10.07.2015 Views

De bestuurder stuurt met de ondernemingsraad - Pagina niet ...

De bestuurder stuurt met de ondernemingsraad - Pagina niet ...

De bestuurder stuurt met de ondernemingsraad - Pagina niet ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>stuurt</strong> <strong>met</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraadSucces en faalfactoren in <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> bij het benutten van me<strong>de</strong>zeggenschapin <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatieProf. dr. Fred Huijgen (HBA)Ir. Erna Bruin (ITS)Drs. Jan Heijink (ITS)Gennep, juli 2007


VoorwoordIn dit rapport vindt u <strong>de</strong> resultaten van een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> rol van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s bij <strong>de</strong>benutting van me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie. Het primaire doelvan dit on<strong>de</strong>rzoek is het verschaffen van inzicht in <strong>de</strong> kenmerken van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dievan invloed zijn op het benutten van me<strong>de</strong>zeggenschap voor <strong>de</strong> bedrijfsvoering vanorganisaties. Het on<strong>de</strong>rzoek is in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid uitgevoerd door Prof dr. Fred Huijgen van Huijgen Beleidson<strong>de</strong>rzoeken Advies (HBA) in samenwerking <strong>met</strong> het on<strong>de</strong>rzoeksbureau ITS te Nijmegen.Het on<strong>de</strong>rzoek is uitgevoerd door mid<strong>de</strong>l van een webenquête on<strong>de</strong>r WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sen OR’en.Om <strong>de</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s voor dit on<strong>de</strong>rzoek te kunnen bevragen is on<strong>de</strong>r meer gebruikgemaakt van emailadressen van bij AWVN beken<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. Bij <strong>de</strong>ze willen wijvan <strong>de</strong> gelegenheid gebruik maken om AWVN te bedanken voor <strong>de</strong> snelle levering vane-mail-adressen van ruim 300 algemeen directeuren.Tevens willen we een woord van dank richten tot alle WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR’en die<strong>de</strong> tijd en moeite hebben genomen om <strong>de</strong> webenquête in te vullen.Fred Huijgen Gennep, juli 2007iii


InhoudsopgaveVoorwoordiii0 Management samenvatting 11 <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopzet 41.2 <strong>De</strong> vraagstelling 41.2 Gehanteer<strong>de</strong> <strong>met</strong>ho<strong>de</strong> van on<strong>de</strong>rzoek 92 <strong>De</strong> bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming 133 <strong>De</strong> betekenis van <strong>de</strong> corporate context voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> 204 Voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> relevante kwaliteiten van <strong>de</strong> OR 255 <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: stijl van leidinggeven, managerial roles en 28persoonlijkheid 28In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n in paragraaf 5.1 <strong>de</strong> resultaten gepresenteerd van een analysevan <strong>de</strong> betekenis van het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> van zijn stijl van leidinggeven,managerial role en persoonlijkheid voor het functioneren van <strong>de</strong> OR. Paragraaf 5.2 isgewijd aan <strong>de</strong> overeenkomsten en verschillen tussen het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>van zijn stijl van leidinggeven en managerial role en <strong>de</strong> perceptie van <strong>de</strong>ze tweekarakteristieken door <strong>de</strong> OR-vertegenwoodiger. Alvorens daartoe over te stappenwor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r eerst enkele algemene kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in onson<strong>de</strong>rzoek geschetst. 286 <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: opvattingen over en bena<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> OR 387 Kenmerken van het gevoer<strong>de</strong> overleg 448 <strong>De</strong> succes (en faal) factoren voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in het overleg 54Literatuur 74Bijlage 1 – Aanpak van het on<strong>de</strong>rzoek; <strong>met</strong>ho<strong>de</strong>, steekproef en respons 77Inleiding 77Werkwijze 77Dataverzameling en respons 80Representativiteit 83v


0 Management samenvattingDit rapport bevat <strong>de</strong> bevindingen van een on<strong>de</strong>rzoek naar het benutten van me<strong>de</strong>zeggenschapdoor <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s.<strong>De</strong> centrale vraag in dit on<strong>de</strong>rzoek is:Welke kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> dragen bij aan een goed functioneren van het overleg(<strong>met</strong> <strong>de</strong> OR) in die zin dat <strong>de</strong> OR een bijdrage kan leveren aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong>besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming?Het on<strong>de</strong>rzoek dient informatie op te leveren waarmee <strong>de</strong> kwaliteit van het functionerenvan <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap gestimuleerd kan wor<strong>de</strong>n. Dit betekent dat <strong>niet</strong> volstaan kanwor<strong>de</strong>n <strong>met</strong> het inventariseren van persoonlijke kenmerken en competenties van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, maar dat ook on<strong>de</strong>rzocht moet wor<strong>de</strong>n hoe <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> rolvervulling van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> binnen <strong>de</strong> context van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming effectief gemaakt en meer algemeengepromoot kunnen wor<strong>de</strong>n.Om <strong>de</strong> vraagstelling te beantwoor<strong>de</strong>n zijn twee webenquêtes opgesteld: één voor WOR<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sen één voor OR’en. <strong>De</strong>ze webenquêtes bevatten <strong>de</strong>els i<strong>de</strong>ntieke en <strong>de</strong>elsverschillen<strong>de</strong> vragen. In het voorjaar van 2007 zijn <strong>de</strong> webenquêtes ingevuld door 204WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en 216 OR’en uit 333 organisaties <strong>met</strong> 50-500 werknemers uit <strong>de</strong>profit sector.Het on<strong>de</strong>rzoek is <strong>niet</strong> representatief voor alle me<strong>de</strong>zeggenschapspraktijken in Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n was zo ook <strong>niet</strong> bedoeld. Het ging in dit on<strong>de</strong>rzoek om het verbeteren van het inzichtin <strong>de</strong> invloed en <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR in relatie tot (kenmerken van) <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.1


Er is in het on<strong>de</strong>rzoek <strong>niet</strong> alleen aandacht besteed aan kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> inrelatie tot <strong>de</strong> invloed en effectiviteit van <strong>de</strong> OR. Ook an<strong>de</strong>re factoren kunnen een rolspelen. Naast kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zoals ervaring in het overleg, opvattingenover <strong>de</strong> OR, lei<strong>de</strong>rschapsstijl en persoonlijkheidstype, etcetera, is gezocht naar relaties<strong>met</strong>:• contextuele groothe<strong>de</strong>n of omgevingsfactoren, zoals grootte van <strong>de</strong> organisatie, sector,winstgevendheid etc.;• kenmerken van <strong>de</strong> OR zoals me<strong>de</strong>zeggenschapservaring, <strong>de</strong>skundigheid, contacten<strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban, opstelling van <strong>de</strong> OR, etcetera. en tot slot• kenmerken van het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR. Gedacht moet wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>frequentie van het overleg, het wel of <strong>niet</strong> hebben van vooroverleg voorafgaand van<strong>de</strong> formele overlegverga<strong>de</strong>ringen etcetera.In het rapport is een overzicht gepresenteerd van <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> enzijn netwerk, van diens overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR en van <strong>de</strong> karakteristieken van <strong>de</strong> OR dierechtstreeks of indirect het goed functioneren en <strong>de</strong> effectiviteit van me<strong>de</strong>zeggenschapsorganenbevor<strong>de</strong>ren.<strong>De</strong> frequentie en <strong>de</strong> aard van het overleg blijken bepalend voor <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>me<strong>de</strong>zeggenschap.Het gaat daarnaast om factoren die voor goed overleg als noodzakelijke voorwaar<strong>de</strong>n enstimuleren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd:• <strong>de</strong> houding en opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> jegens <strong>de</strong> OR,• het belang van me<strong>de</strong>zeggenschap voor partijen in het netwerk van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>en• een <strong>de</strong>skundige, mee<strong>de</strong>nken<strong>de</strong> OR <strong>met</strong> een sterke achterban.<strong>De</strong>ze bevindingen zijn onafhankelijk van contextuele factoren zoals bedrijfssector,bedrijfsgrootte, winstgevendheid, e.d. Ook blijkt dat <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rschapsstijl en het persoonlijkheidstypevan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> geen rol van betekenis spelen.Uit het on<strong>de</strong>rzoek komt naar voren dat <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die om zo te zeggen ‘me<strong>de</strong>zeggenschapmin<strong>de</strong>d’ (open, stimulerend en positief richting me<strong>de</strong>zeggenschap) zijn, meer2


invloed van hun OR ervaren dan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die min<strong>de</strong>r positief ten opzichte van <strong>de</strong> ORstaan. In dit verband is een ‘actieve opstelling richting het goed functioneren van <strong>de</strong>OR’ van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een factor van belang. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> moet er zelfwat van willen maken. Sterker nog: het on<strong>de</strong>rzoek suggereert sterk dat het <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>is, die <strong>de</strong> belangrijkste troeven in han<strong>de</strong>n heeft om het overleg goed te laten werken. <strong>De</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> beïnvloedt in sterke mate <strong>de</strong> kenmerken van het overleg en <strong>de</strong> daartoe bepalen<strong>de</strong>voorwaar<strong>de</strong>n en omstandighe<strong>de</strong>n.Een belangrijke conclusie uit het on<strong>de</strong>rzoek is, dat het <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> is, die in hogemate in han<strong>de</strong>n heeft of het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR zodanig van inhoud is en in een zodanigesfeer verloopt, dat hij / zij daar baat bij heeft.Goed overleg kenmerkt zich volgens dit on<strong>de</strong>rzoek door oplossingsgerichtheid vanpartijen, respect voor en vertrouwen in elkaar en het zich hou<strong>de</strong>n aan gemaakte afspraken.Het gaat dus om betrouwbare en respectvolle partners. Een <strong>de</strong>rgelijk overleg vóóron<strong>de</strong>rstelteen positieve grondhouding t.a.v. me<strong>de</strong>zeggenschap, <strong>niet</strong> alleen van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en diens netwerk, ook <strong>de</strong> OR dient bereid te zijn om het overleg opbasis van ‘pol<strong>de</strong>rcriteria’ me<strong>de</strong> inhoud en vorm te geven.3


1 <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rzoeksopzetIn het najaar van 2006 is Prof. dr. F. Huijgen van Huijgen Beleidson<strong>de</strong>rzoek en Advies(HBA) in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in samenwerking<strong>met</strong> het ITS gestart <strong>met</strong> het on<strong>de</strong>rzoek. In dit hoofdstuk wordt eerst <strong>de</strong>vraagstelling van het on<strong>de</strong>rzoek uitgewerkt. Daarna wordt kort ingegaan op <strong>de</strong> <strong>met</strong>ho<strong>de</strong>van on<strong>de</strong>rzoek. Dit hoofdstuk wordt afgesloten <strong>met</strong> een toelichting op <strong>de</strong> manier waarop<strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> gegevens zijn geanalyseerd.1.2 <strong>De</strong> vraagstellingVolgens <strong>de</strong> opdrachtgever blijken er on<strong>de</strong>r <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s verschillen<strong>de</strong> opvattingen televen over nut en noodzaak van het inschakelen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad bij het besturenvan een on<strong>de</strong>rneming. Veelal zijn <strong>de</strong>ze opvattingen te herlei<strong>de</strong>n tot ervaringen <strong>met</strong>on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n en visie op het besturen van een organisatie. Gesteld wordt dat daarwaar <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> OR als meerwaar<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> besluitvorming beschouwt,<strong>de</strong>ze <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ook positief staat tegenover <strong>de</strong> rol en inbreng van <strong>de</strong> OR binnen <strong>de</strong>organisatie.Uit eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in zijn rol van overlegpartner van <strong>de</strong> OR in<strong>niet</strong> geringe mate bepalend is voor <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op het on<strong>de</strong>rnemingsbeleid.<strong>De</strong> stijl van leidinggeven en <strong>de</strong> houding ten opzichte van <strong>de</strong> OR zijn als mogelijk relevantekenmerken genoemd. Ook uit het ambassa<strong>de</strong>ursnetwerk ORakel is onlangs naarvoren gekomen dat persoonlijke kwaliteiten en vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> vaninvloed zou<strong>de</strong>n zijn op het goed functioneren van OR’en. Echter uit geen van <strong>de</strong> bronnenis bekend om welke kwaliteiten en vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> het precies gaat4


ij het benutten van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap. Vandaar dat behoefte bestaat aan nieuw on<strong>de</strong>rzoek.<strong>De</strong> centrale vraag in dit on<strong>de</strong>rzoek is:Welke kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> dragen bij aan een goed functioneren van het overleg(<strong>met</strong> <strong>de</strong> OR) in die zin dat <strong>de</strong> OR een bijdrage kan leveren aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong>besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming?Het on<strong>de</strong>rzoek dient informatie op te leveren waarmee <strong>de</strong> kwaliteit van het functionerenvan <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap gestimuleerd kan wor<strong>de</strong>n. Dit betekent dat <strong>niet</strong> volstaan kanwor<strong>de</strong>n <strong>met</strong> het inventariseren van persoonlijke kenmerken en competenties van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, maar dat ook on<strong>de</strong>rzocht moet wor<strong>de</strong>n hoe <strong>de</strong>ze in <strong>de</strong> rolvervulling van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> binnen <strong>de</strong> context van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming effectief gemaakt en meer algemeengepromoot kunnen wor<strong>de</strong>n.<strong>De</strong> probleemstelling is uiteengelegd in vijf <strong>de</strong>elvragen:1. Welke posities en rollen neemt <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in tussen enerzijds sturing gevenaan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming en an<strong>de</strong>rzijds benutten van <strong>de</strong> participatie van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapdaarbij?2. Hoe wordt gedacht over <strong>de</strong> positie en rollen van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> vanuit an<strong>de</strong>re relevanteinvalshoeken zoals Raad van Bestuur, lijnmanagement, <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> enOR-voorzitters?3. Welke samenhang bestaat er tussen positie, rollen, attitu<strong>de</strong>s en vaardighe<strong>de</strong>n van<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en visies op internal governance naar type organisatie en wat zijnhier <strong>de</strong> consequenties van voor het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> kwaliteit van me<strong>de</strong>zeggenschapin <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rnemingen?4. Welk lei<strong>de</strong>rschapsmo<strong>de</strong>l is te ontwikkelen dat kan bijdragen aan het vergrotenvan inzicht in het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> rol en <strong>de</strong> stijl van leidinggeven van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>saan het proces van me<strong>de</strong>zeggenschap bij <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie?5


5. Op welke wijze kunnen <strong>de</strong> resultaten van dit on<strong>de</strong>rzoek gebruikt wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>kwaliteit van <strong>de</strong> participatie van me<strong>de</strong>zeggenschap aan <strong>de</strong> interne besturing van<strong>de</strong> organisatie on<strong>de</strong>r <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s te bevor<strong>de</strong>ren?Voor <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> vraagstelling grijpen we terug naar eind jaren zeventig,begin jaren tachtig van <strong>de</strong> vorige eeuw. Toen is op verzoek van het Ministerie van SocialeZaken en Werkgelegenheid door <strong>de</strong> SER een reeks experimenten <strong>met</strong> verschillen<strong>de</strong>vormen van me<strong>de</strong>zeggenschap in on<strong>de</strong>rnemingen uitgevoerd. Praktisch gezien mislukten<strong>de</strong>ze allemaal. Eén van <strong>de</strong> conclusies die in het eindrapport ‘Me<strong>de</strong>zeggenschap,besluitvorming en organisaties’ wordt getrokken is, dat voor me<strong>de</strong>zeggenschap “heterom gaat on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsprocessen op gang te brengen, waarin tussen betrokken partijen‘afruil’ mogelijk wordt gemaakt” (Man, 1985, pag. 237).Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n voor het blijven functioneren van me<strong>de</strong>zeggenschap moet ook <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> er nut in zien in die zin, dat zijn managementproblemen wor<strong>de</strong>n opgelost. Indatzelf<strong>de</strong> rapport wordt geformuleerd dat “me<strong>de</strong>zeggenschap gekoppeld dient te wor<strong>de</strong>naan <strong>de</strong> centrale problemen van belanghebben<strong>de</strong>n”. Voor <strong>de</strong> OR betekent dit vooral dat<strong>met</strong> <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> overlegd en on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld zal wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> oplossing van gezamenlijkeproblemen, waarbij <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> draagvlak en legitimering zal zoeken voorzijn beslissingen (Man, 1985, pag. 242 e.v.).Opmerkelijk is dat <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> betekenis van hetoverleg voor zijn belangenrealisatie in <strong>de</strong> daarop volgen<strong>de</strong> jaren op <strong>de</strong> achtergrond lijktte raken. Uit <strong>de</strong> analyses van on<strong>de</strong>rzoeken ten behoeve van <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> WOR in1985 en volgen<strong>de</strong> jaren (Looise en Heijink, 1986; Looise en <strong>De</strong> Lange, 1987) blijkt weldat - binnen <strong>de</strong> grote hoeveelheid on<strong>de</strong>rzochte factoren - <strong>de</strong> stijl van leidinggeven en <strong>de</strong>houding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> (c.q. zijn opstelling in het overleg) van (relatief) grote invloedzijn op <strong>de</strong> effectiviteit en invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besluitvorming binnen <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming. Maar in <strong>de</strong> discussies rond me<strong>de</strong>zeggenschap wordt er weinig aandachtaan besteed. In een on<strong>de</strong>rzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen-6


heid naar werknemers en on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n binnen mid<strong>de</strong>lgrote on<strong>de</strong>rnemingen uit1988 komt <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> überhaupt <strong>niet</strong> meer voor het voetlicht.Rond <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> WOR in <strong>de</strong> jaren 2002-2003 en het project Kwaliteitsbevor<strong>de</strong>ringMe<strong>de</strong>zeggenschap (SZW-werkdocument, nr.303) wordt <strong>de</strong> belangrijke rol van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> voor het succes van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR weer naar voren gebracht. Bij <strong>de</strong>rol van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> moet dan <strong>niet</strong> alleen gedacht wor<strong>de</strong>n aan eigenschappen van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, zoals zijn stijl van leidinggeven en zijn overlegcompetenties, maar ook aanbelangen en problemen, die aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn <strong>met</strong> het oog op het besturen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen <strong>de</strong> visie over <strong>de</strong> mate waarin het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR bij kandragen aan oplossingen.Meervoudige optiek en 360˚ (gra<strong>de</strong>n) verkenningGezien het oogmerk van het on<strong>de</strong>rzoek zal <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> om <strong>de</strong> bijdragevan <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming te optimaliseren, rekening moetenhou<strong>de</strong>n <strong>met</strong> alle aspecten van invloed op het besturen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming en <strong>de</strong> besturingsvisiesvan <strong>de</strong> betrokkenen.360-gra<strong>de</strong>n verkenningCommissarissen/Raad van toezichtBestuur moe<strong>de</strong>rbedrijfAan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rsBranche/netwerkenCollega directeur(en)<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>ORStaf en (P&O)7MTAf<strong>de</strong>lingen/bedrijfson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenwerkvloer


