zich<br />
<strong>als</strong> het proces waarbij het aanbod <strong>van</strong> vastgoed en locaties<br />
aansluiting verliest bij wat wordt gevraagd door de<br />
markt. Het Centraal Planbureau (2001), de Taskforce (her)<br />
ontwikkeling bedrijventerreinen (2009) en het Planbureau<br />
<strong>voor</strong> de Leefomgeving (2009) omschrijven verouderde<br />
bedrijventerreinen <strong>als</strong> terreinen die technisch, economisch,<br />
ruimtelijk en maatschappelijk verouderd zijn. Het<br />
Rijk hanteert de volgende omschrijving <strong>van</strong> veroudering<br />
bij de verstrekking <strong>van</strong> subsidies <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen: terreinen die in verschillende opzichten<br />
niet meer voldoen aan de eisen <strong>van</strong> ondernemers,<br />
omwonenden en de maatschappij (Staatsblad 2004).<br />
In dit onderzoek worden verouderde bedrijventerreinen<br />
gedefinieerd <strong>als</strong>: terreinen die niet meer of onvoldoende<br />
voldoen aan de eisen <strong>van</strong> bedrijven, gebruikers en maatschappij<br />
(disfunctionaliteit), waardoor een verminderde<br />
behoefte bestaat <strong>van</strong>uit de markt <strong>voor</strong> bestaand vastgoed<br />
en grond.<br />
Veroudering <strong>van</strong>uit vier inv<strong>als</strong>hoeken<br />
Veroudering treedt automatisch op na oplevering en<br />
hoort bij de levenscyclus <strong>van</strong> bedrijventerreinen, ook<br />
<strong>als</strong> normaal beheer en onderhoud plaatsvindt. Rele<strong>van</strong>t<br />
zijn de vragen wat veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
inhoudt, wanneer veroudering problematisch wordt en<br />
<strong>voor</strong> wie veroudering problematisch is. Aan de hand <strong>van</strong><br />
1. Technische veroudering<br />
Bij technische veroudering gaat het om de fysieke omgeving,<br />
die niet langer tegemoet komt aan de vestigingseisen<br />
<strong>van</strong> bedrijven. Voorbeelden zijn slijtage aan materialen,<br />
het ontbreken <strong>van</strong> glasvezelkabel, een te smal<br />
wegprofiel of het ontbreken <strong>van</strong> openbaar vervoer <strong>voor</strong><br />
arbeidsintensieve bedrijven. Eigenaren zijn verantwoordelijk<br />
<strong>voor</strong> het onderhoud <strong>van</strong> hun eigen kavels en opstallen.<br />
De terreinbeheerder (vaak de gemeente) is verantwoordelijk<br />
<strong>voor</strong> de openbare ruimte. Vaak ontbreekt<br />
het aan bedrijfseconomische noodzaak bij eigenaargebruikers<br />
om te investeren in hun kavels en vastgoed<br />
(Louw e.a. 2009, CP 2001). Beheer en onderhoud <strong>van</strong><br />
de openbare ruimte heeft bij gemeenten vaak niet de<br />
hoogste prioriteit (Louw e.a. 2009). Hierdoor treedt<br />
verval op. Deze uiterlijke verwaarlozing heeft gevolgen<br />
<strong>voor</strong> de aantrekkingskracht <strong>van</strong> het overige vastgoed op<br />
het terrein (en dus op de locatie <strong>als</strong> vestigingsplaats) en<br />
ontmoedigt de initiatieven <strong>van</strong> degenen die wel willen<br />
investeren. Zo ontstaat een negatieve spiraal die zijn<br />
neerslag vindt in dalende vastgoed- en grondprijzen,<br />
een relatieve toename <strong>van</strong> bedrijfsactiviteiten met een<br />
lagere toegevoegde waarde en een minder efficiënt<br />
grondgebruik (Louw e.a. 2009, CP 2001).<br />
2. Economische veroudering<br />
Afname <strong>van</strong> de bijdrage die het betreffende bedrijventerrein<br />
levert aan de economische ontwikkeling <strong>van</strong> een<br />
stad of regio (bruto regionaal product/aantal arbeidsplaatsen)<br />
geeft aan dat een terrein onderhevig is aan<br />
economische veroudering. Ook de ontwikkeling <strong>van</strong><br />
de grond- en vastgoedwaarde op bedrijventerreinen<br />
geeft inzicht in de mate <strong>van</strong> economische veroudering.<br />
Economische veroudering ontstaat vaak doordat te laat<br />
is ingespeeld op actuele vestigings<strong>voor</strong>waarden <strong>van</strong> zittende<br />
bedrijven (PBL 2009, CP 2001). Deze <strong>voor</strong>waarden<br />
zijn continu aan verandering onderhevig.
Case De Enk<br />
Wijhe<br />
Veroudering <strong>van</strong> een bedrijventerrein, in die<br />
zin dat de functionele zonering <strong>van</strong> het terrein<br />
niet (meer) voldoet aan de wensen <strong>van</strong><br />
bedrijven. Wonen op bedrijventerreinen zorgt<br />
<strong>voor</strong> beperking <strong>van</strong> bedrijfsactiviteiten en<br />
spanning tussen bewoners en ondernemers.
Theoretisch onderzoekskader<br />
22<br />
Denk bij<strong>voor</strong>beeld aan verandering <strong>van</strong> de werkgelegenheid<br />
of productie, veranderende productiemethoden/-<br />
processen of verandering <strong>van</strong> de samenstelling <strong>van</strong><br />
bedrijven op een bedrijventerrein. De genoemde<br />
ontwikkelingen kunnen effect hebben op bij<strong>voor</strong>beeld de<br />
bereikbaarheid <strong>van</strong> het terrein. Zo kan het zijn dat een<br />
nieuw bedrijf meer bezoekers genereert dan het vertrokken<br />
bedrijf, waardoor de bereikbaarheid <strong>van</strong> het totale<br />
bedrijventerrein afneemt. Investeringen zijn dan nodig<br />
om de bereikbaarheid <strong>van</strong> het terrein te verbeteren en<br />
aan te passen aan de eisen <strong>van</strong> de (nieuwe) bedrijvigheid.<br />
3. Ruimtelijke veroudering<br />
Naast het bedrijfseconomische aspect kent veroudering<br />
ook een ruimtelijk aspect. Hierbij gaat het om de<br />
aan<strong>van</strong>gskwaliteit, inrichting, lay-out en beleving <strong>van</strong> het<br />
bedrijventerrein, maar ook om de ruimtelijke inpassing in<br />
de omgeving. Zo kan het zijn dat in het oorspronkelijke<br />
ontwerp <strong>van</strong> het bedrijventerrein te weinig ruimte is gereserveerd<br />
<strong>als</strong> openbare ruimte (Louw 2009, PBL 2009).<br />
Schuifruimte om in toekomstige vestigings<strong>voor</strong>waarden<br />
te <strong>voor</strong>zien is in die situatie niet aanwezig. Hierbij kan het<br />
gaan om de aanleg <strong>van</strong> glasvezelkabels of het oplossen<br />
<strong>van</strong> een tekort aan parkeerplaatsen. Verder kunnen<br />
leegstand en verwaarlozing op een bedrijventerrein ertoe<br />
leiden dat omwonenden en gebruikers een lagere ruimtelijke<br />
kwaliteit ervaren. De kwaliteit <strong>van</strong> het terrein kan<br />
in dat geval dalen tot onder een niveau dat <strong>als</strong> acceptabel<br />
wordt ervaren, bij<strong>voor</strong>beeld door onveiligheid, geluidsoverlast<br />
of verkeershinder. Er zijn dan <strong>investeringen</strong><br />
nodig in de ‘ruimtelijke kwaliteit’ om het bedrijventerrein<br />
weer leefbaar te maken.<br />
4. Maatschappelijke veroudering<br />
Bij maatschappelijke veroudering gaat het om hinder<br />
die is toegenomen ten gevolge <strong>van</strong> het bedrijventerrein,<br />
zo<strong>als</strong> geluid- of geurhinder. Met ruimtelijke maatregelen<br />
– zo<strong>als</strong> anticiperende ruimtelijke planning (milieuzonering)<br />
– kan maatschappelijke veroudering worden bestreden.<br />
Ook niet-ruimtelijke maatregelen dragen hieraan bij,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld met gerichte <strong>investeringen</strong> in rookgasreinigers<br />
en bodemsanering.<br />
Om<strong>van</strong>g veroudering<br />
Volgens de Taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen<br />
1 (THB 2009) ligt er in Nederland tot 2020 een<br />
<strong>herstructurering</strong>sopgave (revitalisering en herprofilering,<br />
<strong>voor</strong> toelichting zie par. 2.1) <strong>van</strong> 15.800 ha bedrijventerrein.<br />
Het gaat om bedrijventerreinen, die in wisselende<br />
mate technisch, economisch, maatschappelijk of ruimtelijk<br />
verouderd zijn. De investeringsopgave <strong>van</strong> de totale<br />
<strong>herstructurering</strong> wordt geschat op € 6,35 miljard, waarbij<br />
wordt uitgegaan <strong>van</strong> een extra publieke bijdrage <strong>van</strong> circa<br />
€ 2 miljard bovenop de al begrote overheidsbijdrage <strong>van</strong><br />
circa € 1,3 miljard. Van bedrijven wordt verwacht dat<br />
zij circa € 1,1 miljard bijdragen. De overige dekkingsmiddelen<br />
moeten volgens de Taskforce komen uit reguliere<br />
verdienmogelijkheden.<br />
2.2 Herstructurering<br />
Definitie <strong>herstructurering</strong><br />
Het Rijk omschrijft <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
<strong>als</strong> een eenmalige ingreep om veroudering <strong>van</strong><br />
het terrein te bestrijden, waardoor het vestigingsklimaat<br />
en productiemilieu verbetert, de economische functie<br />
behouden blijft en de kwaliteit <strong>voor</strong> de gebruiker en de<br />
omgeving wordt verhoogd (Staatsblad 2004). De Taskforce<br />
(her)ontwikkeling bedrijventerreinen (2009) en het<br />
Planbureau <strong>voor</strong> de Leefomgeving (2009) onderscheiden<br />
vier soorten gradaties <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>:<br />
1. Facelift/groot onderhoud: een grote opknapbeurt bij<br />
fysieke veroudering <strong>van</strong> het terrein;<br />
2.Revitalisering: forse integrale verbetering <strong>van</strong> een<br />
verouderd terrein waarbij de huidige bedrijven blijven.<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> revitaliseringsingrepen zijn verwerving<br />
<strong>van</strong> gronden om deze bouwrijp te maken, bodemsanering,<br />
sloop <strong>van</strong> vastgoed en aanleg/herinrichting<br />
<strong>van</strong> infrastructuur;<br />
3. Herprofilering: wijziging <strong>van</strong> de werkfunctie door economische<br />
veroudering <strong>van</strong> het terrein (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
1<br />
Op verzoek <strong>van</strong> de Minister <strong>van</strong> VROM en EZ heeft<br />
deze commissie in 2009 advies uitgebracht over een<br />
ontwikkelingsstrategie <strong>voor</strong> bedrijventerreinen.
Theoretisch onderzoekskader<br />
23<br />
<strong>van</strong> bedrijfshallen naar kantoorpanden of naar detailhandel,<br />
maar ook <strong>van</strong> industrie naar logistiek);<br />
4. Transformatie: wijziging <strong>van</strong> de functie <strong>van</strong> het terrein<br />
<strong>als</strong> werkfunctie in andere functies, zo<strong>als</strong> wonen.<br />
Beide instanties rekenen een facelift en transformatie<br />
niet tot ‘echte’ <strong>herstructurering</strong>. Een facelift zou behoren<br />
tot normaal onderhoud. Transformatie <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
staat in principe los <strong>van</strong> bedrijfsgerichte <strong>herstructurering</strong><br />
en zou zich – in tegenstelling tot revitalisering<br />
en herprofilering – zelf moeten kunnen financieren.<br />
Op basis <strong>van</strong> het <strong>voor</strong>gaande gaat dit onderzoek uit <strong>van</strong><br />
de volgende definitie <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>: het tegengaan<br />
<strong>van</strong> veroudering door een eenmalige ingreep, waardoor het<br />
bedrijventerrein weer voldoet aan de wensen en eisen <strong>van</strong><br />
de ondernemers, gebruikers en de maatschappij en waarbij<br />
de economische functie behouden blijft.<br />
Publieke noodzaak <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
Bedrijventerreinen zijn de motor <strong>van</strong> de Nederlandse<br />
economie (Antwerpen e.a. 2010). Zo is 70% <strong>van</strong> de export<br />
gerelateerd aan de maakindustrie gevestigd op een<br />
bedrijventerrein. Daarnaast bevindt een derde <strong>van</strong> alle<br />
banen zich op bedrijventerreinen en is de werkgelegenheidsgroei<br />
op bedrijventerreinen hoger dan de algemene<br />
werkgelegenheidsgroei (PBL 2009). Het verbeteren <strong>van</strong><br />
het economische functioneren <strong>van</strong> verouderde bedrijventerreinen<br />
is in dit kader dan ook belangrijk.<br />
De Taskforce (her)structurering bedrijventerreinen (2009)<br />
stelt daarnaast dat <strong>herstructurering</strong> niet kan wachten op<br />
de gewenste effecten <strong>van</strong> verzakelijking <strong>van</strong> de bedrijventerreinmarkt.<br />
Verzakelijking moet ertoe leiden dat<br />
<strong>herstructurering</strong> op den duur gaat behoren tot de normale,<br />
marktgestuurde levenscyclus <strong>van</strong> bedrijventerreinen, met<br />
een hooguit beperkte en faciliterende rol <strong>voor</strong> de overheid.<br />
Herstructurering is volgens de Taskforce noodzakelijk om<br />
verzakelijking <strong>van</strong> de bedrijfsruimtemarkt op gang te brengen<br />
(THB 2009). Het bedrijventerreinenbeleid heeft bijgedragen<br />
aan overaanbod <strong>van</strong> bedrijventerreinen en lage<br />
grond- en vastgoedprijzen. Hierdoor is het <strong>voor</strong> bedrijven<br />
niet interessant te investeren in <strong>herstructurering</strong>. Verandering<br />
<strong>van</strong> deze situatie vraagt om structuur- én cultuurveranderingen<br />
(THB 2009 en Klooster 2006).<br />
Recenter onderzoek bevestigt de noodzaak tot <strong>herstructurering</strong>.<br />
In het onderzoek naar ontwikkelingsstrategieën<br />
komen de TU Delft en Inbo tot de conclusie dat bedrijven<br />
tegenwoordig andere ruimtelijke eisen stellen aan hun locatie.<br />
De Zeeuw en de VROM-raad komen tot een soortgelijke<br />
conclusie. Bedrijventerreinen – de verouderde bedrijventerreinen<br />
in het bijzonder – komen vaak niet tegemoet<br />
aan deze veranderende wensen. Bedrijventerreinen zouden<br />
dan ook moeten worden aangepast aan de gewenste ruimtelijke<br />
kwaliteit en de huidige wensen en vestigingseisen<br />
<strong>van</strong> bedrijven (De Zeeuw e.a. 2010 en VROM-raad 2006).<br />
Herstructurering: een regionale afweging<br />
Bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen is geen standaard<br />
plan <strong>van</strong> aanpak toe te passen. Elk terrein heeft zijn<br />
eigen bijzonderheden waarmee rekening moet worden<br />
gehouden. Zo verschilt de economische en demografische<br />
ontwikkeling per regio. Dit zijn belangrijke factoren,<br />
aangezien beide de vraag naar bedrijfsruimten bepalen<br />
(Antwerpen 2007).<br />
Regio’s met weinig werkgelegenheid en onderwijs<strong>voor</strong>zieningen<br />
op HBO en academisch niveau hebben te<br />
maken met een vertrekoverschot <strong>van</strong> jongeren. Dit heeft<br />
tot gevolg dat bedrijven die afhankelijk zijn <strong>van</strong> de bevolkingsontwikkeling<br />
te maken hebben met een krimpende<br />
markt; minder mensen betekent minder klanten en dus<br />
vraag naar diensten en producten. Daarnaast is het <strong>voor</strong><br />
bedrijven in deze regio’s steeds moeilijker om aan voldoende<br />
goed gekwalificeerde arbeidskrachten te komen.<br />
Hierdoor worden bedrijven kleiner of vertrekken zij naar<br />
elders. Voor de bedrijfsruimtemarkt in deze regio’s betekent<br />
het <strong>voor</strong>gaande langdurige en structurele leegstand<br />
<strong>van</strong> bedrijfspanden en een daarmee gepaard gaande herprofilerings-<br />
of transformatieopgave. In regio’s waar de<br />
werkgelegenheid (nog) groeit en er krapte op de woningmarkt<br />
is (bij<strong>voor</strong>beeld de Randstad), zal <strong>voor</strong> een langere<br />
tijd behoefte blijven bestaan aan nieuwe terreinen. Dit<br />
wordt versterkt doordat verouderde binnenstedelijke<br />
terreinen vaker worden getransformeerd naar woningbouw<br />
dan dat <strong>herstructurering</strong> aan de orde is.
Theoretisch onderzoekskader<br />
24<br />
De keuze tussen aanleg <strong>van</strong> nieuwe terreinen, <strong>herstructurering</strong><br />
en/of transformatie hangt dan ook nauw samen<br />
met de economische en demografische dynamiek <strong>van</strong><br />
de regio. Het Planbureau <strong>voor</strong> de Leefomgeving (2009)<br />
bevestigt deze bewering door te stellen dat krimp − zowel<br />
op de arbeidsmarkt <strong>als</strong> op de woningmarkt – de regionale<br />
verschillen in de toekomst verder zal versterken. Oplossingsrichtingen<br />
<strong>voor</strong> te herstructureren bedrijventerreinen<br />
moeten dan ook worden gezocht in de regionale<br />
context (PBL 2009). Deze stelling wordt ondersteund<br />
door de Taskforce (2009) en de VROM-raad (2006).<br />
Beperkte publieke middelen en rol<br />
Bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen gaat het<br />
(eigenlijk altijd) om ingrepen die gedaan worden moeten<br />
in het bestaande stedelijk gebied. Dit is erg kostbaar.<br />
Er moeten immers bedrijven worden uitgeplaatst, opstallen<br />
worden gesloopt, de bodem moet worden gesaneerd,<br />
etc. Daar komt bij dat het vaak gaat om complexe<br />
opgaven in verband met de vele belangen en betrokken<br />
partijen.<br />
Door de grote bezuinigingen op het gemeentefonds<br />
en de tegenvallende opbrengsten uit grondexploitaties<br />
(door de kredietcrisis), zitten veel gemeenten nu en op de<br />
middellange termijn krap bij kas (Bekkers 2010 en Berns<br />
2010). Extra overheidsgeld om de <strong>herstructurering</strong>sopgave<br />
te volbrengen is er dan ook niet of nauwelijks.<br />
Het gevolg is dat grootschalige (<strong>voor</strong>)<strong>investeringen</strong> in<br />
gebiedsontwikkelingen alleen nog sporadisch mogelijk<br />
zijn (De Zeeuw 2011). Grote integrale <strong>herstructurering</strong>soperaties<br />
– waarbij gemeenten <strong>als</strong> ontwikkelaar functioneerden<br />
en risicodragend participeerden – zullen dan<br />
ook (grotendeels) tot het verleden gaan behoren, zo is<br />
de verwachting (Van Joolingen e.a. 2009, KEI 2011, Peek<br />
2010, Plots 2010, De Zeeuw 2011). In plaats daar<strong>van</strong> verwacht<br />
men dat opgaven in kleine stappen zullen worden<br />
opgepakt, waarbij risico’s en investeringslasten worden<br />
beperkt en de flexibiliteit wordt vergroot (Humblet e.a.<br />
2011 en KEI 2011). Dit klinkt <strong>als</strong> een realistische benadering<br />
in een economisch onzekere tijd waarin de investeringscapaciteit<br />
significant kleiner zal zijn dan vroeger.<br />
Zou het Rijk een grotere rol kunnen of moeten spelen<br />
bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen? In het<br />
Introductiedossier (2010) zet het Ministerie <strong>van</strong> I&M in<br />
op ruimtelijk beleid ten dienste <strong>van</strong> economisch herstel.<br />
Hoewel verslechtering <strong>van</strong> het vestigingsklimaat op<br />
bedrijventerreinen <strong>als</strong> een economisch probleem wordt<br />
onderkend, decentraliseert het Rijk het bedrijventerreinenbeleid<br />
verder naar lagere overheden. Adequate<br />
budgetten om de opgave – zo<strong>als</strong> de Taskforce heeft<br />
geformuleerd – op te pakken blijven daarnaast uit,<br />
(mede) <strong>van</strong>wege bezuinigingsmaatregelen.<br />
Voor het antwoord op de vraag wie de rekening betaalt<br />
<strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong> moeten we op basis <strong>van</strong> deze paragraaf<br />
constateren dat de overheid niet degene is die alle<br />
kosten <strong>voor</strong> haar rekening zal nemen.<br />
Afdwingbaarheid <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong><br />
De overheid ziet het belang en de noodzaak <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>,<br />
maar heeft niet voldoende middelen om de<br />
gehele <strong>herstructurering</strong>sopgave uit te voeren. Afgezien<br />
<strong>van</strong> de vraag of het wenselijk en legitiem is private <strong>investeringen</strong><br />
af te dwingen, is het belangrijk om te weten in<br />
hoeverre de overheid ondernemers kan verplichten bij te<br />
dragen aan <strong>herstructurering</strong>. Dit bepaalt <strong>voor</strong> een belangrijk<br />
deel de (onderhandelings)positie <strong>van</strong> de overheid bij<br />
het stimuleren <strong>van</strong> <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong> (is er<br />
een terugvaloptie?). De overheid – vaak de gemeente –<br />
beschikt onder andere over de volgende instrumenten:<br />
• Onroerendzaakbelasting: elk bedrijf betaalt onroerendzaakbelasting.<br />
De hoogte is afhankelijk <strong>van</strong> de waarde<br />
<strong>van</strong> de grond en het vastgoed. Het is echter niet mogelijk<br />
een gebiedsspecifieke heffing op te leggen <strong>voor</strong> het<br />
betreffende bedrijventerrein (Doornbos 2010).<br />
• Bedrijveninvesteringszone: bij een bedrijveninvesteringszone<br />
worden ondernemers verplicht bij te dragen<br />
aan initiatieven die de leefbaarheid en veiligheid in het<br />
gebied verbeteren via een gemeentelijke heffing. De<br />
heffing <strong>voor</strong>komt dat zogenoemde ‘freeriders’ meeliften<br />
op de <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> anderen, zonder zelf bij te<br />
dragen. Voor het invoeren moet echter minimaal 2/3<br />
<strong>van</strong> de ondernemers <strong>voor</strong> zijn (Doornbos 2010).<br />
• Bestemmingsplan en exploitatieplan: op basis <strong>van</strong> een<br />
nieuw bestemmingsplan met bijbehorend exploita-
Theoretisch onderzoekskader<br />
25<br />
tieplan kunnen rand<strong>voor</strong>waarden worden gesteld aan<br />
ruimtelijke (her)ontwikkeling en is het mogelijk dat kosten<br />
<strong>voor</strong> <strong>voor</strong>zieningen – zo<strong>als</strong> de aanleg <strong>van</strong> nieuwe<br />
infrastructuur – worden verhaald. Bij beide planvormen<br />
gaat het om toelatingsplanologie; het afdwingen <strong>van</strong><br />
ontwikkelingen is dan ook niet mogelijk. Kostenverhaal<br />
is echter alleen mogelijk <strong>als</strong> sprake is <strong>van</strong> nieuwe<br />
bouwmogelijkheden ten opzichte <strong>van</strong> het geldende<br />
plan. Daarnaast moet de ontwikkeling profijt hebben<br />
<strong>van</strong> de <strong>voor</strong>zieningen en moeten de kosten toerekenbaar<br />
zijn aan de ontwikkeling (causaal verband). Het<br />
is de vraag in hoeverre de extra bouwmogelijkheden<br />
opwegen tegen de te maken kosten die samenhangen<br />
met <strong>herstructurering</strong>.<br />
• Beeldkwaliteitplan/welstand: het beeldkwaliteitplan<br />
regelt die aspecten <strong>van</strong> ruimtelijke kwaliteit – zowel<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte <strong>als</strong> <strong>van</strong> de gebouwen die <strong>van</strong><br />
daaruit zichtbaar zijn – die niet in het bestemmingsplan<br />
(kunnen) worden opgenomen, zo<strong>als</strong> oriëntatie,<br />
verhoudingen, materiaal en kleur. Het beeldkwaliteitplan<br />
is in die zin het complement <strong>van</strong> het bestemmingsplan,<br />
en wordt parallel daaraan vastgesteld.<br />
Het beeldkwaliteitplan is een beleidsplan, en legt <strong>als</strong><br />
zodanig de basis <strong>voor</strong> uitvoeringsplannen in de openbare<br />
ruimte. Wanneer het beeldkwaliteitplan expliciet<br />
wordt vastgesteld <strong>als</strong> uitbreiding <strong>van</strong> de gemeentelijke<br />
Welstandsnota, kunnen ook bouwaanvragen worden<br />
er aan getoetst.<br />
• Wet <strong>voor</strong>keursrecht gemeenten: het <strong>voor</strong>keursrecht<br />
heeft tot doel om de positie <strong>van</strong> de overheid op de<br />
grond of vastgoedmarkt te versterken <strong>voor</strong> publieke<br />
doelen. Met het <strong>voor</strong>keursrecht proberen gemeenten<br />
de mogelijkheden tot verwerving te vergroten. De<br />
gemeente heeft het eerste recht <strong>van</strong> aankoop, indien<br />
de gronden te koop worden aangeboden. Een <strong>voor</strong>keursrecht<br />
kan <strong>voor</strong> hooguit 2 jaar worden gevestigd.<br />
Daarnaast moet er sprake zijn <strong>van</strong> een te realiseren<br />
plan met juridische grondslag (bij<strong>voor</strong>beeld een bestemmingsplan).<br />
• Onteigening: door onteigening kan de overheid grondeigendommen<br />
in eigendom krijgen. Om te mogen<br />
onteigenen moet er sprake zijn <strong>van</strong> een ruimtelijk<br />
ontwikkelingsbelang, een publiek belang, een noodzaak<br />
en urgentie. Met het inzetten <strong>van</strong> het onteigeningsinstrument<br />
wordt terughoudend omgegaan door<br />
de ingewikkeldheid <strong>van</strong> onteigeningsprocedures en de<br />
daaraan verbonden procesrisico’s. Verder zijn er soms<br />
principiële bezwaren tegen onteigening en wordt een<br />
onteigening nogal eens gezien <strong>als</strong> gezichtsverlies,<br />
omdat de gemeente er kennelijk niet in is geslaagd er<br />
in minnelijk overleg uit te komen. Uit maatschappelijk<br />
oogpunt is onteigening een beladen instrument, omdat<br />
een grondeigendom wordt afgenomen. (Meijers<br />
2008)<br />
• Baatbelasting: met baatbelasting kunnen kosten worden<br />
verhaald op derden die gebaat zijn bij een nieuwe<br />
ontwikkeling. Het instrument heeft echter weinig<br />
toegevoegde waarde in het geval er een exploitatieovereenkomst<br />
is gesloten of een exploitatieplan is<br />
vastgesteld.<br />
Het overzicht <strong>van</strong> instrumenten laat zien dat de overheid<br />
verschillende publiekrechtelijke middelen heeft die zij<br />
kan inzetten om de gewenste ruimtelijke doelen te verwezenlijken<br />
en kosten te verhalen. Afhankelijk <strong>van</strong> het<br />
type <strong>herstructurering</strong> en de bijbehorende maatregelen<br />
kan een instrument of een combinatie <strong>van</strong> instrumenten<br />
worden ingezet.<br />
2.3 Ondernemers<br />
Definitie ondernemerschap<br />
In het doorgronden <strong>van</strong> het denken en handelen <strong>van</strong><br />
‘de ondernemer’ gaat het in feite over het begrip ondernemerschap.<br />
Volgens Van Dale bestaat ondernemerschap<br />
uit de hoedanigheid <strong>van</strong> ondernemen. Op basis<br />
<strong>van</strong> wetenschappelijke bronnen omschrijft Strate (2009)<br />
ondernemerschap <strong>als</strong> “een ondernemer is de oprichter<br />
en manager <strong>van</strong> een klein bedrijf en wiens grootste doel<br />
het groeien <strong>van</strong> het bedrijf is”. Gibcus en Hoesel (2003)<br />
vullen deze beschrijving aan en constateren dat een<br />
ondernemer iemand is die communicatie legt tussen de<br />
producent en de consument, de mogelijkheden heeft om<br />
winstmogelijkheden te bespeuren en daarop te reageren,<br />
innovatie implementeert en risico durft te nemen.
Theoretisch onderzoekskader<br />
26<br />
In dit onderzoek wordt ondernemerschap gedefinieerd<br />
<strong>als</strong>: het streven naar een optimaal bedrijfsresultaat door<br />
de marktvraag/kansen in de markt aan meerwaarde <strong>van</strong><br />
producten en diensten te koppelen.<br />
Overheid ziet risicodragende rol <strong>voor</strong> ondernemers<br />
Om financiering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> rond te krijgen,<br />
zouden <strong>investeringen</strong> nadrukkelijker in verband moeten<br />
worden gebracht met het belang dat partijen hebben bij<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatregelen en wat dat betekent <strong>voor</strong><br />
de legitimiteit, investeringsbereidheid en het risico (KEI<br />
2011). Bij deze benadering komen gevestigde ondernemers<br />
– <strong>als</strong> eigenaar-gebruikers – al snel in beeld <strong>als</strong><br />
partijen die (mee) zouden moeten investeren in <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen. Om volgende redenen<br />
lijkt dit een opportune redenering:<br />
• Ondernemers (eigenaar-gebruikers) zijn eigenaar <strong>van</strong><br />
circa 72% <strong>van</strong> de bedrijfsruimten op (gemengde) bedrijventerreinen<br />
(Louw e.a. 2009).<br />
• Het zijn de bedrijven die profijt/belang (zouden moeten)<br />
hebben bij een beter functionerend terrein.<br />
• Investeringen in <strong>herstructurering</strong> door ondernemers<br />
past in het beleids<strong>voor</strong>nemen <strong>van</strong> de overheid om de<br />
bedrijfsruimtemarkt te verzakelijken en het creëren<br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen die voldoen aan de wensen <strong>van</strong><br />
bedrijven.<br />
Voorgaande redenering wordt ondersteund door de<br />
VROM-raad, die al in 2006 constateerde dat veranderingen<br />
in de economische structuur (schaalvergroting en<br />
flexibilisering, uniformering en differentiatie <strong>van</strong> bedrijfsprocessen)<br />
leiden tot een vraag naar andere typen bedrijfsgebouwen<br />
en locaties. Om bedrijventerreinen uit de<br />
negatieve spiraal te halen en terreinen te creëren die passen<br />
bij de behoeften en ontwikkelingen <strong>van</strong> deze tijd ziet<br />
de Raad een belangrijke rol weggelegd <strong>voor</strong> de markt.<br />
De verwachting is dat bij een grotere marktbetrokkenheid<br />
het aanbod <strong>van</strong> bedrijventerreinen beter zal aansluiten<br />
op het kwantitatieve en het kwalitatieve aanbod.<br />
2.4 Reflectie op theoretisch kader<br />
Het theoretisch kader is opgesteld <strong>voor</strong>afgaand aan het<br />
daadwerkelijk onderzoek. Achteraf is het de vraag in<br />
hoeverre het theoretisch kader heeft bijgedragen aan het<br />
onderzoek. Het theoretisch kader heeft bijgedragen aan<br />
het scherp krijgen <strong>van</strong> de aanleiding en de context <strong>van</strong><br />
de hoofdonderzoeksvraag, namelijk de door de overheid<br />
gewenste rol <strong>van</strong> ondernemers bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen in relatie tot de publieke noodzaak<br />
<strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong>, de rol <strong>van</strong> de overheid hierin en het<br />
ontbreken <strong>van</strong> adequate publieke budgetten. Daarnaast<br />
hebben de definities en de beschrijving <strong>van</strong> het regionale<br />
schaalniveau <strong>van</strong> het bedrijventerreinenbeleid in dit<br />
hoofdstuk gezorgd <strong>voor</strong> afbakening <strong>van</strong> het onderzoek.<br />
Hierdoor was het onderzoek behapbaar binnen de gestelde<br />
termijn. In de beschikbare tijd was het helaas niet<br />
mogelijk te onderzoeken in welke gevallen en wanneer<br />
het publieke instrumentarium kan worden ingezet en<br />
wanneer deze tekort schiet bij het stimuleren <strong>van</strong> private<br />
<strong>investeringen</strong>.
