dat in 1862 in deze Kreuzkapelle de Congregatie der Breeders Frandskanen en in 1863 de Congregatie der Frandscanessen van Waldbreitbach gesticht werden. P. Cunibertus Sloots O.F.M. schetst de geschiedenis dezer Zusters maar vergeet bij de nederlandse kloosters dat te Uden (St. Odilia-peel) in de kruisherenparochie te vernoemen, De Kreuzkapelle te Haussen is voor enige tijd keurig gerestaureerd. De kunstzinnige Friderid heeft later als prior van Ehrenstein, 1699-1721 veel barokke kunst, preekstoel, altaren, monstrans en misschien ook het koorgestoelte voor de kloosterkerk verworven. Over de Kreuzkapelle verscheen: Ktirzer doch klarer en wahrer Bericht / von dcm heiligen / durch viele wunderbarlich Begebenheiten Beriihmten / Kreuz / welches zwischen Ober* und Nieder Breydbach an der bekannten so genannten / Witbach, im Ampt Neuerberg, Collnischen Territorii / Erz, Stifft Trierischer Geistlicher Juris* diction / in einer hierzu neu aufgerichteter Creuz~Kirchen nunmehr aufbehalten, / und durch einen grossen Zu / lauff des Volcks verehrt wird* / Aus dem im Jahre 1599 dartiber gemachten Protocoll ktirzlich ausgezogen, Coin, 1754. L. H. R. BRAGARD, Les Couvents et les enceintes urbaines a Liege, Huy et Dinant, in Bulletin de la Sodete royale ,,Le Vieux Liege", 1954, p. 271-279. In een vroegere jaargang van dit tijdschrift, 1952, in een artikel over de stichting van het Frandskanenklooster te Luik, had Bragard reeds de aandacht gevestigd op het verband tussen de kloosterstichtingen in sommige stedlen en de ontwikkeling der stadsverdediging, zodat bij voorkeur bij uitbreiding of herstel der stadsmuren nieuwe kloosterstichtingen werden aanvaard of aangemoedigd. Die kloosters immers, gelegen vlak naast de stadsvesten, vormden met ihun hoge en sterke munen, meer dan gewone burgershuizen een schild tegen de belegeraars. De auteur haalde de Kruisheren van Luik en Dinant hiervoor mede als voorbeeld aan (p. 137 en 138). Nu komt thij op dit onderwerp terug en behandelt speciaal de betrekkingen van stadsbestuur en kloosters in de drie voornaamste steden van het prinsbisdom. De stichting van meerdere kloosters in de stad Luik o.a. van dat der Kruisheren, staat volgens Bragard in direct verband met de uitbreiding der stad. Daar de parochies meer in het centrum der stad lagen, waren nieuwe kerken vooral in de buitenwijken noocbakelijk, zodat de religieuzen zich daar bij voorkeur vestigden. Maar bisschop en stad eisten een tegenprestatie die bestond in het bijdragen tot de bouw der nieuwe stadsvesten, waartoe ook de Luikse Kruisheren moesten meehelpen, Spedaal de bedelorden waren welkom, zowel om hun arbeidsprestaties als am 't feit dat ze geen goederen kondien bezitten; zodat de reguliere kanunniken binnen de steden weinig uitbreiding konden nemen. (S. wijst hier op de stichtingen van reg. kan. te Hoei buiten de stad, o.a. de Kruisheren, en op de wetgeving der ,,dode hand" tegen het goederenlbezit der kloosters). Vooral na vernielende oorlogen en beroerten namen de stichtingen in de steden toe, omdat het stadsbestuur in z'n precaire toestand hun hulp nodig had. De wederopbouw van Dinant na het beleg en de verwoesting der stad in 1467 eiste de hulp der religieuzen, zodat de komst der Kruisheren er welkom was. Ze moditen bouwen met materiaal van de vernielde huizen en vesten, 'n visvijver hebben op de stadsgrachten, maar de stad behield zich het recht voor om op de scheidsmuren verdedigingstorens te bouwen. S. staaft zijn stelling met meerdere andere voorbeelden. Of die verschillende stichtinglen juist om die redenen gebeurden en al de aangehaalde voorbeelden bewijskracht hebben voor de stelling van Bragard, zal niet altijd even gemakkelijk uit te maken zijn. Toch opent dit artikel interessante gezichtspunten. 62 A. R.
Daar oos vroegere Liber-ordinarius, soort dlrectoriwn en ritual* grotendeels RS^
- Page 1 and 2:
AIR-LIEU TIJDSCHR1FT GEWIJD AAN DE
- Page 3 and 4:
CLAIR-LIEU TIJDSCHRIFT GEWIJD AAN D
- Page 5 and 6:
U D I E DE KRUISHEREN VAN VENLO T1J
- Page 7 and 8:
Na de oorlogsverklaring van 1 febru
- Page 9 and 10:
definitieve onderwerping van de Rep
- Page 11 and 12:
Een tijd later verklaarde de munici
- Page 13 and 14:
Krefeld gevaren. In 1796 kwam men o
- Page 15 and 16:
niets of niet veel binnen, zodat de
- Page 17 and 18:
De Kruisheren hebben het zover niet
- Page 21 and 22: Als enkele maanden later, op 3 nove
- Page 23 and 24: Bij gelegenheid van 't heffen van d
- Page 25 and 26: 't Leven gaat verder... Zoals overa
- Page 27 and 28: In 't burgerlijk leven der stad ble
- Page 29 and 30: dagen en weken heel wat drukte en b
- Page 31 and 32: feuilles ptibliques de l'inserer da
- Page 33 and 34: van de inventaris!) en die wijzen o
- Page 35 and 36: langrijke staat Nr, 5 over de inboe
- Page 37 and 38: hi de gebedeu der geloovigcn en In
- Page 39 and 40: Zoals vroeger reeds gezegd werd, la
- Page 41 and 42: van de opgemaakte inventarissen een
- Page 43 and 44: adressai. . . Geen enkele der Kruis
- Page 45 and 46: Vermoedelijk hebben de Kruisheren n
- Page 47 and 48: kri/gen. De dd. notaris F. L. N. op
- Page 49 and 50: of besloten werd is niet bekend, ma
- Page 51 and 52: het kan ontruimen en opdat ik bezit
- Page 53 and 54: zij hem tegelijkertijd, om voor hen
- Page 55 and 56: VENLO: Binnenzicht der vroegere Kru
- Page 57 and 58: departement te Maastricht, met bijv
- Page 59 and 60: stratie, dat hij er te voren reeds
- Page 61 and 62: ze 't echter niet, dan kon men hen
- Page 63 and 64: ze vermeld op de lijst van 14 germi
- Page 65 and 66: Besluit- Vcnlo heeft de revolutieja
- Page 67 and 68: voor de KerL Zij wisten, dat aan de
- Page 69: Bibliotheca Missionum, ,,begonnen v
- Page 73 and 74: Kruiskapel te Haussen bij Waltbreit