360-gra<strong>de</strong>n verkenning betekent dat <strong>de</strong> rol en betekenis van alle partijen op het optre<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten opzichte van <strong>de</strong> OR in kaart wordt gebracht.Meervoudige optiekMet <strong>de</strong>ze term uit <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>rkun<strong>de</strong> willen we aandui<strong>de</strong>n dat <strong>met</strong> verschillen<strong>de</strong> instrumentenen vanuit verschillen<strong>de</strong> theoretische bena<strong>de</strong>ringen <strong>de</strong> kwaliteiten en het optre<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten opzichte van <strong>de</strong> OR ge<strong>met</strong>en moeten wor<strong>de</strong>n.We <strong>de</strong>nken on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aspecten:• On<strong>de</strong>rnemers- en lei<strong>de</strong>rschapskwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>;• Stijl van leidinggeven in het overleg;• Vaardighe<strong>de</strong>n, ‘tacit knowledge’ en ‘ongeschreven regels’, c.q. <strong>de</strong> overlegcompetentiesin relatie tot <strong>de</strong> OR;• Ervaring (positief/negatief) <strong>met</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsoverleg;• <strong>De</strong> mate van gevraag<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning en advisering van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in hetoverleg;• Opvattingen over invloedsuitoefening en omgaan <strong>met</strong> machts- en kennisverschillendoor <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in relatie tot <strong>de</strong> OR;• Het psychologisch contract, dat wil zeggen <strong>de</strong> betekenis van relaties, vertrouwentussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR, ook kan gedacht wor<strong>de</strong>n aan waar<strong>de</strong>n en normen enaan bekrachtigingmechanismen in kleine sociale subsystemen aan <strong>de</strong> top van <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming (structuratietheorie);• Visie op besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming en <strong>de</strong> internal governance;• Opvattingen over me<strong>de</strong>zeggenschap, <strong>de</strong> WOR, communicatie en besluitvormingin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming;• Opvattingen over <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van me<strong>de</strong>zeggenschap.Vanuit een meervoudige optiek is het <strong>niet</strong> alleen van belang te achterhalen welke aspecteneen belangrijke rol spelen, minsten evenzeer is het van belang te achterhalen of zichveran<strong>de</strong>ringen hebben voorgedaan in <strong>de</strong>ze aspecten. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: wat heeft <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> geleerd of ervaren en hoe werkt dat uit voor <strong>de</strong> bijdrage die <strong>de</strong> OR kan leverenaan het besturen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming?8


Het on<strong>de</strong>rzoek kent vooral een praktijkgerichte insteek en dient praktische tips op televeren waarmee <strong>de</strong> kwaliteit van het functioneren van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap door <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sgestimuleerd kan wor<strong>de</strong>n.1.2 Gehanteer<strong>de</strong> <strong>met</strong>ho<strong>de</strong> van on<strong>de</strong>rzoek 1Het on<strong>de</strong>rzoek is uitgevoerd <strong>met</strong> behulp van een enquête op internet on<strong>de</strong>r WOR<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sen vertegenwoordigers van me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen van mid<strong>de</strong>lgroteprofit-organisaties <strong>met</strong> 50 tot 500 werknemers. <strong>De</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en <strong>de</strong> vertegenwoordigersvan me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen (<strong>de</strong> voorzitter of secretaris) zijn telefonischen/of schriftelijk bena<strong>de</strong>rd <strong>met</strong> het verzoek mee te werken aan het on<strong>de</strong>rzoek. Na toestemmingis hen via e-mail een persoonlijke inlogco<strong>de</strong> gestuurd <strong>met</strong> behulp waarvan zij<strong>de</strong> internetenquête kon<strong>de</strong>n invullen.In totaal zijn gegevens verzameld van:• 204 WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en• 216 me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen, veelal on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n.<strong>De</strong>ze gegevens zijn afkomstig uit 333 bedrijven.Dit lever<strong>de</strong> vier respon<strong>de</strong>ntgroepen op:1. Bestuur<strong>de</strong>rs van bedrijven waarvan ook <strong>de</strong> OR aan het on<strong>de</strong>rzoek heeft meegedaan(N=87);2. Bestuur<strong>de</strong>rs van bedrijven waarvan <strong>de</strong> OR <strong>niet</strong> aan het on<strong>de</strong>rzoek heeft meegedaan(N=117);3. OR’en uit bedrijven waarvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>niet</strong> aan het on<strong>de</strong>rzoek hebben meegedaan(N=129);4. OR’en uit bedrijven waarvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s wel aan het on<strong>de</strong>rzoek hebben meegedaan(N=87).1 In bijlage 1 wordt uitvoeriger ingegaan op <strong>de</strong> gehanteer<strong>de</strong> <strong>met</strong>ho<strong>de</strong> van on<strong>de</strong>rzoek, het proces van dataverzamelingen <strong>de</strong> respons.9


1.3 Het analyseschemaHet gaat in dit on<strong>de</strong>rzoek primair om <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> voor <strong>de</strong> effectiviteitvan <strong>de</strong> OR, voor <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. Inverband hiermee zijn een flink aantal karakteristieken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en zijn directeomgeving (me<strong>de</strong>-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s, aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs, etc.) geïnventariseerd en in verbandgebracht <strong>met</strong> <strong>de</strong> gepercipieer<strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing. Maar <strong>de</strong> invloedvan <strong>de</strong> OR houdt natuurlijk ook verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> aard van het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>en OR en <strong>met</strong> kenmerken van <strong>de</strong> OR zelf. Daarom zijn ook <strong>de</strong>ze factoren in <strong>de</strong> analysebetrokken. Bovendien is on<strong>de</strong>rzocht of <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n relaties op <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re manierafhankelijk zijn van specifieke omstandighe<strong>de</strong>n, contextuele groothe<strong>de</strong>n, zoals bedrijfssector,grootte van <strong>de</strong> organisatie en financieel-economische omstandighe<strong>de</strong>n. E.e.a.wordt in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> figuur in beeld gebracht.Figuur 1.1 – Het analysemo<strong>de</strong>lKenmerken<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>en zijn contextKenmerkenoverlegKenmerkenORInvloed van <strong>de</strong>ORContextuele factoren10


<strong>De</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie is ge<strong>met</strong>en <strong>met</strong> behulp van eendrietal vragen. <strong>De</strong>ze vragen zijn zowel aan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s als aan <strong>de</strong> voorzitters/secretarissenvan <strong>de</strong> OR voorgelegd. Het betreft:1. “In welke mate heeft <strong>de</strong> OR zich <strong>de</strong> afgelopen twee jaar <strong>met</strong> bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen(arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n, arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, bedrijfsstrategie, reorganisatie, fusie)beziggehou<strong>de</strong>n?”;2. “Ten aanzien van het nemen van besluiten, welk effect heeft <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong>OR bij <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen gehad?”;3. “In welke mate heeft <strong>de</strong> OR per saldo invloed op <strong>de</strong> gang van zaken in uw organisatie?”.In dit on<strong>de</strong>rzoek zijn (on<strong>de</strong>r meer) <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> kenmerken van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s betrokken:- leeftijd, opleidingsniveau en geslacht;- ervaring in het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR;- stijl van leidinggeven (taak- en/of mensgericht);- voorkeur voor managersrollen (8 rollen);- persoonlijkheidstype (4 dimensies);- visie op me<strong>de</strong>zeggenschap/opvattingen over <strong>de</strong> OR (15 aspecten);- opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> t.a.v. <strong>de</strong> OR;- activiteit m.b.t. het bevor<strong>de</strong>ren functioneren OR.Aan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s is ook gevraagd naar:- <strong>de</strong> houding ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap van enkele in- en externe partijen(RvC, aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs, an<strong>de</strong>re directeuren, brancheorganisatie, e.d.);- <strong>de</strong> mate waarin zij <strong>de</strong> afgelopen jaren on<strong>de</strong>rsteuning of advies hebben gevraagdbij een aantal externe partijen over zaken rond me<strong>de</strong>zeggenschap.<strong>De</strong> volgen<strong>de</strong> kenmerken van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR zijn bevraagd:- frequentie;- type (formeel-informeel vooroverleg);11


- aard (oplossingsgericht, conflictueus, we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen; totaal 13 aspecten);- ontwikkeling van het overleg (opener gewor<strong>de</strong>n, verhoudingen verhard, beter opelkaar ingespeeld, 5 aspecten).<strong>De</strong> vraagstelling <strong>met</strong> betrekking tot <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> OR betrof on<strong>de</strong>r meer:- ervaring;- <strong>de</strong>skundigheid;- faciliteiten om OR-werk te doen;- relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban;- type OR (toetsend/controlerend vs. mee<strong>de</strong>nkend/mee-ontwikkelend in beleid).Wat betreft <strong>de</strong> contextuele factoren zijn vragen gesteld betreffen<strong>de</strong>:- sector waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming actief is;- mate van zelfstandigheid van het bedrijf;- personele omvang van <strong>de</strong> organisatie;- ontwikkeling van <strong>de</strong> omzet;- ontwikkeling van <strong>de</strong> winst;- economische positie ten opzichte van 3 jaar gele<strong>de</strong>n.<strong>De</strong> overgrote meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> vragen zijn zowel aan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s als aan <strong>de</strong> ORvertegenwoordigersgesteld. Daar waar dat <strong>niet</strong> het geval is wordt dat in het volgen<strong>de</strong>specifiek aangegeven.In vrijwel alle gevallen zijn <strong>de</strong> antwoordpatronen van <strong>de</strong> OR respon<strong>de</strong>nten en die van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s vrijwel i<strong>de</strong>ntiek. Daarom wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>nvan alle vier eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n groepen respon<strong>de</strong>nten (<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>met</strong>/zon<strong>de</strong>r ORrespon<strong>de</strong>nt, OR’en <strong>met</strong>/zon<strong>de</strong>r <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> als respon<strong>de</strong>nt) bij elkaar genomen, tenzij erzodanige verschillen zijn dat <strong>de</strong>ze om een aparte presentatie vragen.12


2 <strong>De</strong> bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingIn dit hoofdstuk wordt eerst een beschouwing gewijd aan hoe in dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> manierwaarop <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming, is bena<strong>de</strong>rd.Daarna wordt in paragraaf 2.1 <strong>de</strong> intensiteit van <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> OR bij eenvijftal beleidsterreinen behan<strong>de</strong>ld. Paragraaf 2.2 behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> bemoeienisvan <strong>de</strong> OR <strong>met</strong> <strong>de</strong>ze terreinen. <strong>De</strong> invloed per saldo van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> gang van zaken in<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming is het on<strong>de</strong>rwerp van paragraaf 2.3.Aangezien <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> OR wettelijk slechts globaal zijn aangegeven (zie in ditverband artikel 2, lid 1 en artikel 28 van <strong>de</strong> WOR) en er ook op an<strong>de</strong>re wijze geen generiekelan<strong>de</strong>lijke arrangementen zijn waarin <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> OR wor<strong>de</strong>n gespecificeerd,wordt <strong>de</strong> taakstelling van <strong>de</strong> OR per on<strong>de</strong>rneming of situatie specifiek ingevuld.Met dit als gegeven, verdient <strong>de</strong> criteriumvariabele in <strong>de</strong> vraagstelling, te weten <strong>de</strong>bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming, na<strong>de</strong>re aandacht.Drie aspecten zijn daarbij van belang:-1 taakopvatting;-2 aard van <strong>de</strong> bijdrage, en-3 <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>lingsgrond.Ad 1. TaakopvattingenIn <strong>de</strong> eerste plaats kan een bijdrage aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingmeer of min<strong>de</strong>r succesvol zijn vanuit heel verschillen<strong>de</strong> taakopvattingen. Eentaakopvatting kan bijvoorbeeld zijn dat <strong>de</strong> OR in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> belangenbehartigingvan het personeel vooral on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lt <strong>met</strong> <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> over arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n enpersonele regelingen. <strong>De</strong> taakopvatting kan ook zijn dat <strong>de</strong> OR me<strong>de</strong> <strong>de</strong> strategischepositie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen bepaalt binnen een (internationaal) concern of een samenhangen<strong>de</strong>keten van bedrijven in een dienstenkolom (Zie <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen in <strong>de</strong> scenariostudievan SZW, 2006).Uit literatuur (o.a. Van <strong>de</strong>n Tillaart, 2002) is bekend dat OR-en veelal hoge prioriteit inhun taakopvatting leggen bij zaken als reorganisaties, fusies en overnames. Het is in dit13


ka<strong>de</strong>r relevant om on<strong>de</strong>rscheid te maken naar <strong>de</strong> mate van persistentie van <strong>de</strong> bijdragevan <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. Zoals Heijink betoogt (in: Zeggenschap,nr.3, 2003, pag. 49 e.v.) is <strong>de</strong> OR beter in staat in korte tijd veel kracht uit teoefenen dan geduren<strong>de</strong> langere tijd een continue invloed (momentum versus endurance).Zo lukt het een OR vaak wel (<strong>met</strong> of zon<strong>de</strong>r hulp van een adviseur) een reorganisatiebesluitte beïnvloe<strong>de</strong>n, maar <strong>niet</strong> om leeftijdsbewust personeelsbeleid <strong>met</strong> leren op <strong>de</strong>werkvloer van <strong>de</strong> grond te tillen.In <strong>de</strong> webenquête is <strong>de</strong>ze thematiek aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld <strong>met</strong> behulp van vragen naar <strong>de</strong>mate waarin een vijftal beleidsterreinen on<strong>de</strong>rwerp van bespreking zijn geweest.In paragraaf 2.1 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> gegevens gepresenteerd.Ad 2. Aard van <strong>de</strong> bijdrageHet twee<strong>de</strong> aspect dat van belang is voor <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong>besturing is betreft <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> bijdrage. <strong>De</strong>ze kan communicatief van aard zijn(vertolking van intenties en gevoelens), kan draagvlak verlenen aan een beslissing van<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en kan kwalitatief van aard zijn in <strong>de</strong> zin dat <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> beslissingkwalitatief wordt beïnvloed.In paragraaf 2.2 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevindingen aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong>OR bij een vijftal beleidsterreinen besproken.Ad 3. <strong>De</strong> beoor<strong>de</strong>lingsgrondHet <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aspect van belang is <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> bijdrage objectief wordt vastgesteld ofsubjectief naar <strong>de</strong> beleving van betrokkenen. Het op objectieve wijze <strong>met</strong>en van <strong>de</strong>bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> besturing vergt uitvoerig en moeilijk uitvoerbaaron<strong>de</strong>rzoek, waarbij het toch vaak ondui<strong>de</strong>lijk blijft welke bijdrage aan hetbesturen nu exact van wie komt. Subjectieve <strong>met</strong>ing vraagt naar <strong>de</strong> mening van betrokkenen.On<strong>de</strong>rling verschillen die meningen vaak enigszins. Subjectieve <strong>met</strong>ingen zijn indit verband waar<strong>de</strong>vol omdat betrokkenen, zelfs als er objectieve criteria zijn, zich inhun gedrag laten lei<strong>de</strong>n door hun subjectieve opvattingen en interpretaties. Gedragwordt afgestemd op datgene wat men waarneemt. In dit on<strong>de</strong>rzoek is <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong>OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming op subjectieve wijze ge<strong>met</strong>en. Er is gevraagd14