3. Oorzaken en<br />
veroorzakers<br />
<strong>van</strong><br />
veroudering<br />
3.1 Te ruim en goedkoop aanbod<br />
3.2 Ontbrekende beheer- en onderhoudsbudgetten<br />
3.3 Weinig <strong>investeringen</strong> in bedrijfsgebouwen en<br />
buitenruimte<br />
3.4 Versnipperd eigendom<br />
3.5 Veranderde vestigings<strong>voor</strong>waarden<br />
3.6 Conclusie s
Oorzaken en veroorzakers <strong>van</strong> veroudering<br />
28<br />
Aan de noodzaak <strong>herstructurering</strong> gaat een proces <strong>van</strong><br />
veroudering <strong>voor</strong>af (zie par. 2.1). Dit hoofdstuk gaat<br />
op zoek naar de oorzaken <strong>van</strong> veroudering en de mate<br />
waarin overheid en ondernemers daarin hebben bijgedragen.<br />
Op basis <strong>van</strong> hier<strong>van</strong> wordt antwoord gegeven op de<br />
vraag of het legitiem is <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> private partijen<br />
te verwachten.<br />
3.1 Te ruim en goedkoop aanbod<br />
Het ruime en goedkope aanbod <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
– nieuwe uitleglocaties in het bijzonder – is de belangrijkste<br />
reden <strong>voor</strong> versnelde veroudering <strong>van</strong> bestaande<br />
bedrijventerreinen (Louw 2009, THB 2009, Klooster<br />
2006). Door het grote aanbod en de lage grondprijzen is<br />
het aantrekkelijk <strong>voor</strong> bedrijven om de huidige kavel te<br />
verruilen <strong>voor</strong> een grote kavel op een goed bereikbare<br />
uitleglocatie. Leegstand <strong>van</strong> de achterblijvende bedrijfsgebouwen<br />
is vaak het gevolg.<br />
Ruim aanbod<br />
Belangrijke doelstelling <strong>voor</strong> veel gemeenten is ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> de werkgelegenheid binnen de eigen gemeentegrenzen.<br />
Hier<strong>voor</strong> zien veel gemeenten – groot, klein<br />
of in welke regio dan ook – de aanleg <strong>van</strong> nieuwe bedrijventerreinen<br />
<strong>als</strong> het geëigende middel (VROMraad 2006,<br />
PBL 2009). Daarnaast levert uitgifte <strong>van</strong> nieuwe kavels directe<br />
en indirecte opbrengsten op. Directe baten zijn opbrengsten<br />
uit het grondbedrijf, hogere bijdragen uit het<br />
gemeentefonds en hogere opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting.<br />
Tot indirecte inkomsten worden behoud<br />
en creatie <strong>van</strong> werkgelegenheid en economische groei<br />
gerekend. In de concurrentiestrijd met buurgemeenten<br />
in het binnenhalen <strong>van</strong> werkgelegenheid is het dan ook<br />
belangrijk voldoende gronden <strong>als</strong> reserve achter de hand<br />
te hebben om geen ‘nee’ te moeten verkopen. Aangezien<br />
behoefteramingen <strong>voor</strong> de langere termijn per definitie<br />
met onzekerheden zijn omgeven, hebben gemeenten de<br />
neiging hun ruimtereserveringen te baseren op een hoge<br />
economische groei (PBL 2009). Van een programmering<br />
die is afgestemd op de actuele regionale vraag is dan ook<br />
nauwelijks sprake. Dit heeft in belangrijke mate bijgedragen<br />
aan het bestaande overaanbod aan bedrijventerreinen<br />
en waardedaling <strong>van</strong> percelen en vastgoed (PBL 2009, THB<br />
2009, VROMraad 2006).<br />
Lage grondprijzen<br />
Gemeenten willen de vraag <strong>van</strong> bedrijven stimuleren door de<br />
grondprijzen laag te houden. Het gevolg is echter dat er niet<br />
kan worden geïnvesteerd in de benodigde aan<strong>van</strong>gskwaliteit<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein (Louw e.a. 2009). Het <strong>voor</strong>gaande<br />
wordt ondersteund door het Planbureau <strong>voor</strong> de Leefomgeving<br />
(2009). Het Planbureau constateert dat gemeenten<br />
meestal niet de residuele waardemethode toepassen (geënt<br />
op de marktwaarde <strong>van</strong> de kavel). Reden hier<strong>voor</strong> is dat bedrijfsruimten<br />
geen eenduidige marktwaarde hebben, omdat<br />
deze vaak specifiek zijn toegesneden op de vraag/vestigingseisen<br />
<strong>van</strong> de gebruiker. Daarnaast willen gemeenten <strong>voor</strong>komen<br />
dat ze zich uit de markt prijzen. Grondprijzen worden<br />
dan ook afgestemd op de prijs die buurtgemeenten vragen.<br />
Omdat gemeenten elkaar beconcurreren bij het aantrekken<br />
<strong>van</strong> nieuwe werkgelegenheid, is het volgens het Planbureau<br />
(2009) waarschijnlijk dat dit een prijsdrukkend effect heeft op<br />
de grondprijs <strong>voor</strong> bedrijventerreinen.<br />
Een ander gevolg <strong>van</strong> de lage grondprijzen is dat bedrijven er<br />
vaak <strong>voor</strong> kiezen meer grond aan te kopen dan ze aan<strong>van</strong>kelijk<br />
nodig hebben. Op deze manier blijft uitbreiding <strong>van</strong> het<br />
bedrijf in de toekomst mogelijk, maar heeft lege kavels op<br />
het bedrijventerrein tot gevolg (zie afbeelding op pagina 6).<br />
Het aankopen <strong>van</strong> de grond is mogelijk doordat de grondkosten<br />
relatief weinig invloed hebben op de totale kapitaaluitgaven<br />
(circa 1%, zie tabel 3.1). Zelfs een verdubbeling <strong>van</strong> de<br />
prijs <strong>van</strong> grond zou de vraag nauwelijks verminderen (VROMraad<br />
2006, Louw e.a. 2009). Daarnaast hebben bedrijven<br />
geen of weinig belang bij het verkopen <strong>van</strong> ‘loze’ ruimten op<br />
bedrijventerreinen, aangezien de relatief lage aankoopkosten<br />
allang zijn afgeschreven (Van Weeghel 2011).<br />
3.2 Ontbrekende beheeren<br />
onderhoudsbudgetten<br />
Gemeenten sluiten de grondexploitatie <strong>van</strong> nieuwe bedrijventerreinen<br />
<strong>als</strong> de laatste kavels zijn verkocht. Eventuele<br />
winsten worden vaak gestort in de algemene reserves <strong>van</strong>
Oorzaken en veroorzakers <strong>van</strong> veroudering<br />
29<br />
Tabel 3.1 Gemiddelde <strong>investeringen</strong> (t.o.v. totale <strong>investeringen</strong>)<br />
in materiële vaste activa <strong>van</strong> sectoren industrie,<br />
openbare <strong>voor</strong>zieningen, bouwnijverheid, handel, vervoer,<br />
opslag, communicatie en verhuur en zakelijke dienstverlening<br />
(volgens SBI’93)<br />
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 gem.<br />
Grond en terreinen 1,7% 1,1% 1,2% 2,7% 1,7% 1,1% 1,1% 1,0% 1,4%<br />
Bedrijfsruimten 11,4% 11,4% 13,4% 10,6% 12,3% 11,5% 11,0% 10,0% 11,5%<br />
Grond-, water- en<br />
14,2% 10,9% 9,3% 13,1% 11,2% 10,4% 11,7% 10,5% 11,4%<br />
wegenbouwkundige werken 2<br />
Vervoersmiddelen 15,0% 16,1% 15,4% 19,1% 21,9% 16,5% 20,3% 20,7% 18,1%<br />
Computer en randapparatuur 4,6% 5,4% 4,3% 5,0% 4,5% 4,6% 4.0% 4,4% 4,6%<br />
Machines en installaties 47,0% 47,1% 50,4% 44,3% 42,0% 47,7% 44,3% 45,0% 46,0%<br />
Overige materiële vaste activa 6,2% 8,0% 6,0% 5,2% 6,4% 8,3% 7,6% 8,3% 7,0%<br />
Bron: CBS Statline 2011<br />
het grondbedrijf en worden veelal besteed aan algemene<br />
maatschappelijke doelstellingen, bij<strong>voor</strong>beeld de bouw<br />
<strong>van</strong> een theater. Bij het ontbreken aan specifieke beheerbudgetten<br />
wordt onderhoud en beheer <strong>van</strong> de openbare<br />
ruimte op bedrijventerreinen in de meeste gevallen gefinancierd<br />
uit de algemene middelen. De lage gemeentelijke<br />
prioriteit <strong>voor</strong> bedrijventerreinen in combinatie met<br />
het ontbreken <strong>van</strong> specifieke beheer- en onderhoudsbudgetten<br />
en de lage aan<strong>van</strong>gskwaliteit zorgen snel <strong>voor</strong><br />
achterstallig onderhoud <strong>van</strong> de openbare ruimte (Louw<br />
e.a. 2009).<br />
3.3 Weinig <strong>investeringen</strong> in<br />
bedrijfsgebouwen en buitenruimte<br />
Op basis <strong>van</strong> CBS-cijfers over de periode 2000-2008 kunnen<br />
we concluderen dat bedrijven in de sectoren die veel<br />
<strong>voor</strong>komen op (gemengde) bedrijventerreinen relatief<br />
weinig investeren in grond en vastgoed (zie tabel 3.1).<br />
Gemiddeld wordt slechts 1,4% <strong>van</strong> de totale <strong>investeringen</strong><br />
uitgegeven aan aankoop <strong>van</strong> de gronden en 11,5%<br />
aan realisatie en onderhoud <strong>van</strong> opstallen. Waardebehoud<br />
<strong>van</strong> grond en vastgoed op langere termijn blijkt dan<br />
ook in mindere mate <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> bedrijven (eigenaargebruikers).<br />
Dit staat haaks op de houding <strong>van</strong> veel gemeenten<br />
die vinden dat het taak <strong>van</strong> private parijen is om<br />
te investeren in incourant vastgoed (PBL 2009). In plaats<br />
daar<strong>van</strong> leggen bedrijven bij de ontwikkeling <strong>van</strong> hun<br />
vastgoed het accent op het laag houden <strong>van</strong> de kosten<br />
en de functionele aspecten <strong>van</strong> de huisvesting (Louw e.a.<br />
2009). Het nieuwe pand moet zo goed mogelijk aansluiten<br />
op de logistiek <strong>van</strong> het productieproces.<br />
De beeldkwaliteit <strong>van</strong> bedrijfspanden krijgt dan ook minder<br />
aandacht. Het gevolg is een verzameling <strong>van</strong> in om<strong>van</strong>g<br />
en kwaliteit zeer uiteenlopende bedrijfsgebouwen,<br />
die vaak slecht zijn ingepast in de omgeving. Bijkomend<br />
effect is dat door het specifiek inrichten en afstemmen<br />
<strong>van</strong> bedrijfsopstallen op het productieproces de verhandelbaarheid<br />
en daarmee de waarde <strong>van</strong> het vastgoed<br />
daalt. De opstallen worden immers minder interessant<br />
<strong>voor</strong> andere bedrijven (Louw e.a. 2009).<br />
2<br />
Betreft veelal permanente <strong>voor</strong>zieningen (bouwrijp maken) of<br />
terreinverbetering <strong>voor</strong> economisch functioneren (<strong>voor</strong>beelden:<br />
wegen, parkeerterreinen, distributienetten <strong>voor</strong> gas, elektriciteit<br />
en water, pijpleidingen <strong>voor</strong> het transport <strong>van</strong> oliën, chemicaliën<br />
en andere vloeibare of gasvormige stoffen). Reparatie consumentenartikelen<br />
en handel: cijfers beschikbaar <strong>van</strong>af 2002. Verhuur<br />
en zakelijke dienstverlening: cijfers beschikbaar <strong>van</strong>af 2005.
Oorzaken en veroorzakers <strong>van</strong> veroudering<br />
30<br />
3.4 Versnipperd eigendom<br />
In Nederland worden bedrijventerreinen traditioneel ontwikkeld<br />
onder regie <strong>van</strong> gemeenten. Zij kopen gronden<br />
aan, maken deze bouwrijp en verkopen de gronden in de<br />
meeste gevallen direct aan de eindgebruikers. De uitgifte<br />
is sterk gericht op de uitgifte <strong>van</strong> kavels aan individuele<br />
bedrijven. Door het versnipperde eigendom dat zo ontstaat<br />
is adequaat beheer en onderhoud <strong>van</strong> private kavels<br />
moeilijk te realiseren/coördineren (Louw e.a. 2009). Om<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> de grond te krijgen is immers medewerking<br />
nodig <strong>van</strong> de gevestigde bedrijven. Dit is niet<br />
eenvoudig aangezien zij andere belangen hebben dan de<br />
gemeente, die vaak een trekkende rol vervult in <strong>herstructurering</strong>soperaties<br />
(Louw e.a. 2009).<br />
3.5 Veranderde vestigings<strong>voor</strong>waarden<br />
Bedrijfsontwikkelingen en daarmee samenhangende<br />
<strong>investeringen</strong> in verbetering <strong>van</strong> de bedrijfsvoering of<br />
het productieproces zorgen <strong>voor</strong> veranderende wensen<br />
en eisen die worden gesteld aan bedrijventerreinen (PBL<br />
2009, Berg 2008, CP 2001). Als onvoldoende wordt geïnvesteerd<br />
in de effecten <strong>van</strong> bedrijfsontwikkelingen vindt<br />
versnelde veroudering plaats. Voorbeelden <strong>van</strong> bedrijfsontwikkelingen<br />
zijn bedrijfsuitbreiding, veranderingen<br />
in de economische structuur en bedrijfsovername. Een<br />
ander <strong>voor</strong>beeld is uitbreiding <strong>van</strong> de bedrijfsactiviteiten/<br />
hogere productie, met <strong>als</strong> gevolg meer verkeersbewegingen<br />
<strong>van</strong> en naar het betreffende bedrijf. Als de infrastructuur<br />
hier niet op wordt aangepast ontstaat technische<br />
veroudering <strong>van</strong> het bedrijventerrein. De bereikbaarheid<br />
verslechtert en daarmee veroudert het bedrijventerrein<br />
ook in economische zin; het terrein wordt immers minder<br />
aantrekkelijk <strong>voor</strong> bedrijven.<br />
3.6 Conclusies<br />
Overheid en ondernemers hebben beide<br />
bijgedragen aan veroudering<br />
Tabel 3.2 geeft de relaties tussen oorzaken en veroorzakers<br />
weer. Gezien de afbakening en aanleiding <strong>van</strong> dit<br />
onderzoek is het aantal veroorzakers beperkt tot de overheid<br />
– vaak de gemeente – en de ondernemers. Op de<br />
vraag of het legitiem is <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> ondernemers<br />
te verwachten gaat het in feite om de vraag wie verantwoordelijk<br />
is <strong>voor</strong> de veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
en wie baat heeft bij <strong>herstructurering</strong>. Onderstaand<br />
schema laat zien dat beide partijen hebben bijgedragen<br />
aan veroudering.<br />
Oorzaken<br />
Tabel 3.2 Relaties oorzaken en veroorzakers<br />
Overaanbod en lage grondprijs<br />
Ontbrekende (adequate) beheer-/<br />
onderhoudsbudgetten<br />
Bedrijfsontwikkelingen<br />
Versnipperd eigendom<br />
Weinig <strong>investeringen</strong> in grond en<br />
vastgoed<br />
Veroorzakers<br />
Publiek<br />
Privaat<br />
Bedrijventerreinenbeleid basis <strong>voor</strong><br />
versnelde veroudering<br />
Het bedrijventerreinenbeleid <strong>van</strong> de afgelopen decennia<br />
heeft een belangrijke basis gelegd <strong>voor</strong> versnelde veroudering<br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen. Dit beleid werd <strong>voor</strong>al gedomineerd<br />
door locale belangen <strong>van</strong> gemeenten. In het<br />
streven <strong>van</strong> gemeenten naar het binnenhalen <strong>van</strong> nieuwe<br />
werkgelegenheid en inkomsten werden nieuwe gronden<br />
goedkoop aangeboden aan individuele bedrijven. De lage<br />
grondprijzen – en dus opbrengsten uit de uitgifte <strong>van</strong><br />
kavels – hebben mede tot gevolg dat er (te) weinig kan<br />
worden geïnvesteerd in de benodigde aan<strong>van</strong>gskwaliteit<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein. Een ander gevolg <strong>van</strong> de lage<br />
grondprijzen is dat er (te) weinig geld opzij kan worden<br />
gezet <strong>voor</strong> beheer en onderhoud <strong>van</strong> de openbare ruimte.<br />
Daarnaast werd het – door het grote en goedkope aanbod<br />
– bedrijfseconomisch interessanter om het huidige
Oorzaken en veroorzakers <strong>van</strong> veroudering<br />
31<br />
pand te verruilen <strong>voor</strong> nieuwbouw. Bijkomend <strong>voor</strong>deel<br />
is dat nieuwbouw optimaal kan worden ingericht en<br />
afgestemd op het productieproces. Het gevolg is het<br />
<strong>van</strong> ontstaan leegstand en achterstallig onderhoud op<br />
<strong>voor</strong>al bestaande bedrijventerreinen. We kunnen dan ook<br />
concluderen dat gemeenten <strong>als</strong> aanbieder, beheerder<br />
en beleidsbepaler <strong>van</strong> bedrijventerreinen een belangrijk<br />
aandeel hebben (gehad) in het ontstaan <strong>van</strong> veroudering<br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen.<br />
Belang bedrijven versnelt veroudering<br />
Ondanks het gevoerde bedrijventerreinenbeleid hebben<br />
ook gevestigde bedrijven bijgedragen aan versnelde<br />
veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen. Bedrijfs<strong>investeringen</strong><br />
zijn primair gericht op het optimaliseren <strong>van</strong><br />
de bedrijfsvoering/productieproces (zie definitie <strong>van</strong><br />
ondernemerschap op pagina 25). Bij het ontbreken <strong>van</strong><br />
bedrijfseconomische meerwaarde wordt dan ook relatief<br />
weinig geïnvesteerd in het eigen vastgoed en buitenruimte.<br />
Dit draagt bij aan achteruitgang <strong>van</strong> de ruimtelijke<br />
kwaliteit op bedrijventerreinen. Bedrijfsontwikkelingen<br />
en de daarmee samenhangende <strong>investeringen</strong> zorgen<br />
daarnaast <strong>voor</strong> veranderende vestigings<strong>voor</strong>waarden<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld een hogere productie waardoor het aantal<br />
verkeersbewegingen toeneemt en de infrastructuur moet<br />
worden uitgebreid). Als onvoldoende wordt geïnvesteerd<br />
in de effecten <strong>van</strong> bedrijfsontwikkelingen versnelt het<br />
verouderingsproces.
4. Ondernemerschap<br />
4.1 <strong>Private</strong> partijen en hun belang<br />
4.2 Bepalende factoren bij besluitvorming<br />
4.3 Investeren in vastgoed en grond;<br />
de overwegingen<br />
4.4 Conclusies
Ondernemerschap<br />
34<br />
De overheid ziet het belang <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen maar trekt zich terug <strong>als</strong> trekker en<br />
financier (zie par. 2.2). Er wordt in dit kader dan ook<br />
steeds meer verwacht <strong>van</strong> ondernemers, <strong>als</strong> het gaat<br />
om financiering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>. In het streven naar<br />
<strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong> door ondernemers is<br />
het noodzakelijk om te weten hoe zij tot investeringsbeslissingen<br />
komen. Dit hoofdstuk gaat dan ook in op de<br />
motieven waarop ondernemers investeringsbeslissingen<br />
baseren. Op basis hier<strong>van</strong> wordt gezocht naar aanknopingspunten<br />
waarop private partijen te verleiden zijn om<br />
mee te investeren in <strong>herstructurering</strong>.<br />
4.1 <strong>Private</strong> partijen<br />
en hun belang<br />
<strong>Private</strong> kavels zijn <strong>voor</strong> circa 72% in eigendom <strong>van</strong><br />
eigenaar-gebruikers. Hiermee zijn zij de grootste<br />
private partij en dus een belangrijke groep om te betrekken<br />
in <strong>herstructurering</strong>sprojecten. De andere 28%<br />
<strong>van</strong> de private partijen bestaat uit gebruikers die hun<br />
grond en vastgoed huren <strong>van</strong> eigenaar-verhuurders.<br />
Alhoewel dit onderzoek zich <strong>voor</strong>namelijk richt op<br />
de eigenaar-gebruiker wordt onderstaand een beschrijving<br />
gegeven <strong>van</strong> de drie meest <strong>voor</strong>komende<br />
private partijen op bedrijventerreinen. Hiermee wordt<br />
duidelijk dat private partijen onderling verschillende<br />
belangen hebben.<br />
Eigenaar-gebruiker<br />
Hoofdstuk 3 laat zien dat eigenaar-gebruikers primair<br />
een bedrijfs-economisch belang hebben. Investeringen<br />
die zij doen zijn gericht op optimalisatie <strong>van</strong> de<br />
bedrijfsvoering of het productieproces, om zo het<br />
bedrijfsresultaat te verbeteren (zie ook de definitie <strong>van</strong><br />
ondernemerschap op pagina 25). De <strong>investeringen</strong> die<br />
eigenaar-gebruikers doen in grond en vastgoed hebben<br />
tot doel de bedrijfsvoering en het productieproces te<br />
faciliteren; vastgoed en buitenruimte worden gezien<br />
<strong>als</strong> productiemiddel. Waardeontwikkeling <strong>van</strong> hun<br />
onroerend goed is geen primair belang en doel<br />
(zie par. 3.3).<br />
Huurder<br />
De ondernemer <strong>als</strong> gebruiker heeft geen vastgoed of<br />
grond in bezit en huurt of least deze dan ook <strong>van</strong> de<br />
eigenaar. Waardeontwikkeling <strong>van</strong> vastgoed en grond<br />
is dan ook niet belangrijk <strong>voor</strong> hen. Huurders leggen de<br />
prioriteit – nog meer dan hun collega-ondernemers met<br />
een eigen pand en kavel – op de bedrijfsvoering en het<br />
productieproces.<br />
Eigenaar-verhuurder<br />
In tegenstelling tot eigenaar-gebruikers hebben juist<br />
eigenaar-verhuurders belang bij waardebehoud en<br />
-ontwikkeling <strong>van</strong> vastgoed en grond (huurinkomsten<br />
zijn afhankelijk <strong>van</strong> vastgoedwaarde). Door vastgoed en<br />
gronden te verhuren aan gebruikers streven eigenaarverhuurders<br />
naar een optimaal rendement. Hierbij kijken<br />
zij primair naar de haalbaarheid en de risico’s <strong>van</strong> te verwachten<br />
geïndexeerde cashflow en de mogelijke waardeontwikkeling<br />
<strong>van</strong> grond en vastgoed. Het grote aanbod<br />
aan nieuwe terreinen en de lage grondprijzen zorgen <strong>voor</strong><br />
een kleine marktvraag naar bestaande locaties en een<br />
relatief lage huurprijs in relatie tot de afschrijvingen op<br />
bedrijfspanden (Louw e.a. 2009). Hierdoor ontwikkelt het<br />
rendement zich onvoldoende volgens de verwachting en<br />
is er sprake <strong>van</strong> een hoger risico. Daar komt bij dat het<br />
beleggen in bedrijfsruimten risicovol is door het specifieke<br />
karakter <strong>van</strong> bedrijfsgebouwen en de gevoeligheid<br />
<strong>van</strong> de markt <strong>voor</strong> conjuncturele veranderingen.<br />
Specifieke wensen <strong>van</strong> bedrijven, de vaak lage kwaliteit<br />
<strong>van</strong> het vastgoed en de waardevermindering door snelle<br />
veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen zijn hier debet aan.<br />
Door het hoge risicoprofiel investeren beleggers en<br />
projectontwikkelaars relatief weinig in de markt <strong>voor</strong><br />
bedrijfsruimten (DHV 2007, Bloem 2009, Simons).<br />
4.2 Bepalende factoren<br />
bij besluitvorming<br />
Het besluitvormingsproces<br />
Om inzicht te krijgen in de factoren die <strong>van</strong> invloed zijn<br />
op (investerings)beslissingen <strong>van</strong> ondernemers is verdieping<br />
in het denken, de motivatie en het gedrag <strong>van</strong>
Ondernemerschap<br />
35<br />
ondernemers nodig. Bandara kwam in 1986 met een samenhangende<br />
theorie waarin motivatie en gedrag <strong>van</strong>uit<br />
een sociaal cognitief oogpunt is belicht. In zijn theorie<br />
beïnvloeden cognitie (<strong>van</strong>uit kennis en ervaring oplossingen<br />
zoeken), persoonlijkheid en omgevingsfactoren<br />
de uiteindelijke keuze <strong>van</strong> mensen.<br />
Gibcus en Hoesel (2003) hebben onderzoek gedaan naar<br />
de achtergronden <strong>van</strong> het besluitvormingsproces <strong>van</strong><br />
ondernemers in het MKB door empirisch onderzoek te<br />
confronteren met wetenschappelijke theorieën. In dit<br />
onderzoek hebben zij de theorie <strong>van</strong> Bandara vertaald in<br />
een analytisch besluitvormingsmodel <strong>voor</strong> investeringsbeslissingen<br />
(zie figuur 4.1). Aan de hand <strong>van</strong> dit model<br />
worden de factoren beschreven die <strong>van</strong> invloed zijn op<br />
het beslissingsproces.<br />
Figuur 4.1 Besluitvormingsmodel investeringsbeslissingen<br />
Ondernemer<br />
Rationaliteit, emotie of<br />
intuïtie<br />
Winst/verlies<br />
Stimuli<br />
Samenwerking<br />
Innovaties<br />
Omgeving<br />
Onzekerheid<br />
lijkt vaak geen weg meer terug te zijn. Ook <strong>als</strong> het idee<br />
mislukt – bij<strong>voor</strong>beeld <strong>als</strong> resultaten uitblijven – wordt<br />
vaak vastgehouden aan het oorspronkelijke idee. De<br />
mislukking ligt volgens de ondernemers niet zozeer aan<br />
het idee maar aan de uitvoering er<strong>van</strong>. De onderzoekers<br />
zijn het overigens niet eens met de stelling dat ondernemers<br />
kortetermijndenkers zijn. Door hen uitgevoerd<br />
empirisch onderzoek liet zien dat ondernemers ook<br />
met de middellange termijn en soms zelfs met de lange<br />
termijn bezig zijn.<br />
De omgeving<br />
Door de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de informatie<strong>voor</strong>ziening, onzekerheid<br />
en snelle veranderingen in de markt blijkt de<br />
omgeving <strong>van</strong> invloed te zijn op de beslissing <strong>van</strong> de ondernemer.<br />
Deze omgeving wordt getypeerd <strong>als</strong> verzameling<br />
<strong>van</strong> informatie, alternatieven, waarden en <strong>voor</strong>keuren<br />
die beschikbaar zijn op het tijdstip dat de beslissing<br />
wordt genomen. Uit onderzoek blijkt dat ondernemers<br />
vaak een eigen beeld hebben geschetst, zonder daar met<br />
anderen over te communiceren (Gibcus en Hoesel 2003).<br />
Mede hierdoor wordt maar een deel <strong>van</strong> de beschikbare<br />
informatie gebruikt en blijft de te nemen beslissing overzichtelijk.<br />
Omdat beslissingen in een complexe omgeving<br />
moeten worden genomen het het hoofddoel het reduceren<br />
<strong>van</strong> onzekerheid in relatie tot het te nemen risico,<br />
aldus de onderzoekers.<br />
belissingsproces<br />
Bron: Gibcus en Hoesel (2003)<br />
De ondernemer<br />
Gibcus en Hoesel (2003) constateren dat ondernemers<br />
zich kenmerken door onafhankelijkheid, doelgerichtheid,<br />
optimisme en overtuiging. Ondernemers blijken sterk<br />
te geloven in hun ideeën. Bij de uitwerking <strong>van</strong> ideeën<br />
4.3 Investeren in vastgoed en grond;<br />
de overwegingen<br />
Een gezamenlijk belang <strong>van</strong> het bedrijfsleven is het<br />
streven naar waardecreatie (Dorsman en Rijken 1998).<br />
Eigenaar-gebruikers, huurders en eigenaar-verhuurders<br />
creëren ieder met hun eigen bedrijfsactiviteiten waarde<br />
(zie par. 4.1). De reden om al dan niet te investeren in<br />
vastgoed en buitenruimte hangt dan ook <strong>voor</strong> een belangrijk<br />
deel samen met meerwaarde die de inves-teringen<br />
bieden <strong>voor</strong> de bedrijfsactiviteiten (bij<strong>voor</strong>beeld een<br />
efficiëntere productie waardoor kosten worden bespaard<br />
of een hogere vastgoedwaarde waardoor meer huurinkomsten<br />
worden gegenereerd). Bij de financiële overweging<br />
die ondernemers maken ten aanzien <strong>van</strong>
Ondernemerschap<br />
36<br />
<strong>investeringen</strong> in vastgoed en buitenruimte gaat het<br />
primair om de aspecten: kosten, liquiditeit, fiscaliteit en<br />
solvabiliteit (Louw e.a. 2009).<br />
Kosten<br />
Ondernemers streven in eerste instantie naar een zo laag<br />
mogelijk kostenniveau. Investeringen in hun vastgoed of<br />
perceel zullen zorgen <strong>voor</strong> waardevermeerdering. Voor<br />
eigenaar-gebruikers betekent dit dat de onroerendezaakbelasting<br />
omhoog zal gaan. Waardevermeerdering<br />
<strong>van</strong> grond en vastgoed betekent huurverhoging <strong>voor</strong><br />
huurders <strong>van</strong> bedrijfsopstallen. Voor ondernemers die<br />
bedrijfspanden huren is het <strong>van</strong>uit deze optiek niet aantrekkelijk<br />
te investeren in de huisvesting en het terrein.<br />
Liquiditeit<br />
Bedrijven hebben de beschikking over een bepaalde hoeveelheid<br />
liquide middelen 3 . Het liquide vermogen neemt<br />
af <strong>als</strong> bedrijven investeren in hun vastgoed of terrein.<br />
Ondernemers hadden het kapitaal dat zij in hun huisvesting<br />
hebben geïnvesteerd ook anders kunnen inzetten.<br />
Als bedrijf is het dan ook belangrijk af te wegen of de<br />
liquide middelen niet beter ingezet kunnen worden <strong>voor</strong><br />
<strong>investeringen</strong> in het primaire bedrijfsproces.<br />
Fiscaliteit<br />
Bij fiscaliteit gaat het om kosten die ten laste <strong>van</strong> het<br />
fiscale resultaat kunnen worden gebracht. Meer kosten<br />
betekent minder af te dragen belasting. In het geval <strong>van</strong><br />
<strong>investeringen</strong> waar<strong>voor</strong> een lening (hypotheek) is afgesloten<br />
betreft het de rente die kan worden afgetrokken.<br />
Ook onderhoudskosten en de verzekering mag ten laste<br />
worden gebracht <strong>van</strong> het fiscale resultaat. Boekwinsten<br />
uit de verkoop <strong>van</strong> bedrijfsmiddelen vallen onder de winst<br />
uit onderneming en zijn belastbaar. Door vorming <strong>van</strong><br />
bedrijfsreserves kunnen ondernemers deze belasting<br />
vermijden.<br />
uit te keren dividend. Hoe groter het eigen vermogen is<br />
ten opzichte <strong>van</strong> het vreemde vermogen, hoe makkelijker<br />
het is geld te lenen om te investeren of dividend uit te<br />
kunnen betalen. Door te investeren in vastgoed of grond,<br />
al dan niet met vreemd vermogen, neemt de solvabiliteit<br />
af en daarmee de mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>investeringen</strong> in<br />
het bedrijfsproces.<br />
Herstructurering: een onbekend terrein<br />
Voorgaande aspecten zijn belangrijk bij de beoordeling<br />
<strong>van</strong> het risico <strong>van</strong> <strong>investeringen</strong> in relatie tot het<br />
verwachte rendement. Daarnaast is inhoudelijk inzicht<br />
nodig – zo<strong>als</strong> marktkennis of vernieuwende productiemethoden<br />
– om een goede inschatting te kunnen maken.<br />
Ondernemers hebben vaak geen of weinig verstand <strong>van</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> en kunnen daardoor de met de <strong>investeringen</strong><br />
gemoeide risico’s lastig inschatten. De keuze om<br />
niet (mee) te investeren ligt daardoor meer <strong>voor</strong> de hand.<br />
maatregel<br />
Om<strong>van</strong>g investering<br />
Figuur 4.2 Speelveld investeringsbeslissingen<br />
Kennis effect maatregel<br />
Investeringsbeslissing<br />
Financiële<br />
overweging<br />
overtuiging<br />
meerwaarde<br />
Afweging risico &<br />
rendement<br />
Solvabiliteit<br />
Solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen eigen en<br />
het vreemde vermogen. De solvabiliteit <strong>van</strong> bedrijven<br />
heeft gevolgen <strong>voor</strong> de waarde <strong>van</strong> de aandelen en het<br />
3<br />
Het totaal <strong>van</strong> middelen, dat een onderneming direct kan<br />
aanwenden om betalingen te verrichten.
