10.01.2015 Views

Woonplan gemeente Opsterland 2002

Woonplan gemeente Opsterland 2002

Woonplan gemeente Opsterland 2002

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

32<br />

4.3 Woningbehoefte-ontwikkeling<br />

Hieronder wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van bevolking en woningbehoefte tot 2010.<br />

Hierbij zijn twee scenario’s aangegeven:<br />

Scenario 1 ontwikkeling bij trendmatige ontwikkeling (beleidsscenario).<br />

Scenario 2 ontwikkeling uitgaande van de huidige woningbouwcontingenten die<br />

onvoldoende zijn om de gewenste ontwikkeling te realiseren.<br />

Figuur 4.3 Woningbehoefte-ontwikkeling 2000-2010<br />

Woningbehoefte trendmatige ontwikkeling<br />

Woningbehoefte bij huidig richtgetal<br />

Woning- Woning- Totale Woning- Woning- Totale<br />

behoefte behoefte groei behoefte behoefte groei<br />

2000 2010 2000 2010<br />

Leeftijdsgroep<br />

Leeftijdsgroep<br />

< 30 985 945 -40 < 30 985 820 -165<br />

30-55 5731 5962 231 30-55 5731 5680 -51<br />

55-70 2485 3428 943 55-70 2485 3428 943<br />

>70 1869 2141 272 >70 1869 2141 272<br />

Woningbehoevende<br />

Woningbehoevende<br />

huishoudens 11070 12476 1406 huishoudens 11070 12069 999<br />

Doorrekening van de realisering van het huidige uitbreidingscontingent maakt in de periode<br />

2000-2010 een groei van het aantal zelfstandig wonende huishoudens mogelijk van afgerond<br />

1000. Dit is exclusief uitbreiding ter compensatie van eventuele krimp van verzorgingsplaatsen<br />

in zorgcentra. Bij de trendvariant neemt het aantal woningbehoevende huishoudens met circa<br />

1400 toe.<br />

Selectieve groei: vooral 55-plussers<br />

Als gevolg van de vergrijzing manifesteert zich de groei voornamelijk in de oudere leeftijdsgroepen.<br />

De huishoudengroep ‘jonge ouderen’ 55-70 groei met bijna 40%, de 70-plussers<br />

met 15%. Hier staat tegenover dat de groep jonge huishoudens met bijna 5% afneemt en de<br />

middengroep 30-54 jaar met 5% groeit. Bij scenario 2 zal de stagnatie in de groei van het aantal<br />

huishoudens zich naar verwachting vooral manifesteren in de beide jongste leeftijdsgroepen. Dit<br />

zijn de meest mobiele groepen die verantwoordelijk zijn voor de meeste buiten<strong>gemeente</strong>lijke<br />

verhuizingen. Afnemende vestigingsmogelijkheden zullen vooral deze groepen raken.<br />

Ontwikkeling eigen woningbezit<br />

De verhouding huur: koop is in onze <strong>gemeente</strong> circa 30%:70% (2000). In het WOBOF 1998 is<br />

de huursector enigszins oververtegenwoordigd. Desondanks geeft het een beeld van de<br />

verhoudingen tussen de leeftijdsgroepen.Van de jongere huishoudens is circa 45% eigenaarbewoner.<br />

Onder de dertigers loopt dit aandeel op tot 79%. Onder de 40-54 jarigen en 55-69<br />

jarigen neemt het aandeel eigenaar-bewoners weer af, respectievelijk 71% en 62%. Onder de<br />

70-plussers domineren weer de huurders met 60%.<br />

Figuur 4.4 Leeftijdsspecifieke woningbezetting <strong>Opsterland</strong> 1998<br />

Leeftijd hoofdbewoner<br />

< 24 25-29 30-39 40-54 55-69 70-84 85+ Totaal<br />

Huur 47% 46% 21% 29% 38% 58% 61% 37%<br />

Koop 53% 54% 79% 71% 62% 42% 39% 63%<br />

Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%<br />

Bron: WOBOF 1998<br />

In verhouding met landelijke en provinciale cijfers is het eigenwoningbezit sterk ontwikkeld. De<br />

algemene trend van doorstroming van huur naar koop en het streven van het Rijk het eigen<br />

woningbezit te stimuleren zal naar verwachting minder uitgesproken zijn.<br />

WOONPLAN OPSTERLAND <strong>2002</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!