naar het (gepercipieer<strong>de</strong>) effect van <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> OR bij een vijftal beleidsterreinen(zie paragraaf 2.2) en naar <strong>de</strong> (subjectieve) beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> algehele (persaldo) bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming (uitgewerktin paragraaf 2.3). Zoals hiervoor betoogd wordt gedrag afgestemd op wat wordtwaargenomen. Vandaar dat <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> percepties en beoor<strong>de</strong>lingen van belang zijnvoor <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR.2.1 <strong>De</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> OR bij een vijftal beleidsterreinenZoals gezegd hebben 204 overlegpartners of WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en 216 vertegenwoordigersvan OR’en (veelal <strong>de</strong> voorzitter) aan het on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>elgenomen. In dit hoofdstukwor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> door <strong>de</strong>ze respon<strong>de</strong>nten verstrekte gegevensover <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR gepresenteerd.In welke mate heeft <strong>de</strong> OR zich <strong>de</strong> afgelopen twee jaar bezig gehou<strong>de</strong>n <strong>met</strong> een vijftalbeleidsterreinen? <strong>De</strong> antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> vraag zijn weergegeven in tabel 2.1.Het betreft <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n van alle respon<strong>de</strong>nten bij elkaar. <strong>De</strong> antwoordpatronen van<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en van <strong>de</strong> OR-voorzitters ontlopen elkaar namelijk hooguit enkele procentpuntenper beleidsterrein.Tabel 2.1 – Mate van bemoeienis van <strong>de</strong> OR <strong>met</strong> een vijftal beleidsterreinen (in %, allerespon<strong>de</strong>nten)ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong>a. arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, arbeidstij<strong>de</strong>n en/of regelingenop personeelsgebiedb. bedrijfsstrategie, investeringen, business plannen,nieuwe technologiec. reorganisatie, organisatiewijziging en/of uitbestedingen47 49 415 54 3131 47 22d. fusies, overname, samenwerking/allianties 20 27 53e. arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n/ziekteverzuim 24 68 915


Het beleidsterrein waarmee <strong>de</strong> OR zich het meest bezighoudt betreft <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n,arbeidstij<strong>de</strong>n en/of regelingen op personeelsgebied. Maar ook op het terrein arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n/ziekteverzuimis <strong>de</strong> OR relatief vaak actief. Met <strong>de</strong> meer strategischeterreinen bedrijfsstrategie e.d. (b) en fusies e.d. (d) heeft <strong>de</strong> OR dui<strong>de</strong>lijk min<strong>de</strong>r bemoeienis.Het terrein c. neemt in dit geheel een mid<strong>de</strong>npositie in. Reorganisaties enuitbesteding van werk raken veelal rechtstreeks <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> werknemer en hethoeft dus geen verbazing te wekken dat <strong>de</strong> OR op dit terrein relatief actief is. Meer inhet algemeen geldt dat naarmate <strong>de</strong> issues “dichter bij huis” liggen, meer rechtstreeks <strong>de</strong>werknemerspositie betreffen, <strong>de</strong> OR zich meer <strong>met</strong> het on<strong>de</strong>rwerp bezig houdt.2.2 <strong>De</strong> inhou<strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rwerpen van overleg en het resultaat<strong>De</strong> volgen<strong>de</strong> tabel (tabel 2.2) bevat <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n van al onze respon<strong>de</strong>nten bij elkaarop <strong>de</strong> vraag naar het effect van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besluitvorming aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> vijf on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nbeleidsterreinen.Tabel 2.2 – Effect van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besluitvorming op vijf beleidsterreinen (in %, allerespon<strong>de</strong>nten)besluit isinhou<strong>de</strong>lijkgewijzigd<strong>de</strong> implementatievan hetbesluit isgewijzigdmeercommunicatie/draagvlakvoorbesluitgeeneffect/ <strong>niet</strong>van toepassinga. arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, arbeidstij<strong>de</strong>nen/of regelingen op personeelsgebiedb. bedrijfsstrategie, investeringen,business plannen, nieuwe technologiec. reorganisatie, organisatiewijzigingen/of uitbestedingend. fusies, overname, samenwerking/alliantiese. arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n/ziekteverzuim39 18 31 113 7 44 478 17 43 323 8 26 6217 21 40 2216


Wat in <strong>de</strong> eerste plaats opvalt bij inspectie van <strong>de</strong> in tabel 2.2 gepresenteer<strong>de</strong> gegevensis dat slechts op een tweetal beleidsterreinen <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> OR in een substantieelaantal gevallen (meer dan 1/3 <strong>de</strong>el) leidt tot herziening van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>voorgestel<strong>de</strong> besluiten en/of een wijziging van <strong>de</strong> implementatie van <strong>de</strong> besluiten.Met name op het beleidsterrein a (arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, arbeidstij<strong>de</strong>n en/of regelingenop personeelsgebied) leidt <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> OR relatief veelvuldig (bijna 40%)tot een wijziging van <strong>de</strong> besluiten.Opmerkelijk is ook dat <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> kwaliteit van het besturen vooralgepercipieerd wordt in termen van het verlenen van draagvlak voor <strong>de</strong> beslissingen van<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Dat geldt voor alle on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n beleidsterreinen in min of meer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>mate. Opmerkelijk is bovendien dat <strong>de</strong> percepties van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en ORvertegenwoordigersook op dit vlak weinig van elkaar verschillen.Het is mogelijk <strong>de</strong> antwoordpatronen per beleidsterrein te interpreteren als een indicatievan <strong>de</strong> mate van (gepercipieer<strong>de</strong>) invloed van <strong>de</strong> OR op het betreffen<strong>de</strong> beleidsterrein.Zo kun je er van uitgaan dat een OR <strong>de</strong> meeste invloed heeft gehad als een besluit inhou<strong>de</strong>lijkis gewijzigd. <strong>De</strong> OR heeft min<strong>de</strong>r effectief gefunctioneerd als <strong>de</strong> implementatievan het besluit is gewijzigd en nog min<strong>de</strong>r als <strong>de</strong> OR vooral een bijdrage heeft gehadop het terrein van communicatie of het vergroten van draagvlak on<strong>de</strong>r me<strong>de</strong>werkers.Als gekeken wordt naar <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beleidsterreinen dan sorteren OR’en vooraleffect als het gaat om condities rond arbeid voor werknemers. Inhou<strong>de</strong>lijke wijzigingenvan besluiten zien we immers vooral op het terrein van arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, arbeidstij<strong>de</strong>nen/of regelingen op personeelsgebied en (iets min<strong>de</strong>r) op het terrein van arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n/ziekteverzuim.<strong>De</strong> hoge score op het eerst genoem<strong>de</strong> terrein, arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>ne.d., wordt waarschijnlijk <strong>niet</strong> veroorzaakt door effectieve bemoeienis van<strong>de</strong> OR <strong>met</strong> <strong>de</strong> primaire arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, maar meer <strong>met</strong> betrokkenheid bij het vaststellenvan allerlei regelingen op personeelsgebied. <strong>De</strong> invloed van <strong>de</strong> OR is dui<strong>de</strong>lijkgeringer als het gaat om meer strategische vraagstukken die gericht zijn op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>creatieof <strong>de</strong> concurrentiepositie van <strong>de</strong> organisatie. Dat <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op hetterrein fusies, overname, samenwerking/allianties zo laag scoort kan vooral wor<strong>de</strong>n17


toegeschreven aan het relatief groot aantal gevallen waar <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> kwesties <strong>niet</strong>van toepassing zijn.Uit een vergelijking van <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong> tabellen 2.1 en 2.2 blijkt dat er een opmerkelijksterk verband bestaat tussen <strong>de</strong> mate van betrokkenheid van <strong>de</strong> OR bij beleidsterreinenen <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR in termen van gepercipieer<strong>de</strong> invloed op het beleidsterrein:naarmate <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> OR bij een beleidsterrein groter is neemt<strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op dat beleidsterrein toe. An<strong>de</strong>rs gezegd: effectieve beïnvloedingvereist grote betrokkenheid.2.3 <strong>De</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> ORTabel 2.3 geeft <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> invloed die aan <strong>de</strong> OR per saldowordt toegekend door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en door <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers.Zoals uit <strong>de</strong> tabel blijkt zijn, opnieuw, <strong>de</strong> antwoordpatronen van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> groepen respon<strong>de</strong>ntennagenoeg i<strong>de</strong>ntiek.Tabel 2.3 – Mate waarin <strong>de</strong> OR per saldo invloed heeft op <strong>de</strong> gang van zaken in <strong>de</strong>organisatie (in %, <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR-vertegenwoordigers)<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s or-voorzitters totaalzeer veel 3 1 2veel 28 31 30<strong>niet</strong> zo heel veel 64 61 62(te) weinig 5 7 6<strong>De</strong> aard en omvang van <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op het besturen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingzoals uit dit on<strong>de</strong>rzoek naar voren komt, laat in grote lijnen hetzelf<strong>de</strong> beeld zien als doorVan het Kaar en Looise (1999) is geschetst, namelijk het verschilt per beleidsterrein en18


is per saldo door een<strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> betrokkenen als veel (30%) of zeer veel (2%) ingeschat.Het is <strong>de</strong>ze subjectieve beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR die we ver<strong>de</strong>rin dit rapport hanteren als criterium voor <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> OR voor <strong>de</strong> besturing van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming.Overigens is <strong>de</strong> vraagstelling naar <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR achteraf bezien <strong>niet</strong>helemaal gelukkig. Het blijkt immers dat <strong>de</strong> antwoordcategorie ‘<strong>niet</strong> zo heel veel’ <strong>met</strong>62% erg hoog scoort, maar het is <strong>niet</strong> helemaal dui<strong>de</strong>lijk wat <strong>de</strong>ze categorie nu preciesbetekent in relatie tot <strong>de</strong> categorieën ‘veel’ en ‘(te) weinig’. Het ligt er tussenin en weinterpreteren <strong>de</strong> betekenis als ‘matig tot weinig’.19


3 <strong>De</strong> betekenis van <strong>de</strong> corporate context voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong><strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> functioneert in een sociale en economische context. <strong>De</strong> economischesituatie waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming zich bevindt kan van invloed zijn op <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR omgaat. Daarbij valt te <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> bedrijfssector waartoe <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming gerekend wordt, <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming, <strong>de</strong> financieeleconomischeontwikkelingen waarmee <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming te maken heeft. In het on<strong>de</strong>rzoekis door analyse nagegaan of en in hoeverre <strong>de</strong> economische situatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingverband houdt <strong>met</strong> <strong>de</strong> mate van invloed van <strong>de</strong> OR. <strong>De</strong>ze thematiek komt inparagraaf 3.1 aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.<strong>De</strong> sociale en structurele context van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> wordt gevormd door <strong>de</strong> Raad vanCommissarissen, aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs, me<strong>de</strong>-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s, collega-directeuren, mid<strong>de</strong>nmanagementen door <strong>de</strong> branche of branchenetwerken. <strong>De</strong> betekenis van <strong>de</strong>ze socialecontext voor het optre<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten opzichte van <strong>de</strong> ORwordt in paragraaf 3.2 in kaart gebracht.3.1 <strong>De</strong> situatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingEr is een analyse gemaakt van <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> economische situatie op: 1. <strong>de</strong> houdingvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap, 2. <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong><strong>de</strong> OR bena<strong>de</strong>rt en op 3. <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> OR toegeken<strong>de</strong> invloed op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge relaties tussen <strong>de</strong> groothe<strong>de</strong>n 1, 2 en 3. In <strong>de</strong>ze analysezijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> situationele factoren betrokken:- sector waarin <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming actief is;- mate van zelfstandigheid van het bedrijf;- personele omvang van <strong>de</strong> organisatie;- ontwikkeling van <strong>de</strong> omzet;- ontwikkeling van <strong>de</strong> winst;- economische positie ten opzichte van 3 jaar gele<strong>de</strong>n.20


Wat betreft <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong>ze analyse kunnen we kort zijn: <strong>de</strong> situationele factorenhebben nauwelijks invloed op <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> kenmerken. <strong>De</strong> gevon<strong>de</strong>n verban<strong>de</strong>n zijnzeer zwak en <strong>niet</strong> betekenisvol. <strong>De</strong>ze conclusie is gebaseerd op analyses van bi-variateverban<strong>de</strong>n waarbij <strong>de</strong> situationele factoren als controle variabelen zijn toegevoegd en op<strong>de</strong> uitgevoer<strong>de</strong> multi-variate analyses (zie hoofdstuk 6).<strong>De</strong>rhalve zal aan <strong>de</strong> situationele factoren in het vervolg van <strong>de</strong>ze rapportage ver<strong>de</strong>r geenaandacht wor<strong>de</strong>n besteed.3.2 Rol van partijen en personen op het corporate levelIn het on<strong>de</strong>rzoek is ook gekeken naar an<strong>de</strong>re voor <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s relevante partijen binnenof buiten <strong>de</strong> arbeidsorganisatie die van invloed kunnen zijn op <strong>de</strong> opvattingen en han<strong>de</strong>lswijzevan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. Er is aan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s gevraagd naar hun perceptie van <strong>de</strong>betekenis van <strong>de</strong> OR voor hun (eventuele) Raad van Commissarissen en <strong>de</strong> houding vanan<strong>de</strong>re (collega)directeuren, het managementteam, af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n, brancheorganisatieetc. aangaan<strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap.Tabel 3.1 bevat <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s op <strong>de</strong> vraag in hoeverre me<strong>de</strong>zeggenschapbinnen <strong>de</strong> RvC een issue van betekenis is en tabel 3.2 geeft <strong>de</strong> houding t.o.v.me<strong>de</strong>zeggenschap van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re actoren weer.Tabel 3.1 – Is me<strong>de</strong>zeggenschap een issue van betekenis voor <strong>de</strong> RvC?(in %, alleen<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s)ja zeker 26enigszins 38nauwelijks of <strong>niet</strong> 36Twee<strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s heeft te maken <strong>met</strong> een Raad van Commissarissen. Bij bijnatwee<strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Ra<strong>de</strong>n van Commissarissen is me<strong>de</strong>zeggenschap van werknemers21


enigszins of zeker van betekenis. Het verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR isvrij sterk (rho= .37). En zoals blijkt uit <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> vraag of er in <strong>de</strong> RvC bijbelangrijke besluiten geïnformeerd wordt naar het standpunt van <strong>de</strong> OR antwoordt maareen kwart van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s: nee. Het verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed OR is hierzelfs nog iets sterker: rho= .40. We hebben <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op bei<strong>de</strong> vragen gecombineerdin één variabele ‘belang me<strong>de</strong>zeggenschap in RvC’. Uit <strong>de</strong> analyse blijkt dat hetstandpunt van <strong>de</strong> RvC betreffen<strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s van grootbelang is. Het verband van <strong>de</strong>ze, gecombineer<strong>de</strong> variabele <strong>met</strong> <strong>de</strong> (gepercipieer<strong>de</strong>) invloedvan <strong>de</strong> OR blijkt namelijk nog sterker dan die van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke variabelen,namelijk rho= .45.Tabel 3.2 – Houding t.o.v. me<strong>de</strong>zeggenschap van een aantal actoren, volgens <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s(in %, alleen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s)vooral positief neutraal vooral negatief weet <strong>niet</strong> /wordt nooitover gesprokenNiet van toepassinga. an<strong>de</strong>re collega-directeuren 31 47 10 4 8b. <strong>de</strong> brancheorganisatie 28 36 4 20 12c. aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs 19 43 7 9 22d. het managementteam 38 51 7 3 2e. af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n 24 54 15 4 3Wat betreft <strong>de</strong> houding van an<strong>de</strong>re relevante partijen in <strong>de</strong> invloedssfeer van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>swillen we een aantal zaken voor het voetlicht halen.• Uit <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s blijkt dat circa één op <strong>de</strong> vijf <strong>niet</strong> weethoe er bij <strong>de</strong> brancheorganisatie gedacht wordt over me<strong>de</strong>zeggenschap. Schijnbaaris dit geen on<strong>de</strong>rwerp waar door brancheorganisaties veel over wordt geschrevenof op een an<strong>de</strong>re manier over wordt gecommuniceerd. Min<strong>de</strong>r dan éénop <strong>de</strong> drie <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s meldt dat <strong>de</strong> brancheorganisatie een positieve houdingheeft aangaan<strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap.• Bijna één op <strong>de</strong> drie ‘an<strong>de</strong>re collega-directeuren’ staat naar <strong>de</strong> mening van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>spositief ten opzichte van me<strong>de</strong>zeggenschap van werknemers.22