Ondernemerschap<br />
37<br />
4.4 Conclusies<br />
Op basis <strong>van</strong> het <strong>voor</strong>gaande is de wijze waarop ondernemers<br />
tot investeringsbeslissingen komen grafisch te<br />
verbeelden in het model op de linker pagina.<br />
Overtuiging <strong>van</strong> meerwaarde<br />
Ondernemers zullen eerst overtuigd moeten zijn <strong>van</strong> de<br />
meerwaarde die de <strong>herstructurering</strong>smaatregelen hen<br />
c.q. hun bedrijfsactiviteiten bieden <strong>voor</strong>dat zij beslissen<br />
in de maatregelen te investeren. Om een afweging te<br />
kunnen maken heeft de ondernemer kennis nodig <strong>van</strong><br />
de te nemen maatregelen en het effect er<strong>van</strong>. Op deze<br />
manier kan hij de meerwaarde inschatten in relatie tot<br />
zijn belang.<br />
Het bedrijfsleven heeft een gemeenschappelijke doelstelling,<br />
namelijk waardevermeerdering <strong>van</strong> het bedrijf<br />
door waardecreatie. Bedrijven hebben echter ook een<br />
afzonderlijk belang dat samenhangt met de wijze waarop<br />
waardecreatie tot stand komt. Dit is afhankelijk <strong>van</strong> het<br />
soort bedrijfsactiviteiten. Voor eigenaar-gebruikers is het<br />
primaire belang een optimaal bedrijfsresultaat te halen<br />
uit de bedrijfsvoering/het productieproces. De waarde<br />
<strong>van</strong> het vastgoed is hierbij <strong>van</strong> secundair belang; het vastgoed<br />
dient <strong>als</strong> productiemiddel. Bij eigenaar-verhuurders<br />
gaat het juist om het behalen <strong>van</strong> rendement door waardevermeerdering<br />
<strong>van</strong> vastgoed. Als ondernemers het<br />
belang <strong>van</strong> de maatregel(en) erkennen en zich verbonden<br />
voelen aan de gestelde doelen zullen zij eerder geneigd<br />
zijn mee te investeren in de uitvoering er<strong>van</strong>.<br />
Financiële overweging<br />
Afgezien <strong>van</strong> de meerwaarde <strong>van</strong> de maatregel hangt<br />
een investeringsbeslissing in belangrijke mate af <strong>van</strong> de<br />
financiële afweging. Elk bedrijf heeft zijn eigen dynamiek<br />
en dus mogelijkheden <strong>voor</strong> het al dan niet doen<br />
<strong>van</strong> <strong>investeringen</strong>. De mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>investeringen</strong><br />
variëren per bedrijf door:<br />
• de kosten <strong>van</strong> de maatregel (nu of het effect er<strong>van</strong><br />
in de toekomst);<br />
• liquiditeit en solvabiliteit <strong>van</strong> het bedrijf (in hoeverre<br />
heeft het bedrijf eigen vermogen en in hoeverre kan of<br />
wil de ondernemer – in relatie tot zijn bedrijfsvoering –<br />
dat inzetten <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong>);<br />
• fiscale <strong>voor</strong>delen die al dan niet kunnen worden benut.
5. Bouwstenen<br />
uit de<br />
praktijk<br />
5.1 Belang <strong>van</strong> publieke <strong>investeringen</strong><br />
5.2 Publieke <strong>investeringen</strong> <strong>als</strong> katalysator<br />
5.3 Rol <strong>van</strong> ontwikkelingsmaatschappijen<br />
5.4 Denken <strong>van</strong>uit de ondernemer<br />
5.5 Procesmatige aspecten<br />
5.6 Conclusies/bouwstenen
Bouwstenen uit de praktijk<br />
40<br />
De aandacht <strong>voor</strong> bedrijfs<strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen is niet nieuw. Alhoewel<br />
het belang <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong> groter is geworden<br />
probeerden overheden ook <strong>voor</strong> de kredietcrisis en<br />
de bezuinigingen bedrijfs<strong>investeringen</strong> los te krijgen.<br />
Ervaring genoeg waar<strong>van</strong> we kunnen leren. Aan de hand<br />
<strong>van</strong> drie praktijk<strong>voor</strong>beelden/cases gaat dit onderzoek<br />
op zoek naar inhoudelijke en procesmatige bouwstenen<br />
die bijdragen aan een aantrekkelijk investeringsklimaat<br />
<strong>voor</strong> ondernemers om te investeren in <strong>herstructurering</strong>.<br />
De bouwstenen (‘lessons learned’) vormen een belangrijke<br />
basis <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>waarden waaronder ondernemers<br />
bereid zijn mee te investeren.<br />
Selectie <strong>van</strong> projecten<br />
De projecten zijn geselecteerd in vergelijkbare COROPgebieden,<br />
omdat de regionale economische en demografische<br />
dynamiek invloed heeft op (de mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong>) <strong>herstructurering</strong> (zie par. 2.2). Alle COROP-gebieden<br />
zijn daarom met elkaar vergeleken op de volgende<br />
aspecten: bevolkingsom<strong>van</strong>g tot 2025, huishoudensom<strong>van</strong>g<br />
tot 2025, om<strong>van</strong>g beroepsbevolking tot 2025<br />
en de economische groei. De projecten zijn vervolgens<br />
geselecteerd in de COROP-gebieden die het dichtst<br />
bij het Nederlands gemiddelde liggen. Via de provinciale<br />
en regionale ontwikkelingsmaatschappijen zijn de<br />
projecten binnen het betreffende COROP-gebied<br />
gekozen. Belangrijk hierbij was dat er een <strong>herstructurering</strong>sopgave<br />
lag waarbij de ondernemers betrokken<br />
zijn/waren en dat de terreinen binnen de definitie <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen pasten. Voor een uitgebreidere<br />
verantwoording <strong>van</strong> de selectie <strong>van</strong> projecten, zie<br />
bijlage 4.<br />
Case 1 De Enk, Wijhe (18ha)<br />
• Probleem: ontsluiting en bereikbaarheid, verkeersveiligheid<br />
(smal profiel en kruisingen), kwaliteit <strong>van</strong> het<br />
wekdek, tekort aan parkeerplekken, beeldkwaliteit en<br />
milieuzonering (zie afbeelding op pagina 20/21).<br />
• Maatregelen: bedrijfsverplaatsing <strong>voor</strong> een betere<br />
zonering <strong>van</strong> het bedrijventerrein, invulling <strong>van</strong> braakliggende<br />
kavels (zie afbeelding op pagina 6), nieuwe<br />
3<br />
Figuur 5.1 Ligging COROP-gebieden waarin<br />
projecten zijn geselecteerd<br />
2<br />
inrichting hoofdinfrastructuur, verbetering openbare<br />
ruimte en erfafscheidingen.<br />
• Investeringen: € 2,1 miljoen door gemeente, waar<strong>van</strong><br />
€ 1 miljoen aan subsidie door provincie.<br />
• Doorlooptijd: 2007/2008-heden.<br />
• Belangrijkste partijen: circa 50 bedrijven, gemeente<br />
Olst-Wijhe en de Herstructureringsmaatschappij<br />
bedrijventerreinen Overijssel.<br />
• Betrokkenheid ondernemers: matig door slechte communicatie<br />
<strong>van</strong>uit gemeente en niet waargemaakte<br />
verwachtingen.<br />
Case 2 ’t Plaatje, Sliedrecht (1,5ha)<br />
• Probleem: braakliggend terrein met haven die niet<br />
voldoet aan de huidige eisen (zie afbeelding op<br />
pagina 44-47).<br />
• Maatregelen: terrein geschikt maken <strong>voor</strong> maritieme<br />
bedrijvigheid, uitdiepen haven en ontgronding, opho-<br />
1
Bouwstenen uit de praktijk<br />
41<br />
ging en verlenging kades, aanleg verkeersontsluiting,<br />
bouwrijp maken, ontwikkelen vastgoed.<br />
• Investeringen: € 6,4 miljoen door ontwikkelingsmaatschappij,<br />
regio en gemeente en € 17,3 miljoen door<br />
bedrijven in vastgoed.<br />
• Doorlooptijd: 1997-heden.<br />
• Belangrijkste partijen: twee scheepswerven (toekomstige<br />
gebruikers), gemeente Sliedrecht en de Regionale<br />
Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden.<br />
• Betrokkenheid ondernemers: matig door <strong>voor</strong>al de<br />
lange doorlooptijd <strong>van</strong> de ontwikkeling. Het <strong>voor</strong>tbestaan<br />
<strong>van</strong> de bedrijven is afhankelijk <strong>van</strong> de ontwikkeling.<br />
Case 3 Hazepad e.o., Breda (10ha)<br />
• Probleem: bereikbaarheid, ontsluiting en verkeersafwikkeling,<br />
(sociale) veiligheid, beeldkwaliteit (openbare<br />
ruimte en vastgoed) en ruimtegebruik (zie afbeelding<br />
op pagina 60/61).<br />
• Maatregelen: doortrekken (nieuwe) infrastructuur, herverkaveling<br />
en kwaliteitverbetering openbare ruimte.<br />
• Investeringen: € 2 miljoen door gemeente en Ministerie<br />
<strong>van</strong> Economische Zaken in infrastructuur en openbare<br />
ruimte. De hoogte <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong> in vastgoed<br />
en buitenruimte is onbekend.<br />
• Doorlooptijd: 2005-2008.<br />
• Belangrijkste partijen: elf zittende bedrijven, gemeente<br />
Breda en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij.<br />
• Betrokkenheid ondernemers: relatief groot door participatie<br />
<strong>van</strong> bedrijven in werkgroep en consequente<br />
communicatie en informatie<strong>voor</strong>ziening.<br />
5.1 Belang <strong>van</strong> publieke<br />
<strong>investeringen</strong><br />
De drie cases laten zien dat uitvoering <strong>van</strong> de benodigde<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatregelen niet mogelijk is/was zonder<br />
publieke <strong>investeringen</strong>. Hierbij gaat het om maatregelen<br />
die horen bij <strong>herstructurering</strong>sprojecten in de<br />
categorieën revitalisering en zware revitalisering. Aan de<br />
hand <strong>van</strong> de drie projecten wordt het belang <strong>van</strong> private<br />
<strong>investeringen</strong> toegelicht.<br />
Bedrijfsverplaatsing onmogelijk<br />
zonder publieke middelen<br />
Om de <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerrein De Enk<br />
in Wijhe tot een succes te brengen moet een aantal<br />
bedrijven worden verplaatst. Verplaatsing blijkt <strong>voor</strong> de<br />
betreffende bedrijven niet rendabel te zijn. De bedrijven<br />
stellen zich daarnaast op het standpunt dat verplaatsing<br />
niet direct in hun belang is. Publieke middelen zijn<br />
dan ook nodig om – de door de gemeente gewenste –<br />
bedrijfsverplaatsing op gang te brengen. De gemeente<br />
en de ontwikkelingsmaatschappij hebben onvoldoende<br />
middelen die zij in kunnen of mogen zetten om de bedrijfsverplaatsing(en)<br />
te realiseren, door andere maatschappelijke<br />
belangen.<br />
Investeringen i.r.t. marktconforme grondprijs<br />
Uitvoering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> ’t Plaatje is onmogelijk<br />
zonder publieke bijdrage. De regio Drechtsteden<br />
heeft de ambitie de regionale maritieme economie te<br />
versterken. Projectgebied ’t Plaatje is één <strong>van</strong> de locaties<br />
waar versterking <strong>van</strong> deze sector haar beslag krijgt.<br />
Om het projectgebied bouwrijp te maken <strong>voor</strong> de<br />
gewenste bedrijvigheid moeten onder andere kades<br />
worden verlengd en opgehoogd en moet de haven<br />
worden uitgediept. Zonder de <strong>voor</strong>financiering <strong>van</strong> de<br />
ontwikkelingsmaatschappij en subsidie <strong>van</strong> verschillende<br />
overheden is de ontwikkeling financieel niet haalbaar<br />
(totale investering grondexploitatie € 6,4 miljoen). Het<br />
doorberekenen <strong>van</strong> de <strong>investeringen</strong> in een marktconforme<br />
<strong>voor</strong> bouwrijpe grond is namelijk niet mogelijk.<br />
De toekomstige gebruikers dit niet opbrengen naast de<br />
<strong>investeringen</strong> die zij moeten doen in de ontwikkeling <strong>van</strong><br />
nieuw vastgoed, apparatuur en een droogdok (gezamenlijk<br />
€ 17,5 miljoen).<br />
Openbare ruimte: een publieke<br />
verantwoordelijkheid<br />
Ook de <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> Hazepad e.o. in Breda was<br />
niet mogelijk geweest zonder het inzetten <strong>van</strong> publieke<br />
middelen. Een belangrijk element (en aanjager) binnen<br />
dit project was het verbeteren <strong>van</strong> de toegankelijkheid<br />
en bereikbaarheid <strong>van</strong> het terrein door de infrastructuur
Bouwstenen uit de praktijk<br />
42<br />
door te trekken. Zonder de Rijkssubsidie <strong>van</strong> € 1 miljoen<br />
en de <strong>investeringen</strong> die de gemeente heeft gedaan was<br />
uitvoering <strong>van</strong> het project niet mogelijk. De bereidheid<br />
<strong>van</strong> aanwezige bedrijven om mee te investeren was niet<br />
groot, aangezien zij vonden dat de openbare ruimte<br />
de ‘core business’ is <strong>van</strong> de overheid (Rook 2011). De<br />
gemeenteraad op haar beurt wilde niet meer geld in het<br />
project stoppen dan € 1 miljoen in de openbare ruimte,<br />
zijnde 50% <strong>van</strong> de totale <strong>investeringen</strong>.<br />
5.2 Publieke <strong>investeringen</strong><br />
<strong>als</strong> katalysator<br />
Investeringen in openbare ruimte<br />
Paragraaf 5.1 laat zien dat publieke <strong>investeringen</strong> in<br />
<strong>herstructurering</strong> nodig blijven. De gemeente Breda<br />
bevestigt het belang <strong>van</strong> publieke <strong>investeringen</strong> <strong>voor</strong> het<br />
op gang krijgen <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>. <strong>Private</strong> partijen zien<br />
de openbare ruimte <strong>als</strong> de ‘core business’ <strong>van</strong> de gemeente<br />
(Rook 2011). Vooral in het geval <strong>van</strong> achterstallig<br />
onderhoud aan de openbare ruimte wordt eerst naar de<br />
gemeente gekeken <strong>voor</strong>dat zij zullen investeren in de eigen<br />
kavel en vastgoed. Deze stelling wordt ondersteund<br />
door de Herstructureringsmaatschappij Overijssel. De<br />
gemeente zal eerst in moeten zetten op het creëren <strong>van</strong><br />
een ‘level playing field’ om zo draagvlak en <strong>investeringen</strong><br />
te stimuleren (Wiendels, april 2011). Investeringen in verbetering<br />
<strong>van</strong> de infrastructuur (aankoop <strong>van</strong> benodigde<br />
percelen, aanleg en herverkaveling) blijken tot beweging<br />
en draagvlak onder bedrijven te leiden, aldus Rook<br />
(2011). Bedrijven zien kansen om uit te breiden, te verplaatsen<br />
of zich op het terrein te vestigen. Het aanpakken<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte en infrastructuur is een belangrijk<br />
element in de Bredase <strong>herstructurering</strong>saanpak.<br />
Ook Olst-Wijhe investeert in de openbare ruimte en<br />
infrastructuur. Hiermee laat de gemeente zien dat zij<br />
serieus met de <strong>herstructurering</strong> bezig is en hoopt men<br />
op een aanjagend effect op private <strong>investeringen</strong> (Blink<br />
2011).<br />
Het benutten <strong>van</strong> ‘natuurlijke’ momenten<br />
Het zoeken naar kansen blijkt een effectief middel om<br />
<strong>herstructurering</strong>sprocessen op gang te krijgen.<br />
Zo concentreert de Herstructureringsmaatschappij Overijssel<br />
zich bij de selectie <strong>van</strong> projecten <strong>voor</strong>al op kansen<br />
waarmee <strong>herstructurering</strong> in beweging komt (Wiendels,<br />
april 2011). Interessante kansen zijn (geplande) publieke<br />
<strong>investeringen</strong>, ontwikkelingen en initiatieven <strong>van</strong> bedrijven<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld modernisering, nieuwbouw, verhuizing)<br />
en integrale gebiedsverbeteringen. Hierbij gaat het vaak<br />
om partijen die ‘wat willen’. Door bedrijven vervolgens<br />
op een <strong>voor</strong> hen passende manier te faciliteren wordt<br />
de kans op private <strong>investeringen</strong> vergroot (Wiendels<br />
april 2011). De Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij en<br />
Limburg Herstructureert Bedrijventerreinen (LHB) ondersteunen<br />
deze gedachte. Om private <strong>investeringen</strong> los te<br />
krijgen is het belangrijk gebruik te maken <strong>van</strong> ‘natuurlijke’<br />
momenten waarop gesprekken en onderhandelingen<br />
in een ander daglicht komen te staan (Hoekstra 2011 en<br />
Cremers 2010). Voorbeelden zijn bedrijfsverplaatsingen<br />
en bedrijfsovernames waardoor aankoop <strong>van</strong> een strategisch<br />
liggend perceel mogelijk wordt of aanpassing <strong>van</strong><br />
infrastructuur en openbare ruimte waardoor aanpalende<br />
bedrijven gestimuleerd worden hun hekwerken, bestrating<br />
etc. aan te pakken.<br />
Stimuleringsregelingen<br />
Het opzetten <strong>van</strong> een stimuleringsregeling in <strong>herstructurering</strong>sprojecten<br />
draagt bij aan private <strong>investeringen</strong> in<br />
vastgoed en buitenruimte (Van der Veen 2010). Deze stelling<br />
wordt geïllustreerd aan de hand <strong>van</strong> de stimuleringsregeling<br />
die de gemeente Rijssen heeft opgesteld bij de<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerrein De Mors. Bedrijven<br />
konden door gebruik te maken <strong>van</strong> deze regeling een<br />
tegemoetkoming krijgen in de investeringskosten <strong>voor</strong><br />
verbetering <strong>van</strong> hun bedrijfspand en/of buitenruimte.<br />
Hiermee zette de gemeente in op verbetering <strong>van</strong> de<br />
beeldkwaliteit, behoud <strong>van</strong> bedrijven en stijging <strong>van</strong> de<br />
vastgoedwaarde. Het totale budget bedroeg € 100.000,-.<br />
Elf bedrijven hebben gebruik gemaakt <strong>van</strong> de regeling,<br />
waar<strong>van</strong> 7 bedrijven aangeven dat de regeling noodzakelijk<br />
was <strong>voor</strong> de realisatie <strong>van</strong> verbeteringen. Gezamenlijk<br />
hebben de deelnemende bedrijven € 3,5 miljoen geïnvesteerd<br />
(hefboomwerking <strong>van</strong> 1:35).
Bouwstenen uit de praktijk<br />
43<br />
5.3 Rol <strong>van</strong> ontwikkelingsmaatschappijen<br />
In elke case neemt een regionale of provinciale ontwikkelingsmaatschappij<br />
deel aan het proces. De ontwikkelingsmaatschappijen<br />
spelen in meer of mindere mate een rol<br />
in het procesmanagement en/of in de financiering <strong>van</strong> het<br />
<strong>herstructurering</strong>straject. Per ontwikkelingsmaatschappij<br />
wordt de bijdrage er<strong>van</strong> in zijn algemeenheid en in het<br />
betreffende project toegelicht.<br />
Herstructureringsmaatschappij Overijssel<br />
Met het idee dat publieke <strong>investeringen</strong> <strong>als</strong> katalysator<br />
werken <strong>voor</strong> private <strong>investeringen</strong> heeft de provincie<br />
Overijssel de Herstructureringsmaatschappij Overijssel<br />
opgericht. Door <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> de <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
hoopt de provincie een extra investeringsbereik<br />
te realiseren. Elke door de <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
geïnvesteerde euro moet vier euro aan private<br />
<strong>investeringen</strong> uitlokken. Uitgangspunt is dat de provinciale<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatschappij circa 25% <strong>van</strong> de totale<br />
provinciale <strong>herstructurering</strong>sopgave (1.200 ha) aanpakt<br />
tot 2015 met een budget <strong>van</strong> € 7,5 miljoen (circa € 2,5 per<br />
m²) (Boerman 2010).<br />
In het geval <strong>van</strong> De Enk speelt de <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
<strong>voor</strong>al een procesrol in het verbinden <strong>van</strong><br />
partijen. Op deze manier wordt geprobeerd partijen en<br />
<strong>investeringen</strong> aan elkaar te koppelen zodat onder andere<br />
bedrijfsverplaatsingen en herontwikkeling <strong>van</strong> braakliggende<br />
kavels <strong>van</strong> de grond komen. In sommige gevallen<br />
doet de <strong>herstructurering</strong>smaatschappij risicodragende<br />
<strong>investeringen</strong> om <strong>herstructurering</strong> in beweging te krijgen.<br />
Door het relatief beperkte budget in relatie tot de relatief<br />
grote provinciale <strong>herstructurering</strong>sopgave heeft de<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatschappij echter beperkt middelen<br />
beschikbaar om risicodragend te investeren in Bedrijventerrein<br />
De Enk.<br />
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij<br />
Drechtsteden<br />
Ook de regio Drechtsteden heeft een regionale ontwikkelingsmaatschappij<br />
opgericht <strong>voor</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong><br />
nieuwe en <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bestaande verouderde<br />
bedrijventerreinen. Op deze manier willen de provincie<br />
en de regio de regionale economie versterken. Het totale<br />
investeringskapitaal bedraagt € 21 miljoen euro <strong>voor</strong> aanleg,<br />
herontwikkeling, transformatie en <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> in<br />
totaal circa 415 ha bedrijventerrein in de periode tot 2020<br />
(circa € 5 per m²). Bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> ’t Plaatje heeft de<br />
ontwikkelingsmaatschappij de rol <strong>van</strong> grondontwikkelaar.<br />
Daarnaast verzorgt de regionale ontwikkelingsmaatschappij<br />
de <strong>voor</strong>financiering <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>smaatregelen en<br />
wordt er circa 25% risicodragend geïnvesteerd in het project.<br />
De overige <strong>investeringen</strong> zijn afkomstig <strong>van</strong> subsidies <strong>van</strong><br />
het Rijk en <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> de regio en de gemeente.<br />
Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij & Brabantse<br />
Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen<br />
Ook de provincie Noord-Brabant ziet de katalyserende<br />
werking <strong>van</strong> publieke <strong>investeringen</strong>. In 2005 heeft zij<br />
besloten naast de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
de Brabantse Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen<br />
op te richten. De <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
stimuleert private <strong>investeringen</strong> door zelf risicodragend<br />
te participeren in <strong>herstructurering</strong>splannen en daardoor<br />
projecten daadwerkelijk tot uitvoering te brengen. Voor<br />
de <strong>herstructurering</strong>opgave in Noord-Brabant (1.800 ha)<br />
hebben de provinciale ontwikkelingsmaatschappij en<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatschappij gezamenlijk € 59 miljoen<br />
ter beschikking (circa € 3 per m²). De <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
richt zich op de herontwikkeling <strong>van</strong> privaat<br />
eigendom op bedrijventerreinen en betrekt daar de<br />
professionele vastgoedsector en de gemeenten bij. Op<br />
deze manier wordt het risico <strong>voor</strong> bedrijven verkleind en<br />
de drempel verlaagd om (mee) te investeren. De middelen<br />
<strong>van</strong> de Brabantse Herstructureringsmaatschappij worden<br />
revolverend ingezet. Daarmee is zij niet op rendement uit,<br />
maar wordt geprobeerd de kosten en opbrengsten in een<br />
project te optimaliseren. Op die manier wordt het tekort in<br />
een project zo veel mogelijk teruggebracht.<br />
De rol <strong>van</strong> de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
beperkte zich bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> Hazepad e.o. tot<br />
die <strong>van</strong> procesmanagement. De benodigde publieke<br />
<strong>investeringen</strong> zijn verkregen door subsidie <strong>van</strong> het Rijk en<br />
<strong>investeringen</strong> door de gemeente.
Case ’t ‘t Plaatje<br />
Sliedrecht<br />
Verouderd bedrijventerrein aan de Merwede<br />
dat opnieuw ruimte moet gaan bieden aan<br />
maritieme bedrijvigheid, met op de achtergrond<br />
IHC; marktleider in bagger- en mijnbouw<br />
schepen en uitrusting.
Bouwstenen uit de praktijk<br />
48<br />
5.4 Denken <strong>van</strong>uit de ondernemer<br />
In de bedrijfsprestaties ligt het motief <strong>voor</strong> private <strong>investeringen</strong>.<br />
Het is in dit kader dan ook belangrijk uit te gaan<br />
<strong>van</strong> vraagsturing (bedrijfsactiviteiten), marktconforme<br />
ontwikkelingen en een reële opbrengstpotentie (Wiendels<br />
maart 2011), zie ook par. 4.3. Hoekstra (mei 2011)<br />
voegt hieraan toe dat het laten zien en leren zien <strong>van</strong> het<br />
profijt dat bedrijven hebben bij <strong>herstructurering</strong>smaatregelen<br />
een belangrijk aspect is om bedrijven over te halen<br />
mee te investeren (zie ook par. 4.3). De Overijsselse en<br />
Brabantse <strong>herstructurering</strong>smaatschappijen brengen<br />
het <strong>voor</strong>gaande in praktijk door eventuele knelpunten<br />
bij ondernemers weg te nemen, het ‘rendement’ <strong>van</strong> de<br />
<strong>herstructurering</strong>(smaatregelen) in beeld te brengen en de<br />
bedrijfsvoering <strong>als</strong> vertrekpunt te nemen. Het verbinden<br />
<strong>van</strong> partijen en het op een <strong>voor</strong> het betreffende bedrijf<br />
passende wijze faciliteren <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong><br />
(maatwerk) zijn daarbij belangrijke aspecten. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
door het – onder <strong>voor</strong>waarden – garanderen <strong>van</strong><br />
een bepaald rendement of het creëren <strong>van</strong> aantrekkelijke<br />
financiële/fiscale omstandigheden, zodat private partijen<br />
over de streep worden getrokken.<br />
Voorbeelden<br />
Op bedrijventerrein De Enk probeert de Herstructureringsmaatschappij<br />
bedrijventerreinen Overijssel ondernemers<br />
op een <strong>voor</strong> hen passende wijze te faciliteren en<br />
zo private <strong>investeringen</strong> te stimuleren, bij<strong>voor</strong>beeld op<br />
de volgende manieren:<br />
1. De <strong>herstructurering</strong>smaatschappij heeft een te verplaatsen<br />
bedrijf in contact gebracht met een ondernemer<br />
die bepaalde delen <strong>van</strong> zijn bedrijfsgebouwen niet<br />
meer in gebruik heeft. Het leegstaande deel is een interessante<br />
vestigingsplek <strong>voor</strong> het te verplaatsen bedrijf.<br />
Door verschillende financiële, fiscale en eigendom-huur<br />
constructies <strong>voor</strong> te stellen heeft de <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
geprobeerd een zo optimaal mogelijke<br />
situatie te creëren zodat verplaatsing doorgang kon<br />
vinden. Helaas zijn de onderhandelingen uiteindelijk<br />
stukgelopen om individuele zakelijke redenen en door<br />
de – in de ogen <strong>van</strong> de ondernemers – complexe<br />
constructie.<br />
2. Een investeerder was geïnteresseerd in het aankopen<br />
<strong>van</strong> een locatie en het aanwezige bedrijf te verplaatsen<br />
naar een braakliggende locatie op het bedrijventerrein.<br />
Hierdoor zou een gewenste bedrijfsverplaatsing<br />
op gang komen. Daarnaast had de investeerder<br />
twee bedrijven die zich gecombineerd met het te verplaatsten<br />
bedrijf wilde vestigen op het braakliggende<br />
perceel. De <strong>herstructurering</strong>smaatschappij verkleinde<br />
het risico <strong>van</strong> de investeerder door garant te staan<br />
<strong>voor</strong> een bepaald te behalen rendement. Helaas zijn<br />
de onderhandelingen stukgelopen door gewijzigde<br />
inzichten <strong>van</strong> de aandeelhouder <strong>van</strong> het<br />
te verplaatsen bedrijf.<br />
5.5 Procesmatige aspecten<br />
Net zo belangrijk <strong>als</strong> de inhoudelijke aspecten die bedrijfs<strong>investeringen</strong><br />
stimuleren is het proces. Samenwerking<br />
en vertrouwen tussen private en publieke partijen<br />
blijken in <strong>herstructurering</strong>sprocessen belangrijke<br />
succesfactoren te zijn. Hier<strong>van</strong> is vaak geen of onvoldoende<br />
sprake. Het grote aantal betrokken partijen, het<br />
feit dat de overheid in veel gevallen geen betrouwbare<br />
samenwerkingspartner is en het ontbreken <strong>van</strong> zakelijk<br />
partnerschap liggen hieraan ten grondslag (DHV 2007).<br />
De <strong>herstructurering</strong>sprocessen in de onderzochte cases<br />
illustreren het belang <strong>van</strong> een goede samenwerking en<br />
vertrouwen tussen partijen. Aan de hand <strong>van</strong> de onderzochte<br />
cases (interviews) gaat deze paragraaf dieper in<br />
op de procesmatige do’s and don’ts in <strong>herstructurering</strong>sprocessen.<br />
Communicatie<br />
Goede en heldere communicatie blijkt een belangrijke<br />
factor te zijn in <strong>herstructurering</strong>sprocessen. Het <strong>voor</strong>beeld<br />
in Breda leert dat regulier overleg met bedrijven<br />
over problemen, oplossingsrichtingen en uitvoering <strong>van</strong><br />
de maatregelen leidt tot een grotere betrokkenheid en<br />
bijdraagt aan een gezamenlijk belang. Bovendien is er op<br />
deze manier ruimte <strong>voor</strong> inventieve oplossingen <strong>van</strong> gebruikers<br />
<strong>van</strong> het terrein die kunnen rekenen op draagvlak<br />
bij het merendeel <strong>van</strong> de zittende bedrijven.
