D. R. R. POST, Kerkelijke Verhoudingen in Nederland voor de Reformatie van c* 1500 tot c 1580, Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, 1954. In dit magistrate werk toont S. rustig, gedegen en zeker aan, dat de massale geloofsafval in Noord-Nederland niet veroorzaakt is door de vele tekorfcen en fouten van katolieken en clerus. S. ontleedt in talrijke voorbeelden die gebreken: afhankelijkheid van de clerus van staat en leken, geringe ontwikkeling, concubinaat, geldzucht, lauwheid en overladen eredienst; gebreken die werden geduld en ihoogstens aanleiding maar geen oorzaak tot afval waren. De Noord-Nederlandse Kerk zou niet zo getroffen zijn, als de geest van Trente boven de Mberdijk evenveel tijd gekregen nad om clerus en volk te doordringen als in het zuiden. We wijzen hier slechts op wat S. terloops over de Kruisheren zegt, feiten die hij met tientallen andere aanhaalt am zijn canclu- 'sies te staven. In het le hfdst. § 3 over de synoden vermeldt S., dat op de buitengewone synode van 1549 te Utrecht de prior der Kruisheren van Goes aanwezig was. We weten uit J(X)STB>TGh1vI1ULLER, Provindale en synodalc statuten, biz. 260, dat prior Jasper van Kloetingen daar, nadat versdhillende kapittels en pastoors de Formula Reformationis, door Karel V uitgevaardigd, thadden aanvaard, de Formula ,,pro se et dicto suo conventu acceptat, salvis privilegiis et exemtionibus". Hij was sohijnbaar de enige van de regulieren, die op deze synode voor de exemptie op kwam. Pelgrom Pullen, 'n voortreffelijk seculier priester, begon de taak van geestelijk leidsman onder leiding van 2 Kruisheren bij de reg. kanonikessen te Venray (144), waarsohijnlijk Jan Haenen van Linden en Gerrit van Nijmegen of van Gelder, beiden van St. Agatha. S. waarschuwt bij het begin van het 3de hfdst. voor vergissingen over het aantal kloosters, aard en naam der kloosterlingen en levert het bewijs, ho© zelfs de beste historici in deze doolhof moeten verdwalen, als hij ons mededeelt, dat de Kruisbfoeders (van Hoe!) te Culemborg een klooster hadden. (159, 360). Gaarne had S. aanvullingen en verbeteringen op zijn vroegere studie over het ,,Aantal en de roeping tot het kloosterleven in de 16e eeuw" ontvangen. We zijn zo gelukkig aan dit verlangen te hebben voldaan in dit tijdschrift 9 (1951), 82 evv en konden aan z'n visie over de N.-Ned. Kruisherenkloosters weinig verbeteren (146). Op bldz. 192-196 bespreekt S. de ekonomische positie der kloosters en zegt van het Kruisherenklooster te Scharmer b. Groningen dat het 96 ha grond exploiteerde en 281 ha verpachtte; het klooster Ter-Apel kon buiten de zelf geexploiteerde grond nog 500 ha verhuren. Vergeleken bij de kloosters van Aduard, Selwerd en Heiligerlee, die resp. 3334, 220 en 354 ha exploiteerden en 5510, 1455 en 890 «ha verhuurden, ■hadden Ter-Apel en Scharmer niet veel te bieden. Niet te verwonderen dat de leken maatregelen namen tegen dit grootgrondbezit zodat Ter-Apel sinds 1568 steeds renten en gronden moest verkopen, zonder nog schenkingen te verwerven (222). Over de opheffing van ihet klooster te Goes spreekt S. op biz. 240; over de observatie der Kruisheren op biz. 360 ev; op biz. 385 over den gebedsbroederschap tussen de zusters van het Old Convent te Zwolle en de Kruisheren, wat we beter een participatie dier Zusters aan de orde van het H. Kruis kunnen noemen dan een broederschap, zoals uit het originele dokument blijkt. (Clairlieu, 1955, p. 85). De donaten der Kruisheren mochten slechts vier maal per jaar communiceren, weinig vergeleken met andere kloosterlingen, die 't eens in de maand of om de 14 dagen deden (409). Dat leke-broeders op jaargetijden van ordesgenoten 500 Pater-nosters baden (463), geschiedde niet uit bijzondere devotie voor dit aantal Pater-nosters maar uit nood, omdat deze broeders meestal analpihabeten, in geen psalter of gebedenboek konden lezen of mediteren en toch moesten bidden. L. H. 64
Kruiskapel te Haussen bij Waltbreitbach. Het onlangs herstelde interieur.
- Page 1 and 2:
AIR-LIEU TIJDSCHR1FT GEWIJD AAN DE
- Page 3 and 4:
CLAIR-LIEU TIJDSCHRIFT GEWIJD AAN D
- Page 5 and 6:
U D I E DE KRUISHEREN VAN VENLO T1J
- Page 7 and 8:
Na de oorlogsverklaring van 1 febru
- Page 9 and 10:
definitieve onderwerping van de Rep
- Page 11 and 12:
Een tijd later verklaarde de munici
- Page 13 and 14:
Krefeld gevaren. In 1796 kwam men o
- Page 15 and 16:
niets of niet veel binnen, zodat de
- Page 17 and 18:
De Kruisheren hebben het zover niet
- Page 21 and 22: Als enkele maanden later, op 3 nove
- Page 23 and 24: Bij gelegenheid van 't heffen van d
- Page 25 and 26: 't Leven gaat verder... Zoals overa
- Page 27 and 28: In 't burgerlijk leven der stad ble
- Page 29 and 30: dagen en weken heel wat drukte en b
- Page 31 and 32: feuilles ptibliques de l'inserer da
- Page 33 and 34: van de inventaris!) en die wijzen o
- Page 35 and 36: langrijke staat Nr, 5 over de inboe
- Page 37 and 38: hi de gebedeu der geloovigcn en In
- Page 39 and 40: Zoals vroeger reeds gezegd werd, la
- Page 41 and 42: van de opgemaakte inventarissen een
- Page 43 and 44: adressai. . . Geen enkele der Kruis
- Page 45 and 46: Vermoedelijk hebben de Kruisheren n
- Page 47 and 48: kri/gen. De dd. notaris F. L. N. op
- Page 49 and 50: of besloten werd is niet bekend, ma
- Page 51 and 52: het kan ontruimen en opdat ik bezit
- Page 53 and 54: zij hem tegelijkertijd, om voor hen
- Page 55 and 56: VENLO: Binnenzicht der vroegere Kru
- Page 57 and 58: departement te Maastricht, met bijv
- Page 59 and 60: stratie, dat hij er te voren reeds
- Page 61 and 62: ze 't echter niet, dan kon men hen
- Page 63 and 64: ze vermeld op de lijst van 14 germi
- Page 65 and 66: Besluit- Vcnlo heeft de revolutieja
- Page 67 and 68: voor de KerL Zij wisten, dat aan de
- Page 69 and 70: Bibliotheca Missionum, ,,begonnen v
- Page 71: Daar oos vroegere Liber-ordinarius,