• <strong>De</strong> houding van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van het eigen managementteam is over het algemeennog positiever en weerspiegelt daarmee vrij aardig <strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>szelf (zie ver<strong>de</strong>rop in dit verslag).Houdt <strong>de</strong> houding t.o.v. me<strong>de</strong>zeggenschap van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> actoren verband <strong>met</strong> <strong>de</strong>per saldo invloed van <strong>de</strong> OR? M.a.w. doen <strong>de</strong>ze houdingen ertoe, zijn ze relevant voorhet functioneren van <strong>de</strong> OR? Tabel 3.3 geeft het verband weer van <strong>de</strong> houding t.o.v.me<strong>de</strong>zeggenschap van een aantal actoren <strong>met</strong> <strong>de</strong> per saldo door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> toegeken<strong>de</strong>invloed aan <strong>de</strong> OR. <strong>De</strong> houding van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re collega-directeuren en van het managementteamis het sterkst gerelateerd aan <strong>de</strong> overall invloed van <strong>de</strong> OR (rho = .3). <strong>De</strong>houding van <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs doet er iets min<strong>de</strong>r toe (rho = .24). Het verband tussenhouding en invloed is wat betreft <strong>de</strong> branche en <strong>de</strong> af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n <strong>met</strong> een rho = .18betrekkelijk zwak.Tabel 3.3 - Houding t.o.v. me<strong>de</strong>zeggenschap van een aantal actoren in verband <strong>met</strong> <strong>de</strong>per saldo door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> toegeken<strong>de</strong> invloed aan <strong>de</strong> OR (Spearmans Rho), (alleen<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s)Spearmans Rhoa. an<strong>de</strong>re collega-directeuren .29b. aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs .24c. het managementteam .30d. af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n .18e. <strong>de</strong> brancheorganisatie .18‘An<strong>de</strong>re collega-directeuren’ is ook <strong>de</strong> partij die wat invloedssfeer betreft het dichtst bij<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zit. ‘An<strong>de</strong>re collega-directeuren’ wor<strong>de</strong>n het meeste genoemd (zie tabel 3.4)als <strong>de</strong> partij waar <strong>met</strong> enige regelmaat om advies of on<strong>de</strong>rsteuning wordt gevraagd alshet gaat om omgang <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR of an<strong>de</strong>re aan me<strong>de</strong>zeggenschap gerelateer<strong>de</strong> zaken.An<strong>de</strong>re partijen zoals werkgeversorganisaties, organisatieadviesbureaus, opleidingsin-23


stituten of ook weer <strong>de</strong> brancheorganisaties komen in <strong>de</strong>ze inci<strong>de</strong>nteel of geheel <strong>niet</strong> inbeeld, zoals blijkt uit tabel 3.4.Tabel 3.4 – Mate waarin <strong>de</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s an<strong>de</strong>re partijen in <strong>de</strong> afgelopen jarenon<strong>de</strong>rsteuning of advies hebben gevraagd over omgang <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR of an<strong>de</strong>re zaken rondme<strong>de</strong>zeggenschap (in %, alleen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s)ja, <strong>met</strong> enigeregelmaatja, inci<strong>de</strong>nteelnee, nooit gedaana. an<strong>de</strong>re collega-directeuren 24 39 37b. opleidingsinstituut 4 28 68c. werkgeversorganisatie 6 28 66d. brancheorganisatie 2 20 78e. organisatieadviesbureau 3 12 8524


4 Voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> relevante kwaliteiten van <strong>de</strong> ORIn dit hoofdstuk wordt <strong>de</strong> aandacht gevestigd op die karakteristieken en kwaliteiten van<strong>de</strong> OR die er het meest toe blijken te doen vanuit het perspectief van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, die<strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming een warmhart toedraagt.Achtereenvolgens komen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundighe<strong>de</strong>n en vaardighe<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> OR,me<strong>de</strong> in verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR (paragraaf 4.1) en <strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban(paragraaf 4.2).4.1 <strong>De</strong>skundighe<strong>de</strong>n en vaardighe<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> ORWelke kenmerken van OR’en hou<strong>de</strong>n verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> mate van hun invloed, welkekarakteristieken bevor<strong>de</strong>ren dan wel belemmeren hun functioneren in <strong>de</strong>ze? Ook in ditopzicht bevestigen <strong>de</strong> bevindingen uit ons on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> resultaten van eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoeknaar OR’en.Uit ons on<strong>de</strong>rzoek blijkt opnieuw dat <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR positief verband houdt <strong>met</strong>:• <strong>de</strong> ervaring van voorzitter en secretaris en van <strong>de</strong> overige le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> OR (rho= .22);• <strong>de</strong> vaardigheid van <strong>de</strong> OR in het fungeren als <strong>de</strong>skundig tegenspeler van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>(rho= .39);• het beschikken over voldoen<strong>de</strong> tijd en faciliteiten om het OR werk te doen (rho= .25);• het verkrijgen van tijdige en goe<strong>de</strong> informatie van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> (rho=.22);• een opstelling als mee<strong>de</strong>nkend/mee-ontwikkelend in beleid in plaats van vooral eentoetsen<strong>de</strong>/controleren<strong>de</strong> opstelling (rho= .25);• een initiatiefrijke in plaats van reactieve opstelling (rho= .16).25


Bei<strong>de</strong> categorieën respon<strong>de</strong>nten (OR’en en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s) zijn het er bovendien over eensdat:• on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsvaardighe<strong>de</strong>n,• een standvastige opstelling,• strategisch inzicht, en inhou<strong>de</strong>lijke kennis<strong>de</strong> sterke punten van een goe<strong>de</strong> OR zijn.<strong>De</strong>ze vier kwaliteiten hou<strong>de</strong>n ook positief verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op hetbesturen van <strong>de</strong> organisatie.Van alle tien hiervoor opgesom<strong>de</strong> factoren blijkt inhou<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>skundigheid van <strong>de</strong> OR<strong>de</strong> sterkste relatie te hebben <strong>met</strong> <strong>de</strong> mate van invloed van <strong>de</strong> OR (rho= .39).Genoem<strong>de</strong> factoren zijn maar ge<strong>de</strong>eltelijk afhankelijk van <strong>de</strong> toevallige samenstellingvan <strong>de</strong> OR en <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> OR-le<strong>de</strong>n ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap en <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming. Ze zijn ook beïnvloedbaar door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en daarom beleidsmatigook relevant. We komen hier in het slothoofdstuk op terug.4.2 Betekenis achterbanUit <strong>de</strong> analyse van het on<strong>de</strong>rzoeksmateriaal blijkt dat <strong>de</strong> relatie van <strong>de</strong> OR <strong>met</strong> zijnachterban ook van belang is. Een goe<strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban is een kenmerk van eensterke OR, zowel in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s als <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers.Er is sprake van een goe<strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban wanneer <strong>de</strong> achterban zich opsteltals een kritische consument en als <strong>de</strong> achterban zich betrokken voelt bij het OR werk.Een goe<strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban impliceert goe<strong>de</strong> communicatie. Daarbij blijkt het er<strong>niet</strong> veel toe te doen hoe, langs welke kanalen, er gecommuniceerd wordt door <strong>de</strong> OR<strong>met</strong> diens achterban.Er blijkt een relatief zeer sterke relatie (gamma = .5) te bestaan tussen <strong>de</strong> sterkte van <strong>de</strong>relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban en <strong>de</strong> overall invloed van <strong>de</strong> OR. In geval <strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong>achterban zwak is, is ook <strong>de</strong> machtspositie van <strong>de</strong> OR ten opzichte van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>26


zwak, en dat houdt weer verband <strong>met</strong> gevoelens van machteloosheid die op hun beurt,zoals we hiervoor aangaven, verband hou<strong>de</strong>n <strong>met</strong> een gebrekkige invloed van <strong>de</strong> OR.Een goe<strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban vindt zijn basis dus in een op <strong>de</strong> OR betrokken achterban,zo blijkt ook uit ons on<strong>de</strong>rzoek, en een betrokken achterban versterkt <strong>de</strong> positievan <strong>de</strong> OR vis à vis <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op het beleid.In het slothoofdstuk komen hierop terug en op <strong>de</strong> vraag wat dit betekent voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>in zijn opstelling naar <strong>de</strong> OR.27


5 <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: stijl van leidinggeven, managerial roles enpersoonlijkheidIn dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n in paragraaf 5.1 <strong>de</strong> resultaten gepresenteerd van een analysevan <strong>de</strong> betekenis van het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> van zijn stijl van leidinggeven,managerial role en persoonlijkheid voor het functioneren van <strong>de</strong> OR. Paragraaf 5.2 isgewijd aan <strong>de</strong> overeenkomsten en verschillen tussen het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>van zijn stijl van leidinggeven en managerial role en <strong>de</strong> perceptie van <strong>de</strong>ze twee karakteristiekendoor <strong>de</strong> OR-vertegenwoodiger. Alvorens daartoe over te stappen wor<strong>de</strong>nhieron<strong>de</strong>r eerst enkele algemene kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in ons on<strong>de</strong>rzoek geschetst.Algemene kenmerken van <strong>de</strong> 204 WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sHet overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in dit on<strong>de</strong>rzoek is een man (94%) <strong>met</strong> een hbo ofuniversitaire opleiding (92%) en een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd van 50 jaar.Tabel 5.1 – Enkele kenmerken van <strong>de</strong> 204 geënquêteer<strong>de</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s (in %)Kenmerken:Geslacht. man 94. vrouw 6Opleiding. lagere school/lbo/vmbo/mavo -. mbo/havo/vwo 8. hbo/universitair 92Leeftijd. gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd 5028


Functie. algemeen directeur / general manager 64. directeur / manager P&O / HR 25. economisch of financieel directeur / manager 2. an<strong>de</strong>rs 8Ervaring in het overleg <strong>met</strong> een OR. korter dan 1 jaar 6. 1-3 jaar 22. 4-6 jaar 25. langer dan 6 jaar 46In 64 procent van <strong>de</strong> gevallen gaat het om een algemeen directeur of <strong>de</strong> general manager.Dit wil zeggen dat <strong>de</strong> overige 35 procent van <strong>de</strong> OR’en <strong>niet</strong> <strong>met</strong> <strong>de</strong> algemeen directeuroverlegt. Meestal laat een algemeen directeur zich vervangen door een directeur/managerP&O of HR.Bijna <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s (46%) voert langer dan zes jaar overleg <strong>met</strong> een OR enheeft daarom doorgaans ervaring <strong>met</strong> OR’en die in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd van samenstellingzijn veran<strong>de</strong>rd. <strong>De</strong> meest gangbare zittingsperio<strong>de</strong> van een OR is immers drie jaar. <strong>De</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> staat dus nogal eens voor <strong>de</strong> taak om <strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR opnieuw vorm eninhoud te geven. Precies een kwart van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zit sinds vier tot zes jaar <strong>met</strong> eenOR om <strong>de</strong> tafel. Bij ruim een kwart (28%) is er drie jaar of korter ervaring opgedaan inhet overleg <strong>met</strong> een OR.<strong>De</strong> hiervoor in tabel 5.1 genoem<strong>de</strong> variabelen hou<strong>de</strong>n geen of slechts een zeer zwakverband <strong>met</strong> <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR. Dat geldt dus ook voor <strong>de</strong> ervaring van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>met</strong> overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR. .5.1 Zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> betekenis voor het succes van het overlegStijl van leiding gevenEr zijn in het on<strong>de</strong>rzoek 2 lei<strong>de</strong>rschapsstijlen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, namelijk een taakgerichteen een mensgerichte lei<strong>de</strong>rschapsstijl. <strong>De</strong> taakgerichte lei<strong>de</strong>rschapsstijl verwijst naar <strong>de</strong>29


mate waarin prestaties en <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> organisatie een rol spelen en <strong>de</strong> mensgerichtelei<strong>de</strong>rschapsstijl verwijst naar <strong>de</strong> mate waarin menselijke aspecten zoals <strong>de</strong> belangenvan me<strong>de</strong>werkers een rol spelen. Er is voor <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong>ling in lei<strong>de</strong>rschapsstijlengekozen, omdat <strong>de</strong>ze overeenkomsten vertoont <strong>met</strong> <strong>de</strong> tweeledige taakstelling van<strong>de</strong> OR, namelijk het vertegenwoordigen van het werknemersbelang en het vertegenwoordigenvan het belang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. Het vermoe<strong>de</strong>n bestond dat een meermensgerichte stijl van leidinggeven OR’en meer mogelijkhe<strong>de</strong>n tot invloed geeft daneen taakgerichte lei<strong>de</strong>rschapsstijl van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s hebben zichzelf gescoord naar <strong>de</strong>ze twee lei<strong>de</strong>rschapsstijlen en hieruitkomt naar voren dat 39 procent van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zichzelf meer taak- dan mensgerichtvindt; 26 procent is meer mensgericht en 35 procent vindt dat hij evenzeer taak- alsmensgericht bezig is. Zie tabel 5.2.Tabel 5.2 – Stijl van leidinggeven volgens <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s (in %)<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sdui<strong>de</strong>lijk meer taak- dan mensgericht 10enigszins meer taak- dan mensgericht 29bei<strong>de</strong> evenzeer 35enigszins meer mens- dan taakgericht 19dui<strong>de</strong>lijk meer mens- dan taakgericht 7<strong>De</strong> stijl van leidinggeven van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s houdt verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR.Hoe meer taakgericht, <strong>de</strong>s te geringer <strong>de</strong> gepercipieer<strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR en hoe meermensgericht, <strong>de</strong>s te groter <strong>de</strong> invloed. Maar het verband is nogal zwak (rho= - .17). Enuit <strong>de</strong> multi-variate analyses (zie hoofdstuk 6) blijkt dat <strong>de</strong> stijl van leidinggeven van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in het geheel van factoren die van invloed zijn op het functioneren van <strong>de</strong>OR een zeer geringe rol speelt.<strong>De</strong> managers rollenOok is gevraagd in welke managers rollen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zichzelf het meest herkennen.We on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n in navolging van Quinn 2 acht soorten rollen, namelijk die van produ-2 <strong>De</strong> rolin<strong>de</strong>ling is ontleend aan Quinn (2004). Zijn in<strong>de</strong>ling in acht managersrollen is als basis gebruikten voor het on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s enigszins aangepast.30


cent, <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, mentor, coördinator, stimulator, innovator, bemid<strong>de</strong>laar en bootsman.Elk <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kan meer<strong>de</strong>re rollen vervullen, maar legt meer accent op <strong>de</strong> ene dan op<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re rol. In tabel 5.3 staat beschreven wat <strong>de</strong> rollen inhou<strong>de</strong>n en welke rol <strong>de</strong>WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s het meest op het lijf geschreven is.Tabel 5.3 – Mate waarin WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zichzelf herkennen in verschillen<strong>de</strong> rollen(in %)ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong>, nauwelijksa. een producent: heeft focus op doelen en resultaten van <strong>de</strong>organisatie,b. een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: analyseert, bepaalt <strong>de</strong> strategie, stelt prioriteitenc. een mentor: heeft oog voor belangen en verschillen in standpunten,toont betrokkenheid, schenkt een ie<strong>de</strong>r aandachtd. een coördinator: zorgt dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming goed geolied loopt,zorgt dat af<strong>de</strong>lingen en me<strong>de</strong>werkers goed gecoördineerd engeorganiseerd blijvene. een stimulator: moedigt aan tot initiatieven, probeert verschillen<strong>de</strong>meningen/i<strong>de</strong>eën in <strong>de</strong> organisatie boven tafel te krijgen.f. een innovator: zoekt naar nieuwe kansen en verbeteringen,zoekt bij problemen naar creatieve oplossingeng. een bemid<strong>de</strong>laar: heeft gevoel voor wat er leeft, probeertevenwicht te vin<strong>de</strong>n tussen verschillen<strong>de</strong> standpunten, zoekt <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingh. een bootsman: kent <strong>de</strong> dossiers, voorkomt fouten en vergissingen,zorgt voor correcte uitvoering van zaken34 62 459 38 326 68 627 59 1450 46 442 50 829 54 1812 42 47<strong>De</strong> 204 on<strong>de</strong>rzochte WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kon<strong>de</strong>n zich, weinig verrassend, vooral vin<strong>de</strong>n in<strong>de</strong> rol als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Ook <strong>de</strong> rol van stimulator en innovator waren voor een groot <strong>de</strong>elvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dui<strong>de</strong>lijk herkenbaar. Opvallend is ver<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> rol ‘producent’hoger scoort dan <strong>de</strong> rollen mentor en coördinator en dat <strong>de</strong> score op <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>laarsrolnog lager is. <strong>De</strong> rol als bootsman <strong>met</strong> dossierkennis die fouten en vergissingen voorkomten zorgt voor een correcte uitvoering van zaken, sprak het minst tot <strong>de</strong> verbeelding.Opmerkelijk is dat <strong>de</strong> voorkeur van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s voor een managementrol geen verbandhoudt <strong>met</strong> <strong>de</strong> factor invloed van <strong>de</strong> OR. Alleen een voorkeur voor <strong>de</strong> rollen ‘men-31