Bouwstenen uit de praktijk<br />
49<br />
In Wijhe verloopt het proces stroever. Ondanks dat er<br />
<strong>voor</strong>af met alle betrokkenen is gesproken heeft een<br />
deel <strong>van</strong> de ondernemers het gevoel dat er niet wordt<br />
geluisterd. Andere gemeentelijke belangen zouden meer<br />
prioriteit hebben dan het belang <strong>van</strong> de bedrijfsfunctie<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein. Als <strong>voor</strong>beeld wordt de bouw<br />
<strong>van</strong> het gemeentehuis gegeven, waarover <strong>voor</strong>af niet of<br />
onvoldoende met de ondernemers is gecommuniceerd.<br />
De gebrekkige communicatie en informatie<strong>voor</strong>ziening<br />
en het gevoel dat er niet geluisterd werd naar de knelpunten<br />
en wensen <strong>van</strong> ondernemers hebben bijgedragen<br />
aan de beperkte bereidheid <strong>van</strong> (een deel <strong>van</strong> de)<br />
ondernemers om mee te denken over en te investeren<br />
in de <strong>herstructurering</strong>. Een gezamenlijk belang is niet of<br />
nauwelijks aanwezig.<br />
Verwachtingenmanagement<br />
Naast consequente en heldere communicatie is het<br />
belangrijk duidelijk aan te geven wat wel kan en wat<br />
niet, om zo geen v<strong>als</strong>e verwachtingen te wekken (wat<br />
is haalbaar?). Dit geldt <strong>voor</strong> zowel publieke <strong>als</strong> private<br />
partijen. De case in Wijhe geeft het belang <strong>van</strong> een goed<br />
verwachtingenmanagement goed weer. Alle geïnterviewden<br />
geven aan dat er in het <strong>voor</strong>traject te hoge ambities<br />
zijn gesteld, die achteraf (financieel) niet haalbaar bleken.<br />
Teleurstelling bij en een verminderd vertrouwen <strong>van</strong><br />
(een deel <strong>van</strong> de) private betrokkenen in de overheid<br />
was het gevolg.<br />
Een ander belangrijk element in het geïnteresseerd houden<br />
<strong>van</strong> private partijen is het boeken <strong>van</strong> <strong>voor</strong>uitgang. Als<br />
uitvoering <strong>van</strong> maatregelen te lang op zich laat wachten<br />
wordt het vertrouwen in de overheid en het project minder<br />
en haken private partijen af. Zowel de gemeente Breda <strong>als</strong><br />
Olst-Wijhe hebben daarom de openbare ruimte aangepakt,<br />
in de hoop dat deze kwaliteitsslag private <strong>investeringen</strong><br />
uit zou lokken. In Breda is dit het geval. Het effect<br />
<strong>van</strong> de <strong>investeringen</strong> die in Wijhe zijn gedaan is nog niet<br />
te meten, aangezien de openbare ruimte zeer recent is<br />
verbeterd. Het project in Sliedrecht loopt al geruime tijd (6<br />
à 7 jaar). Voor de betrokken ondernemer is dit te lang. Als<br />
er alternatieve locaties beschikbaar waren geweest, zou hij<br />
zich hebben teruggetrokken <strong>als</strong> geïnteresseerde partij.<br />
Organisatie<br />
De wijze waarop partijen en het project zijn georganiseerd<br />
is direct <strong>van</strong> invloed op het proces. Daarnaast is er<br />
een verschil tussen publieke en private partijen <strong>als</strong> het<br />
gaat om kennis, ervaring en daadkracht waardoor men<br />
vaak een andere perceptie heeft <strong>van</strong> de <strong>herstructurering</strong>sopgave.<br />
Publieke partijen hebben – in tegenstelling<br />
tot private partijen – geen directe relatie met de ‘klant’<br />
(Andel 2011). Mede hierdoor en de wijze waarop overheden<br />
zijn georganiseerd (hiërarchisch) is vaak meer tijd<br />
nodig <strong>voor</strong> processen dan private partijen gewend zijn of<br />
zouden willen.<br />
Financiering en doorlooptijd<br />
Herstructurering <strong>van</strong> ’t Plaatje in Sliedrecht illustreert de<br />
verschillen in perceptie tussen private en publieke partijen.<br />
Naast de gemeente speelt de regionale ontwikkelingsmaatschappij<br />
een belangrijke rol in de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> het gebied. Zij is de grondontwikkelaar en verzorgt<br />
de <strong>voor</strong>financiering. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij<br />
Drechtsteden is een semi-overheidsorganisatie,<br />
waar<strong>van</strong> de aandelen in handen zijn <strong>van</strong> de Drechtgemeenten,<br />
de provincie en verschillende private partijen.<br />
Voorgenomen <strong>investeringen</strong> moeten worden goedgekeurd<br />
door verschillende controlerende organen, zo<strong>als</strong><br />
de Raad <strong>van</strong> Commissarissen, de aandeelhouders en<br />
het regiobestuur. Dit kost tijd en bovendien wil elk<br />
orgaan eventuele risico’s afgedekt zien (Verschoor 2011).<br />
Dit heeft een prijsophogend effect, waardoor de benodigde<br />
investering aan de <strong>voor</strong>kant hoog uitvalt. De betrokken<br />
ondernemer geeft aan dat dit <strong>van</strong>uit een zakelijk<br />
perspectief gezien frustrerend is. In het zakenleven gaat<br />
men uit <strong>van</strong> meer realistische begrotingen, gebaseerd op<br />
geoffreerde bedragen zonder allerlei extra kostenposten<br />
op te voeren, aldus Andel (2011). <strong>Private</strong> partijen kunnen<br />
daarnaast sneller duidelijkheid geven, aangezien de<br />
directeuren vaak zelf aan de onderhandelingstafel zitten.<br />
Bij publieke organisaties is dit niet het geval, waardoor<br />
de betreffende ambtenaar afhankelijk is <strong>van</strong> het besluit<br />
<strong>van</strong> zijn leidinggevende, het college <strong>van</strong> B&W en/of de<br />
gemeenteraad.
Bouwstenen uit de praktijk<br />
50<br />
Personele wisselingen<br />
Een ander verschil met private partijen is dat publieke<br />
organisaties vaker te maken hebben met personele wisselingen.<br />
Dit zorgt <strong>voor</strong> discontinuïteit in het proces en<br />
maakt het lastig <strong>voor</strong> private partijen om een persoonlijke<br />
band op te bouwen met betrokken ambtenaren. Dit was<br />
onder andere het geval bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> De Enk<br />
in Wijhe.<br />
Onafhankelijke procesmanager<br />
Een <strong>van</strong> de succesfactoren in de cases in Breda en Wijhe<br />
was de aanwezigheid <strong>van</strong> een onafhankelijke procesmanager.<br />
Hij kon begrip <strong>voor</strong> elkaars standpunten creëren,<br />
weerstanden wegnemen en partijen op hun plaats zetten.<br />
De kans op frustratie <strong>van</strong> het proces werd daarbij tot het<br />
minimum beperkt, aangezien hij geen direct (financieel)<br />
belang had bij de maatregelen (Hoekstra 2011).<br />
Politieke dynamiek<br />
De politiek kan een risico vormen bij <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong>,<br />
omdat zij een bepaalde mate <strong>van</strong> discontinuïteit<br />
laten zien (DHV 2007). Bij elke verkiezing is het<br />
maar de vraag of de ingezette investeringsprojecten (onder<br />
dezelfde <strong>voor</strong>waarden) kunnen worden <strong>voor</strong>tgezet.<br />
Een andere raad kan immers andere (maatschappelijke)<br />
prioriteiten hebben. Ook kan de nieuwe wethouder een<br />
andere visie hebben op een <strong>herstructurering</strong>sproject dan<br />
zijn <strong>voor</strong>ganger. Dit heeft grote gevolgen <strong>voor</strong> de continuïteit<br />
<strong>van</strong> het <strong>herstructurering</strong>straject en draagt bij aan<br />
een beperkt vertrouwen <strong>van</strong> private partijen in de overheid<br />
(Krijgsman 2011). Het project in Sliedrecht illustreert<br />
wat politieke besluitvorming met zich meebrengt. Doorgang<br />
<strong>van</strong> de ontwikkeling hangt daar <strong>voor</strong> een belangrijk<br />
deel af <strong>van</strong> de bijdrage <strong>van</strong> de gemeente, waarover de<br />
gemeenteraad moet besluiten. In Wijhe is het proces<br />
verlengd door veranderde politieke keuzes. Toen het<br />
proces <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> De Enk al liep, besloot<br />
de gemeenteraad dat het beter was de <strong>herstructurering</strong><br />
in een breder kader te plaatsen. Er werd een dorpsvisie<br />
opgesteld waar <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> het bedrijventerrein<br />
een onderdeel <strong>van</strong> was. Deze politieke interventie werkte<br />
vertragend <strong>voor</strong> het <strong>herstructurering</strong>straject.<br />
5.6 Conclusies/bouwstenen<br />
1. Op basis <strong>van</strong> de drie cases blijkt dat <strong>herstructurering</strong><br />
niet op gang komt zonder publieke <strong>investeringen</strong>.<br />
In alle drie de <strong>voor</strong>beelden gaat het om relatief zware<br />
en dus dure ingrepen die samenhangen met revitalisering<br />
en/of herprofilering (zie par. 2.2). Bedrijven kunnen<br />
dergelijk om<strong>van</strong>grijke <strong>investeringen</strong> niet dragen<br />
of zijn daartoe niet bereid <strong>van</strong>uit bedrijfseconomische<br />
redenen, zeker <strong>als</strong> het gaat om <strong>investeringen</strong> in de<br />
openbare ruimte.<br />
2. Een investeringskapitaal dat voldoende is om <strong>voor</strong><strong>investeringen</strong><br />
te doen is een belangrijke <strong>voor</strong>waarde om<br />
<strong>herstructurering</strong>sprojecten in beweging te krijgen,<br />
zo blijkt uit het project in Wijhe en Sliedrecht.<br />
3. Regionale of provinciale ontwikkelingsmaatschappijen<br />
kunnen een belangrijke rol spelen in (<strong>voor</strong>)financiering<br />
<strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>. De in de cases betrokken<br />
regionale en provinciale ontwikkelingsmaatschappijen<br />
zijn opgericht om het regionale of provinciale areaal<br />
aan verouderde bedrijventerreinen te herstructureren.<br />
Hier<strong>voor</strong> hebben zij investeringskapitaal beschikbaar.<br />
Het kapitaal is echter niet voldoende om de totale<br />
<strong>herstructurering</strong>sopgave te volbrengen. De drie onderzochte<br />
maatschappijen hebben gemiddeld minder<br />
de 1/10 <strong>van</strong> het benodigde budget per m² dat nodig is<br />
volgens de Taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen<br />
(€ 3,5 per m² t.o.v. € 40 per m²).<br />
4. Ondernemers zien de openbare ruimte <strong>als</strong> ‘core business’<br />
<strong>van</strong> de gemeente. Zeker in het geval er sprake<br />
is <strong>van</strong> achterstallig onderhoud is het – volgens de<br />
ondernemers – aan de gemeente om te investeren<br />
in de openbare ruimte.<br />
5. Investeringen in de kwaliteit <strong>van</strong> de openbare ruimte<br />
en aanpassing <strong>van</strong> de infrastructuur stimuleert bedrijven<br />
te investeren in hun vastgoed en buitenruimte.<br />
Het heeft immers meer zin om te investeren in de<br />
kwaliteit <strong>van</strong> het bedrijfsgebouw <strong>als</strong> ook de openbare<br />
ruimte er netjes bij ligt.<br />
6. Het benutten <strong>van</strong> ‘natuurlijke’ momenten blijkt private<br />
<strong>investeringen</strong> te stimuleren en <strong>herstructurering</strong> op<br />
gang te brengen. Hierbij gaat het om momenten<br />
dat gesprekken en onderhandelingen in een ander
Bouwstenen uit de praktijk<br />
51<br />
daglicht komen te staan door ontwikkelingen binnen<br />
het bedrijf, zo<strong>als</strong> bedrijfsverplaatsingen, bedrijfsovername,<br />
nieuwbouw en verhuizing.<br />
7. Stimuleringsregelingen – <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld kwaliteitsverbetering<br />
<strong>van</strong> vastgoed – vergroten de kans op <strong>investeringen</strong><br />
<strong>van</strong> ondernemers en werken <strong>als</strong> hefboom.<br />
Een relatief klein overheidsbudget kan zodoende vele<br />
malen meer private <strong>investeringen</strong> uitlokken dan de<br />
om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het budget.<br />
8. Door te redeneren <strong>van</strong>uit belang/profijt <strong>van</strong> de ondernemer<br />
en hem op een <strong>voor</strong> hem passende wijze<br />
te faciliteren (maatwerk) wordt de kans op private<br />
<strong>investeringen</strong> vergroot.<br />
9. Samenwerking en vertrouwen tussen private en<br />
publieke partijen zijn belangrijke succesfactoren in<br />
<strong>herstructurering</strong>sprocessen.<br />
10. Transparante, open, duidelijke en consequente communicatie/informatie<strong>voor</strong>ziening<br />
en luisteren naar<br />
elkaars knelpunten en wensen zijn belangrijke bouwstenen<br />
<strong>voor</strong> samenwerking en wederzijds vertrouwen.<br />
11. Starten met realistische (financieel haalbare) ambities,<br />
doelstellingen en maatregelen legt een belangrijke<br />
basis <strong>voor</strong> een vertrouwensrelatie.<br />
12. Om het vertrouwen vast te houden is het belangrijk de<br />
afspraken na te komen en <strong>voor</strong>uitgang (uitvoering <strong>van</strong><br />
maatregelen) te laten zien.<br />
13. Publieke en private partijen zijn twee ‘werelden’<br />
met elk zijn eigen kenmerken. Belangrijkste verschillen<br />
zijn:<br />
• de politieke dynamiek waar de overheid rekening<br />
mee moet houden (onzekere factor in het project).<br />
Toezeggingen – zeker <strong>als</strong> het gaat om (grote) <strong>investeringen</strong><br />
– zullen door het college <strong>van</strong> B&W en/of de<br />
gemeenteraad moeten worden goedgekeurd.<br />
• de wijze waarop beide partijen zijn georganiseerd.<br />
Publieke organisatiestructuren zijn (vaak) onderhevig<br />
aan regels, procedures en verdeling <strong>van</strong> verantwoordelijkheid.<br />
Bij private partijen zijn de lijnen<br />
vaak kort(er), waardoor beslissingen sneller kunnen<br />
worden gemaakt. Uiteraard is dit afhankelijk <strong>van</strong> de<br />
grootte <strong>van</strong> het bedrijf.
6. Conclusies
Conclusies<br />
54<br />
Centrale vraag in dit onderzoek is onder welke <strong>voor</strong>waarden<br />
ondernemers bereid zijn (mee) te investeren<br />
in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen. Het onderzoek<br />
laat zien dat <strong>investeringen</strong> door ondernemers niet<br />
makkelijk zijn te vatten in een lijst <strong>voor</strong>waarden waaraan<br />
moet worden voldaan. Elke ondernemer heeft een ander<br />
bedrijfseconomisch belang dat samenhangt met de<br />
specifieke bedrijfsactiviteiten <strong>van</strong> zijn bedrijf en baseert<br />
investeringsbeslissingen dus op andere argumenten.<br />
Het is dan ook onmogelijk algemeen geldende <strong>voor</strong>waarden<br />
te benoemen die <strong>investeringen</strong> door ondernemers<br />
‘garanderen’, in het geval dat voldaan zou worden aan<br />
deze <strong>voor</strong>waarden. In plaats <strong>van</strong> <strong>voor</strong>waarden kunnen<br />
we dan ook beter uitgaan <strong>van</strong> aspecten die bijdragen<br />
aan een aantrekkelijk investeringsklimaat waardoor de<br />
kans op <strong>investeringen</strong> door ondernemers wordt vergroot.<br />
Belangrijkste aspecten die bijdragen aan het creëren <strong>van</strong><br />
een dergelijk investeringsklimaat zijn: een individuele<br />
benadering, samenwerking en de noodzaak <strong>van</strong> publieke<br />
<strong>investeringen</strong>.<br />
Individuele benadering<br />
Voor eigenaar-gebruikers is het primaire belang een optimaal<br />
bedrijfsresultaat te halen uit de bedrijfsvoering/het<br />
productieproces. De manier waarop een beter bedrijfsresultaat<br />
wordt gehaald verschilt per bedrijf, hangt af<br />
<strong>van</strong> de bedrijfsactiviteiten en beïnvloedt het belang <strong>van</strong><br />
de ondernemer. Om de kans op bedrijfs<strong>investeringen</strong> in<br />
<strong>herstructurering</strong> te vergroten is het belangrijk het (specifieke)<br />
belang en het profijt dat de ondernemer heeft bij<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatregelen volwaardig mee te nemen<br />
in het <strong>herstructurering</strong>sproces. Daarnaast is het belangrijk<br />
de (bedrijfseconomische) meerwaarde <strong>van</strong> maatregelen<br />
te verduidelijken. Zo kan de ondernemer een<br />
objectieve(re) inschatting maken <strong>van</strong> de investering t.o.v.<br />
het profijt dat hij eraan ondervindt. Verder vergroot ook<br />
het leveren <strong>van</strong> maatwerk in het zoeken naar (financiële)<br />
oplossingen de kans op bedrijfs<strong>investeringen</strong>. Niet alleen<br />
de bedrijfsactiviteiten verschillen immers per bedrijf maar<br />
ook de financiële situatie en dus mogelijkheden om te<br />
investeren.<br />
Samen werken aan <strong>herstructurering</strong><br />
Samenwerking tussen publieke en private partijen is<br />
noodzakelijk om te komen tot succesvolle <strong>herstructurering</strong>.<br />
Afgezien <strong>van</strong> de eigendomsverhoudingen (overheid<br />
<strong>als</strong> beheerder en eigenaar <strong>van</strong> de openbare ruimte en<br />
bedrijven <strong>als</strong> eigenaar <strong>van</strong> de kavels) blijken publieke<br />
en private <strong>investeringen</strong> onderling afhankelijk te zijn en<br />
elkaar te versterken. Het heeft immers weinig zin om te<br />
investeren in de beeldkwaliteit <strong>van</strong> het vastgoed <strong>als</strong> de<br />
openbare ruimte verwaarloosd is en andersom. Publieke<br />
<strong>investeringen</strong> in de openbare ruimte blijken daarnaast<br />
private <strong>investeringen</strong> in de kwaliteit <strong>van</strong> het vastgoed tot<br />
gevolg te hebben. Belangrijk aspect bij samenwerking is<br />
wederzijds vertrouwen. Bouwstenen <strong>voor</strong> het creëren <strong>van</strong><br />
wederzijds vertrouwen uit dit onderzoek zijn: luisteren<br />
naar elkaars knelpunten en wensen, <strong>voor</strong>af haalbare<br />
doelen stellen, <strong>voor</strong>uitgang laten zien (maatregelen<br />
uitvoeren) en transparant, open, duidelijk en consequent<br />
communiceren.<br />
Publieke <strong>investeringen</strong> blijven nodig<br />
De overheid vindt het tegengaan <strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen belangrijk <strong>voor</strong> de economie en de<br />
werkgelegenheid. Mede door de kredietcrisis, de recessie<br />
en de bezuinigingen legt de overheid de rekening <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> (deels) bij de op bedrijventerreinen gevestigde<br />
bedrijven. Bedrijfs<strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
worden gelegitimeerd door het profijt dat zij hebben<br />
bij de <strong>herstructurering</strong>smaatregelen. Dit onderzoek laat<br />
echter zien dat publieke <strong>investeringen</strong> in <strong>herstructurering</strong><br />
nodig en wenselijk blijven. De redenen hier zijn:<br />
• Het profijt dat bedrijven ondervinden aan <strong>herstructurering</strong><br />
weegt niet altijd of onvoldoende op tegen de<br />
<strong>investeringen</strong> die ermee zijn gemoeid.<br />
Voor eigenaar-gebruikers is de waarde <strong>van</strong> hun grond<br />
en vastgoed <strong>van</strong> secundair belang, aangezien deze<br />
primair dienen <strong>als</strong> productiemiddel.<br />
Daarnaast blijken zwaardere vormen <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
– zo<strong>als</strong> revitalisering en herprofilering 4 – niet <strong>van</strong><br />
de grond te komen zonder publieke <strong>investeringen</strong>. De<br />
hiermee samenhangende kostbare maatregelen wegen<br />
(vaak) niet op tegen het profijt dat bedrijven hebben
Conclusies<br />
55<br />
ten aanzien <strong>van</strong> de bedrijfsvoering en het productieproces.<br />
Daar komt bij dat daar waar het gaat om<br />
<strong>investeringen</strong> in de openbare ruimte de bereidheid <strong>van</strong><br />
bedrijven om mee te investeren klein is, zeker <strong>als</strong> het<br />
gaat om achterstallig onderhoud. De gemeente is de<br />
eigenaar en beheerder <strong>van</strong> de openbare ruimte en dus<br />
verantwoordelijk <strong>voor</strong> het onderhoud en het up to date<br />
houden <strong>van</strong> de openbare ruimte.<br />
• De overheid heeft een verantwoordelijkheid in het<br />
tegengaan <strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen,<br />
gezien haar rol bij het ontstaan er<strong>van</strong>.<br />
Het gevoerde bedrijventerreinenbeleid heeft geleid tot<br />
overaanbod aan bedrijventerreinen en lage grondprijzen.<br />
Hierdoor werd het <strong>voor</strong> bedrijven aantrekkelijk<br />
de huidige locatie in te ruilen <strong>voor</strong> nieuwbouw op een<br />
goedkope en goed bereikbare kavel op een nieuw bedrijventerrein.<br />
Het gevolg is het ontstaan <strong>van</strong> leegstand<br />
op en achterstallig onderhoud <strong>van</strong> bestaande bedrijventerreinen.<br />
De lage grondprijzen hebben daarnaast<br />
mede tot gevolg dat er (te) weinig kan worden geïnvesteerd<br />
in de aan<strong>van</strong>gskwaliteit <strong>van</strong> het bedrijventerrein,<br />
beheer en onderhoud <strong>van</strong> de openbare ruimte en doorontwikkeling<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein aan veranderde<br />
vestigingseisen.<br />
• Publieke <strong>investeringen</strong> hebben een stimulerende en<br />
aanjagende werking op private <strong>investeringen</strong>. Daarnaast<br />
blijken publieke <strong>investeringen</strong> een belangrijke rol<br />
te spelen in het op gang brengen <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>.<br />
Zo blijken <strong>investeringen</strong> in de kwaliteit <strong>van</strong> de openbare<br />
ruimte en aanpassing <strong>van</strong> de infrastructuur een<br />
stimulerende werking te hebben op <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijven in de kwaliteit <strong>van</strong> hun vastgoed en buitenruimte<br />
(zie ook ‘ Samen werken aan <strong>herstructurering</strong>’).<br />
Ook het benutten <strong>van</strong> ‘natuurlijke momenten’ draagt<br />
bij aan meer private <strong>investeringen</strong> en het opgang<br />
brengen <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>. Hierbij gaat het om<br />
momenten dat gesprekken en onderhandelingen in<br />
een ander daglicht komen te staan door ontwikkelingen<br />
binnen het bedrijf, zo<strong>als</strong> bedrijfsverplaatsingen,<br />
bedrijfsovername, nieuwbouw en verhuizing. Zo kan<br />
een nieuwe eigenaar anders denken over de meerwaarde<br />
<strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>smaatregelen of wordt het bij<br />
een bedrijfsfusie mogelijk de betreffende bedrijfskavel<br />
te kopen om vervolgens bedrijfsverplaatsing mogelijk<br />
te maken. Ook het instellen <strong>van</strong> stimuleringsregelingen<br />
– <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld kwaliteitsverbetering <strong>van</strong><br />
vastgoed – blijkt de kans op <strong>investeringen</strong> door ondernemers<br />
te vergroten en <strong>als</strong> hefboom <strong>voor</strong> private <strong>investeringen</strong><br />
te werken. Een relatief klein overheidsbudget<br />
kan zodoende vele malen meer private <strong>investeringen</strong><br />
uitlokken dan de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het budget.<br />
4<br />
Revitalisering: forse integrale verbetering <strong>van</strong> een verouderd<br />
terrein waarbij de huidige bedrijven blijven. Voorbeelden <strong>van</strong><br />
revitaliseringsingrepen zijn: verwerving <strong>van</strong> gronden om deze<br />
bouwrijp te maken, bodemsanering, sloop <strong>van</strong> vastgoed en<br />
aanleg/herinrichting <strong>van</strong> infrastructuur. Herprofilering: wijziging<br />
<strong>van</strong> de werkfunctie door economische veroudering <strong>van</strong> het terrein<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> bedrijfshallen naar kantoorpanden of naar<br />
detailhandel, maar ook <strong>van</strong> industrie naar logistiek).