tor’ en ‘stimulator’ lijkt enigszins relevant (in bei<strong>de</strong> gevallen: rho = .15). Maar het belanghiervan verdwijnt volledig in <strong>de</strong> multi-variate analyse.PersoonlijkheidstypenIn het on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n vele kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep genomen omeen relatie te vin<strong>de</strong>n <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed en effectiviteit van <strong>de</strong> OR. Als een van <strong>de</strong> laatstedie we in dit verband naar voren brengen zijn <strong>de</strong> persoonlijkheidstypen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Om persoonlijkheidstypen in kaart te brengen hebben we gebruik gemaakt van <strong>de</strong> 4dimensies van Myers-Briggs. Het gaat om <strong>de</strong> dimensies:• extraversie versus introversie;• observatie versus intuïtie;• reflectie versus gevoel;• beheersing versus perceptie.In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel staan <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> dimensies en <strong>de</strong> scores van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s op <strong>de</strong>ze dimensies. Volgens Myers en Briggs (zie o.a. Quinn, 2004) gebruiktelk mens bei<strong>de</strong> kanten van <strong>de</strong> dimensies, maar heeft een ie<strong>de</strong>r wel een voorkeurvoor één van bei<strong>de</strong> kanten.Tabel 5.4 – Scores van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s op vier persoonlijkheidsdimensies (in %)Kolom AExtraversieKenmerken:- gericht op externe omgeving- voorkeur mon<strong>de</strong>lingecommunicatie- leren door te doen- initiatiefrijk, sociaal expressiefsterkevoorkeurkolom Ageringevoorkeurkolom Ageringevoorkeurkolom B46 40 13 1sterkevoorkeurkolom Bkolom BIntroversieKenmerken:- voorkeur voor het innerlijk,- voorkeur schriftelijke communicatie,- leren door te <strong>de</strong>nken- teruggetrokken en rustig gedragObservatieKenmerken:- aandacht op wat echt enfeitelijk is- praktisch gericht- werkt stapsgewijs32 39 27 3IntuïtieKenmerken:- aandacht richten op mogelijkhe<strong>de</strong>n- abstract en theoretisch gericht- werkt van <strong>de</strong> hak op <strong>de</strong> tak32


ReflectieKenmerken:- analytisch <strong>de</strong>nken,- probleemoplossen<strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n- oorzaak-gevolg re<strong>de</strong>nering- vastbera<strong>de</strong>nheid- eerlijk en re<strong>de</strong>lijkBeheersingKenmerken:- systematische aanpak,- or<strong>de</strong>ning, planning- vermij<strong>de</strong>n van stresssituaties28 45 23 515 30 39 16GevoelKenmerken:- sympathieke houding aannemen- impact hebben op mensen- zich laten lei<strong>de</strong>n door persoonlijkewaar<strong>de</strong>n- streven naar eensgezindheid- meevoelenPerceptieKenmerken:- spontaniteit, openheid- flexibiliteit- energie halen uit stress-situaties<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s is gevraagd bij elke dimensie aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat.Het beeld dat hieruit naar voren komt is dat veel <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s:• vooral extrovert zijn (86%);• meer werken vanuit observatie (71%) dan intuïtie;• in meer<strong>de</strong>rheid reflectief zijn (73%) en tot slot;• in lichte meer<strong>de</strong>rheid meer het accent leggen op perceptie (55%) dan op beheersing.Ook het persoonlijkheidstype van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> blijkt geen verband te hou<strong>de</strong>n <strong>met</strong> <strong>de</strong>invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie. Alleen het type ‘reflectie - gevoel’vertoont enig verband <strong>met</strong> invloed OR (rho= -.23). Maar ook hier geldt weer datdit verband vrijwel geheel verdwijnt in <strong>de</strong> multi-variate analyses.Nagegaan is ook of en zo ja welke verban<strong>de</strong>n er bestaan tussen <strong>de</strong> stijl van leidinggevenvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, diens voorkeur voor een managementrol en het persoonlijkheidstype.Er blijken wel een paar (statistisch) significante relaties te zijn, maar <strong>de</strong>ze zijn allemaalvrij zwak. Daarom wordt er hier <strong>niet</strong> na<strong>de</strong>r op in gegaan.Per saldo kunnen we dus conclu<strong>de</strong>ren dat uit <strong>de</strong> analyse blijkt dat het zelfbeeld van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> aangaan<strong>de</strong> zijn stijl van leidinggeven, managerial role en persoonlijkheidstypevan weinig betekenis is voor het functioneren en <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR.33


5.2 Beeld van <strong>de</strong> OR van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: overeenkomsten en verschillenNiet alleen <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zijn gevraagd naar hun stijl van leidinggeven en managerialrole, ook <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers is gevraagd aan te geven wat volgens hen <strong>de</strong> stijlvan leidinggeven van hun <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> is en naar welke managersrollen <strong>de</strong> voorkeur vanhun <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> uitgaat. <strong>De</strong> vragen betreffen<strong>de</strong> persoonlijkheidstype van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>zijn <strong>niet</strong> aan <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers gesteld.We hebben eer<strong>de</strong>r gezien dat <strong>de</strong> antwoordpatronen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en van <strong>de</strong> ORvertegenwoordigerselkaar vaak weinig ontlopen. Maar dat geldt <strong>niet</strong> voor wat betreft <strong>de</strong>stijl van leidinggeven en managersrollen. Dat blijkt wat betreft stijl van leidinggevenbijvoorbeeld uit on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel.Tabel 5.5 – Stijl van leidinggeven volgens <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en volgens OR’en (in %)<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s OR-voorzitters totaaldui<strong>de</strong>lijk meer taak- dan mensgericht 10 41 26enigszins meer taak- dan mensgericht 29 28 28bei<strong>de</strong> evenzeer 35 24 29enigszins meer mens- dan taakgericht 19 5 12dui<strong>de</strong>lijk meer mens- dan taakgericht 7 2 4<strong>De</strong> OR-vertegenwoordigers on<strong>de</strong>rkennen veel vaker een meer taakgerichte en min<strong>de</strong>rvaak een mensgerichte lei<strong>de</strong>rschapsstijl bij <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zelf. In <strong>de</strong>ogen van <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers hebben <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dus veel vaker een zakelijkestijl van leidinggeven, een stijl waarin vooral <strong>de</strong> prestaties en <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong>organisatie een rol spelen, terwijl in het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> het mensgerichteaspect, <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> werknemers, veel meer domineert.34


Er is <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR-vertegenwoordigers ook gevraagd of in hun perceptie <strong>de</strong> stijlvan leidinggeven van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren veran<strong>de</strong>rd is. <strong>De</strong> betreffen<strong>de</strong>antwoor<strong>de</strong>n zijn in tabel 5.6 weergeven.Tabel 5.6 –Veran<strong>de</strong>ring in accent van stijl van leidinggeven volgens <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s envolgens OR’en (in %)<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s OR-voorzitters totaalis meer taakgericht gewor<strong>de</strong>n 15 25 21is meer mensgericht gewor<strong>de</strong>n 24 10 16is afhankelijk van <strong>de</strong> situatie meer of min<strong>de</strong>r taak ofmensgericht27 20 23is <strong>niet</strong> of nauwelijks veran<strong>de</strong>rd 34 50 40Ook hier zien we weer aanzienlijke verschillen tussen het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sen het beeld dat <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers hebben van <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> stijl vanleidinggeven van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. In <strong>de</strong> eerste plaats geven <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s vaker aan dathun stijl van leidinggeven is veran<strong>de</strong>rd (66% tegen OR-voorzitters: 50%). Bovendienwor<strong>de</strong>n tegengestel<strong>de</strong> ontwikkelingsrichtingen gesignaleerd: <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s eer<strong>de</strong>r naarmensgericht, <strong>de</strong> OR-voorzitters zien vaker een veran<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> richting van een meertaakgerichte stijl van leidinggeven.<strong>De</strong>ze uiteenlopen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n kunnen een obstakel vormen bij <strong>de</strong> communicatie tussen<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR en dus <strong>de</strong> ontwikkeling van succesvol overleg belemmeren. We komenhier in het slothoofdstuk op terug.Ook wat betreft <strong>de</strong> managementrollen lopen het zelfbeeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en hetbeeld daarvan van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> OR-vertegenwoordiger nogal uiteen. Dat wordt ge<strong>de</strong>monstreerdin on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel.35


Tabel 5.6 – Mate waarin WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zichzelf herkennen in verschillen<strong>de</strong> rollenvergeleken <strong>met</strong> <strong>de</strong> inschatting daarvan door <strong>de</strong> OR-voorzitters (on<strong>de</strong>rstreepte cijfers)(in %)ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong>, nauwelijksa. een producent: heeft focus op doelen en resultaten van <strong>de</strong>organisatie,b. een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: analyseert, bepaalt <strong>de</strong> strategie, stelt prioriteitenc. een mentor: heeft oog voor belangen en verschillen in standpunten,toont betrokkenheid, schenkt een ie<strong>de</strong>r aandachtd. een coördinator: zorgt dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming goed geolied loopt,zorgt dat af<strong>de</strong>lingen en me<strong>de</strong>werkers goed gecoördineerd engeorganiseerd blijvene. een stimulator: moedigt aan tot initiatieven, probeert verschillen<strong>de</strong>meningen/i<strong>de</strong>eën in <strong>de</strong> organisatie boven tafel te krijgen.f. een innovator: zoekt naar nieuwe kansen en verbeteringen,zoekt bij problemen naar creatieve oplossingeng. een bemid<strong>de</strong>laar: heeft gevoel voor wat er leeft, probeertevenwicht te vin<strong>de</strong>n tussen verschillen<strong>de</strong> standpunten, zoekt <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingh. een bootsman: kent <strong>de</strong> dossiers, voorkomt fouten en vergissingen,zorgt voor correcte uitvoering van zaken34 58 62 39 4 359 44 38 47 3 926 12 68 51 6 3727 13 59 47 14 4050 15 46 51 4 3442 17 50 57 8 2529 11 54 44 18 4612 11 42 46 47 44Wat op het eerste gezicht direct opvalt, is dat <strong>de</strong> scores door <strong>de</strong> OR-voorzitters gegevenover het algemeen lager zijn dan die van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>met</strong>en zich zelfover het algemeen meer rollen toe en zeggen ook vaker dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n rollenkenmerkend zijn voor hun gedrag. Ook <strong>de</strong> prioriteitsvolgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> rollen verschilt.<strong>De</strong> OR-vertegenwoordigers zien <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s veel vaker in <strong>de</strong> rol ‘producent’ figureren.Daarentegen scoren <strong>de</strong> mentor-, coördinator- en stimulatorrol on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ORvertegenwoordigersrelatief laag.Resumerend kunnen we stellen dat stijl van leidinggeven, managerial rolinvulling enpersoonlijkheid van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> van weinig directe invloed is op <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong>OR bij <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. Waar er een zwakke ten<strong>de</strong>ns in <strong>de</strong> cijfers is,dat een meer mensgerichte managementstijl positief uitpakt, blijkt een <strong>de</strong>rgelijke stijl(evenals wat meer ‘zachte’ managementrollen) <strong>niet</strong> door <strong>de</strong> OR als zodanig herkend tewor<strong>de</strong>n. Kennelijk attribueren OR-en vooral ‘har<strong>de</strong>’ managementeigenschappen aan <strong>de</strong>36


estuur<strong>de</strong>r (vrij naar Hei<strong>de</strong>r, 1958). Als an<strong>de</strong>re managementeigenschappen gunstig voorhet overleg en <strong>de</strong> samenwerking zijn (en <strong>de</strong> analyse lijkt daar op te wijzen), dan is hetzaak voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in hun communicatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR daarop alert te zijn en consistentte bouwen aan het vertrouwen van <strong>de</strong> OR dat zij naast zakelijk en resultaatgerichtook mensgericht en mentor en stimulator zijn.Opnieuw kunnen we vaststellen dat <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> percepties van het han<strong>de</strong>len van<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s (attributie) mogelijk belemmerend doorwerkt op <strong>de</strong> samenwerking tussen<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR.37


6 <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: opvattingen over en bena<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> ORIn dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bevindingen aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> visies of opvattingen van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> OR en van <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>de</strong> OR bena<strong>de</strong>renaan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld. <strong>De</strong> visies wor<strong>de</strong>n, me<strong>de</strong> in verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op<strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie, in paragraaf 6.1 behan<strong>de</strong>ld. <strong>De</strong> opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sten aanzien van <strong>de</strong> OR is het on<strong>de</strong>rwerp van paragraaf 6.2.6.1 Opvattingen van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s over hun ORVeel <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in dit on<strong>de</strong>rzoek zijn positief over hun OR: 78 procent beoor<strong>de</strong>elt hetfunctioneren van hun OR als goed of zeer goed (zie tabel 6.1). Het oor<strong>de</strong>el over hetfunctioneren van <strong>de</strong> OR blijkt een sterke relatie te vertonen <strong>met</strong> het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sover <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR (gamma = .56). Naarmate <strong>de</strong> OR in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> beter functioneert wordt meer invloed op <strong>de</strong> besturing door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> aan<strong>de</strong> OR toegekend.Tabel 6.1 – Oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> 204 <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s over het functioneren van <strong>de</strong> OR (in %)Bestuur<strong>de</strong>rs beoor<strong>de</strong>len het functioneren van <strong>de</strong> OR als:zeer goed 14goed 64matig 18slecht 5Het over het algemeen positieve oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> OR blijkt ook uit <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>vraag naar <strong>de</strong> opvattingen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> over hun OR. Er is <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s eenvijftiental visies op <strong>de</strong> OR voorgelegd <strong>met</strong> <strong>de</strong> vraag in hoeverre zij zich daarin herkennen.<strong>De</strong>zelf<strong>de</strong> visies zijn ook voorgelegd aan <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers <strong>met</strong> <strong>de</strong> vraag38


aan te geven in welke mate zij vin<strong>de</strong>n dat hun <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>de</strong> visies on<strong>de</strong>rschrijven. <strong>De</strong>antwoordpatronen van bei<strong>de</strong> categorieën respon<strong>de</strong>nten komen sterk overeen. <strong>De</strong> betreffen<strong>de</strong>vragen en antwoor<strong>de</strong>n zijn weergegeven in tabel 6.2.Tabel 6.2 – Visie van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s op <strong>de</strong> OR (in %,alle respon<strong>de</strong>nten) en relatie <strong>met</strong> persaldo invloed OR (Spearman’s rho)ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong> rhoa. vertegenwoordiger van het personeel 60 39 1 -b. een nuttig klankbord 27 61 12 .26c. een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om te horen wat er in hetbedrijf of <strong>de</strong> instelling leeft26 64 11 .19d. lastpost 5 27 68 -e. een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om meer draagvlak voorbeleid te creëren27 64 10 .25f. een goe<strong>de</strong> ‘sparringpartner’ 11 60 30 .28g. een vertragen<strong>de</strong> factor bij het nemen van beslissingen9 38 53 -h. noodzakelijk kwaad 8 19 73 -.16i. een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> organisatie aan tepassen aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n/wensen van het personeel6 60 35 .23j. een goe<strong>de</strong> partner bij organisatie-ontwikkelingen/of het uitstippelen van het lange-termijnbeleid7 40 52 .35k. een <strong>de</strong>skundig orgaan dat goed op <strong>de</strong> hoogte isvan <strong>de</strong> ontwikkelingen die relevant zijn voor het 8 51 41 .38bedrijfl. managementinstrument 3 40 57 .26m. een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om informatie naarbene<strong>de</strong>n door te geven13 59 29 -n. iets dat meer kost dan het opbrengt 7 18 57 -.14o. sociaal geweten van <strong>de</strong> organisatie 9 60 31 .25<strong>De</strong> negatievere visies of opvattingen waar <strong>de</strong> OR vooral wordt gezien: als iets dat meerkost dan het opbrengt (7%), als vertragen<strong>de</strong> factor bij het nemen van beslissingen (9%)als lastpost (5%) of als noodzakelijk kwaad (8%), krijgen weinig bijval. Uit tabel 6.2blijkt dui<strong>de</strong>lijk dat een positief beeld van <strong>de</strong> OR dominant is on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s.Meest in het oog springend zijn: <strong>de</strong> OR is een nuttig klankbord, een goe<strong>de</strong> mogelijkheidom te horen wat er in het bedrijf leeft, en <strong>de</strong> OR biedt een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om meerdraagvlak voor beleid te creëren.39