7. Aanbevelingen<br />
7.1 Aanbevelingen <strong>voor</strong> een verbeterd investeringsklimaat<br />
7.2 <strong>Private</strong> <strong>herstructurering</strong>; de kansen verkend
Aanbevelingen<br />
58<br />
De conclusies uit het vorige hoofdstuk worden in dit<br />
hoofdstuk (par. 7.1) doorvertaald naar aanbevelingen<br />
gericht op het creëren <strong>van</strong> een aantrekkelijk vestigingsklimaat.<br />
Vervolgens worden de mogelijkheden verkend<br />
<strong>voor</strong> (volledige) private <strong>herstructurering</strong> <strong>als</strong> mogelijke oplossing<br />
<strong>voor</strong> de complexe context waarbinnen <strong>herstructurering</strong><br />
plaatsvindt (verschil in belangen, betrokkenheid<br />
<strong>van</strong> veel verschillende partijen, gebrek aan publieke middelen<br />
en de geringe bereidheid <strong>van</strong> private partijen om<br />
te investeren in <strong>herstructurering</strong>).<br />
7.1 Aanbevelingen <strong>voor</strong> een verbeterd<br />
investeringsklimaat<br />
Druk op de bedrijfsruimtemarkt <strong>als</strong> basis<br />
<strong>voor</strong> private <strong>investeringen</strong><br />
Belangrijke factor waardoor weinig privaat geld wordt<br />
geïnvesteerd in <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
is het scheve evenwicht tussen vraag en aanbod aan bedrijfsruimten<br />
en -kavels. Het is <strong>van</strong> fundamenteel belang<br />
om een gezonde druk op de markt te creëren, door een<br />
bedrijventerreinenbeleid dat gericht is op het terugdringen<br />
<strong>van</strong> het overaanbod op de bedrijfsruimtemarkt. Hierdoor<br />
zullen de lage grond- en vastgoedprijzen stijgen en<br />
wordt het <strong>voor</strong> ondernemers mogelijk om te investeren<br />
in hun huidige vastgoed en de buitenruimte. De aankoop<br />
<strong>van</strong> nieuwe grond wordt immers duurder door een verminderd<br />
aanbod aan beschikbare kavels. Daarnaast zal<br />
de waarde <strong>van</strong> de huidige grond en het vastgoed stijgen,<br />
zeker <strong>als</strong> er extra <strong>investeringen</strong> in het huidige eigendom<br />
worden gedaan. De betere verkoopbaarheid <strong>van</strong> kavel<br />
en vastgoed komt de eigenaar-gebruiker ten goede bij<br />
verkoop <strong>van</strong> het bedrijf, bij<strong>voor</strong>beeld <strong>als</strong> deel <strong>van</strong> de<br />
pensioen<strong>voor</strong>ziening.<br />
Kanttekeningen en aandachtspunten<br />
Bedrijven zijn belangrijk <strong>voor</strong> de economie. Het creëren<br />
<strong>van</strong> schaarste op de bedrijvenmarkt zal zorgvuldig<br />
moeten gebeuren om stagnatie <strong>van</strong> de economie te<br />
<strong>voor</strong>komen. Zo heeft een stijgende grondprijs tot gevolg<br />
dat (bij<strong>voor</strong>beeld) de onroerendzaakbelasting stijgt.<br />
Een snelle stijging <strong>van</strong> de kosten betekent – <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong><br />
eigenaar-gebruikers – dat er minder kan worden geïnvesteerd<br />
in bij<strong>voor</strong>beeld de bedrijfsvoering/productieproces<br />
of innovatie <strong>van</strong> producten en diensten. Daarnaast zal<br />
per regio maatwerk moeten worden geleverd. Paragraaf<br />
2.2 laat zien dat elke regio een eigen economische<br />
en demografische dynamiek heeft. Op basis <strong>van</strong><br />
deze regionale verschillen, verschilt ook de vraag naar<br />
bedrijventerreinen. Daarnaast heeft het weinig zin om<br />
<strong>als</strong> gemeente de ruimte <strong>voor</strong> bedrijvigheid te beperken<br />
<strong>als</strong> de buurgemeente juist alle ruimte biedt. Een zorgvuldige<br />
vraag-aanbodanalyse per regio is nodig om te<br />
kunnen bepalen in hoeverre er schaarste moet worden<br />
gecreëerd. Afgezien <strong>van</strong> een realistische inschatting <strong>van</strong><br />
de regionale behoefte aan bedrijventerreinen moet ook<br />
rekening worden gehouden met de mogelijkheden die er<br />
per regio zijn <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong>. Zo kan transformatie<br />
<strong>van</strong> bedrijventerreinen helpen om structureel overaanbod<br />
uit de markt te halen. Er moet echter wel vraag zijn naar<br />
bij<strong>voor</strong>beeld extra woningen, kantoren of <strong>voor</strong>zieningen<br />
binnen de regio om te kunnen transformeren. Kortom,<br />
er moet worden gezocht naar oplossingen <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
die passen bij de regio.<br />
Publieke middelen strategisch inzetten <strong>als</strong> aanjager<br />
Om maximaal maatschappelijk rendement te halen uit<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen is het verstandig<br />
de beperkt beschikbare publieke middelen in te zetten<br />
<strong>als</strong> aanjager <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong> en gebruik te maken<br />
<strong>van</strong> ‘natuurlijke momenten’ of deze te creëren.<br />
Zo blijken <strong>investeringen</strong> in de openbare ruimte een natuurlijk<br />
moment te zijn <strong>voor</strong> ondernemers om te investeren<br />
in de kwaliteit <strong>van</strong> hun vastgoed en buitenruimte.<br />
Andere natuurlijke momenten die een goede aanleiding<br />
zijn om publieke en private <strong>investeringen</strong> te koppelen<br />
zijn bedrijfsverplaatsingen, overnames en uitbreiding,<br />
waardoor gesprekken en onderhandelingen in een ander<br />
daglicht komen te staan. Daarnaast kan het – met een<br />
beperkt budget – initiëren <strong>van</strong> een stimuleringsregeling<br />
grote private <strong>investeringen</strong> uitlokken (hefboomwerking).<br />
Denk <strong>als</strong> ondernemer: meedenken en maatwerk<br />
Neem het bedrijfseconomische belang <strong>van</strong> ondernemers<br />
<strong>als</strong> vertrekpunt, zoek <strong>van</strong>uit dit perspectief naar (financië-
Aanbevelingen<br />
59<br />
le) oplossingen die passen bij de situatie <strong>van</strong> het bedrijf in<br />
kwestie en vergroot zodoende de kans op <strong>investeringen</strong><br />
door ondernemers. Het bieden <strong>van</strong> maatwerk per bedrijf<br />
staat hierbij centraal. De maatregelen zullen meerwaarde<br />
moeten bieden <strong>voor</strong> de bedrijfsvoering/het productieproces,<br />
door bij<strong>voor</strong>beeld in te spelen op verbetering <strong>van</strong> de<br />
vestigings<strong>voor</strong>waarden die passen bij de bedrijfsactiviteiten.<br />
Bij het zoeken naar oplossingen is het zaak zoveel<br />
mogelijk knelpunten/obstakels weg te nemen <strong>voor</strong> het<br />
betreffende bedrijf, bij<strong>voor</strong>beeld door het verminderen<br />
<strong>van</strong> het risico.<br />
Laat meerwaarde zien<br />
Laat ondernemers de meerwaarde <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>(-<br />
smaatregelen) zien. Ondernemers hebben over het algemeen<br />
weinig kennis <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> en wat het hen<br />
kan opleveren. In dit kader is het dan ook belangrijk om<br />
private partijen te laten zien welk profijt zij ondervinden<br />
aan bepaalde <strong>herstructurering</strong>smaatregelen. Voorbeelden<br />
zijn waardeontwikkeling <strong>van</strong> vastgoed, een representatievere<br />
uitstraling <strong>voor</strong> klanten, een schone en veilige<br />
werkomgeving <strong>als</strong> <strong>voor</strong>beeld naar de medewerkers en<br />
het belang <strong>van</strong> een goede relatie met de gemeente.<br />
Overheid: herstel <strong>van</strong> vertrouwen<br />
Naast de inhoudelijke elementen zo<strong>als</strong> die hier<strong>voor</strong> aan<br />
bod zijn gekomen is de wijze waarop het proces wordt<br />
ingestoken net zo belangrijk om private <strong>investeringen</strong> los<br />
te krijgen. Samenwerking en vertrouwen tussen partijen<br />
zijn hierbij <strong>van</strong> belang. De volgende elementen dragen bij<br />
aan een goede samenwerking en wederzijds vertrouwen:<br />
• communiceer transparant, open, duidelijk en consequent<br />
(spreek dezelfde taal en probeer begrip te<br />
hebben <strong>voor</strong> elkaars situatie);<br />
• stel realistische ambities en doelstellingen om een v<strong>als</strong>e<br />
start en teleurstelling te <strong>voor</strong>komen. Het opstellen<br />
<strong>van</strong> een gezamenlijke businesscase is een goed middel<br />
om te komen tot realistische ambities en doelstellingen.<br />
Door ook de financiële verplichtingen <strong>van</strong> publieke<br />
en private partijen vast te leggen zijn partijen financieel<br />
verbonden. Bovendien laat je zo zien dat je <strong>als</strong> deelnemende<br />
partij betrouwbaar bent. Door het <strong>herstructurering</strong>sproces<br />
op een dergelijke manier te starten wordt<br />
het risicoprofiel verlaagd en wordt er een basis gelegd<br />
<strong>voor</strong> een vertrouwensrelatie;<br />
• kom afspraken na en laat <strong>voor</strong>uitgang (uitvoeren <strong>van</strong><br />
maatregelen) zien, zodat blijkt dat er serieus werk<br />
wordt gemaakt <strong>van</strong> verbetering <strong>van</strong> het bedrijventerrein;<br />
• houd de snelheid erin, zodat private partijen erin blijven<br />
geloven (bij<strong>voor</strong>beeld door bepaalde taken en verantwoordelijkheden<br />
te delegeren);<br />
• probeer een politiek stabiel klimaat te creëren. <strong>Private</strong><br />
partijen zoeken zekerheid om het risico <strong>van</strong> hun investering<br />
in te kunnen schatten. Verkiezingen en wisselingen<br />
<strong>van</strong> bestuurders geven onzekerheid. Dit kan <strong>voor</strong><br />
een deel worden onder<strong>van</strong>gen door bij<strong>voor</strong>beeld <strong>als</strong><br />
publieke partij risicodragend deel te nemen in een PPS.<br />
Financiële verbondenheid aan een project maakt een<br />
partij betrouwbaarder;<br />
• stel een onafhankelijke procesmanager aan die <strong>als</strong><br />
intermediair kan fungeren tussen partijen. Hij kan<br />
partijen tot de orde roepen, begrip creëren <strong>voor</strong> elkaars<br />
standpunten en weerstanden wegnemen, waarbij de<br />
kans op frustratie <strong>van</strong> het proces wordt verkleind.<br />
Het <strong>voor</strong>gaande is geen garantie <strong>voor</strong> private <strong>investeringen</strong><br />
maar het bevordert wel de bereidheid mee te<br />
denken en te zoeken naar passende oplossingen.<br />
7.2 <strong>Private</strong> <strong>herstructurering</strong>;<br />
de kansen verkend<br />
De aanbevelingen in par. 7.1 leiden tot verbetering <strong>van</strong><br />
het investeringsklimaat en vergroten de kans op private<br />
<strong>investeringen</strong>, maar zijn geen garantie <strong>voor</strong> de door de<br />
overheid gewenste <strong>investeringen</strong> door ondernemers in<br />
<strong>herstructurering</strong>. De verschillende belangen <strong>van</strong> publieke<br />
en private partijen, de veelheid aan betrokken partijen/eigenaren,<br />
het gebrek aan publieke middelen en de geringe<br />
bereidheid <strong>van</strong> private partijen om te investeren liggen<br />
hier in hoofdzaak aan ten grondslag. Onderzoek naar alternatieve<br />
samenwerkingsverbanden en verdienmodellen<br />
is dan ook aan te raden. Deze paragraaf geeft een beeld<br />
<strong>van</strong> de mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen<br />
door private partijen.
Case Hazepad e.o.<br />
Breda<br />
Ondernemers investeren in het private<br />
eigendom en dragen bij een een verbeterde<br />
beeldkwaliteit.
Aanbevelingen<br />
62<br />
Figuur 7.1 <strong>Private</strong> <strong>herstructurering</strong>; een mogelijk<br />
samenwerkingsverband en verdienmodel<br />
Aandeelhouders<br />
Investeringsfonds A<br />
Investeringsfonds B<br />
Investeringsfonds C<br />
Investeringskapitaal<br />
<strong>Private</strong> <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
Tijdelijke<br />
huurders<br />
Huurder A<br />
Huurder A<br />
Aankoop<br />
Kavel A Kavel B Kavel C<br />
Bedrijventerrein<br />
Beleid<br />
Huurder A<br />
Faciliteren<br />
Kavel A Kavel B Kavel C<br />
(her)ontwikkeling<br />
Overheid<br />
Ontwikkeling<br />
vastgoed<br />
Kavel A Kavel B Kavel C<br />
Uitgifte (erfpacht)<br />
50%<br />
Herstructureringsfonds<br />
Rendement<br />
50% dividend<br />
= waardeontwikkeling
Aanbevelingen<br />
63<br />
Zoek naar partijen die belang hebben<br />
bij <strong>herstructurering</strong><br />
Belangrijk uitgangspunt in het onderzoek naar alternatieve<br />
samenwerkingsverbanden en verdienmodellen is<br />
uit te gaan <strong>van</strong> partijen die primair belang hebben bij<br />
verbetering <strong>van</strong> bedrijventerreinen en daar hun rendement<br />
op (kunnen) halen. Hierdoor worden belang en<br />
<strong>investeringen</strong> direct aan elkaar gekoppeld. Beleggers<br />
zo<strong>als</strong> pensioenfondsen / investeringsfondsen zijn <strong>van</strong>uit<br />
dit opzicht een interessante partij om te betrekken bij<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen. Zij hebben een<br />
groot kapitaal dat risicodragend kan worden ingezet<br />
Toelichting bij figuur 7.1<br />
Om <strong>herstructurering</strong> door private partijen te realiseren is<br />
een daarop toegesneden organisatie nodig. Dit kan door<br />
het oprichten <strong>van</strong> een private <strong>herstructurering</strong>smaatschappij<br />
in combinatie met een <strong>herstructurering</strong>sfonds.<br />
Beleggers zijn aandeelhouder <strong>van</strong> de maatschappij en<br />
storten een startkapitaal in het fonds. Uiteraard zijn ook<br />
varianten denkbaar waarbij overheden <strong>als</strong> aandeelhouder<br />
<strong>van</strong> de <strong>herstructurering</strong>smaatschappij fungeren. Met het<br />
investeringskapitaal worden gronden aangekocht. Door<br />
aangekochte grond vervolgens te herontwikkelen (functie<br />
blijft hetzelfde) stijgt de grond- en vastgoedwaarde.<br />
Hierdoor kan een hogere uitgifteprijs worden gehanteerd,<br />
waardoor rendement op de investering ontstaat. Wanneer<br />
alleen herontwikkeling bij een gelijkblijvende functie niet<br />
genoeg rendement oplevert, zullen beleggers afhaken.<br />
Om hen toch over de streep te trekken zou de betreffende<br />
overheid meer mogelijkheden <strong>voor</strong> waardecreatie moeten<br />
bieden (zie ‘Werk aan een aantrekkelijk investeringsklimaat’<br />
op pagina 63 en 64). Het rendement wordt deels<br />
<strong>als</strong> dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders en deels<br />
teruggestort in het <strong>herstructurering</strong>sfonds, zodat het<br />
opnieuw kan worden ingezet <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong>.<br />
Voor tijdelijke situaties is het uiteraard mogelijk aangekocht<br />
vastgoed te verhuren.<br />
<strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld door een private<br />
<strong>herstructurering</strong>smaatschappij op te richten, die gronden<br />
en vastgoed aankoopt, deze (her)ontwikkelt en vervolgens<br />
verhuurt/verpacht (zie figuur 7.1). Beleggers streven<br />
naar een optimaal rendement op hun <strong>investeringen</strong> door<br />
waardeontwikkeling <strong>van</strong> grond en vastgoed waarin zij<br />
hebben geïnvesteerd. Hoe hoger de grond- en vastgoedwaarde<br />
hoe meer huur zij kunnen vragen. De huidige<br />
bedrijfsruimtemarkt is niet interessant <strong>voor</strong> beleggers<br />
door het hoge risicoprofiel en het lage rendement. Het<br />
grote aanbod, de kleine marktvraag en de lage grond- en<br />
huurprijzen liggen hier <strong>voor</strong> een belangrijk deel aan ten<br />
grondslag. Daar komt bij dat de verhuurbaarheid <strong>van</strong><br />
bedrijfsgebouwen vaak laag is (op maat gebouwd) en<br />
de bedrijfsruimtemarkt gevoelig is <strong>voor</strong> conjuncturele<br />
veranderingen (instabiele markt).<br />
Werk aan een aantrekkelijk investeringsklimaat<br />
Het overaanbod aan bedrijventerreinen zal eerst moeten<br />
worden aangepakt, om zo waardeontwikkeling <strong>van</strong><br />
grond en vastgoed te creëren en daarmee het risico te<br />
verlagen <strong>voor</strong> beleggers. Druk op de markt ontstaat<br />
niet <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag op morgen. Veel partijen – waaronder<br />
veel overheden – hebben geïnvesteerd in de aankoop<br />
<strong>van</strong> uitleglocaties <strong>voor</strong> nieuwe bedrijventerreinen. Deze<br />
moeten worden afgeschreven om de gewenste schaarste<br />
te creëren. Dit is geen populaire boodschap die moet<br />
worden overgebracht aan de aandeelhouders of het<br />
gemeentebestuur. Het nemen <strong>van</strong> deze pijnlijke beslissingen<br />
heeft dan ook tijd nodig. Kijk bij<strong>voor</strong>beeld naar de<br />
kantorenmarkt waar afschrijving <strong>van</strong> het overaanbod ook<br />
lang op zich laat wachten. Dit komt <strong>voor</strong> een deel doordat<br />
verliezen die worden geleden fiscaal aftrekbaar zijn.<br />
Parallel aan het creëren <strong>van</strong> druk is het belangrijk te<br />
werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat <strong>voor</strong> beleggers.<br />
Gezien het belang <strong>van</strong> beleggers zou de nadruk<br />
moeten liggen op het bieden <strong>van</strong> mogelijkheden <strong>voor</strong><br />
waardeontwikkeling <strong>van</strong> grond en vastgoed (opbrengstpotentie<br />
verhogen). Overheden zouden dit kunnen/moeten<br />
faciliteren door hun beleid en toetsingskaders hierop<br />
af te stemmen, bij<strong>voor</strong>beeld door:<br />
• intensiever ruimtegebruik op bedrijventerreinen toe
Aanbevelingen<br />
64<br />
te staan (hogere FSI of bebouwingspercentage), zodat<br />
bij herontwikkeling meer m² kan worden uitgegeven;<br />
• transformatie <strong>van</strong> delen <strong>van</strong> bedrijventerreinen naar<br />
woningenbouw en/of kantoren toe te staan (deze<br />
functies leveren meer op per m²). Houd hierbij rekening<br />
met de demografische en economische dynamiek <strong>van</strong><br />
de regio;<br />
• open te staan <strong>voor</strong> het maken <strong>van</strong> vereveningsafspraken,<br />
waarbij de ontwikkelende partij in ruil <strong>voor</strong> een<br />
verliesgevende locatie een winstgevende locatie mag<br />
ontwikkelen. Winst en verlies kunnen zo tegen elkaar<br />
worden weggestreept;<br />
• open te staan <strong>voor</strong> het overdragen <strong>van</strong> beheer en onderhoud<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte <strong>van</strong> een bedrijventerrein.<br />
De kwaliteit <strong>van</strong> de openbare ruimte heeft invloed<br />
op de waarde <strong>van</strong> grond en vastgoed en dus op het rendement<br />
<strong>van</strong> de belegger. Het is dus in zijn belang dat de<br />
openbare ruimte goed wordt beheerd en onderhouden.<br />
Door beheer en onderhoud over te dragen heeft de<br />
belegger (deels) zelf invloed op de waardeontwikkeling<br />
en daarmee zijn rendement. Dit geeft zekerheid.
Bijlagen<br />
65<br />
Bijlagen<br />
• Bijlage 1 Case De Enk, Wijhe<br />
• Bijlage 2 Case ’t Plaatje, Sliedrecht<br />
• Bijlage 3 Case Hazepad e.o., Breda<br />
• Bijlage 4 Verantwoording selectie <strong>van</strong> cases<br />
• Bijlage 5 Bronnen
Bijlagen<br />
66<br />
Bijlage 1<br />
Case De Enk<br />
Wijhe<br />
Zwolle<br />
A28<br />
Hattem<br />
A50<br />
Heino<br />
1<br />
N337<br />
Raalte<br />
Heerde<br />
Wijhe<br />
1<br />
IJssel<br />
Epe<br />
Olst<br />
Vaassen<br />
Deventer<br />
A1
Bijlagen<br />
67<br />
Kenmerken<br />
• Ligging: COROP Zuidwest Overijssel, in Wijhe<br />
aan N337 (10 km ten zuiden <strong>van</strong> Zwolle)<br />
• Type bedrijventerrein: Gemengd<br />
• Grootte bedrijventerrein: 18 ha<br />
• Doorlooptijd: 2007/2008-heden<br />
• Betrokken partijen en hun belang:<br />
- Gevestigde bedrijven (circa 50): direct<br />
economisch belang<br />
- Bewoners: belang aangenaam woon- en leefklimaat<br />
- Gemeente Olst-Wijhe: werkgelegenheid binnen de<br />
gemeente en algemeen maatschappelijk belang<br />
- Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen<br />
Overijssel N.V: het tegengaan <strong>van</strong> veroudering op<br />
bedrijventerreinen<br />
- Oost NV: het tegengaan <strong>van</strong> veroudering op<br />
bedrijventerreinen<br />
Het probleem<br />
Veroudering <strong>van</strong> Bedrijventerrein De Enk hangt <strong>voor</strong>al<br />
samen met de knelpunten in de infrastructuur. Het<br />
betreft ondermeer de slechte ontsluiting en bereikbaarheid<br />
<strong>van</strong> het terrein, een slechte verkeersveiligheid (smal<br />
profiel en kruisingen), een kwalitatief slecht wekdek en<br />
een gebrek aan parkeerplekken. Ander knelpunt is de<br />
matige beeldkwaliteit (op het bedrijventerrein en <strong>van</strong>uit<br />
de omgeving) onder andere veroorzaakt door braakliggende<br />
kavels en een verouderde en onsamenhangende<br />
openbare ruimte. Tot slot hebben de zittende bedrijven<br />
aangegeven de functionele zonering en de beperkingen<br />
die samenhangen met milieucontouren en -vergunningen<br />
gebrekkig te vinden<br />
zoveel mogelijk tegemoet komen aan knelpunten en<br />
belemmeringen die zittende bedrijven ondervinden.<br />
Deze hebben met name betrekking op de infrastructuur,<br />
de kavels en de openbare ruimte.<br />
Beoogd resultaat, kosten<br />
en financiering<br />
• Zonering <strong>van</strong> het terrein zodat het primaire bedrijventerrein<br />
en de omliggende woon- en groengebieden<br />
optimaal kunnen functioneren, zonder onderlinge<br />
overlast of beperkingen <strong>voor</strong> het functioneren. Dit<br />
houdt in dat de Raalterweg wordt herontwikkeld <strong>voor</strong><br />
maatschappelijke en publieke functies die complementair<br />
zijn aan het naastgelegen centrum. De bouw <strong>van</strong><br />
het nieuwe gemeentehuis <strong>als</strong> aanjager <strong>van</strong> dit gebied is<br />
hier <strong>voor</strong>zien. Het gebied aansluitend hierop isbedoeld<br />
<strong>voor</strong> perifere detailhandel. Detailhandel elders op<br />
De Enk wordt gestimuleerd zich hier te vestigen. De<br />
Enkweg wordt heringericht en ontwikkeld <strong>als</strong> woonlint.<br />
• Intensief ruimtegebruik door invulling <strong>van</strong> braakliggende<br />
kavels en het stimuleren <strong>van</strong> bedrijven om deze<br />
ruimte te benutten.<br />
• Het inrichten <strong>van</strong> de Industrieweg <strong>als</strong> hoofdontsluitingsweg.<br />
• Een samenhangende en kwalitatief verbeterde openbare<br />
ruimte en erfafscheidingen.<br />
In de grondexploitatie behorend bij het <strong>herstructurering</strong>splan<br />
heeft de gemeente rekening gehouden met € 2,1<br />
miljoen aan <strong>investeringen</strong> (exclusief private <strong>investeringen</strong>),<br />
waar<strong>van</strong> € 1 miljoen aan subsidie door de provincie<br />
Overijssel.<br />
Belang en ambitie<br />
De ambitie zo<strong>als</strong> die is verwoord in het Herstructureringsplan<br />
6 is om bedrijventerrein De Enk in de toekomst een<br />
aantrekkelijke vestigingslocatie te laten zijn <strong>voor</strong> zittende<br />
en nieuwe bedrijven. In het <strong>herstructurering</strong>splan wordt<br />
aan deze ambitie invulling gegeven door de opgave<br />
integraal te benaderen. Daarnaast wordt ingezet op het<br />
6<br />
Dit plan is in 2009 in opdracht <strong>van</strong> de gemeente opgesteld.<br />
Hierin zijn de wensen <strong>van</strong> zittende ondernemers (zoveel<br />
mogelijk) meegenomen.
Bijlagen<br />
68<br />
Partijen<br />
Onderstaand volgt een overzicht <strong>van</strong> de betrokken<br />
partijen en hun verantwoordelijkheden in het proces.<br />
• Circa 50 zittende ondernemers:<br />
Investeringen in eigen grond en vastgoed;<br />
Twee ondernemers fungeren <strong>als</strong> ontwikkelaar/<br />
belegger.<br />
• Gemeente Olst-Wijhe:<br />
Grond- en gebouwaankopen;<br />
Stimuleren grondruil;<br />
Ruimtelijke planvorming (o.a. beeldkwaliteit,<br />
bestemmingsplan en milieuzonering;<br />
Bouw gemeentehuis;<br />
Financiering openbare ruimte;<br />
Beheer en onderhoud openbare ruimte.<br />
• Bedrijvenkring:<br />
Belangenbehartiging ondernemers<br />
• Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen<br />
Overijssel:<br />
Procesbegeleiding /verbinder tussen partijen<br />
(soms ook <strong>investeringen</strong>)<br />
• Oost NV:<br />
Advisering en coördinatie <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
met <strong>als</strong> doel het stimuleren, aanjagen en uitvoeren<br />
<strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong>sprojecten<br />
Proces<br />
In samenwerking met de zittende ondernemers heeft de<br />
gemeente in 2009 een <strong>herstructurering</strong>splan opgesteld.<br />
Ten behoeve <strong>van</strong> dit plan zijn gesprekken gevoerd met<br />
bijna alle ondernemers om zodoende de knelpunten en<br />
wensen te inventariseren. Voor zover mogelijk zijn deze<br />
meegenomen in het plan. In 2010 is het bestemmingsplan<br />
vastgesteld, dat uitvoering <strong>van</strong> het <strong>herstructurering</strong>splan<br />
mogelijk maakt.<br />
Een inventarisatie <strong>van</strong> de Herstructureringsmaatschappij<br />
Bedrijventerreinen Overijssel (HMO) in 2010 heeft<br />
een groot aantal private plannen aan het licht gebracht.<br />
Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente het <strong>herstructurering</strong>splan<br />
in samenhang wil (blijven) brengen met<br />
de private plannen die worden ontwikkeld. De private<br />
plannen hebben betrekking op, dan wel kunnen leiden<br />
tot, bedrijfsverplaatsingen, herontwikkeling <strong>van</strong> braakliggende<br />
kavels („paardenweitjes‟), verbouwingen en<br />
uitbreidingen, uitvoering milieusaneringen en reductie<br />
<strong>van</strong> het aantal bedrijfswoningen. Geen enkele ontwikkeling<br />
staat op zichzelf; in sommige gevallen is er sprake<br />
<strong>van</strong> een causaal verband tussen de ontwikkelingen. Ten<br />
minste acht private locaties zijn geïdentificeerd waar<strong>van</strong><br />
de eigenaren een hoge bereidheid tot handelen aan de<br />
dag hebben gelegd en waar significante verbeteringen<br />
kunnen worden gerealiseerd.<br />
Voor de gemeente is het niet mogelijk alle gewenste<br />
ontwikkelingen op korte termijn en op actieve wijze (door<br />
actieve grondpolitiek) te realiseren. Daarom krijgen sleutellocaties<br />
en -ontwikkelingen prioriteit <strong>als</strong> aanjager <strong>voor</strong><br />
andere ontwikkelingen. Voorbeelden zijn de bouw <strong>van</strong><br />
het gemeentehuis en sanering <strong>van</strong> een LPG-vulpunt. De<br />
gemeente vervult daarnaast <strong>voor</strong>al een stimulerende en<br />
faciliterende rol ten aanzien <strong>van</strong> private ontwikkelingen.<br />
Geïnterviewden<br />
1. Dhr. H. Wiendels, project-/procesmanager Herstructureringsmaatschappij<br />
bedrijventerreinen Overijssel<br />
(HMO)<br />
2. Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink, projectleider <strong>herstructurering</strong><br />
De Enk, gemeente Olst-Wijhe<br />
3. Dhr. L. Perizonius, directeur Jansen Venneboer<br />
4. Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel, directeur/eigenaar Gerretsen<br />
en Estufa<br />
Verslag interviews<br />
1. Wat is de taak/zijn de werkzaamheden<br />
<strong>van</strong> betreffende partij in relatie tot <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
De HMO verbindt partijen met het doel een hoger maatschappelijk<br />
rendement te halen uit gezamenlijke <strong>investeringen</strong>;<br />
publiek-privaat maar zeker ook privaat-privaat.<br />
De HMO organiseert het proces, ontwikkelt investeringsstrategieën<br />
en concepten, stelt kennis ter beschikking en
Bijlagen<br />
69<br />
adviseert gemeenten en ondernemers. In sommige gevallen<br />
investeert de HMO ook mee in (aanjaag)projecten.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
Geïnterviewde is gemeentelijk projectleider <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> De Enk <strong>van</strong>af de tweede helft <strong>van</strong> 2009.<br />
Zijn taak was om ondernemers weer aan tafel te krijgen.<br />
Daarnaast was hij verantwoordelijk <strong>voor</strong> het opstellen<br />
<strong>van</strong> een nieuw bestemmingsplan (vastgesteld juni 2010),<br />
het verkrijgen <strong>van</strong> subsidies en het tot uitvoering brengen<br />
<strong>van</strong> het <strong>herstructurering</strong>splan.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Geïnterviewde is eigenaar <strong>van</strong> Jansen Venneboer (100<br />
medewerkers); een bedrijf dat gespecialiseerd is in advies<br />
& engineering, ontwerp, productie, inspectie, onderhoud<br />
en renovatie <strong>van</strong> civieltechnische kunstwerken. Daarnaast<br />
is geïnterviewde <strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> de Bedrijvenkring<br />
De Enk, die een deel <strong>van</strong> de bedrijven vertegenwoordigd.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Geïnterviewde is eigenaar <strong>van</strong> twee bedrijven op De Enk;<br />
handelsonderneming Gerretsen (22 medewerkers) en Estufa<br />
(4 medewerkers). Daarnaast was Van Weeghel <strong>voor</strong>malig<br />
<strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> de ondernemersvereniging. Vanaf<br />
het begin is geïnterviewde actief betrokken geweest bij<br />
plannen <strong>voor</strong> revitalisering <strong>van</strong> het terrein.<br />
2. Wat zijn de oorzaken <strong>van</strong> veroudering<br />
op bedrijventerrein De Enk?<br />
Dhr. H. Wiendels, Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink,<br />
Dhr. L. Perizonius, Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Alle geïnterviewden geven aan dat de oorzaak <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>voor</strong> een belangrijk deel ligt in het (te)<br />
goedkoop aanbieden <strong>van</strong> de gronden bij oprichting <strong>van</strong><br />
het bedrijventerrein (<strong>van</strong>af ongeveer 1965). Bedrijven<br />
kochten meer grond dan zij nodig hadden <strong>als</strong> strategische<br />
reserve <strong>voor</strong> eventuele toekomstige uitbreiding. Mede<br />
door het ontbreken <strong>van</strong> terugleverings<strong>voor</strong>waarden zijn<br />
braakliggende percelen ontstaan (paardenweitjes). Andere<br />
oorzaken die algemeen gedeeld worden zijn de ruime<br />
mogelijkheden die in het verleden geboden zijn, zo<strong>als</strong><br />
het toestaan <strong>van</strong> (bedrijfs)woningen. Door de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> (bedrijfs)woningen is een tegenstelling ontstaan<br />
tussen mensen die waarde hechten aan het woongenot<br />
en bedrijven die het bedrijfsbelang <strong>voor</strong>op hebben staan<br />
(milieuruimte).<br />
Daarnaast geven geïnterviewden aan dat er weinig is<br />
geïnvesteerd in beheer en onderhoud <strong>van</strong> de openbare<br />
ruimte.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Perizonius voegt aan het <strong>voor</strong>gaande toe dat ook de<br />
diversiteit aan bedrijven en andere activiteiten heeft<br />
bijgedragen aan veroudering. Voorbeelden zijn de<br />
eigendomsverhouding, grootte <strong>van</strong> het bedrijf, benodigde<br />
milieuruimte en het aantal medewerkers. Deze en<br />
andere factoren beïnvloeden het belang dat ondernemers<br />
hebben bij <strong>herstructurering</strong> en dus de bereidheid om te<br />
investeren.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Aan het <strong>voor</strong>gaande voegt Van Weeghel toe dat verkoop<br />
<strong>van</strong> de ‘overtollige’ grond niet interessant is aangezien de<br />
kosten – mede door de lage grondprijs – zijn afgeschreven<br />
en nieuwe buren kunnen leiden tot hinder.<br />
3. Wat had de betreffende partij kunnen<br />
doen om veroudering te <strong>voor</strong>komen en<br />
waarom zijn deze maatregelen wel/niet<br />
uitgevoerd?<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
De gemeente had meer moeten investeren in beheer en<br />
regulier onderhoud <strong>van</strong> de openbare ruimte. Daarnaast<br />
had er zorgvuldiger moeten worden omgegaan met functies<br />
die eigenlijk niet op een bedrijventerrein thuis horen,<br />
zo<strong>als</strong> woningen en sociaal-maatschappelijke functies<br />
(harmonie).<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Voor de ontwikkeling <strong>van</strong> het bedrijventerrein was het<br />
beter geweest minder grond af te nemen <strong>van</strong> de gemeente.<br />
De grondprijs maakte aankoop <strong>van</strong> een strategische<br />
reserve echter interessant.<br />
4. Wat drijft partijen om het verouderde<br />
bedrijventerrein aan te pakken?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
Het is de uitdaging <strong>van</strong> de HMO om ondernemers zodanig<br />
te faciliteren dat zij gaan investeren. Het zien <strong>van</strong>
Bijlagen<br />
70<br />
de kansen, het verbinden <strong>van</strong> partijen en op een <strong>voor</strong> de<br />
ondernemer passende wijze faciliteren <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong><br />
(maatwerk) behoren tot de kern <strong>van</strong> de werkzaamheden.<br />
Hier<strong>voor</strong> moet je de partijen, de problematiek<br />
en integrale opgave kennen. Wat speelt waar? Welke<br />
plannen kunnen elkaar versterken? Wie is bereid zaken te<br />
doen met wie? Waar liggen individuele bezwaren, beperkingen<br />
of juist kansen?<br />
Versterking <strong>van</strong> de bedrijfsvoering is het vertrekpunt in<br />
een proces waarin de HMO private <strong>investeringen</strong> probeert<br />
te koppelen aan de <strong>herstructurering</strong>sopgave.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
De gemeente streeft naar een aantrekkelijke leefomgeving<br />
waar ruimte is om te wonen en te werken. De Enk is<br />
het enige bedrijventerrein in de gemeente waar categorie<br />
3 en 4 bedrijven terecht kunnen. Het is belangrijk deze<br />
bedrijven en de werkgelegenheid te behouden.<br />
De gemeente zet zich samen met de ondernemers in om<br />
De Enk op te waarderen. Door publieke <strong>investeringen</strong><br />
tracht de gemeente een spinn-off naar de ondernemers<br />
te bewerkstelligen. Intensiever ruimtegebruik (winst <strong>van</strong><br />
2 ha) en transformatie <strong>van</strong> een deel <strong>van</strong> het terrein naar<br />
andere functies zijn de belangrijkste uitgangspunten.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
De uitstraling <strong>van</strong> het bedrijventerrein en het eigen perceel<br />
is belangrijk <strong>voor</strong> het ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> klanten. Daarnaast<br />
heeft het bedrijf baat bij een goede infrastructuur<br />
<strong>voor</strong> het benodigde transport. Maatschappelijke reden<br />
om te investeren in het terrein is de locale herkomst <strong>van</strong><br />
het personeel (betrokkenheid bij personeel en dorp). Tot<br />
slot speelt ook de relatie met de gemeente mee. Je hebt<br />
elkaar immers nodig. Om deze en andere redenen vervult<br />
geïnterviewde een trekkende rol in het op gang brengen<br />
<strong>van</strong> gezamenlijke initiatieven, bij<strong>voor</strong>beeld m.b.t. energie<br />
en veiligheid.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Geïnterviewde geeft aan dat hij <strong>als</strong> <strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> de<br />
Bedrijvenkring een verantwoordelijkheid had en voelde<br />
om mee te werken aan het tegengaan <strong>van</strong> veroudering.<br />
Daarnaast speelde ook het belang <strong>van</strong> het leefbaar houden<br />
<strong>van</strong> het dorp een rol. Het enthousiasme en de inzet<br />
<strong>voor</strong> het aanpakken <strong>van</strong> het terrein is na verloop <strong>van</strong> tijd<br />
sterk verminderd <strong>als</strong> gevolg <strong>van</strong> de wijze waarop<br />
het proces is verlopen.<br />
5. In hoeverre zijn ondernemers gestimuleerd/betrokken<br />
in het proces en indien<br />
aan de orde op welke wijze is dit gebeurd?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
Zie antwoord vraag 4. Illustratie a.d.h.v.<br />
2 <strong>voor</strong>beelden:<br />
1) Geïnterviewde heeft een te verplaatsen bedrijf in contact<br />
gebracht met een ondernemer die bepaalde delen<br />
<strong>van</strong> zijn bedrijfsgebouwen niet meer in gebruik heeft. Het<br />
leegstaande deel is een interessante vestigingsplek. Door<br />
verschillende financiële, fiscale en eigendom-huur constructies<br />
<strong>voor</strong> te stellen heeft de HMO geprobeerd een zo<br />
optimaal mogelijke situatie te creëren dat verplaatsing<br />
doorgang kon vinden. De onderhandelingen zijn uiteindelijk<br />
stuk gelopen om de individuele zakelijke redenen en<br />
door de complexiteit <strong>van</strong> de constructie.<br />
2) Een investeerder was geïnteresseerd in het aankopen<br />
<strong>van</strong> een locatie en het aanwezige bedrijf te verplaatsen<br />
naar een braakliggende locatie op het bedrijventerrein.<br />
Hierdoor zou een gewenste verplaatsing op gang komen.<br />
Daarnaast had de investeerder twee bedrijven die zich<br />
gecombineerd met het te verplaatsen bedrijf wilde vestigen<br />
op het braakliggende perceel. De HMO verkleinde<br />
het risico <strong>van</strong> de investeerder door garant te staan <strong>voor</strong><br />
een bepaald te behalen rendement. De onderhandelingen<br />
zijn stuk gelopen door een te krappe beslistermijn die<br />
is gesteld door de aandeelhouder <strong>van</strong> het te verplaatsen<br />
bedrijf.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
Geïnterviewde geeft aan dat het proces in de periode<br />
<strong>voor</strong> 2009 niet erg soepel verlopen is. Te hoge verwachtingen<br />
die zijn gewekt bij de ondernemers en slechte<br />
communicatie en informatie<strong>voor</strong>ziening hebben hiertoe<br />
bijgedragen. Na 2009 is met alle ondernemers, met de<br />
bedrijvenkring en de bewonersvereniging gesproken door<br />
geïnterviewde. In werkgroepen is daarna samen met ondernemers<br />
intensief gewerkt aan de <strong>voor</strong>bereiding <strong>van</strong> de<br />
<strong>herstructurering</strong>. De HMO is daarnaast betrokken <strong>als</strong> onafhankelijke<br />
partner in het proces en onderhandelingen.