Toch kunnen <strong>de</strong> uitkomsten ook an<strong>de</strong>rs bezien. Zo vindt 27 % van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>de</strong>OR een noodzakelijk kwaad en 43 % iets dat meer kost dan opbrengt. Dit kan er opwijzen dat <strong>de</strong>ze <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> OR biedt waarschijnlijk slechtsge<strong>de</strong>eltelijk benutten.<strong>De</strong> ‘ja, ook’ categorie wordt veelvuldig gescoord: ja ook een nuttig klankbord, ja ookeen goe<strong>de</strong> mogelijkheid te horen wat erin het bedrijf leeft. Dit wijst erop dat <strong>de</strong> bijdragevan <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming ook bij <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die in principepositief ten opzichte van <strong>de</strong> OR staan, beter kan wor<strong>de</strong>n geëxpliciteerd.Het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n visies vertoont een dui<strong>de</strong>lijke samenhang <strong>met</strong> <strong>de</strong>aan <strong>de</strong> OR toegeken<strong>de</strong> invloed. Wat betreft een tweetal visies (j en k) is dit zelfs in vrijsterke mate het geval. Dit wijst erop dat, in tegenstelling tot <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nkenmerken van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s (stijl van leidinggeven, managers rol en persoonlijkheidstype),<strong>de</strong> opvattingen over <strong>de</strong> OR wel <strong>de</strong>gelijk van belang zijn voor <strong>de</strong> verklaring van <strong>de</strong>mate van invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie.Vier dominante visies op me<strong>de</strong>zeggenschapUit een factoranalyse op <strong>de</strong> data die in <strong>de</strong> tabel zijn weergegeven komen vier on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong>dimensies naar voren, een viertal dominante typen opvattingen of visies. <strong>De</strong> hiervoorgenoem<strong>de</strong> negatieve visies vormen samen 1 dimensie, door ons aangeduid als‘dure lastpost’. Maar zoals gezegd, het aan<strong>de</strong>el <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dat hiertoe gerekend kanwor<strong>de</strong>n is gering. <strong>De</strong> twee<strong>de</strong> dimensie hebben we ‘partner van management’ genoemd.Hierin gaan samen <strong>de</strong> visies: nuttig klankbord, goe<strong>de</strong> sparringpartner, goe<strong>de</strong> partner bijorganisatie-ontwikkeling en/of het uitstippelen van het lange-termijnbeleid, een <strong>de</strong>skundigorgaan dat goed op <strong>de</strong> hoogte is van ontwikkelingen die relevant zijn voor het bedrijf.Opmerkelijk is dat <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> visies <strong>niet</strong> alleen on<strong>de</strong>rling samenhangen (zevormen immers één dimensie) maar ook allemaal betrekkelijk sterk samenhangen <strong>met</strong><strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR. Dat laatste is in min<strong>de</strong>re mate het geval voor <strong>de</strong> visies die samengaanin <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> dimensie die uit <strong>de</strong> factoranalyse naar voren komt: ‘<strong>de</strong> OR alscommunicatie-instrument’; en nog min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> items die samen <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> dimensievormen: ‘<strong>de</strong> OR als spreekbuis van werknemers’.40


In on<strong>de</strong>rstaand overzicht wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vier typen opvattingen na<strong>de</strong>r omschreven.Type 1, “<strong>de</strong> dure lastpost”, wordt gekenmerktdoor hoge scores op <strong>de</strong> items: <strong>de</strong> OR is een lastpost,een vertragen<strong>de</strong> factor bij het nemen vanbeslissingen, een noodzakelijk kwaad, iets datmeer kost dan het opbrengt. Het gaat hier dusdui<strong>de</strong>lijk om een negatieve visie op <strong>de</strong> OR. Overigens,<strong>de</strong>ze negatieve visie wordt door slechts eenklein <strong>de</strong>el van onze <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s ge<strong>de</strong>eld. Verreweg<strong>de</strong> meeste <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s hebben, zoals eer<strong>de</strong>rnaar voren gebracht, vooral positieve opvattingenover <strong>de</strong> OR.Type 3, “communicatie-instrument”, kent hogescores op: vertegenwoordiger van het personeel,goe<strong>de</strong> mogelijkheid om te horen wat er in hetbedrijf leeft, goe<strong>de</strong> mogelijkheid om meer draagvlakvoor beleid te creëren, goe<strong>de</strong> mogelijkheidom informatie naar bene<strong>de</strong>n door te geven.Type 2, “partner van management”, wordt gekenmerktdoor uitspraken als: <strong>de</strong> OR is een nuttigklankbord, een goe<strong>de</strong> ‘sparringpartner’, een goe<strong>de</strong>partner bij organisatie-ontwikkeling en/of hetuitstippelen van lange-termijnbeleid, een <strong>de</strong>skundigorgaan dat goed op <strong>de</strong> hoogte is van <strong>de</strong> ontwikkelingendie relevant zijn voor het bedrijf.Type 4, “spreekbuis van werknemers”, wordtgekarakteriseerd door hoge scores op: een goe<strong>de</strong>mogelijkheid om <strong>de</strong> organisatie aan te passen aan<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n/wensen van het personeel, <strong>de</strong>OR als sociaal geweten van <strong>de</strong> organisatie.6.2 Opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten aanzien van <strong>de</strong> ORWat betreft <strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s t.a.v. <strong>de</strong> OR en <strong>de</strong> daadwerkelijke opstellingten opzichte van <strong>de</strong> OR hebben we een aantal vragen aan – alleen – <strong>de</strong> ORvertegenwoordigersgesteld. <strong>De</strong> in dit verband meest relevante vragen en antwoor<strong>de</strong>n(me<strong>de</strong> tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> relatie <strong>met</strong> het criterium invloed OR) wor<strong>de</strong>n inon<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel 6.3 weergegeven.41


Tabel 6.3 – Opstelling van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s t.a.v <strong>de</strong> OR, volgens <strong>de</strong> OR-voorzitters (in %) enrelatie <strong>met</strong> per saldo invloed OR (Spearman’s rho)ja, meestal soms nee rhoa. <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> stelt zich open en constructief oprichting ORb. <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> stimuleert vroegtijdige betrokkenheidvan <strong>de</strong> OR bij projecten die van belang zijnvoor (<strong>de</strong> toekomst van) <strong>de</strong> organisatiec. <strong>de</strong> grondhouding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> aangaan<strong>de</strong>me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong> organisatie is positief58 38 3 .3033 44 24 .3356 33 11 .32Een ruime meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> OR-voorzitters is van mening dat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zichopen en constructief opstelt richting OR en dat hij/zij een positieve grondhouding aangaan<strong>de</strong>me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong> organisatie heeft. Het oor<strong>de</strong>el over het vroegtijdig betrokkenwor<strong>de</strong>n bij belangrijke projecten is wat min<strong>de</strong>r positief. <strong>De</strong> tabel laat ook ziendat <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> drie variabelen <strong>met</strong> <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR in allegevallen relatief sterk zijn. Na<strong>de</strong>re analyse zal moeten uitwijzen of <strong>de</strong>ze bi-variate relatiesook in een multivariate context blijven bestaan.Activiteit m.b.t. het bevor<strong>de</strong>ren functioneren ORTot nu toe blijkt dat het vooral <strong>de</strong> houding en opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> t.o.v. <strong>de</strong> ORis die verband houdt <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR, veel sterker dan <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rschapsstijl,managementrol of persoonlijkheidstype.Maar, zo blijkt uit <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> data, er is nog een an<strong>de</strong>re factor vanbetekenis, een factor die zelfs nog meer gewicht in <strong>de</strong> schaal legt dan elk van <strong>de</strong> hiervoorgenoem<strong>de</strong>n. Het is <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een actieve rol speelt in het bevor<strong>de</strong>renvan het goed functioneren van <strong>de</strong> OR. Dat blijkt zowel uit <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong>gegevens van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s als van <strong>de</strong> voorzitters/secretarissen. In bei<strong>de</strong> gevallen is hetverband tussen actieve <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>srol en invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>ring nagenoegeven sterk (<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s: gamma = .6; voorzitters: gamma = .5).Overigens is opmerkelijk dat <strong>de</strong> OR-voorzitters <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s een veel min<strong>de</strong>r actieverol toedichten dan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zelf rapporteren. Omdat dit een van <strong>de</strong> weinige punten42


is waarop <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n van bei<strong>de</strong> categorieën respon<strong>de</strong>nten sterk uiteenlopen wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> gegevens in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel gepresenteerd.Tabel 6.4 – Mate waarin <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een actieve rol speelt in het bevor<strong>de</strong>ren van hetgoed functioneren van <strong>de</strong> OR volgens <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s zelf en volgens <strong>de</strong> OR-voorzitters(in %)<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s OR-voorzitters totaalja, zeker 74 29 50enigszins 23 40 32nauwelijks of <strong>niet</strong> 3 31 17<strong>De</strong> perceptie van wat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> doet ten aanzien van het overleg loopt dus uiteentussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR. Hiervoor bleek dat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s ook een positiever oor<strong>de</strong>elhebben over hun stijl van leidinggeven en management rol dan <strong>de</strong> ORvertegenwoordigers.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s hebben, althans op een aantal punten, <strong>de</strong> neiginghun eigen rol positiever te dui<strong>de</strong>n dan hun overlegpartners. Dit soort uiteenlopen<strong>de</strong>percepties kan gemakkelijk aanleiding zijn tot communicatiestoornissen, zeker als hetgaat om arbeidsverhoudingen waarbij partijen <strong>niet</strong> evenwaardig zijn, c.q. waarin <strong>de</strong> ORzich snel <strong>de</strong> un<strong>de</strong>rdog zou voelen. We komen hier nog op terug.Resumerend kunnen we stellen dat <strong>de</strong> belangrijkste <strong>de</strong>terminanten van <strong>de</strong> invloed van<strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming blijken te zijn <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>jegens <strong>de</strong> OR en <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> goed functioneren van <strong>de</strong> OR bevor<strong>de</strong>rt.43


7 Kenmerken van het gevoer<strong>de</strong> overleg<strong>De</strong> wijze waarop het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR gevoerd wordt is uiteraard van doorslaggevendbelang voor <strong>de</strong> manier van functioneren van <strong>de</strong> OR en diens invloed op <strong>de</strong> gang vanzaken in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. In dit hoofdstuk wordt <strong>de</strong> aandacht gericht op <strong>de</strong> kenmerkenvan het gevoer<strong>de</strong> overleg.Net als in voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken wordt een overzicht gegeven van <strong>de</strong> bevindingendienaangaan<strong>de</strong>, me<strong>de</strong> in relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> afhankelijke variabele ‘invloed OR’. Dat gebeurtin paragraaf 7.1. Daarna wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van enkele multi-variate analyses gepresenteerd.In <strong>de</strong>ze analyses wor<strong>de</strong>n alle variabelen die op grond van <strong>de</strong> bi-variate analysesrelevant leken in één totaalmo<strong>de</strong>l gebracht en <strong>met</strong> behulp van verschillen<strong>de</strong> statistischeanalysetechnieken on<strong>de</strong>rzocht op hun zelfstandige bijdrage aan <strong>de</strong> verklaring van<strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie. In paragraaf 7.2 wordt <strong>de</strong>analyseopzet toegelicht en wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> multi-variate analyses gepresenteerd.7.1 Kenmerken van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> ORNiet alleen <strong>de</strong> karakteristieken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zijn in dit on<strong>de</strong>rzoek betrokken. Ook<strong>de</strong> aard en intensiteit van het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR zijn tot on<strong>de</strong>rwerp vanna<strong>de</strong>re analyse gemaakt.On<strong>de</strong>r het kopje “overleg” zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren gerubriceerd:• frequentie van het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR;• type overleg (formeel/informeel; overleg alleen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ring of ooktussentijds);• aard van het overleg (<strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> aspecten wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>r genoemd);• ontwikkeling in <strong>de</strong> aard van het overleg.Tabel 7.1 bevat <strong>de</strong> gegevens betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> frequentie van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR.44


Tabel 7.1 – Frequentie van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR (in %, alle respon<strong>de</strong>nten)één keer per 4 weken of vaker 18één keer per 6 tot 8 weken 63ongeveer één keer per 3 maan<strong>de</strong>n 15min<strong>de</strong>r dan 4 keer per jaar 4Bijna 2/3 van alle me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen verga<strong>de</strong>rt één keer per 2 maan<strong>de</strong>n, bijna20% van <strong>de</strong> OR’n vier keer per jaar of min<strong>de</strong>r en bijna 1/5 <strong>de</strong>el ten minste één keer permaand.<strong>De</strong> frequentie van het overleg heeft een, relatief zwak, positief verband <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloedvan <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> gang van zaken in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming: hoe vaker per jaar <strong>de</strong>s te groter <strong>de</strong>effectiviteit (rho= .23). Maar het is dui<strong>de</strong>lijk <strong>niet</strong> het meest belangrijke kenmerk vanoverleg.Dat is het type overleg evenmin. Weliswaar is informeel tussentijds overleg positiefgerelateerd aan effectiviteit (rho= .17), maar ook hier is <strong>de</strong> relatie betrekkelijk zwak.<strong>De</strong> betreffen<strong>de</strong> gegevens wor<strong>de</strong>n in tabel 7.2 gepresenteerd.Tabel 7.2 – Type overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR (in %, alle respon<strong>de</strong>nten)er is tussentijds informeel overleg <strong>met</strong> eenof meer<strong>de</strong>re OR-le<strong>de</strong>ner is tussentijds formeel overleg <strong>met</strong> eenof meer<strong>de</strong>re OR-le<strong>de</strong>ner is tussentijds geen overleg <strong>met</strong> een ofmeer<strong>de</strong>re OR-le<strong>de</strong>n74179On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rubriek ‘aard van het overleg’ wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>rtien aspecten on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Inon<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze weergegeven, evenals <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>nper aspect.45


Tabel 7.3 – Mate van instemming op uitspraken over het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> enOR (in %, alle respon<strong>de</strong>nten) en relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR (Spearman’srho)ja,meestalsoms nee/nvt rhoa. <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> OR zijn er doorgaans bei<strong>de</strong> opgericht om tot een goe<strong>de</strong> oplossing van zaken te komenb. <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR tonen respect voor elkaars standpunt,ook als die verschillend zijnc. tij<strong>de</strong>ns het overleg komt vaak van alles op tafel, waarik (we) van tevoren <strong>niet</strong>s over wist(en)d. <strong>de</strong> informatie die <strong>de</strong> OR krijgt, is altijd dui<strong>de</strong>lijk envolledig87 12 1 .3080 18 2 .336 67 27 -54 39 7 -e. tij<strong>de</strong>ns het overleg zijn er nogal eens conflicten 2 56 42 -f. we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen is <strong>de</strong> basis van het overleg 78 17 4 .30g. <strong>de</strong> afspraken tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR in het overlegkomen altijd dui<strong>de</strong>lijk op papierh. OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> hou<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> gemaakteafsprakeni. in het overleg komen vaak punten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> waaropdirect een besluit genomen moet wor<strong>de</strong>nj. het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR heeft weiniggewicht; het gaat <strong>niet</strong> over <strong>de</strong> wezenlijke zaken van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingk. vrij brainstormen over toekomstplannen voor <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming lukt goed in <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ringl. het overleg verloopt goed als bei<strong>de</strong> partijen zichhou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> formele procedures en <strong>de</strong> agendam. (informeel) vooroverleg heeft meer invloed dan <strong>de</strong>formele overlegverga<strong>de</strong>ring81 15 3 -85 14 1 .235 66 28 -5 34 61 -.2917 44 40 .3247 27 26 -14 51 35 -46


Uit een factoranalyse op <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien kenmerken van overleg blijkt er één dominanteon<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> dimensie naar voren te komen. We hebben <strong>de</strong>ze aangeduid als “<strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rfactor”.<strong>De</strong>ze factor betreft <strong>de</strong> aspecten: bei<strong>de</strong>n oplossingsgericht (a), respect voorelkaars standpunt (b), we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen (f), en het zich hou<strong>de</strong>n aan gemaakte afspraken(h).Gezien <strong>de</strong> sterke on<strong>de</strong>rlinge relaties tussen <strong>de</strong>ze aspecten en het feit dat ze alle vierpositief gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> effectiviteit en kwaliteit van functioneren van <strong>de</strong> OR,hoeft het geen verbazing te wekken dat <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rfactor een belangrijk kenmerk is vansuccesvol overleg.Er is in het on<strong>de</strong>rzoek ook gevraagd of en zo ja in welke zin het overleg <strong>de</strong> afgelopenjaren is veran<strong>de</strong>rd.<strong>De</strong> antwoor<strong>de</strong>n zijn in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel weergegeven.Tabel 7.4 – Mate waarin het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren is veran<strong>de</strong>rd(in %)ja,zekerja,enigszinsneutraal,geen meningnee,nauwelijksnee, integen<strong>de</strong>ela. het overleg is opener gewor<strong>de</strong>n 37 35 20 7 2b. <strong>de</strong> verhouding <strong>met</strong> OR is verhard 2 7 17 30 44c. als OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> weten we beter 35 40 20 4 1wat we aan elkaar hebbend. als OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zijn we beter opelkaar ingespeeld geraakt31 42 20 6 1Na<strong>de</strong>re analyse van <strong>de</strong> data geeft aan dat er een weliswaar zwakke maar positieve relatiesbestaan tussen enerzijds ontwikkelingen die dui<strong>de</strong>n op het opener wor<strong>de</strong>n van hetoverleg, het beter weten wat men aan elkaar heeft en het op elkaar ingespeeld raken enan<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR.47


7.2 <strong>De</strong> invloed van <strong>de</strong> OR verklaardHet beeld dat zich uit <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken opdringt is dat <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>OR in <strong>de</strong> eerste plaats en vooral afhangt van kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, <strong>met</strong> namediens visie op <strong>de</strong> OR, <strong>de</strong> wijze waarop door hem/haar <strong>de</strong> OR tegemoet getre<strong>de</strong>n wordten <strong>de</strong> door hem/haar gelever<strong>de</strong> inspanningen om het functioneren van <strong>de</strong> OR te stimuleren.In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats, maar in wat min<strong>de</strong>r sterke mate, speelt <strong>de</strong> intensiteit en <strong>de</strong> aardvan het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR een rol. En <strong>de</strong> kwaliteiten van <strong>de</strong> OR zelf en <strong>de</strong>relatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban, ten slotte, zijn ook van belang, zij het relatief gering.Dit beeld is opgebouwd op basis van bi-variate analyses van verban<strong>de</strong>n tussen variabelen,waarbij in <strong>de</strong> meeste gevallen <strong>de</strong> per saldo invloed van <strong>de</strong> OR <strong>de</strong> afhankelijke variabelevorm<strong>de</strong>. Om er zeker van te kunnen zijn dat <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n relaties er ook echt toedoen, dat er bijvoorbeeld geen sprake is van schijnrelaties, en om vast te stellen hoesterk <strong>de</strong> relaties daadwerkelijk zijn wanneer gecontroleerd wordt voor <strong>de</strong> invloed vanan<strong>de</strong>re variabelen, zijn er ook multi-variate analyses uitgevoerd. <strong>De</strong>ze analyses zijn ookgebruikt om na te gaan of, en zo ja in hoeverre <strong>de</strong>ze relaties beïnvloed wor<strong>de</strong>n doorcontextuele factoren zoals <strong>de</strong> sector waartoe het bedrijf behoort, <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> organisatieof <strong>de</strong> winstgevendheid van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming.In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze analyses is gewerkt <strong>met</strong> logistische regressies en ordinale regressies.Er is stapsgewijs te werk gegaan. In eerste instantie is on<strong>de</strong>rzocht welke (‘onafhankelijke’)variabelen, die in <strong>de</strong> bi-variate analyses <strong>met</strong> <strong>de</strong> ‘per saldo invloed van <strong>de</strong>OR’ als afhankelijke variabele relevant bleken te zijn, ook in een multivariabele analyse‘overeind blijven’. Met <strong>de</strong>ze laatste variabelen is in vervolganalyses ver<strong>de</strong>r gewerkt.Die vervolganalyses zijn in twee stappen uitgevoerd. <strong>De</strong> eerste stap betreft <strong>de</strong> multivariateanalyse van <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> relevante kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> envan zijn netwerk enerzijds <strong>met</strong> <strong>de</strong> afhankelijke variabele ‘invloed OR’ an<strong>de</strong>rzijds. Dat isvervolgens ook gebeurd voor achtereenvolgens <strong>de</strong> kenmerken van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong>OR respectievelijk <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> OR, <strong>met</strong> we<strong>de</strong>rom in bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> ‘invloedOR’ als te verklaren grootheid. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze fase van het analyseproces zijn af-48


zon<strong>de</strong>rlijke analyses gedaan voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s, voor <strong>de</strong> OR-vertegenwoordigers en,voor wat betreft <strong>de</strong> voor <strong>de</strong>ze twee groepen gemeenschappelijke variabelen, ook vooralle respon<strong>de</strong>nten gezamenlijk.In laatste instantie zijn alle onafhankelijke variabelen die in voorgaan<strong>de</strong> analyses relevantbleken in één multivariaat mo<strong>de</strong>l gebracht en geanalyseerd <strong>met</strong> behulp van eenlogistisch regressiemo<strong>de</strong>l.Het voert hier te ver om na<strong>de</strong>r in te gaan op alle stappen die zijn gezet en <strong>de</strong> overwegingendie zijn gebruikt bij <strong>de</strong> selectie van regressiemo<strong>de</strong>llen en variabelen. We volstaan<strong>met</strong> een korte weergave van <strong>de</strong> bevindingen die in verband <strong>met</strong> het doel van dit on<strong>de</strong>rzoekvan belang zijn.Hiervoor is al aangegeven dat op grond van <strong>de</strong> bi-variate analyses <strong>de</strong> – voorlopige -conclusie kon wor<strong>de</strong>n getrokken dat er in het geheel van variabelen die verband hou<strong>de</strong>n<strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR, een or<strong>de</strong>ning kan wor<strong>de</strong>n aangebracht:• kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en zijn netwerk hebben het grootste gewicht;• kenmerken van het overleg doen er wat min<strong>de</strong>r toe en• kenmerken van <strong>de</strong> OR lijken het minst van belang.<strong>De</strong>ze conclusie blijft ook na <strong>de</strong> multi-variate analyses overeind, maar kan ook na<strong>de</strong>rwor<strong>de</strong>n gepreciseerd. <strong>De</strong> verklaren<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerste groep variabelen is ongeveer35% (R-kwadraat = .35), <strong>de</strong> overlegkenmerken verklaren samen ongeveer 30% en hetverband tussen <strong>de</strong> OR-kenmerken en <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR is ongeveer 15%.Maar om welke kenmerken gaat het nu precies, welke variabelen dragen zelfstandig(dwz. gecontroleerd voor <strong>de</strong> invloed van alle an<strong>de</strong>re variabelen in het mo<strong>de</strong>l) bij aan <strong>de</strong>verklaring van <strong>de</strong> variatie in <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR? Hieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze groothe<strong>de</strong>neerst per <strong>de</strong>elmo<strong>de</strong>l (kenmerken <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, kenmerken overleg, kenmerken OR – invloedOR.) gepresenteerd.Kenmerken <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en zijn netwerk:Uitein<strong>de</strong>lijk blijven er een beperkt aantal kenmerken over die een zelfstandige bijdrageleveren aan <strong>de</strong> verklaring, het zijn:1. <strong>De</strong> OR is een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om meer draagvlak voor beleid te creëren.49


2. <strong>De</strong> OR is een goe<strong>de</strong> partner bij organisatie-ontwikkeling en/of het uitstippelen vanhet lange-termijn beleid.3. <strong>De</strong> OR is een <strong>de</strong>skundig orgaan dat goed op <strong>de</strong> hoogte is van ontwikkelingen dierelevant zijn voor het bedrijf.Het gaat dus in alle drie gevallen om visies op <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap of houdingen t.a.v.<strong>de</strong> OR.4. <strong>De</strong> variabele ‘<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> speelt een actieve rol in het bevor<strong>de</strong>ren van het goedfunctioneren van <strong>de</strong> OR’ is in het mo<strong>de</strong>l net <strong>niet</strong> statistisch significant.Ook uit <strong>de</strong> multi-variate analyses blijkt dat <strong>de</strong> stijl van leidinggeven, <strong>de</strong> voorkeur vooreen managementrol en het persoonlijkheidstype van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> voor <strong>de</strong> verklaringvan <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR <strong>niet</strong> of nauwelijks van betekenis zijn. <strong>De</strong> enige uitzon<strong>de</strong>ringdaarop wordt gevormd door één aspect van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n persoonlijkheidstypen,namelijk <strong>de</strong> dimensie ‘reflectie versus gevoel’, maar <strong>de</strong> bijdrage aan <strong>de</strong> verklaringis echter zeer gering.Wat betreft <strong>de</strong> partijen in het netwerk springt er in alle analyses één actor als zeer belangrijkvoor <strong>de</strong> verklaring van ‘OR invloed’ uit: dat is het belang dat door <strong>de</strong> Raad vanCommissarissen wordt toegekend aan me<strong>de</strong>zeggenschap. <strong>De</strong> houding t.o.v. me<strong>de</strong>zeggenschapvan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re (collega-) directeuren is statistisch net <strong>niet</strong> significant.Kenmerken van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OROp grond van <strong>de</strong> bi-variate analyses had<strong>de</strong>n we verwacht dat <strong>de</strong> ‘pol<strong>de</strong>rfactor’ ook in <strong>de</strong>multi-variate analyses een sterke rol zou spelen. Maar dat blijkt <strong>niet</strong> het geval. Daarmeewil <strong>niet</strong> gezegd zijn dat <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> variabelen (<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR bei<strong>de</strong>n oplossingsgericht,respect voor elkaars standpunt, we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen, zich hou<strong>de</strong>n aan gemaakteafspraken) <strong>niet</strong> van belang zou<strong>de</strong>n zijn. Maar als gezamenlijke (pol<strong>de</strong>r) factor enafzon<strong>de</strong>rlijk leveren ze in het mo<strong>de</strong>l geen zelfstandige bijdrage aan <strong>de</strong> verklaring. Uitonze analyses blijkt dat dit komt door <strong>de</strong> vrij sterke relatie van <strong>de</strong>ze variabelen <strong>met</strong>an<strong>de</strong>re onafhankelijke variabelen in het mo<strong>de</strong>l, variabelen die wel een (zelfstandig)verklaren<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> hebben. Het betreft <strong>met</strong> name <strong>de</strong> houding(en) van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>50


t.a.v. me<strong>de</strong>zeggenschap en enkele van <strong>de</strong> hieron<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> variabelen.(namelijk 2:vrij brainstormen; 3: gewicht van het overleg).<strong>De</strong> volgen<strong>de</strong> kenmerken van overleg leveren een zelfstandige bijdrage aan <strong>de</strong> verklaring:1. <strong>de</strong> frequentie van het overleg;2. vrij brainstormen over toekomstplannen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming lukt goed in <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ring;3. het overleg tussen <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> OR heeft weinig gewicht; het gaat <strong>niet</strong> over<strong>de</strong> wezenlijke zaken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming;4. het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR is in <strong>de</strong> afgelopen jaren veran<strong>de</strong>rd doordat <strong>de</strong> samenstellingvan <strong>de</strong> OR is veran<strong>de</strong>rd;5. het overleg is van karakter veran<strong>de</strong>rd omdat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> teleurgesteld is geraakt in<strong>de</strong> OR.Kort samengevat: <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR wordt bevor<strong>de</strong>rd door frequent overlegover wezenlijke zaken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming <strong>met</strong> een open vizier, maar wordt belemmerdwanneer teleurstellingen zich opstapelen en <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong> OR veran<strong>de</strong>rt(waardoor ervaring verloren gaat en relaties opnieuw moeten wor<strong>de</strong>n opgebouwd).Kenmerken van <strong>de</strong> OREr blijken uitein<strong>de</strong>lijk twee kenmerken van <strong>de</strong> OR als zelfstandige factor samen te hangen<strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR, te weten:1. een sterke, betrokken achterban;2. type OR: mee<strong>de</strong>nkend/mee-ontwikkelend, meer dan toetsend/controlerend.Een sterke achterban betekent dat <strong>de</strong> OR voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een relevante factor isomdat <strong>de</strong> OR over een machtsbasis beschikt. En het mee<strong>de</strong>nken/mee-ontwikkelenmaakt <strong>de</strong> OR als partner ook interessant voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Het belang van contextuele factorenIn <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> analyses is ook <strong>de</strong> invloed van contextuele factoren op <strong>de</strong> relatiestussen <strong>de</strong> onafhankelijk variabelen <strong>met</strong> <strong>de</strong> afhankelijke variabel on<strong>de</strong>rzocht.51


<strong>De</strong>ze analyses laten zien dat <strong>de</strong> contextuele variabelen bedrijfssector, omvang van <strong>de</strong>organisatie, winstgevendheid en het al dan <strong>niet</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el zijn van een grotere on<strong>de</strong>rnemingnauwelijks verband hou<strong>de</strong>n <strong>met</strong> <strong>de</strong> mate van invloed van <strong>de</strong> OR. Ook blijkt dat <strong>de</strong>contextuele kenmerken van <strong>de</strong> organisatie vrijwel geen invloed hebben op <strong>de</strong> relatiestussen <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r besproken kenmerken <strong>met</strong> <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR.Het mo<strong>de</strong>l waarin alle respon<strong>de</strong>nten en variabelen zijn opgenomenNa alle tussenstappen en nadat alle (potentieel) relevante variabelen waren geselecteerdis uitein<strong>de</strong>lijk een totaal mo<strong>de</strong>l geanalyseerd <strong>met</strong> behulp van een logistische regressievan <strong>de</strong> (resteren<strong>de</strong>) variabelen en voor alle respon<strong>de</strong>nten samen.Dit totaalmo<strong>de</strong>l verklaart ongeveer 40% van <strong>de</strong> afhankelijke variabele invloed OR(Pseudo R-square, Nagelkerke = .403). In dit mo<strong>de</strong>l zijn <strong>de</strong> navolgen<strong>de</strong> variabelen significant(opeenvolgend van meer naar min<strong>de</strong>r verklaren<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>):1. frequentie van het overleg;2. <strong>de</strong> opvatting dat <strong>de</strong> OR is een <strong>de</strong>skundig orgaan is dat goed op <strong>de</strong> hoogte is vanontwikkelingen die relevant zijn voor het bedrijf;3. <strong>de</strong> opvatting dat het overleg tussen <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> OR weinig gewicht heeft; hetgaat <strong>niet</strong> over <strong>de</strong> wezenlijke zaken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming;4. het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR is in <strong>de</strong> afgelopen jaren veran<strong>de</strong>rd doordat <strong>de</strong> samenstellingvan <strong>de</strong> OR is veran<strong>de</strong>rd;5. het overleg is van karakter veran<strong>de</strong>rd omdat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> teleurgesteld is geraakt in<strong>de</strong> OR;6. sterke, betrokken achterban;7. vrij brainstormen over toekomstplannen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming lukt goed in <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ring.Uitein<strong>de</strong>lijk blijken <strong>de</strong> frequentie en <strong>de</strong> aard van het overleg doorslaggevend.Dat betekent overigens <strong>niet</strong> dat <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r naar voren gebrachte kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>en diens netwerk en <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> OR zelf er <strong>niet</strong> toe zou<strong>de</strong>n doen.Onze interpretatie is dat in het overleg <strong>de</strong> twee partijen, <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR, <strong>met</strong> elkaar <strong>de</strong>gang van zaken in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming bespreken en overeenstemming proberen te bereiken52


over <strong>de</strong> te nemen beslissingen en <strong>de</strong> wijze van uitvoering daarvan. En dat gaat <strong>de</strong>s tebeter naarmate:• <strong>de</strong> OR meer inhou<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>skundig is en dat als zodanig ook wordt erkend door <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>;• aan die <strong>de</strong>skundigheid <strong>niet</strong> al te zeer afbreuk wordt gedaan door wisselingen in <strong>de</strong>samenstelling van <strong>de</strong> OR;• in het overleg wezenlijke zaken aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n gesteld waar ook vrij over gebrainstormdkan wor<strong>de</strong>n;• <strong>de</strong> machtsverhouding tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR <strong>niet</strong> al te zeer uit balans is (waar eenbetrokken achterban van <strong>de</strong> OR het nodige toe bijdraagt), en• <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>niet</strong> teleurgesteld is geraakt in het functioneren van <strong>de</strong> OR.Veel van <strong>de</strong>ze zaken, en dat blijkt ook uit <strong>de</strong> analyses, hou<strong>de</strong>n direct verband <strong>met</strong> enwor<strong>de</strong>n mogelijk gemaakt door een positieve houding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en zijn collega’sen van <strong>de</strong> eventuele RvC ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming endoor een open en proactieve opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> richting OR. Maar natuurlijkis ook het kunnen beschikken over faciliteiten (<strong>met</strong> name tijd voor het OR-werk, voorfrequent overleg en een goe<strong>de</strong> voorbereiding daarvan) <strong>niet</strong> onbelangrijk.53