Bijlagen<br />
71<br />
Als blijk dat de gemeente serieus bezig is met <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> De Enk wordt de openbare ruimte momenteel<br />
aangepakt.<br />
De gemeente spant zich samen met de HMO in om een<br />
aantal bedrijven te verplaatsen. De onderhandelingen<br />
liepen/lopen in de meeste gevallen stuk doordat de<br />
vraagprijs <strong>voor</strong> grond en opstallen ver boven de taxatiewaarde<br />
lag. De bereidheid <strong>van</strong> ondernemers om zelf ook<br />
te investeren is dan ook laag.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
In het verleden is het proces vastgelopen door <strong>voor</strong>al<br />
een slechte communicatie en het wekken <strong>van</strong> te hoge<br />
verwachtingen bij de ondernemers. Dit is nu verbeterd.<br />
Geïnterviewde kijkt <strong>voor</strong>uit, maar er leven bij sommige<br />
betrokkenen nog wel emoties over het achterliggende<br />
proces. Daarnaast ontbreekt het aan een gezamenlijk<br />
belang.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Plannen om De Enk te revitaliseren lopen al geruime tijd<br />
en hebben in belangrijke mate door verschuivende inzichten<br />
bij de gemeente vertraging opgelopen. Ondernemers<br />
werden daarnaast onvoldoende betrokken bij het<br />
proces en (aangedragen) oplossingsrichtingen werden<br />
niet of onvoldoende onderzocht. Uiteindelijk hebben<br />
ondernemers gezamenlijk hun ongenoegen geuit in de<br />
regionale krant (De Stentor). Hierin deden zij de suggestie<br />
bereid te zijn om te verhuizen naar het nieuw aan<br />
te leggen bedrijventerrein Noordmanshoek. Op deze<br />
manier zou De Enk vrijkomen <strong>voor</strong> woningbouw en beter<br />
aansluiten op de huidige omliggende functies. Met de<br />
verplaatsing bleven de bedrijven bovendien behouden<br />
<strong>voor</strong> de gemeente en kon de basis worden gelegd <strong>voor</strong><br />
een goed functionerend bedrijventerrein elders (ook<br />
in de toekomst). De gemeente reageerde negatief op<br />
het <strong>voor</strong>stel maar kwam wel in beweging. Er werd een<br />
<strong>herstructurering</strong>splan geschreven en er is intensief met<br />
de ondernemers gesproken. Daadwerkelijke ingrepen<br />
bleven <strong>voor</strong><strong>als</strong>nog uit. Ook was er maar beperkt budget<br />
beschikbaar, wisselde de ambtelijke bezetting verschillende<br />
malen en ontbrak het vaak aan adequate informatie<strong>voor</strong>ziening<br />
en communicatie. Het gevolg was<br />
teleurstelling en een verminderd vertrouwen aan de<br />
kant <strong>van</strong> de ondernemers. Er ontstond het beeld dat de<br />
gemeente niet of onvoldoende luisterde naar de wensen<br />
en belangen <strong>van</strong> de ondernemers, maar <strong>voor</strong>al<br />
de eigen agenda <strong>voor</strong>op stelde.<br />
6. Welke initiatieven liggen er en wat<br />
levert het de ondernemers op/waarom<br />
investeren ondernemers in hun perceel?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
Ondernemers zijn primair geïnteresseerd in verbetering<br />
<strong>van</strong> hun bedrijfsvoering. Om <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> ondernemers<br />
los te krijgen die (ook) bijdragen aan de <strong>herstructurering</strong><br />
neemt de HMO het belang <strong>van</strong> de ondernemer <strong>als</strong><br />
vertrekpunt.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
Verschillende onderhandelingen over verplaatsing <strong>van</strong><br />
bedrijven zitten vast of zijn stukgelopen. De gemeente<br />
is zich bewust dat publieke middelen nodig zijn om<br />
verplaatsing <strong>van</strong> bedrijven <strong>van</strong> de grond te krijgen maar<br />
verwacht <strong>van</strong> bedrijven dat zij ook investeren. Zij hebben<br />
uiteindelijk ook <strong>voor</strong>deel (nieuw gebouw dat optimaal<br />
kan worden afgestemd op productieproces). Ondernemers<br />
vragen fors meer dan de taxatiewaarde <strong>van</strong> hun<br />
grond en vastgoed, waaruit volgens de gemeente blijkt<br />
dat de bereidheid om mee te investeren klein is. Ondernemers<br />
denken primair aan het eigen belang en zien het<br />
gezamenlijke belang <strong>van</strong> een goed draaiend bedrijventerrein<br />
te weinig.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Zie antwoord vraag 4<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Geïnterviewde heeft geïnvesteerd in zijn perceel en vastgoed<br />
<strong>voor</strong> een betere uitstraling <strong>van</strong> zijn bedrijf.<br />
7. In hoeverre zijn individuele initiatieven<br />
afhankelijk <strong>van</strong> publieke <strong>investeringen</strong><br />
(bijv. HMO of gemeente)?<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
Verplaatsing <strong>van</strong> bedrijven is nodig om de gewenste<br />
zonering <strong>van</strong> het bedrijventerrein te bereiken. Zonder<br />
publieke <strong>investeringen</strong> zijn de <strong>investeringen</strong> <strong>voor</strong> private<br />
partijen bij <strong>voor</strong>baat te hoog.
Bijlagen<br />
72<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Geïnterviewde constateert dat het op gang brengen <strong>van</strong><br />
een aantal bewegingen blijkbaar <strong>voor</strong> een aantal ondernemers<br />
te weinig financieel aantrekkelijk is. Om verplaatsing<br />
tot stand te brengen zullen er dus partijen gevonden<br />
moeten worden die bereid zijn meer financiële middelen<br />
in te zetten of zullen er meer publieke middelen moeten<br />
worden ingezet. Een andere mogelijkheid is het publiekrechtelijk<br />
afdwingen <strong>van</strong> verplaatsing (indien mogelijk).<br />
Geïnterviewde is geen <strong>voor</strong>stander <strong>van</strong> de laatste optie.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
In de ogen <strong>van</strong> geïnterviewde zijn ondernemers bereid<br />
mee te investeren <strong>als</strong> het hen ook wat oplevert. Ontwikkelingen<br />
– zo<strong>als</strong> bedrijfsverplaatsing – zouden met meer<br />
publieke risicodragende <strong>investeringen</strong> moeten worden<br />
ondersteund om het risico te verkleinen.<br />
8. In hoeverre zijn ondernemers bereid<br />
(mee) te investeren in de openbare ruimte?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
Wachten op initiatief <strong>van</strong> ondernemers die gaan investeren<br />
in de openbare ruimte kan lang op zich laten wachten.<br />
De gemeente is verantwoordelijk <strong>voor</strong> beheer en onderhoud<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte. Investeringen <strong>van</strong> ondernemers<br />
in achterstallig onderhoud <strong>van</strong>uit deze optiek is<br />
niet reëel. Het is dan ook aan de gemeente om eerst<br />
een “level playing field” te creëren, om zo het proces op<br />
gang te krijgen.<br />
De gemeente investeert in de openbare ruimte en ondernemers<br />
in hun perceel en vastgoed.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink Gemeente Olst-Wijhe De bereidheid<br />
lijkt niet erg groot, zie ook onder vraag 6. De gemeente<br />
– <strong>als</strong> eigenaar en beheerder – pakt de openbare<br />
ruimte aan, onder andere <strong>als</strong> blijk dat zij de <strong>herstructurering</strong><br />
serieus neemt.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Geïnterviewde voelt zich niet direct geroepen om te<br />
investeren in de openbare ruimte, aangezien dit een<br />
taak <strong>van</strong> de gemeente is. Ondernemers op De Enk zijn<br />
volgens geïnterviewde – op individuele onderhandelingen<br />
na – nooit gevraagd naar de bijdrage die zij zouden willen<br />
leveren aan verbetering <strong>van</strong> het bedrijventerrein.<br />
9. Hoe ziet het vervolgproces eruit?<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
Er ligt sinds kort een vastgesteld bestemmingsplan dat<br />
is afgestemd op het <strong>herstructurering</strong>splan. Ruimtelijkfunctioneel<br />
is de <strong>herstructurering</strong> in de uitvoeringsfase<br />
beland. De openbare ruimte wordt aangepakt en de gemeente<br />
is samen met de HMO bezig individuele bedrijven<br />
te verplaatsen naar beter passende locaties. Er wordt nu<br />
beter gecommuniceerd met de betrokken ondernemers<br />
over de stand <strong>van</strong> zaken.<br />
In de hoop dat het proces m.b.t. verplaatsing <strong>van</strong> bedrijven<br />
in beweging komt, heeft de gemeente duidelijk<br />
gemaakt dat ook de ondernemers zich meer moeten inzetten<br />
(geld en energie). Als dit uitblijft stopt de gemeente<br />
met het project. Deze mededeling heeft tot gevolg dat<br />
een aantal onderhandelingen weer in beweging (lijken<br />
te) komen.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Zie antwoord vraag 5.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
De revitalisering is begonnen en op dit moment loopt<br />
het en er is nu geen overleg meer gaande.<br />
10. Wat is de meerwaarde <strong>van</strong> de betreffende<br />
partij en andere partijen in het<br />
proces?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
De HMO is een zelfstandige en onafhankelijke partij en<br />
wordt daardoor minder beïnvloed door de omgeving<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld de politiek). Hierdoor kan intensief worden<br />
gebouwd aan vertrouwen zonder dat partijen achteraf<br />
worden teleurgesteld door een negatief besluit <strong>van</strong> hoger<br />
hand. De HMO staat relatief dichtbij ondernemers en is<br />
goed op de hoogte <strong>van</strong> wat er speelt bij bedrijven. Hierdoor<br />
kan optimaal worden ingespeeld op de situatie.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
De gemeente probeert spinn-off te realiseren door zelf<br />
te investeren in het gebied (bouw gemeentehuis en<br />
kwaliteitsverbetering infrastructuur en openbare ruimte).<br />
Daarnaast heeft zij een belangrijke rol in het op gang<br />
krijgen <strong>van</strong> verplaatsingen. Zonder publieke middelen is<br />
verplaatsing bij <strong>voor</strong>baat niet mogelijk.
Bijlagen<br />
73<br />
De gemeente is erg tevreden met de onafhankelijke rol<br />
die de HMO speelt in het proces. De individuele benadering<br />
(denken <strong>van</strong>uit het belang <strong>van</strong> de ondernemer) is een<br />
goede basis om beweging te krijgen in processen.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Zie antwoord vraag 4.<br />
11. Is het maximale bereikt en wat moet er<br />
gebeuren om het maximale te bereiken?<br />
Dhr. H. Wiendels<br />
Wat betreft het contact met ondernemers en de verschillende<br />
processen waarbij de HMO betrokken was (zie<br />
vraag 5) is de HMO tevreden. Helaas zijn er (te) weinig<br />
resultaten geboekt.<br />
Om beweging te realiseren is het belangrijk dat ondernemers<br />
hun belang herkennen in de maatregelen/deal. Het<br />
blijft echter een individuele zakelijke beslissing <strong>van</strong> de<br />
ondernemers waar je maar deels invloed op hebt. Meer<br />
kans hebben projecten waarin de gemeente <strong>als</strong> risicodragende<br />
partij is betrokken. Verder is het belangrijk te<br />
blijven werken aan vertrouwen <strong>als</strong> basis <strong>voor</strong> nieuwe<br />
<strong>investeringen</strong>. Het creëren <strong>van</strong> een gezamenlijk belang<br />
is belangrijk maar uiteindelijk zal het individuele belang<br />
prevaleren.<br />
Dhr. G. <strong>van</strong> den Blink<br />
Vanuit het verleden is wantrouwen bij de ondernemers<br />
ontstaan richting de gemeente. Het is moeilijk het<br />
vertrouwen bij iedereen terug te winnen. Vooruit kijken<br />
en goed blijven communiceren is het enige wat de gemeente<br />
kan doen.<br />
Om verplaatsing <strong>van</strong> bedrijven op gang te krijgen is het<br />
belangrijk dat ondernemers beseffen dat de gemeente te<br />
maken heeft met verschillende belangen. Politiek gezien<br />
heeft men te maken met een algemeen maatschappelijk<br />
belang, waarin behoud en versterking <strong>van</strong> bedrijvigheid<br />
en werkgelegenheid één <strong>van</strong> de aspecten vormt. In onderhandelingen<br />
is de gemeente daarnaast gebonden aan<br />
Europese regels m.b.t. staatssteun. Als het budget <strong>van</strong><br />
de gemeente het al zou toelaten is het erg lastig boven<br />
de taxatiewaarde gronden aan te kopen. Daarnaast zijn<br />
de tijden veranderd. Bedragen die <strong>voor</strong> de economische<br />
crisis zijn betaald <strong>voor</strong> de aankoop <strong>van</strong> grond en vastgoed<br />
zijn dan ook achterhaald. Ondernemers zouden zich hier<br />
meer bewust <strong>van</strong> moeten zijn.<br />
Extra publieke middelen zijn nodig om verplaatsing <strong>van</strong><br />
bedrijven op gang te krijgen. Om optimaal in te kunnen<br />
spelen op situaties die zich <strong>voor</strong>doen moeten <strong>investeringen</strong><br />
langer kunnen worden vastgezet (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
aankoop <strong>van</strong> grond en doorverkoop een aantal jaar<br />
later). De gemeente ziet graag dat het budget dat de<br />
HMO daar<strong>voor</strong> mag inzetten opgeschroefd wordt door<br />
de provincie. De financiële armslag <strong>van</strong> de gemeente is<br />
daar<strong>voor</strong> te klein.<br />
Dhr. L. Perizonius<br />
Verplaatsing <strong>van</strong> bedrijven blijkt moeizaam te verlopen.<br />
Bij verplaatsing willen ondernemers er minimaal<br />
op <strong>voor</strong>uit gaan. Het streven moet gericht zijn op het<br />
creëren <strong>van</strong> een win-win situatie, in de beleving <strong>van</strong><br />
zowel de gemeente <strong>als</strong> de ondernemers. Een <strong>voor</strong>beeld<br />
is het benutten <strong>van</strong> De Enk <strong>voor</strong> woningbouw. Dit is <strong>voor</strong><br />
beide partijen interessant (zie reactie Van Weeghel onder<br />
5) maar bleek financieel onhaalbaar. Sommige ondernemers<br />
hebben geen belang bij verplaatsing. Als zij er niet<br />
op <strong>voor</strong>uit gaan dan zullen zij niet in beweging komen en<br />
zich niet maximaal inzetten.<br />
Dhr. E. <strong>van</strong> Weeghel<br />
Het aanpakken <strong>van</strong> De Enk is ingestoken met het idee de<br />
functie <strong>van</strong> het terrein <strong>voor</strong> bedrijvigheid te vergroten.<br />
Het tegendeel blijkt volgens geïnterviewde werkelijkheid<br />
te worden. Door de zonering die is aangebracht op<br />
het terrein (de noord- en oostrand <strong>van</strong> het terrein zijn<br />
bestemd <strong>voor</strong> centrumfuncties, volumineuze detailhandel<br />
en wonen) is er minder ruimte <strong>voor</strong> bedrijvigheid.<br />
Hierdoor moet een deel <strong>van</strong> het bedrijventerrein terug<br />
<strong>van</strong> milieucategorie 3 naar categorie 2. De aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> andere functies en de lagere milieucategorie heeft<br />
tot gevolg dat het terrein minder interessant wordt <strong>voor</strong><br />
bedrijven in de toekomst. Het proces heeft wel geleid tot<br />
verbetering <strong>van</strong> de ontsluiting en bewegwijzering.<br />
Het maximale resultaat zou een betere kans hebben<br />
door: goede en consequente communicatie, openheid in<br />
informatie<strong>voor</strong>ziening, het geven <strong>van</strong> duidelijkheid, het<br />
stellen <strong>van</strong> realistische ambities en meer risicodragend te<br />
investeren bij bedrijfsverplaatsing.
Bijlagen<br />
74<br />
Bijlage 2<br />
Case ’t Plaatje<br />
Sliedrecht<br />
2<br />
A15/Betuwelijn<br />
Papendrecht<br />
Sliedrecht<br />
Hardinxveld-Giessendam<br />
2<br />
Dordrecht<br />
N3<br />
Dordrecht
Bijlagen<br />
75<br />
Kenmerken<br />
• Ligging: COROP Zuidoost Zuid-Holland,<br />
in Sliedrecht aan de Merwede<br />
• Type bedrijventerrein: maritieme bedrijven<br />
• Grootte bedrijventerrein: 1,5 ha<br />
• Doorlooptijd: 1997-heden<br />
• Betrokken partijen en hun belang:<br />
- L.J. Boer en Slieker BV (scheepswerven):<br />
<strong>voor</strong>tbestaan bedrijf<br />
- IHC (naastliggende scheepswerf): bedrijfseconomisch<br />
belang, eventuele beperkingen <strong>van</strong> ontwikkelingen<br />
- Gemeente Sliedrecht: werkgelegenheid en algemeen<br />
maatschappelijk belang<br />
- Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden:<br />
versterken regionale economie<br />
Het probleem, belang en ambitie<br />
’t Plaatje is een braakliggend terrein met haven, die niet<br />
voldoet aan de huidige eisen. Moderne havenfaciliteiten<br />
en een goede ontsluitingsweg ontbreken. De gemeente,<br />
ROM-D en drie scheepswerven zijn daarom bezig met<br />
herontwikkelingsplannen <strong>voor</strong> ’t Plaatje <strong>als</strong> terrein waar<br />
scheepsbouw- en reparatiebedrijven worden geclusterd.<br />
Hiermee draagt ’t Plaatje bij aan de realisatie <strong>van</strong> Shipping<br />
Valley, dat de regionale economie moet versterken.<br />
Shipping Valley bestaat uit verschillende havengerelateerde<br />
bedrijventerreinen in de Regio Drechtsteden<br />
die gezamenlijk moeten uitgroeien tot een nationaal<br />
centrum <strong>voor</strong> binnenscheepvaart.<br />
Beoogd resultaat, kosten<br />
en financiering<br />
Publieke <strong>investeringen</strong> (grex)<br />
• uitdieping <strong>van</strong> haven en ontgronding<br />
• de ophoging en verlenging kades<br />
• de aanleg een nieuwe ontsluitingsweg<br />
• het bouwrijp maken <strong>van</strong> het terrein<br />
totaal<br />
€ 2,1 miljoen<br />
€ 2,6 miljoen<br />
€ 1,0 miljoen<br />
€ 0,7 miljoen<br />
€ 6,4 miljoen<br />
<strong>Private</strong> <strong>investeringen</strong><br />
• vastgoed en apparatuur<br />
• een droogdok<br />
totaal<br />
€ 13,5 miljoen<br />
€ 4,0 miljoen<br />
€ 17,3 miljoen<br />
De publieke <strong>investeringen</strong> worden gedekt <strong>voor</strong> 50%<br />
gedekt uit het Fonds Economische Structuurversterking<br />
(FES). Het resterende bedrag wordt gedekt door de regionale<br />
ontwikkelingsmaatschappij (20%), regio Drechtsteden<br />
(5%) en de gemeente (25%). De gemeente moet<br />
overigens nog een besluit nemen over hun aandeel en<br />
onder welke <strong>voor</strong>waarden zij risicodragend zouden gaan<br />
participeren in het project. De ontwikkelingsmaatschappij<br />
verzorgt de <strong>voor</strong>financiering.<br />
Partijen<br />
Onderstaand volgt een overzicht <strong>van</strong> de betrokken partijen<br />
en hun verantwoordelijkheden in het proces.<br />
• L.J. Boer en Slieker BV:<br />
Investeringen in aankoop <strong>van</strong> grond en realisatie<br />
vastgoed.<br />
• Gemeente Sliedrecht:<br />
Ruimtelijke planvorming;<br />
Bijdrage in financiering;<br />
Beheer en onderhoud openbare ruimte.<br />
• Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden<br />
(ROM-D)<br />
Bouwrijp maken;<br />
Voorfinanciering;<br />
Bijdrage in financiering.<br />
• Provincie Zuid-Holland en regio Drechtsteden:<br />
Bijdrage in financiering.<br />
• Ministerie <strong>van</strong> Economische Zaken:<br />
Subsidie
Bijlagen<br />
76<br />
Proces<br />
Het proces rondom de (her)ontwikkeling <strong>van</strong> ’t Plaatje<br />
loopt al geruime tijd. Ongeveer 10 jaar geleden hebben<br />
drie ondernemers uit Sliedrecht het initiatief genomen<br />
zich te clusteren op ’t Plaatje. De bedrijven hebben hierbij<br />
een belangrijke stem gehad in de uitwerking <strong>van</strong> het plan,<br />
zo<strong>als</strong> de benodigde aanpassingen en faciliteiten om optimaal<br />
te kunnen functioneren. Omdat de grondexploitatie<br />
<strong>voor</strong> de werkzaamheden, zo<strong>als</strong> hier<strong>voor</strong> vermeld, niet<br />
rendabel is te krijgen heeft het project forse vertraging<br />
opgelopen.<br />
’t Plaatje wordt ontwikkeld door middel <strong>van</strong> een PPSconstructie.<br />
De gronden zijn in bezit <strong>van</strong> ABB Bouwgroep,<br />
die op verzoek <strong>van</strong> de gemeente de gronden heeft aangekocht.<br />
De grondontwikkelaar is de regionale ontwikkelingsmaatschappij.<br />
Zij koopt de grond <strong>van</strong> ABB (ontwikkelprimaat<br />
vastgoed) en maakt het bouwrijp (baggeren,<br />
ontsluiting, kade <strong>voor</strong>zieningen en ophogen terrein).<br />
Vervolgens worden de gronden tegen marktwaarde terug<br />
verkocht aan ABB, die het vastgoed in opdracht <strong>van</strong> de<br />
eindgebruikers zal realiseren. In verband met staatssteun<br />
wordt contractueel vastgelegd dat het doorverkopen<br />
<strong>van</strong> de gronden aan de eindgebruikers tegen hetzelfde<br />
bedrag moet plaatsvinden <strong>als</strong> waar<strong>voor</strong> ABB het bouwrijp<br />
heeft aangekocht <strong>van</strong> de ontwikkelingsmaatschappij.<br />
De gemeente heeft <strong>voor</strong>al een faciliterende rol in het<br />
juridisch-planologisch mogelijk maken <strong>van</strong> de ontwikkeling.<br />
Geïnterviewden<br />
Door uiteenlopende agenda’s en de beperkt beschikbare<br />
tijd was het niet mogelijk enkelvoudige interviews<br />
(één-op-één) af te nemen. Daarom in dit geval gekozen<br />
<strong>voor</strong> een meervoudig interview/rondetafelgesprek.<br />
De volgende personen hebben daaraan deelgenomen:<br />
1. Dhr. O. Verschoor, projectmanager ROM-D<br />
2. Dhr. D. <strong>van</strong> ‘t Hoff, Hoofd Projectmanagement,<br />
gemeente Sliedrecht<br />
3. Dhr. L. <strong>van</strong> Andel, manager L.J. Boer Vastgoed<br />
Sliedrecht BV<br />
Verslag interviews<br />
1. Wat is de taak/zijn de werkzaamheden<br />
<strong>van</strong> betreffende partij in relatie tot <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein?<br />
Dhr. O. Verschoor<br />
ROM-D is de grondontwikkelaar <strong>van</strong> het gebied, verzorgt<br />
de <strong>voor</strong>financiering, stelt het businessplan op en is medeinvesteerder.<br />
Dhr. D. <strong>van</strong> ’t Hoff<br />
Gemeente Sliedrecht faciliteert de ontwikkeling (planvorming)<br />
en investeert waarschijnlijk (besluit is nog niet<br />
genomen) circa 1,4 miljoen (20%).<br />
Dhr. L. <strong>van</strong> Andel<br />
Geïnterviewde is manager <strong>van</strong> L.J. Boer (scheepswerf).<br />
Via de Kamer <strong>van</strong> koophandel is hij reeds 12 jaar betrokken<br />
bij het initiatief <strong>voor</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> Shipping Valley<br />
<strong>als</strong> partij die zich wil vestigen op één <strong>van</strong> de watergebonden<br />
bedrijventerreinen in de regio Drechtsteden. Geïnterviewde<br />
handhaaft de huidige locatie <strong>voor</strong> de bouw <strong>van</strong><br />
kleinere schepen en wil op ’t Plaatje een werf en bouwdok<br />
realiseren <strong>voor</strong> grotere schepen.<br />
2. Wat zijn de oorzaken <strong>van</strong> veroudering<br />
op bedrijventerrein ’t Plaatje?<br />
Dhr. O. Verschoor<br />
Zie reactie Van ‘t Hoff<br />
Dhr. D. <strong>van</strong> ’t Hoff<br />
Ongeveer 14 jaar geleden verplaatste de toen op ’t Plaatje<br />
gevestigde baggeraar (Volker) zijn activiteiten naar elders.<br />
Het terrein kwam toen in de verkoop. De gemeente<br />
heeft destijds een studie gedaan naar de mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> woningbouw. De kosten die gemaakt moesten worden<br />
om de locatie geschikt te maken <strong>voor</strong> wonen waren<br />
dusdanig, dat de gemeente besloot de ontwikkeling over<br />
te laten aan particulier initiatief. Projectontwikkelaar ABB<br />
heeft het terrein gekocht met de intentie woningbouw<br />
te realiseren. Toen IHC (grote scheepswerf) <strong>als</strong> buurman<br />
<strong>van</strong> ’t Plaatje hoorde <strong>van</strong> de plannen kwamen zij in het<br />
geweer. De gemeente besloot toen af te zien <strong>van</strong> woningbouw<br />
op het terrein.<br />
Ongeveer 6 à 7 jaar geleden kwam het initiatief om de<br />
locatie <strong>als</strong> onderdeel <strong>van</strong> Shipping Valley te ontwikke-
Bijlagen<br />
77<br />
len (havengerelateerde bedrijventerreinen in de regio<br />
Drechtsteden). Samen met het bedrijfsleven is toen<br />
bekeken wat de mogelijkheden <strong>voor</strong> vestiging <strong>van</strong> watergebonden<br />
bedrijven waren op ’t Plaatje.<br />
In de tussentijd is ’t Plaatje tijdelijk onderverhuurd aan<br />
meerdere huurders die het <strong>voor</strong>al gebruiken <strong>als</strong> opslagterrein.<br />
Het terrein oogt nu desolaat, verwaarloosd en<br />
rommelig.<br />
Dhr. L. <strong>van</strong> Andel<br />
Zie reactie Van ’t Hoff<br />
3. Wat drijft partijen om het verouderde<br />
bedrijventerrein aan te pakken / wat is het<br />
belang?<br />
Dhr. O. Verschoor<br />
ROM-D heeft in samenwerking met de gemeente aanspraak<br />
gemaakt op het Fonds Economische Structuurversterking<br />
(FES). FES dekt 50% <strong>van</strong> de <strong>investeringen</strong>,<br />
de resterende 50% wordt gedekt door de provincie Zuid-<br />
Holland, de gemeente en de regio Drechtsteden. Binnen<br />
de regio Drechtsteden heeft ROM-D de taak een <strong>voor</strong>af<br />
vastgesteld programma aan bedrijventerreinen – waaronder<br />
’t Plaatje – te herstructureren om zo een bijdrage<br />
te leveren aan versterking <strong>van</strong> de regionale (maritieme)<br />
economie. Vanuit dit perspectief is door de regio besloten<br />
de ontwikkeling over te dragen aan ROM-D <strong>als</strong> ontwikkelaar<br />
<strong>van</strong> de grond.<br />
Dhr. D. <strong>van</strong> ’t Hoff<br />
De gemeente hecht veel waarde aan de maritieme<br />
werkgelegenheid binnen de gemeente.<br />
Dhr. L. <strong>van</strong> Andel<br />
Het <strong>voor</strong>tbestaan <strong>van</strong> het bedrijf is <strong>voor</strong> geïnterviewde<br />
de grootste drijfveer om zich te vestigen op ’t Plaatje.<br />
Door ontwikkelingen in de markt (schaalvergroting) moet<br />
het bedrijf grotere schepen kunnen bouwen. Dit is op<br />
de huidige locatie om verschillende redenen praktisch<br />
onmogelijk (grote <strong>investeringen</strong> en <strong>voor</strong>waarden <strong>van</strong><br />
Rijkswaterstaat).<br />
4. Welke handreikingen zijn gedaan om de<br />
betrokken ondernemers geïnteresseerd<br />
te houden om zich te vestigen op ’t Plaatje?<br />
Dhr. D. <strong>van</strong> ’t Hoff<br />
Zie reactie Van Andel.<br />
Dhr. L. <strong>van</strong> Andel<br />
Geïnterviewde geeft aan dat er geen geschikte bedrijventerreinen<br />
aan het water beschikbaar zijn waar hij zijn<br />
bedrijf kan vestigen. Er zijn geen alternatieven.<br />
5. Wat heeft de gekozen proces-/organisatievorm<br />
opgeleverd (PPS constructie /<br />
risicodragende rol <strong>van</strong> ROM-D)?<br />
Dhr. O. Verschoor<br />
ROM-D is een semi-overheid met een eigen investeringskapitaal.<br />
Dit heeft <strong>als</strong> <strong>voor</strong>deel dat ROM-D vreemd<br />
vermogen kan aantrekken en zo de benodigde <strong>voor</strong>financiering<br />
kan verzorgen. De gemeente heeft immers een<br />
faciliterende rol en wenst niet met eigen liquide middelen<br />
deze ontwikkeling <strong>voor</strong> haar rekening te nemen. Ondanks<br />
dat het bedrijfsleven het project wellicht goedkoper en<br />
sneller kan realiseren is de benodigde <strong>voor</strong>financiering<br />
ook <strong>voor</strong> hen te groot.<br />
De investering per m 2 is ongeveer 700 euro waar<strong>van</strong> 400<br />
à 500 euro aan onrendabele top. De business case die<br />
onder de ontwikkeling ligt moet worden goedgekeurd<br />
door verschillende controlerende organen en externe<br />
financiers, zo<strong>als</strong> de RvC ROM-D, de aandeelhouders <strong>van</strong><br />
ROM-D, de regio Drechtsteden en de gemeente Sliedrecht.<br />
Om draagvlak te krijgen <strong>voor</strong> het plan moeten de<br />
risico’s worden afgedekt (dichtrekenen). Dit heeft een<br />
prijsophogend effect en bovendien kost het tijd.<br />
Vanuit kasstromen gezien is de constructie met ROM-D<br />
de enige manier waarop ’t Plaatje (op korte termijn) kan<br />
worden ontwikkeld.<br />
Dhr. D. <strong>van</strong> ’t Hoff<br />
De gemeente heeft altijd het standpunt gehad dat het<br />
project haalbaar moet zijn. Er is dan ook niet de intentie<br />
geweest (veel) geld te steken in de ontwikkeling. Uit elke<br />
berekening bleek dat het bouwrijp maken <strong>van</strong> het gebied<br />
niet zou kunnen tegen marktconforme (grond)prijzen. De<br />
gemeente zag alleen mogelijkheden <strong>als</strong> ABB de grond tegen<br />
de huidige marktwaarde (<strong>voor</strong> aanleg <strong>voor</strong>zieningen)<br />
wilde verkopen. Hiertoe was ABB niet bereid, waarna<br />
het college besloot te stoppen met de ontwikkeling <strong>van</strong>
Bijlagen<br />
78<br />
’t Plaatje. Parallel aan dit besluit kwamen de FES-gelden<br />
beschikbaar. De provincie, regio en gemeente zouden<br />
gezamenlijk 3,2 miljoen euro moeten bijleggen om de<br />
ontwikkeling mogelijk te maken. Voor de gemeente komt<br />
dit neer op een bedrag <strong>van</strong> 1,4 miljoen euro. Alhoewel de<br />
gemeente niet de intentie had mee te investeren, wordt<br />
de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> doorgang <strong>van</strong> de ontwikkeling<br />
gevoeld. Dit jaar besluit de gemeenteraad over de<br />
bijdrage.<br />
Dhr. L. <strong>van</strong> Andel<br />
Het proces duurt erg lang. Volgens geïnterviewde ligt dat<br />
onder andere aan mensen binnen de gemeente en de regio<br />
die zich onvoldoende kunnen vinden in de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> ’t Plaatje, zeker in relatie tot de grote <strong>investeringen</strong><br />
die nodig zijn. Vanaf het begin was echter al duidelijk<br />
dat de <strong>investeringen</strong> per m 2 hoog zouden zijn.<br />
Daarnaast geeft geïnterviewde aan dat hij de begrotingen<br />
die zijn en worden opgesteld niet realistisch vindt.<br />
Goedkeuring op begrotingen gaat over teveel schijven<br />
waarbij elk orgaan het risico afgedekt wil zien. Dit heeft<br />
een prijsophogend effect en vertraagt bovendien het<br />
proces. Ontwikkeling <strong>van</strong> ’t Plaatje kan veel goedkoper en<br />
sneller zonder tussenkomst <strong>van</strong> (semi-)overheid.<br />
6. Wat moet er gebeuren om het maximale<br />
te bereiken?<br />
Dhr. L. <strong>van</strong> Andel<br />
Om tot uitvoering te komen is het belangrijk dat het<br />
bestemmingsplan wordt vastgesteld (medio dit jaar).<br />
Voorafgaand hieraan moet overeenstemming worden<br />
bereikt tussen ROM-D en de gemeente over de bijdrage<br />
<strong>van</strong> de gemeente en de <strong>voor</strong>waarden waaronder ROM-D<br />
het plan <strong>voor</strong> haar rekening neemt.
Bijlagen<br />
79<br />
Bijlage 3<br />
Case Hazepad e.o.<br />
Breda<br />
A59<br />
Oosterhout<br />
A27<br />
3<br />
Breda<br />
A16<br />
A58<br />
3
Bijlagen<br />
80<br />
Kenmerken<br />
• Ligging: COROP Zuidwest Noord-Brabant, in Breda-<br />
Noord aan de Mark<br />
• Type bedrijventerrein: tot milieucategorie 5-bedrijven<br />
(o.a. afvaloverslag, containervervoer en transport en<br />
bouwmaterialen)<br />
• Grootte bedrijventerrein: 10 ha (onderdeel <strong>van</strong> te<br />
herstructureren bedrijventerrein Emer/Hintelaken –<br />
de Krogten, gezamenlijk goed <strong>voor</strong> 423 ha bruto<br />
terrein)<br />
• Doorlooptijd:<br />
- initiatief revitalisering de Krogten: begin ‘90er jaren<br />
- oplevering masterplan en projectplan deelproject<br />
Hazepad: oktober 2005<br />
- werkzaamheden infrastructuur: juni 2007 –<br />
medio 2008<br />
• Betrokken partijen en hun belang:<br />
- Gevestigde bedrijven (11x): direct economisch belang<br />
- Gemeente Breda: werkgelegenheid en algemeen<br />
maatschappelijk belang<br />
- Bedrijvenvereniging De Mark: belang <strong>van</strong><br />
ondernemers<br />
- Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij: tegengaan<br />
<strong>van</strong> veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen en het economisch<br />
functioneren <strong>van</strong> bedrijventerreinen in Noord-<br />
Brabant<br />
- Ministerie <strong>van</strong> Economisch zaken: economisch<br />
functioneren bedrijventerreinen<br />
Het probleem<br />
Het Hazepad e.o. was een sterk verouderd bedrijventerrein<br />
dat dateert uit de jaren vijftig. Het terrein had<br />
te kampen met technische, economische, ruimtelijke<br />
en maatschappelijke veroudering waar<strong>voor</strong> een <strong>herstructurering</strong>soperatie<br />
noodzakelijk was. Zo werd<br />
bereikbaarheid, ontsluiting, doorstroming <strong>van</strong> verkeer,<br />
veiligheid, uitstraling en ruimtegebruik <strong>als</strong> onvoldoende<br />
gewaardeerd. Het grootste knelpunt betrof de verkeersafwikkeling<br />
<strong>van</strong> zwaar vrachtverkeer via het hierop niet<br />
berekende Hazepad. Met name het verloop (S-bocht) en<br />
slechte aansluiting <strong>van</strong> het Hazepad op de rest <strong>van</strong> het<br />
wegennet vormde een belemmering <strong>voor</strong> de verkeersafwikkeling.<br />
Daarnaast verkeerden de kwaliteit <strong>van</strong> de<br />
wegverharding, het onderhoud <strong>van</strong> de wegen en het<br />
openbaar groen in slechte staat. Ook de kwaliteit <strong>van</strong> het<br />
vastgoed liet te wensen over. Dit uitte zich in vervallen en<br />
leegstaande bedrijfspanden en in een slechte beeldkwaliteit.<br />
Het woonwagencentrum ten noorden <strong>van</strong> Hazepad<br />
e.o. zorgde bovendien <strong>voor</strong> een permanente bron <strong>van</strong><br />
zorg en irritatie met betrekking tot afvaldumping, illegale<br />
wietteelt en criminaliteit.<br />
Belang en ambitie<br />
Door grootschalig in te grijpen wilde men verdere achteruitgang<br />
<strong>voor</strong>komen en het bedrijventerrein omvormen<br />
tot een eigentijdse locatie met verbeterde economische<br />
toekomstwaarde. Om dit te bereiken werd ingezet op<br />
verbetering <strong>van</strong> de beeldkwaliteit (openbare en publieke<br />
ruimte), herverkaveling <strong>van</strong> bestaande bedrijfspercelen,<br />
intensiever en zorgvuldiger ruimtegebruik en een verbeterde<br />
ontsluiting. Met deze maatregelen zette men in<br />
op een structureel verbeterd bedrijventerrein, waardoor<br />
zittende bedrijven worden gestimuleerd te blijven en te<br />
investeren in hun eigendom. Daarnaast wordt het terrein<br />
interessanter <strong>voor</strong> nieuwe vestigingen.<br />
Resultaat, kosten en financiering<br />
• Reconstructie <strong>van</strong> het Hazepad in een rechtere, efficiëntere<br />
en veiliger aan- en afvoerweg <strong>voor</strong> het overwegend<br />
zware vrachtverkeer.<br />
Kosten € 2,2 miljoen<br />
• Herverkaveling <strong>van</strong> vier aangrenzende percelen met <strong>als</strong><br />
effecten onder andere een beter frontaanzicht,<br />
een verbeterde entree en een betere interne routing.<br />
Opbrengsten € 0,2 miljoen<br />
• Opheffing <strong>van</strong> het isolement <strong>van</strong> dit bedrijventerrein.<br />
• Een open uitstraling <strong>van</strong> het bedrijventerrein.<br />
• Overschakeling naar een gescheiden rioolstelsel<br />
(kosten verwerkt in punt 1).<br />
Totaal - € 2,0 miljoen
Bijlagen<br />
81<br />
Het tekort in de grondexploitatie is <strong>voor</strong> 50% gedekt uit<br />
het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Het<br />
resterende bedrag is door de gemeente Breda beschikbaar<br />
gesteld. De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> private <strong>investeringen</strong> is niet<br />
bekend.<br />
Partijen<br />
Onderstaand volgt een overzicht <strong>van</strong> de betrokken<br />
partijen en hun verantwoordelijkheden in het proces.<br />
• Elf zittende bedrijven (participatie in werkgroep):<br />
Investeringen in eigen grond.<br />
• Gemeente Breda (wethouder in stuurgroep,<br />
beleidsmedewerker EZ en projectleider in<br />
projectgroep en werkgroep):<br />
Grond- en gebouwaankopen;<br />
Herverkaveling;<br />
Reconstructie Hazepad (incl. riool);<br />
Subsidie;<br />
Beheer en onderhoud openbare ruimte.<br />
• Bedrijvenkring De Mark (<strong>voor</strong>zitter in stuurgroep<br />
en projectgroep):<br />
Belangenbehartiging ondernemers.<br />
• Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
(directeur in stuurgroep, procesmanager in<br />
projectgroep en werkgroep):<br />
Procesbegeleiding.<br />
• Ministerie <strong>van</strong> Economische Zaken: subsidie.<br />
Proces<br />
In 2005 is het <strong>herstructurering</strong>splan <strong>voor</strong> Emer/Hintelaken-de<br />
Krogten vastgesteld (423 ha). Dit plan is onder<br />
leiding <strong>van</strong> de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
en in samenwerking met de gemeente Breda en de<br />
bedrijvenverenigingen De Mark en De Krogten tot stand<br />
gekomen. Vervolgens is deelproject Hazepad e.o. (10<br />
ha) door een werkgroep uitgewerkt in een projectplan.<br />
In deze werkgroep hadden de 11 operationele bedrijven,<br />
de gemeente en de procesmanager <strong>van</strong>uit de Brabantse<br />
Ontwikkelingsmaatschappij zitting. Binnen de werkgroep<br />
is gezamenlijk gezocht naar oplossingen.<br />
Voorafgaand hieraan (<strong>voor</strong> 2005) hebben gemeente en<br />
ondernemers al veel aandacht en energie gestoken in het<br />
opwaarderen <strong>van</strong> Hazepad e.o. Dit proces stokte steeds<br />
op <strong>voor</strong>namelijk de financiële kant <strong>van</strong> de oplossing en de<br />
moeilijkheidsgraad dat alle bedrijven ter plaatse nog volledig<br />
in functie waren. Voor de private partijen gold, dat<br />
zij bereid waren de benodigde gronden te kopen en/of te<br />
verkopen <strong>als</strong> ook de overheid bereid is bij te dragen aan<br />
een duurzame structurele verbetering <strong>van</strong> het gebied.<br />
De gemeente op haar beurt was alleen bereid een aanzienlijk<br />
bedrag te investeren <strong>als</strong> gelden <strong>van</strong>uit de Topperregeling<br />
(ministerie <strong>van</strong> EZ) toegezegd werden.<br />
Onder regie <strong>van</strong> de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />
is in 2005 in korte tijd <strong>als</strong>nog de planvorming afgerond<br />
met een projectplan. Belangrijke impuls hierbij was de<br />
toezegging <strong>van</strong> de Topper-gelden. Hierdoor kon de gemeente<br />
een eerste stap zetten door de infrastructuur aan<br />
te pakken. Procesversneller vormde het vertrek <strong>van</strong> het<br />
bedrijf Bital Roofing, waardoor de benodigde grond <strong>voor</strong><br />
reconstructie kon worden verworven.<br />
In april 2006 is de Topper-subsidie aan het project toegekend.<br />
Medio 2006 zijn gebouwen en gronden aangekocht.<br />
Eind 2007 is het deelproject afgerond en is de<br />
vernieuwde infrastructuur opgeleverd. De inspanningen<br />
leiden ertoe dat op omliggende percelen verscheidene<br />
<strong>investeringen</strong> door ondernemers plaatsvinden (o.a.<br />
beeldkwaliteit en vermindering geuroverlast).<br />
Geïnterviewden<br />
1. Dhr. F. Hoekstra, toenmalig procesmanager<br />
Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM)<br />
2. Dhr. A. Rook, beleidsmedewerker EZ gemeente Breda<br />
3. Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk, <strong>voor</strong>zitter Ondernemersvereniging De<br />
Krogten
Bijlagen<br />
82<br />
Verslag interviews<br />
1. Wat is de taak/zijn de werkzaamheden<br />
<strong>van</strong> betreffende partij in relatie tot <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Geïnterviewde vervulde de rol <strong>van</strong> procesmanager en<br />
intermediair tussen ondernemers en gemeente. Zijn taak<br />
was het vastgelopen proces weer op gang te brengen. De<br />
BOM heeft veel gesproken met ondernemers, onderhandelingen<br />
tussen gemeenten en ondernemers begeleid en<br />
ondernemers gestimuleerd te investeren in hun grond en<br />
opstallen.<br />
Dhr. A. Rook<br />
De gemeente Breda is beheerder <strong>van</strong> de openbare<br />
ruimte en nam het initiatief om grootschalig in te grijpen<br />
op het terrein Hazepad e.o. De gemeente heeft de<br />
infrastructuur aangelegd en gefinancierd. Daarnaast<br />
heeft zij de daarmee samenhangende herverkaveling<br />
begeleid.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Geïnterviewde is directeur <strong>van</strong> Rasenberg divisie infra<br />
(circa 250 medewerkers). Rasenberg bestaat daarnaast<br />
uit de divisies Bouw, Milieu en Service (in totaal ruim 500<br />
medewerkers). Als zelfstandige organisatie werkt Rasenberg<br />
in Nederland aan bouwkundige, infrastructurele,<br />
milieutechnische en procestechnologische projecten.<br />
Als <strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> de Bedrijvenvereniging De Mark vertegenwoordigt<br />
geïnterviewde het belang <strong>van</strong> de aangesloten<br />
bedrijven. De bedrijvenvereniging vertegenwoordigt<br />
circa 85 <strong>van</strong> de circa 155 bedrijven, die gezamenlijk 90%<br />
<strong>van</strong> de totale grondwaarde en 80/90% <strong>van</strong> de arbeidsplaatsen<br />
vertegenwoordigen op bedrijventerrein de<br />
Krogten. De bedrijvenvereniging fungeert <strong>als</strong> intermediair<br />
tussen gemeente en de bedrijven, is medeopsteller<br />
<strong>van</strong> het masterplan en biedt gezamenlijke diensten aan,<br />
zo<strong>als</strong> inkoop <strong>van</strong> energie.<br />
2. Wat zijn de oorzaken <strong>van</strong> veroudering<br />
op bedrijventerrein Hazepad e.o.?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
De gemeente investeerde weinig in beheer en onderhoud<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte. De ondernemers investeerden<br />
op hun beurt weinig in hun grond en vastgoed.<br />
Beide partijen voelden zich te weinig verantwoordelijk<br />
<strong>voor</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> het totale terrein. Het gevolg was<br />
een slechte beeldkwaliteit <strong>van</strong> de openbare ruimte en kavels,<br />
milieuoverlast <strong>van</strong> bedrijven, vestiging <strong>van</strong> functies<br />
die niet thuishoren op een bedrijventerrein (woonwagenkamp)<br />
en een verminderde sociale veiligheid.<br />
Dhr. A. Rook<br />
Het onderhoud <strong>van</strong> zowel de openbare ruimte <strong>als</strong> de<br />
private percelen liet veel te wensen over. Het gevolg was<br />
dat beide partijen in afwachten waren <strong>van</strong> ingrepen <strong>van</strong><br />
de ander. Ondernemers vonden dat onderhoud <strong>van</strong> de<br />
openbare ruimte tot de taken <strong>van</strong> de gemeente behoorde.<br />
De gemeente voelde de urgentie tot actie lange tijd<br />
niet omdat ook private eigendommen in een slechte staat<br />
verkeerden. Daarnaast is er <strong>van</strong>uit de gemeente niet of<br />
onvoldoende gehandhaafd op illegale activiteiten op het<br />
terrein, zo<strong>als</strong> wietteelt. Ook het tijdsaspect speelde een<br />
rol. Het terrein is aangelegd in de jaren ’50 en toen werd<br />
er anders gedacht over ontsluiting. Wat toen gebruikelijk<br />
of wenselijk was, blijkt niet meer aan de huidige vestigingseisen<br />
te voldoen.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Geïnterviewde onderschrijft de oorzaken zo<strong>als</strong> die door<br />
dhr. Hoekstra en Rook zijn geschetst.<br />
3. Wat had de betreffende partij kunnen<br />
doen om veroudering te <strong>voor</strong>komen en<br />
waarom zijn deze maatregelen wel/niet<br />
uitgevoerd?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Regulier onderhoud en modernisering <strong>van</strong> het vastgoed.<br />
Veelal niet uitgevoerd (door gemeente) <strong>van</strong>wege het<br />
ontbreken <strong>van</strong> financiële middelen en het ontbreken<br />
<strong>van</strong> rendement op korte termijn. Daarnaast ging er geen<br />
stimulans uit <strong>van</strong> de verpauperde omgeving.<br />
Dhr. A. Rook<br />
Adequaat onderhoud plegen aan de openbare ruimte<br />
en actief handhaven op illegale activiteiten. Zie ook de<br />
vorige vraag.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Bedrijven hadden de gemeente actief moeten wijzen op
Bijlagen<br />
83<br />
haar verantwoordelijkheid <strong>als</strong> beheerder en eigenaar<br />
<strong>van</strong> de openbare ruimte en handhaver <strong>van</strong> (il)legale<br />
activiteiten.<br />
4. Hoe zijn ondernemers verleid om te<br />
investeren in verbetering <strong>van</strong> de eigen<br />
kavel?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
De gemeente heeft, gestimuleerd door verwerving <strong>van</strong><br />
50% EZ-subsidie, een eerste stap gezet door te investeren<br />
in de kwaliteit <strong>van</strong> de openbare ruimte en nieuwe<br />
infrastructuur. Om dit mogelijk te maken werd een deel<br />
<strong>van</strong> het terrein herverkaveld, de wegenstructuur aangepast<br />
en werden aansluitend hierop entrees <strong>van</strong> bedrijven<br />
verplaatst en de toegang verbeterd. Hierdoor ontstond<br />
een ‘natuurlijk’ moment <strong>voor</strong> ondernemers om ook te<br />
investeren in hun (aanpalende) grond en vastgoed, zo<strong>als</strong><br />
het aanbrengen <strong>van</strong> nieuwe erfafscheidingen, bestrating<br />
etc. In reguliere bijeenkomsten met alle betrokken<br />
ondernemers hield geïnterviewde iedereen op de hoogte,<br />
werden knelpunten/klachten besproken en werd gezamenlijk<br />
gezocht naar oplossingen <strong>voor</strong> knelpunten.<br />
Op deze manier ontstond een groepsgevoel en gezamenlijk<br />
belang.<br />
Met degenen die niet wilden investeren heeft de BOM<br />
bilaterale gesprekken gevoerd om te achterhalen wat<br />
hen tegenhield. In deze gesprekken benadrukte geïnterviewde<br />
het belang dat de ondernemer had bij de ingrepen<br />
en leerde hij ze het profijt te zien.<br />
Dhr. A. Rook<br />
De gemeente heeft op een gegeven moment geïnvesteerd<br />
in de openbare ruimte en een betere infrastructuur.<br />
Deze stap is in samenwerking met het bedrijfsleven<br />
<strong>voor</strong>bereid en de hiermee samenhangende herverkaveling<br />
zorgde <strong>voor</strong> beweging bij ondernemers die wilden<br />
investeren in hun grond en vastgoed. De gemeente<br />
heeft in samenwerking met de BOM de aankoop <strong>van</strong><br />
vrijkomende percelen of restpercelen door gevestigde en<br />
nieuwe bedrijven gestimuleerd en begeleid.<br />
Daarnaast heeft de gemeente gezamenlijk met de ondernemersvereniging<br />
een parkmanager aangesteld die een<br />
belangrijke schakel vormde in de communicatie tussen<br />
gemeente en ondernemers. Hij inventariseerde kansen,<br />
wensen en knelpunten. De parkmanager is na verloop<br />
<strong>van</strong> tijd alleen betaald door de ondernemersvereniging.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Vanaf 1995 is de gemeente met revitalisering <strong>van</strong> het<br />
bedrijventerrein gestart. Grote delen <strong>van</strong> het bedrijventerrein<br />
zijn toen opgeknapt (infrastructuur, riool en openbare<br />
ruimte). Samen met de bedrijven en de gemeente<br />
heeft de bedrijvereniging convenanten ondertekend,<br />
waarin afspraken zijn gemaakt over beheer, onderhoud<br />
en uitstraling <strong>van</strong> het bedrijventerrein (zowel private<br />
kavels <strong>als</strong> <strong>voor</strong> de openbare ruimte). Eens per jaar de drie<br />
partijen samen de stand <strong>van</strong> zaken op en spreekt men<br />
elkaar aan op eventuele gebreken.<br />
Na de revitalisering is men begonnen met <strong>herstructurering</strong><br />
verouderde delen, zo<strong>als</strong> Hazepad e.o. Door het<br />
vertrek <strong>van</strong> een bedrijf kon de infrastructuur worden<br />
doorgetrokken en werd Hazepad e.o. interessant <strong>voor</strong><br />
nieuwe bedrijven (projectontwikkelaars) en <strong>investeringen</strong><br />
<strong>van</strong> zittende bedrijven.<br />
5. Wat gaf de doorslag om te investeren in<br />
<strong>herstructurering</strong>/wat was het belang?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Geïnterviewde probeerde bedrijfs<strong>investeringen</strong> los te<br />
krijgen door het profijt dat ondernemers erbij hebben<br />
duidelijk te maken. Investeringen in grond en vastgoed<br />
verhogen de vastgoedwaarde/verkoopbaarheid. Dit is<br />
interessant <strong>voor</strong> ondernemers, aangezien veel <strong>van</strong> hen de<br />
verkoop <strong>van</strong> het bedrijf gebruiken <strong>als</strong> deel <strong>van</strong> hun pensioen<strong>voor</strong>ziening.<br />
Daarnaast draagt een betere beeldkwaliteit<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein, de kavel en het vastgoed<br />
bij aan een representatievere uitstraling (image) <strong>van</strong> het<br />
bedrijf naar zowel klanten <strong>als</strong> (toekomstige) medewerkers.<br />
Investeringen in een verzorgde werkomgeving zorgt<br />
er bovendien <strong>voor</strong> dat medewerkers zich ook daarnaar<br />
gedragen en werken; het goede <strong>voor</strong>beeld wordt immers<br />
gegeven.<br />
Naast de genoemde redenen werd de ontsluiting <strong>van</strong><br />
het bedrijventerrein en daarmee de bereikbaarheid en<br />
toegankelijkheid <strong>van</strong> de bedrijven verbeterd door de<br />
gesubsidieerde <strong>investeringen</strong> <strong>van</strong> de gemeente.
Bijlagen<br />
84<br />
Dhr. A. Rook<br />
Ondernemers gaan primair <strong>voor</strong> bedrijfseconomisch<br />
<strong>voor</strong>deel. Investeringen die zij doen zullen rendement<br />
moeten opleveren. Door herverkaveling kregen bestaande<br />
bedrijven de mogelijkheid uit te breiden en nieuwe<br />
bedrijven de kans zich op het terrein te vestigen.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Geïnterviewde geeft aan dat, “wat goed is <strong>voor</strong> het<br />
bedrijventerrein, goed is <strong>voor</strong> de bedrijven”. Te denken<br />
valt aan waarde ontwikkeling <strong>van</strong> grond en vastgoed,<br />
een verbeterde beeldkwaliteit/representatievere uitstraling<br />
en een verbeterde bereikbaarheid/toegankelijkheid<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein.<br />
Als bedrijf investeert Rasenberg actief in <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> bedrijventerrein, waaronder De Krogten. Door<br />
gronden aan te kopen, te ontwikkelen en te verkopen<br />
(waardecreatie) draagt Rasenberg bij aan verbetering<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein. Bovendien levert de waardevermeerdering<br />
<strong>van</strong> de aangekochte grond rendement op<br />
<strong>voor</strong> het bedrijf. Omdat geïnterviewde ook <strong>voor</strong>zitter is<br />
<strong>van</strong> de bedrijvenvereniging is het belangrijk zorgvuldig<br />
om te gaan met de belangen <strong>van</strong> zittende bedrijven/<br />
buren, naast het bedrijfsbelang <strong>van</strong> Rasenberg.<br />
5) Heeft iedereen ook daadwerkelijk geïnvesteerd in<br />
kwaliteitsverbetering <strong>van</strong> het eigen perceel/vastgoed?<br />
6. Heeft iedereen ook daadwerkelijk geinvesteerd<br />
in kwaliteitsverbetering <strong>van</strong><br />
het eigen perceel/vastgoed?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Het merendeel <strong>van</strong> de bedrijven heeft geïnvesteerd in<br />
de beeldkwaliteit <strong>van</strong> het bedrijf. Daarnaast hebben de<br />
bedrijven – het recyclingbedrijf in het bijzonder – maatregelen<br />
genomen om de overlast (stank en rommel) te<br />
beperken, zo<strong>als</strong> het opruimen <strong>van</strong> het perceel en het<br />
afsluiten <strong>van</strong> zwerfafval. Een paar bedrijven hebben (nog)<br />
niet geïnvesteerd in hun kavel en gebouwen. Hier<strong>voor</strong><br />
zijn uiteenlopende redenen. Sommige bedrijven huren,<br />
waardoor zij niet gaan investeren in het vastgoed, anderen<br />
hebben hun kavel al op orde.<br />
Dhr. A. Rook<br />
De openbare ruimte is volledig aangepakt. Op veel <strong>van</strong><br />
de aanwezige bedrijfspercelen is geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering<br />
en/of nieuwbouw <strong>van</strong> vastgoed. Een<br />
aantal percelen heeft nog niet of weinig in hun perceel<br />
en/of vastgoed geïnvesteerd. Het moment waarop ondernemers<br />
investeren is <strong>voor</strong>af niet te bepalen. Wellicht<br />
dat dit in de komende jaren gebeurt. Een stimulans <strong>voor</strong><br />
verdere <strong>investeringen</strong> in private eigendommen is de beoogde<br />
doortrekking <strong>van</strong> het Hazepad naar het aangrenzende<br />
bedrijventerrein (ten noorden). Het Hazepad krijgt<br />
hierdoor een verbindende functie, waardoor de aantrekkelijkheid<br />
<strong>van</strong> het bedrijventerrein verbetert.<br />
7. Wat is de reden dat partijen niet mee<br />
wilden investeren in infrastructuur<br />
en openbare ruimte?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Een bijdrage <strong>van</strong> bedrijven <strong>voor</strong> verbetering <strong>van</strong> de openbare<br />
ruimte en infrastructuur is nooit gevraagd. In plaats<br />
daar<strong>van</strong> wilde men het profijt direct aan de ondernemers<br />
laten toekomen. Op deze manier werd draagvlak bij<br />
ondernemers gecreëerd. Als er nog niets is gebeurd is het<br />
immers lastig om direct een initiële bijdrage te vragen.<br />
Dhr. A. Rook<br />
De openbare ruimte wordt gezien <strong>als</strong> de ‘core business’<br />
<strong>van</strong> de gemeente.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Ondernemers zijn wel bereid een bijdrage te leveren aan<br />
verbetering <strong>van</strong> het bedrijventerrein (eigen vastgoed<br />
en buitenruimte). <strong>Private</strong> <strong>investeringen</strong> in de openbare<br />
ruimte liggen echter niet <strong>voor</strong> de hand. Daar betalen<br />
bedrijven immers OZB <strong>voor</strong>.<br />
8. Wat heeft de gekozen proces-/<br />
organisatievorm opgeleverd?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Door frequent met alle ondernemers de problemen,<br />
oplossingsrichtingen en uitvoering <strong>van</strong> het project te<br />
bespreken ontstond betrokkenheid <strong>van</strong> de ondernemers<br />
bij de <strong>herstructurering</strong> en een gezamenlijk belang. Door<br />
de ondernemers op deze manier te betrekken ontstonden<br />
bovendien inventieve oplossingen waar men <strong>voor</strong>af geen<br />
rekening mee had gehouden.
Bijlagen<br />
85<br />
De onafhankelijk rol <strong>van</strong> geïnterviewde <strong>als</strong> procesmanager<br />
heeft er daarnaast toe bijgedragen dat er een partij<br />
was die begrip <strong>voor</strong> elkaars situatie en standpunten kon<br />
creëren. Daarnaast kon hij partijen <strong>van</strong>uit deze rol op hun<br />
plaats zetten en zo nodig weerstanden wegnemen.<br />
Dhr. A. Rook<br />
Op verschillende schaalniveaus zijn ondernemers betrokken<br />
geweest bij de <strong>voor</strong>bereiding. Mede hierdoor bleek er<br />
draagvlak te zijn <strong>voor</strong> de ingrepen. De gemeente is in het<br />
proces opgetrokken met de BOM, die een rol <strong>als</strong> onafhankelijke<br />
procesmanager vervulde. In de onderhandelingen<br />
met ondernemers is de betrokkenheid <strong>van</strong> de BOM <strong>als</strong><br />
positief ervaren.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
De bedrijvenvereniging – <strong>als</strong> belangenbehartiger <strong>van</strong><br />
bedrijven en mede opsteller <strong>van</strong> het masterplan – heeft<br />
actief met de gemeente en BOM meegedacht over<br />
problemen en kansen op De Krogten. Waar liggen de<br />
problemen en waar liggen kansen om snel iets te doen?<br />
In het proces heeft de bedrijvenvereniging ondernemers<br />
samengebracht, het belang <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> benadrukt<br />
en draagvlak gecreëerd. Geïnterviewde geeft aan<br />
dat ondernemers onderling sneller iets <strong>van</strong> elkaar aannemen<br />
dan <strong>van</strong> een ‘vreemde’ (gemeente of BOM).<br />
9. Wat was de meerwaarde <strong>van</strong> de<br />
betreffende partij en andere partijen<br />
in het proces?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Zie antwoord vraag 8. Bovendien streefde geïnterviewde<br />
ernaar <strong>voor</strong>tgang te houden in het proces door het onderwerp<br />
hoog op de prioriteitenlijst <strong>van</strong> de gemeente en<br />
ondernemers te krijgen en te houden.<br />
Dhr. A. Rook<br />
De gemeente heeft het proces op gang gebracht, door<br />
een vrijkomend perceel aan te kopen. Hierdoor werd<br />
het mogelijk een logische verbinding te realiseren met<br />
het naastliggende bedrijventerrein. De herverkaveling<br />
<strong>van</strong> delen <strong>van</strong> het terrein zorgde vervolgens <strong>voor</strong> private<br />
<strong>investeringen</strong> in kavels en vastgoed.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Zie antwoord vraag 8.<br />
10. Is het maximale bereikt en wat zou/<br />
had er moeten gebeuren om het maximale<br />
eruit te halen?<br />
Dhr. F. Hoekstra<br />
Er is veel verbeterd maar het maximale is nog niet<br />
bereikt. Als <strong>voor</strong>beelden noemt geïnterviewde een paar<br />
private percelen die nog verbeterd moeten worden en<br />
het doortrekken <strong>van</strong> het Hazepad naar het ten noorden<br />
gelegen bedrijventerrein ter optimalisatie <strong>van</strong> de ontsluiting<br />
<strong>van</strong> het Hazepad. Binnen de gestelde termijn<br />
is het vrijwel niet mogelijk alle gestelde <strong>herstructurering</strong>sdoelen<br />
te realiseren. Om ingrepen te kunnen doen<br />
maak je bij <strong>voor</strong>keur gebruik <strong>van</strong> natuurlijke momenten,<br />
zo<strong>als</strong> bedrijfsovernames, bedrijfsverplaatsing en aanpassing<br />
<strong>van</strong> de infrastructuur en openbare ruimte.<br />
Deze benodigde aangrijpingspunten liggen in veel<br />
gevallen verder weg dan de looptijd <strong>van</strong> het project.<br />
Het is dus zaak alert te blijven op kansen die zich <strong>voor</strong>doen,<br />
ook na afronding <strong>van</strong> het <strong>herstructurering</strong>sproject.<br />
Dhr. A. Rook<br />
De gemeente is tevreden met hetgeen nu bereikt is.<br />
Op veel kavels is geïnvesteerd in bestaande bedrijfsgebouwen<br />
of nieuwbouw. Een klein aantal braakliggende<br />
percelen zal binnen afzienbare tijd worden ingevuld. Er is<br />
echter ook een aantal zittende bedrijven die (nog) niet of<br />
onvoldoende heeft geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering<br />
<strong>van</strong> hun kavel en vastgoed.<br />
Het doortrekken <strong>van</strong> het Hazepad naar het aangrenzende<br />
bedrijventerrein ten noorden zou nieuwe private <strong>investeringen</strong><br />
stimuleren. Het terrein wordt immers aantrekkelijker<br />
door de verbeterde bereikbaarheid. Daarnaast is<br />
het belangrijk actief te blijven handhaven en onderhoud<br />
te plegen aan de openbare ruimte.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Belangrijke zaken om <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> de grond<br />
te krijgen zijn:<br />
• In verband met de kleinere budgetten die de overheid<br />
<strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong> ter beschikking heeft is het<br />
belangrijk om (regionale) <strong>herstructurering</strong>sfondsen<br />
in te stellen. Op deze manier is het mogelijk winst- en<br />
verlieslocaties te verevenen.
Bijlagen<br />
86<br />
• Om private partijen te verleiden te investeren in <strong>herstructurering</strong><br />
is het belangrijk <strong>als</strong> overheid te handelen<br />
naar de vastgestelde doelen. Hierdoor ontstaat een<br />
stabieler investeringsklimaat (minder risico doordat je<br />
kunt vertrouwen op de vastgestelde doelstellingen).<br />
Overig<br />
Dhr. A. Rook<br />
De gemeente Breda is proactief bezig met <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> verouderde bedrijventerreinen. Het uitgangspunt<br />
hierbij is geen dwingende middelen te gebruiken,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld het <strong>voor</strong>keursrecht. Er moet draagvlak zijn<br />
onder de zittende bedrijven. Zonder draagvlak is er <strong>voor</strong><br />
de gemeente geen project.<br />
Door <strong>voor</strong>al te investeren in verbetering <strong>van</strong> de openbare<br />
ruimte en infrastructuur probeert Breda private <strong>investeringen</strong><br />
los te krijgen. Centrale gedachte is dat <strong>herstructurering</strong><br />
ook de bedrijven <strong>voor</strong>deel oplevert. Vanuit dit<br />
perspectief verwacht de gemeente ook private <strong>investeringen</strong>.<br />
Het mag ook de bedrijven wat kosten.<br />
Dhr. K. <strong>van</strong> Eijk<br />
Momenteel lopen er gesprekken met de gemeente over<br />
eventuele overdracht <strong>van</strong> het beheer en onderhoud <strong>van</strong><br />
de openbare ruimte aan de bedrijvenvereniging. Geïnterviewde<br />
geeft aan dat het beheer en onderhoud efficiënter<br />
kan. Door de overdracht is het bovendien mogelijk het<br />
beheer en onderhoud specifiek af te stemmen op het<br />
functioneren <strong>van</strong> het bedrijventerrein.
Bijlagen<br />
87<br />
Bijlage 4<br />
Verantwoording<br />
selectie <strong>van</strong> cases<br />
Uit paragraaf 2.2 blijkt dat de keuze tussen aanleg <strong>van</strong><br />
nieuwe terreinen, <strong>herstructurering</strong> en/of transformatie<br />
nauw samenhangt met de economische en demografische<br />
dynamiek <strong>van</strong> een regio. Om tot vergelijkbare<br />
projecten te komen, zijn daarom eerst regio’s (COROPgebieden)<br />
geselecteerd met een min of meer vergelijkbare<br />
economische en demografische dynamiek.<br />
Uitgangspunt: een gezonde stabiele regio<br />
Het uitgangspunt is te komen tot de selectie <strong>van</strong> drie regio’s<br />
met een gezonde/stabiele bedrijfsruimtemarkt. Het<br />
heeft echter weinig zin om regio’s te onderzoeken waar<br />
sprake is <strong>van</strong> een (te) hoge druk, zo<strong>als</strong> in de Randstad.<br />
Door de aanwezige druk op de markt in deze gebieden<br />
verdienen <strong>investeringen</strong> zich sneller terug waardoor het<br />
<strong>van</strong>zelfsprekender is <strong>voor</strong> marktpartijen te investeren<br />
in <strong>herstructurering</strong>. In structurele krimpgebieden is juist<br />
geen druk op de markt, waardoor marktpartijen niet of<br />
nauwelijks te verleiden zijn om te investeren in <strong>herstructurering</strong>.<br />
De <strong>investeringen</strong> zullen zich immers niet<br />
terugverdienen.<br />
Het meten <strong>van</strong> de mate <strong>van</strong> stabiliteit <strong>van</strong> een regio<br />
wordt in het kader <strong>van</strong> dit onderzoek gekoppeld aan het<br />
Nederlands gemiddelde.<br />
Maatgevende factoren<br />
Om de demografische en economische ontwikkeling <strong>van</strong><br />
regio’s te kunnen vergelijken zijn de volgende maatgevende<br />
factoren gehanteerd:<br />
• bevolkingsom<strong>van</strong>g tot 2025: geeft in zijn algemeenheid<br />
aan of er sprake is <strong>van</strong> een groei- of krimpregio;<br />
• huishoudensom<strong>van</strong>g tot 2025: geeft inzicht in de<br />
vraag naar producten en diensten;<br />
• om<strong>van</strong>g beroepsbevolking tot 2025: geeft inzicht<br />
n de grootte <strong>van</strong> de arbeidsmarkt;<br />
• economische groei 1999-2008 (<strong>van</strong> bedrijventerreinen):<br />
geeft inzicht in de economische prestaties <strong>van</strong><br />
de afgelopen jaren. Aangezien de toekomst moeilijk<br />
te <strong>voor</strong>spellen is, is uitgegaan <strong>van</strong> prestaties uit het<br />
verleden.<br />
Op basis <strong>van</strong> CBS-cijfers (Statline) zijn bovenstaande<br />
gegevens per COROP-gebied met elkaar vergeleken.<br />
Om regio’s te kunnen selecteren zijn bandbreedtes<br />
geformuleerd, die samenhangen met het Nederlands<br />
gemiddelde.<br />
Selecteerde regio’s<br />
Op basis <strong>van</strong> genoemde criteria zijn regio’s zijn de<br />
COROP-gebieden met elkaar vergeleken (zie volgende<br />
pagina). De regio’s Zuidwest Overijssel en West Noord-<br />
Brabant vallen in alle vier de gevallen binnen de gestelde<br />
bandbreedtes. De regio Zuidoost Zuid-Holland voldoet<br />
op drie onderdelen en ligt, in vergelijking met andere<br />
regio’s, het dichtst bij de bandbreedte <strong>van</strong> het vierde<br />
aspect (bevolking).<br />
Vergelijkbaarheid <strong>van</strong> projecten<br />
Per regio is één project geselecteerd, waarbij sprake is/<br />
was <strong>van</strong> een <strong>herstructurering</strong>sopgave waarbij de zittende<br />
ondernemers betrokken zijn/waren. De keuze <strong>voor</strong> een<br />
project is mede afhankelijk <strong>van</strong> het aanbod aan <strong>herstructurering</strong>soperaties<br />
in de betreffende regio’s (achterhaald<br />
via HMO, ROM-D en BOM). Gezien de vraagstelling <strong>van</strong><br />
het onderzoek hoeven de projecten niet per definitie één<br />
op één vergelijkbaar te zijn. Het gaat primair om de rol<br />
<strong>van</strong> de ondernemers, die op eenzelfde manier denken<br />
en handelen (streven naar een zo optimaal mogelijk<br />
rendement). De context <strong>van</strong> het bedrijventerrein (ligging,<br />
grootte, type) waarop zij gevestigd zijn heeft natuurlijk<br />
wel invloed op de bedrijfsvoering maar is <strong>van</strong> secundair<br />
belang bij de selectie <strong>van</strong> projecten. Het <strong>voor</strong>gaande<br />
betekent niet dat de verschillen tussen de projecten
Bijlagen<br />
88<br />
Selectie regio’s<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Ontwikkeling tot 2025 Bevolking Huishoudens Beroepsbevolking Economie 7<br />
Nederlands gemiddelde 2,6% 7,7% -2,7% 2,9%<br />
Bandbreedte 2,1 - 3,1% 6,7 - 8,7% -2 - -3,4% 8 2,4 - 3,4%<br />
1. Zuidwest Overijssel 2,4% 8,4% -2,1% 2,5%<br />
2. Zuidoost Zuid-Holland 3,2% 8,1% -2,1% 2,9%<br />
3. West Noord-Brabant 2,3% 8,7% -3,2% 2,8%<br />
7<br />
Voor wat betreft de sectoren industrie- en energie<strong>voor</strong>ziening, handel en reparatie, vervoer, opslag,<br />
communicatie, financiële instellingen, verhuur en zakelijke dienstverlening, openbaar bestuur<br />
en overheidsdiensten (indeling volgens CBS). Deze sectoren zijn over het algemeen te vinden op<br />
bedrijventerreinen (PBL 2009).<br />
8<br />
Bandbreedte is opgerekt met<br />
0,2% omdat te weinig regio’s<br />
pasten binnen de oorspronkelijke<br />
bandbreedte.
Bijlagen<br />
89<br />
worden genegeerd. In tegendeel. Door de verschillen is<br />
het mogelijk genuanceerdere conclusies te trekken en<br />
aanbevelingen te doen. De ene strategie zal immers beter<br />
werken in de ene situatie dan de andere. Voor<strong>als</strong>nog<br />
wordt uitgegaan <strong>van</strong> de volgende verschillen tussen de<br />
projecten:<br />
• Binding: heeft de grootte <strong>van</strong> het terrein, het aantal<br />
bedrijven en de mate <strong>van</strong> de stedelijkheid <strong>van</strong> de<br />
omgeving invloed op de binding <strong>van</strong> ondernemers met<br />
hun omgeving? In hoeverre draagt een sterke binding<br />
bij aan de bereidheid mee te investeren?<br />
• Gezamenlijk belang: in hoeverre hebben ondernemers<br />
op een terrein met één type bedrijvigheid eenzelfde<br />
belang? Kan daardoor specifieker worden ingespeeld<br />
op hun wensen, waardoor zij eerder geneigd zijn mee<br />
te investeren?<br />
• Regie: in hoeverre bepalen dominante grondeigenaren<br />
(weinig bedrijven, maar wel grote eigendommen) het<br />
verloop <strong>van</strong> de <strong>herstructurering</strong>soperatie? Wat trekt<br />
hen over de streep om toch te investeren?<br />
• Subsidie: in hoeverre is het project afhankelijk <strong>van</strong><br />
extra subsidies die nodig zijn om de economische<br />
haalbaarheid te garanderen? In hoeverre zijn publieke<br />
<strong>investeringen</strong> nodig om ondernemers mee te laten<br />
investeren?<br />
Achteraf bleken <strong>voor</strong>gaande verschillen in context tussen<br />
de projecten niet te leiden tot significante verschillen in<br />
de conclusies.<br />
Verschillen in context tussen projecten (niet limitatief)<br />
Project Inw./km 2<br />
COROP<br />
Inw./km 2<br />
gemeente<br />
Grootte<br />
Aantal<br />
bedrijven<br />
Type<br />
Subsidie<br />
1. De Enk, Wijhe 370 per km 2 150 per km 2 18 ha 40-50 Gemengd Geen<br />
2. ‘t Plaatje Sliedrecht 810 per km 2 1.900 per km 2 15 ha 0-5 Maritiem FES<br />
3. Hazepad Breda 550 per km 2 1.350 per km 2 10 ha 0-5 Afval e.d. TOPper
Bijlagen<br />
90<br />
Bijlage 5<br />
Bronnen<br />
Geschreven bronnen<br />
Stedelijke vernieuwing/<strong>herstructurering</strong> bedrijventerreinen<br />
• Berg, H. <strong>van</strong> den, ‘De relatie tussen private <strong>investeringen</strong> en <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen’,<br />
Radboud Universiteit Nijmegen, 29 maart 2008<br />
• Centraal Planbureau, ‘Veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen; Een structuur <strong>voor</strong> <strong>herstructurering</strong>’,<br />
10 mei 2001<br />
• Cremers, L. en Midden, R. <strong>van</strong>, ‘Vernieuwende bedrijventerreinenaanpak in Limburg’,<br />
in Kennisdossier Bedrijventerreinen, Amersfoort, 2010<br />
• DHV, ‘Betrokkenheid marktpartijen bij <strong>herstructurering</strong> bedrijventerreinen; Inventarisatie’,<br />
versie 4, juli 2007.<br />
• Doornbos, H., Beerepoot, R. en Hostman S. , ‘Monitor Experimentenwet BIZ; Jaarrapportage<br />
2009’, Berenschot, 26 februari 2010.<br />
• KEI Kenniscentrum, N19, ‘Stedelijke Vernieuwing, Voorbij de crisis. Agenda <strong>voor</strong> de stedelijke<br />
vernieuwing’, Rotterdam, januari 2011 Kei nr. 19<br />
• Klooster, E. <strong>van</strong> ’t, ‘Van barrière naar gat in de markt; Een onderzoek naar de mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> meer private betrokkenheid op de markt <strong>voor</strong> bedrijventerreinen’, Inbo, 25 augustus 2006<br />
• Louw, E. e.a., ‘Planning <strong>van</strong> bedrijventerreinen’, Den Haag: Sdu Uitgevers bv, 2004.<br />
• Meijers, H., ‘Herstructurering <strong>van</strong> bedrijventerreinen publieke hulp <strong>voor</strong> de markt?’,<br />
Arcadis Mastercourse Urban Development’, 17 juni 2008.<br />
• Ministerie <strong>van</strong> EZ, VROM en CPB, ‘Veroudering <strong>van</strong> bedrijventerreinen; Een structuur <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong>’, 10 mei 2001<br />
• Planbureau <strong>voor</strong> de Leefomgeving (PBL), ‘De toekomst <strong>van</strong> bedrijventerreinen: <strong>van</strong> uitbreiding<br />
naar <strong>herstructurering</strong>’, Den Haag/Bilthoven, 2009<br />
• Raupp, M., ‘De gulden middenweg; een onderzoek naar de knelpunten in de markt <strong>voor</strong><br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> verouderde bedrijventerreinen binnen het kader <strong>van</strong> de nieuwe grondexploitatiewet’,<br />
2008<br />
• Simons, J., ‘500 dagen na Noordanus; wie betaalt: de banken, de beleggers, of toch China?’,<br />
thema/special Bedrijventerreinen, jaargang 7, nr 1<br />
• Staatsblad der Koninkrijk der Nederlanden (2004), Besluit <strong>van</strong> 26 november 2004,<br />
artikel 1.d.<br />
• Taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen (THB),’Kansen <strong>voor</strong> kwaliteit; een ontwikkelingsstrategie<br />
<strong>voor</strong> bedrijventerreinen’, 9 september 2009<br />
• Veen-<strong>van</strong> Schoonhoven, L. <strong>van</strong> der, ‘Stimuleringsregeling: private betrokkenheid versie 2.0’,
Bijlagen<br />
91<br />
in Kennisdossier Bedrijventerreinen, Amersfoort, 2010<br />
• Wal, H. <strong>van</strong> der en Wijmen, P. <strong>van</strong>, ‘Een onafhankelijke aanjager <strong>voor</strong> binnenstedelijke<br />
transformatie’, http://ruimtevolk.nl/urbanisator-onafhankelijke-aanjager-<strong>voor</strong>binnenstedelijke-transformatie<br />
(14 februari 2011)<br />
Gebiedsontwikkeling/gevolgen <strong>van</strong> kredietcrisis op gebiedsontwikkeling<br />
• Bekkers, H., ‘Miljardenstrop’, Binnenlandsbestuur, 5 november 2010<br />
• Berns, S., Celik, H., Michiels, B., Schenk, M., ‘Financiële effecten crisis bij gemeentelijke<br />
grondbedrijven’, Onderzoek i.o.v. VNG en ministerie <strong>van</strong> Infrastructuur en Milieu,<br />
11 november 2010<br />
• Graaf, K. de, ‘Gebiedsontwikkeling 2.0: hoe nu verder?’, Building Business, uitgave december<br />
2010/januari 2011<br />
• Humblet, B., Buisman P., en Wit E. de, ‘Gebiedsontwikkeling: de gebruiker aan het roer’,<br />
Stadswerk Magazine, januari 2011 ><br />
http://www.dhv.nl/dhvnl/files/68/68139c5f-2122-438b-9148-f805be6027b3.pdf<br />
• Joolingen, P. <strong>van</strong>, Kersten, R. en Franzen, A., ‘Gebiedsontwikkeling en de kredietcrisis;<br />
Een recessie met structurele consequenties’, Akro Consult en TU Delft, 26 oktober 2009<br />
• Noordanus, P., Terugreis uit Utopia. ‘Een strategische agenda <strong>voor</strong> een meer uitvoeringsgerichte<br />
praktijk <strong>voor</strong> gebiedsontwikkeling’, Bijlage Building Business, december 2010<br />
• Peek, G.J. ,‘Hoezo Gebiedsontwikkeling? Gebiedsexploitatie!’, Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling<br />
TU Delft, 23 december 2010<br />
• Plots, B., ‘Friso de Zeeuw over creativiteit bij gebiedsontwikkeling; Andere tijden, nieuwe<br />
kansen’, Propertyday, nr 1, 8 juni 2010<br />
• Zeeuw e.a., F. de, ‘Gebiedsontwikkeling in een andere realiteit: Wat nu te doen? Handreikingen<br />
<strong>voor</strong> de praktijk’, Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft m.m.v. Akro Consult en<br />
Deloitte Real Estate Advisory, februari 2011<br />
Micro-/bedrijfseconomie<br />
• Gibcus, P. en Hoesel, P. <strong>van</strong>, ‘De beslissende ondernemer in het MKB; een <strong>voor</strong>onderzoek,<br />
EIM Onderzoek <strong>voor</strong> Bedrijf en Beleid’, Zoetermeer, maart 2003<br />
• Rustenburg, G., ‘Waardecreatie & innovatie in business to business’, Haarlem, 2008<br />
• Strate, M., ‘Competentieontwikkeling op basis <strong>van</strong> persoonlijkheid; Vijf ingrediënten <strong>van</strong><br />
Ondernemerschap’, Universiteit <strong>van</strong> Twente, 19 januari 2009<br />
• Vogelaar, W., ‘Hoe maken ondernemers beslissingen; Het gebruik <strong>van</strong> effectuation en causation<br />
door ondernemers tijdens het opzetten <strong>van</strong> een nieuwe onderneming in het Business en Science<br />
Park Twente’, Universiteit <strong>van</strong> Twente, 31 augustus 2009<br />
Cases<br />
• Boerman, J. e.a., ‘Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid 2009-2015 vertaald naar een<br />
Provinciaal Herstructureringsprogramma Overijssel’, Provincie Overijssel, maart 2010<br />
• Gemeente Breda, ‘Projectplan 1 Hazepad e.o.; Deelproject <strong>van</strong> Masterplan<br />
Emer/Hintelaken – De Krogten’, 22 september 2005
Bijlagen<br />
92<br />
• Gemeente Breda, Bedrijvenvereniging De Mark, Bedrijvenvereniging Emer/Hintelaken,<br />
‘Masterplan Emer/Hintelaken-De Krogten Breda’, 6 oktober 2005<br />
• Gemeente Olst-Wijhe, Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen Overijssel, ‘<br />
Hart <strong>voor</strong> Wijhe; Met lokale marktpartijen werken aan de <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerrein<br />
De Enk’, september 2010<br />
• Regio Drechtsteden e.a., ‘Subsidieaanvraag Fonds Economische Structuurversterking;<br />
Maritiem Servicecluster Drechtsteden’, juli 2010<br />
• Provincie Noord-Brabant, ‘Provinciaal <strong>herstructurering</strong>sprogramma bedrijventerreinen<br />
Noord-Brabant 2009 t/m 2013; Ter uitwerking <strong>van</strong> de afspraken gemaakt in het Convenant<br />
Bedrijventerreinen 2010-2020’, 30 maart 2010<br />
• Provincie Zuid-Holland, ‘Herstructureringsprogramma Bedrijventerreinen Zuid-Holland<br />
2009-2013’, 23 maart 2010<br />
Overig<br />
• Antwerpen, J., Hoek, M. <strong>van</strong>, Louw, E. <strong>van</strong> en A.J. Franzen, ‘Van bedrijventerrein naar<br />
werkmilieu. Aanpak <strong>voor</strong> vernieuwende ontwikkelstrategieën’, Praktijkleerstoel<br />
Gebiedsontwikkeling TU Delft en Inbo, 6 oktober 2010<br />
• Antwerpen, J. en Klooster, E. <strong>van</strong> ’t, ‘Demografische krimp en de markt <strong>voor</strong> bedrijfsruimten’,<br />
Property Research Quarterly, december 2007<br />
• Introductiedossier bewindslieden Portefeuilles Ruimte, Milieu en VROM-Inspectie, 2010<br />
• VROM-raad, ‘Werklandschappen; Een regionale strategie <strong>voor</strong> bedrijventerreinen’,<br />
Advies 053, Den Haag, mei 2006<br />
Interviews<br />
De Enk Wijhe<br />
• Blink, dhr. G. <strong>van</strong> den, interview over de rol <strong>van</strong> de gemeente Olst-Wijhe bij <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> De Enk, door Schenau, Wijhe (4 mei 2011)<br />
• Perizonius, Dhr. L., directeur Jansen Venneboer, interview over de rol <strong>van</strong> de Jansen<br />
Venneboer bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> De Enk, door Schenau, Wijhe (4 mei 2011)<br />
• Weeghel, dhr. E. <strong>van</strong>, directeur Gerretsen, interview over de rol <strong>van</strong> Gerretsen bij <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> De Enk, door Schenau, Rotterdam (2 mei 2011)<br />
• Wiendels, dhr. H., project-/procesmanager HMO, interview over <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong><br />
bedrijventerreinen, de rol <strong>van</strong> de HMO hierin en selectie <strong>van</strong> projecten i.h.k.v. dit onderzoek,<br />
door Schenau, Zwolle (23 maart 2011)<br />
• Wiendels, dhr. H., project-/procesmanager HMO, interview over de rol <strong>van</strong> de HMO bij<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> De Enk, door Schenau, Venlo (28 april 2011)
Bijlagen<br />
93<br />
’t Plaatje Sliedrecht<br />
• Andel, dhr. L. <strong>van</strong>, manager L.J. Boer, interview over de rol <strong>van</strong> L.J. Boer bij <strong>herstructurering</strong><br />
<strong>van</strong> ’t Plaatje, door Schenau, Sliedrecht (11 mei 2011)<br />
• Hoff, dhr. D. <strong>van</strong> ’t , hoofdprojectmanagement gemeente Sliedrecht, interview over de rol<br />
<strong>van</strong> de gemeente Sliedrecht bij <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> ’t Plaatje, door Schenau, Sliedrecht<br />
(11 mei 2011)<br />
• Verschoor, dhr. O., (2011), interview over selectie <strong>van</strong> projecten i.h.k.v. dit onderzoek,<br />
door Schenau, Rotterdam (23 maart)<br />
• Verschoor, dhr. O., projectmanager ROM-D, interview over de rol <strong>van</strong> de ROM-D bij<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> ’t Plaatje, door Schenau, Sliedrecht (11 mei 2011)<br />
Hazepad e.o. Breda<br />
• Eijk, dhr. K. <strong>van</strong>, directeur Rasenberg Divisie Infra, interview over het project Hazepad e.o.<br />
en de rol <strong>van</strong> de Rasenberg en de bedrijvenvereniging in dit project, door Schenau, Breda<br />
(18 mei 2011)<br />
• Hoekstra, dhr. F., procesmanager BOM, interview over het project Hazepad e.o. en de rol<br />
<strong>van</strong> de BOM in dit project, door Schenau, Breda (12 mei 2011)<br />
• Rook, dhr. A. beleidsmedewerker EZ gemeente Breda, interview over het project Hazepad<br />
e.o., de rol <strong>van</strong> de gemeente in dit project en de algemene benadering de gemeente ten<br />
aanzien <strong>van</strong> <strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen, door Schenau, Venlo (28 april 2011)<br />
• Wagenmakers, dhr. G. en Krijgsman, dhr. J. project-/procesmanagers BOM, interview over<br />
<strong>herstructurering</strong> <strong>van</strong> bedrijventerreinen, de rol Brabantse Ontwikkelings Maatschappij<br />
(BOM) hierin en selectie <strong>van</strong> projecten i.h.k.v. dit onderzoek, door Schenau, Breda (21 en 25<br />
maart 2011)
Yoeri Schenau<br />
yoerischenau@gmail.com<br />
linkedin.com/in/yoerischenau