8 <strong>De</strong> succes (en faal) factoren voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in het overlegHet draait dus uitein<strong>de</strong>lijk om goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR. Dat is <strong>de</strong> les die getrokken kanwor<strong>de</strong>n uit het voorgaan<strong>de</strong>. Maar dat overleg komt <strong>niet</strong> vanzelf tot stand. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>kan daar veel aan doen. <strong>De</strong> sleutel tot succes ligt in zijn han<strong>de</strong>n. Welke zijn <strong>de</strong> succesfactoren,wat zijn <strong>de</strong> mogelijke obstakels voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> die goed overleg tot standwil brengen? Dat is <strong>de</strong> centrale vraag van dit hoofdstuk.In paragraaf 8.2 wordt na<strong>de</strong>r ingegaan op <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> en opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> tenaanzien van <strong>de</strong> OR en het overleg <strong>met</strong> dit instituut. In paragraaf 8.3 wordt <strong>de</strong> omgang<strong>met</strong> <strong>de</strong> OR in <strong>de</strong> vorm van het ‘pol<strong>de</strong>ren’ als succesfactor besproken. Paragraaf 8.3 isgewijd aan een analyse van twee groepen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die tegengestel<strong>de</strong> visies hebbenop <strong>de</strong> betekenis van me<strong>de</strong>zeggenschap voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. Daar komt opnieuw het‘pol<strong>de</strong>ren’ als belangrijke factor naar voren.8.1 <strong>De</strong> attitu<strong>de</strong> en <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong><strong>De</strong> visie van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> op me<strong>de</strong>zeggenschap, diens houding ten aanzien van hetme<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan in <strong>de</strong> eigen on<strong>de</strong>rneming en zijn opstelling ten aanzien van <strong>de</strong>OR, blijken cruciaal voor <strong>de</strong> aard van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR en daarmee voor <strong>de</strong> matevan invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. An<strong>de</strong>rs geformuleerd.Geen invloed van <strong>de</strong> OR zon<strong>de</strong>r goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, geen goed overlegzon<strong>de</strong>r positieve grondhouding ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap, positieve visie op <strong>de</strong>OR en actieve opstelling ten aanzien van <strong>de</strong> OR van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Een positieve grondhouding van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap is eennoodzakelijke voorwaar<strong>de</strong> voor het kunnen ontwikkelen van een positieve visie op <strong>de</strong>eigen OR. <strong>De</strong> houding ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong> sociale context van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, vooral die van <strong>de</strong> Raad van Commissarissen en collega-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s, blijkt in54


dit verband ook van belang. Maar <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n zijn als zodanig geen voldoen<strong>de</strong>voor goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR. Daarvoor is ook een bepaal<strong>de</strong> visie van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> op<strong>de</strong> OR dienstig.Uit een analyse van <strong>de</strong> houdingen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s ten aanzien van me<strong>de</strong>zeggenschapkon<strong>de</strong>n vier types visies op <strong>de</strong> OR wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>stilleerd. Het type “partner van management”vertoont <strong>de</strong> sterkste samenhang <strong>met</strong> goed overleg en een invloedrijke OR.Bestuur<strong>de</strong>rs <strong>met</strong> dit type visie on<strong>de</strong>rschrijven uitspraken als: <strong>de</strong> OR is een nuttig klankbord,een goe<strong>de</strong> ‘sparringpartner’, een goe<strong>de</strong> partner bij organisatie-ontwikkeling en/ofhet uitstippelen van lange-termijnbeleid, een <strong>de</strong>skundig orgaan dat goed op <strong>de</strong> hoogte isvan <strong>de</strong> ontwikkelingen die relevant zijn voor het bedrijf. <strong>De</strong>ze uitspraken reflecterenzowel attitu<strong>de</strong>s van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> als ervaringen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR. Zo weerspiegelt<strong>de</strong> uitspraak ‘<strong>de</strong> OR is een goe<strong>de</strong> sparringpartner’ dat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>de</strong> OR in<strong>de</strong> gelegenheid stelt om te ‘sparren’ (op grond van een positieve verwachting), maar ook<strong>de</strong> ervaring dat er <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR goed ‘gesparred’ kan wor<strong>de</strong>n. Waarmee gezegd wil zijndat een visie op <strong>de</strong> OR <strong>niet</strong> uit <strong>de</strong> lucht komt vallen, maar stoelt op waar<strong>de</strong>n en ervaringen.Een visie is tegelijkertijd voorwaar<strong>de</strong> voor overleg en resultaat van overlegprocessenen een dynamisch fenomeen dat voor beïnvloeding vatbaar is.Uit het on<strong>de</strong>rzoek komt ook naar voren dat goed overleg stoelt op een constructieve enactieve opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Daar waar <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>:• zich open en constructief opstelt richting OR;• vroegtijdige betrokkenheid van <strong>de</strong> OR bij projecten die van belang zijn voor <strong>de</strong>(toekomst van) <strong>de</strong> organisatie stimuleert, en• een actieve rol speelt in het bevor<strong>de</strong>ren van het functioneren van <strong>de</strong> OR,is <strong>de</strong> kwaliteit van het overleg beter. Hier liggen dus enkele directe aangrijpingspuntenvoor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s om het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR en <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR op <strong>de</strong> kwaliteitvan <strong>de</strong> besturing in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming te bevor<strong>de</strong>ren.55


8.2 Goed pol<strong>de</strong>ren als succesfactorUit <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> aard van het overleg komt er één dimensie naar voren die sterksamenhangt <strong>met</strong> het succes van het overleg (<strong>de</strong> gepercipieer<strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR): <strong>de</strong>‘pol<strong>de</strong>rfactor’. Het goed pol<strong>de</strong>ren blikt een succesfactor. Goed pol<strong>de</strong>ren is gebaseerd open omvat:<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR zijn er doorgaans bei<strong>de</strong> op gericht om tot een goe<strong>de</strong> oplossing vanzaken te komen;<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR tonen respect voor elkaars standpunt, ook als die verschillend zijn;we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen is <strong>de</strong> basis van het overleg;OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> hou<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> gemaakte afspraken.Het elkaar <strong>met</strong> respect, vertrouwen, oplossingsgericht en betrouwbaar tegemoet tre<strong>de</strong>ngaat <strong>niet</strong> vanzelf. Voor goed pol<strong>de</strong>ren is een bepaal<strong>de</strong> grondhouding ten aanzien vanme<strong>de</strong>zeggenschap en arbeidsverhoudingen een noodzakelijke voorwaar<strong>de</strong>. Goed pol<strong>de</strong>renis daarnaast het resultaat van leerprocessen, van veel doen en het koesteren van <strong>de</strong>goe<strong>de</strong> ervaringen en het lering willen trekken uit <strong>de</strong> mislukkingen. En ook op dit vlakheeft <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> <strong>de</strong> sterkste positie.56


8.3 Kenmerken van twee contrasteren<strong>de</strong> typen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s<strong>De</strong> visie van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> op me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming blijkt van cruciaalbelang voor het goed en effectief functioneren van <strong>de</strong> OR. Uit onze analyses blijkt dat ertwee dui<strong>de</strong>lijk tegengestel<strong>de</strong> visies op <strong>de</strong> OR kunnen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rkend, een positieveen een negatieve visie. <strong>De</strong> eerste visie hebben we ‘partner van management’ genoemd,<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> hebben we aangeduid als ‘dure lastpost’ (zie het overzicht op pagina ..).In tabel 8.1 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> factorladingen gepresenteerd.Tabel 8.1 - Rotated Component Matrix(a)Component1 2q207D laspost ,840 -,169q207G vertragend ,799 -,217q207H noodz kwaad ,809 -,108q207N kost meer ,826 -,079q207F sparringpartner -,192 ,741q207J beleidspartner -,150 ,818q207K <strong>de</strong>skundig -,068 ,820Extraction Method: Principal Component Analysis.Rotation Method: Varimax with Kaiser Normalization.a Rotation converged in 3 iterations.57


In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> plot wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> twee visies, hier componenten genoemd, grafisch weergegeven.Figuur 8.1 – Een plot van <strong>de</strong> ‘partner van management’ en <strong>de</strong> ‘dure lastpost’Component Plot in Rotated Space1,0beleidspartner<strong>de</strong>skundigsparringpartner0,5Component 20,0kost meernoodz kwaadvertragendlastpost-0,5-1,0-1,0-0,50,0Component 10,51,0Er is een selectie gemaakt van twee groepen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. <strong>De</strong> eerste groep bestaat uit<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die hoog scoren op <strong>de</strong> dimensie ‘partner van management’ en laag op <strong>de</strong>component ‘dure lastpost’. Voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> groep geldt het omgekeer<strong>de</strong>. <strong>De</strong> twee groepenvertonen geen overlap, zoals moge blijken uit figuur 8.2.58


Figuur 8.2 – <strong>De</strong> twee contrasteren<strong>de</strong> groepen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s0,00000REGR factor score 1 for analysis -1,00000-2,00000-3,00000-3,00000 -2,00000 -1,00000 0,00000 1,00000REGR factor score 2 for analysisNagegaan is hoe <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> groepen scoren op variabelen die voor het functioneren vanme<strong>de</strong>zeggenschap van belang (kunnen) zijn. Bezien is op welke aspecten <strong>de</strong>ze tweegroepen aanzienlijk van elkaar verschillen. In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel 8.2 wordt een overzichtgegeven van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> variabelen. Naast het significantieniveau wordt aangegevenhoe groot die verschillen zijn (in termen van <strong>de</strong> correlatie coëfficiënt Spearman’srho).59


Tabel 8.2 – Verschillen tussen twee contrasteren<strong>de</strong> groepen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s (Spearman’srho en significantieniveau)Spearman's rho Sig. (2-tailed)vindt u dat u als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een actieve rol speelt in het bevor<strong>de</strong>ren van hetgoed functioneren van <strong>de</strong> OR?<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> OR zijn er doorgaans bei<strong>de</strong> op gericht om tot een goe<strong>de</strong>oplossing van zaken te komen :<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR tonen respect voor elkaars standpunt, ook als die verschillendzijn' :,204 ,000,261 ,000,251 ,000<strong>de</strong> informatie die <strong>de</strong> OR krijgt, is altijd dui<strong>de</strong>lijk en volledig' : ,228 ,000we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen is <strong>de</strong> basis van het overleg : ,346 ,000OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> hou<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> gemaakte afspraken : ,353 ,000taakgericht versus mensgericht lei<strong>de</strong>rschap -,152 ,003managementrol: een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> (analyseert, bepaalt <strong>de</strong> strategie, steltprioriteiten)manegementrol: stimulator (moedigt aan tot initiatieven, probeert verschillen<strong>de</strong>meningen/i<strong>de</strong>en in <strong>de</strong> organisatie boven tafel te krijgen)managementrol: innovator (zoekt naar nieuwe kansen en verbeteringen,zoekt bij problemen naar creatieve oplossingen)managementrol: bemid<strong>de</strong>laar (heeft gevoel voor wat er leeft, probeertevenwicht te vin<strong>de</strong>n tussen verschillen<strong>de</strong> standpunten, zoekt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling),174 ,001,212 ,000,166 ,001,195 ,000Het moge dui<strong>de</strong>lijk zijn dat <strong>de</strong> twee groepen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>niet</strong> alleen sterk contrasterenwat betreft hun visie op me<strong>de</strong>zeggenschap, maar ook op een aantal an<strong>de</strong>re kenmerkendie verband hou<strong>de</strong>n <strong>met</strong> het functioneren van <strong>de</strong> OR.Laten we ze gemakshalve benoemen als <strong>de</strong> ‘partners’ en <strong>de</strong> ‘lastposten’. <strong>De</strong> ‘partners’verschillen van <strong>de</strong> ‘lastposten’ in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> opzichten:• vaker mensgericht lei<strong>de</strong>rschapsgedrag;• vaker <strong>de</strong> managementrollen stimulator, innovator en bemid<strong>de</strong>laar en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>;• actieve rol in bevor<strong>de</strong>ring functioneren OR• wat betreft het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR: oplossingsgericht, respect voor en vertrouwenin <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, hou<strong>de</strong>n aangemaakte afspraken en verschaffen van goe<strong>de</strong> infoaan <strong>de</strong> OR.60


Maar in <strong>de</strong> tabel springen er twee variabelen uit waarop <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> groepen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>srelatief het sterkst van elkaar verschillen:• ‘OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> hou<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> gemaakte afspraken’, en• ‘we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen is <strong>de</strong> basis van het overleg’.<strong>De</strong>ze twee variabelen vormen ook <strong>de</strong> kern van wat eer<strong>de</strong>r in dit hoofdstuk is aangeduidals ‘<strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rfactor’. Maar ook wat betreft <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>re aspecten van <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rfactor,respect en vertrouwen, on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>met</strong> een ‘partner visie’ zich inpositieve zin van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die <strong>de</strong> OR in <strong>de</strong> eerste plaats als een ‘dure lastpost’beschouwen.<strong>De</strong>ze contrastgroepen analyse heeft dus opnieuw het belang van <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rfactor voorgoed en succesvol overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR aangetoond. En het pol<strong>de</strong>ren vereist <strong>de</strong> juisteinstelling ten opzichte van me<strong>de</strong>zeggenschap, van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in <strong>de</strong> eerste plaats.Daarop komen we in het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk terug.<strong>De</strong> belangrijkste resultaten van <strong>de</strong> bi-variate, multi-variate en contrastgoepenanalyseszijn in on<strong>de</strong>rstaand overzicht samengevat.61


_____________________________________________________________________Resultaten on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> voor <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> OR inrelatie tot bestuurbaarheid van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingSignificant relevante context van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>:• <strong>de</strong> Raad van Commissarissen• collega-directeuren• (management team)stijl van leidinggeven, managerialrole en persoonlijkheidstypedoen er min<strong>de</strong>r toeVisie van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> op <strong>de</strong> OR:• OR als partner van management (positief)• OR als dure lastpost (negatief effect)Opstelling van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>:• Positieve grondhouding, constructief, vroegtijdig OR inschakelen• Positieve opvattingen over betekenis OR: <strong>de</strong>skundig, draagvlak,partner• Actieve rol spelen t.o.v. OR• Niet teleurgesteld in ORKenmerken van het overleg invloed van <strong>de</strong> ORGaat over wezenlijke on<strong>de</strong>rwerpen veel 32%matig tot weinig 68%Vrij brainstormen is mogelijkOp basis van ‘pol<strong>de</strong>rmo<strong>de</strong>l:. we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen,. respect voor elkaars standpunten,. tijdige en dui<strong>de</strong>lijke informatie,. hou<strong>de</strong>n aan afsprakenFrequent overlegKenmerken OR:• <strong>De</strong>skundig• Vaardig in overleg• Bereid tot mee<strong>de</strong>nken• Ervaren en <strong>met</strong> een re<strong>de</strong>lijke mate van continuïteit in <strong>de</strong> samenstellingAchterban• Goed contact <strong>met</strong> OR______________________________________________________________________62


<strong>De</strong> <strong>de</strong>elvragen uit Hoofdstuk 1.2 laten zich nu als volgt beantwoor<strong>de</strong>n.Welke posities en rollen neemt <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in tussen enerzijds sturing geven aan <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming en an<strong>de</strong>rzijds benutten van <strong>de</strong> participatie van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap daarbij?enHoe wordt gedacht over <strong>de</strong> positie en rollen van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> vanuit an<strong>de</strong>re relevanteinvalshoeken zoals Raad van Bestuur, lijnmanagement, <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en ORvoorzitters?Uiteraard kan dit on<strong>de</strong>rzoek geen volledig beeld geven van <strong>de</strong> positie en <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, maar dui<strong>de</strong>lijk is wel gewor<strong>de</strong>n dat een actieve rol geven aan <strong>de</strong> OR bij <strong>de</strong>besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming vooral samengaat <strong>met</strong> (indien aanwezig) interesse van <strong>de</strong>Raad van Commissarissen en collega-directeuren in <strong>de</strong> standpunten van <strong>de</strong> OR. <strong>De</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> staat hier als spil in en kan een <strong>de</strong>rgelijke interesse ook stimuleren. Dit zelf<strong>de</strong>geldt in min<strong>de</strong>r expliciete mate ook voor het Management Team en het lijnmanagement.Welke samenhang bestaat er tussen positie, rollen, attitu<strong>de</strong>s en vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>sen visies op internal governance naar type organisatie en wat zijn hier <strong>de</strong>consequenties van voor het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> kwaliteit van me<strong>de</strong>zeggenschap in <strong>de</strong>zeon<strong>de</strong>rnemingen?<strong>De</strong> resultaten van het on<strong>de</strong>rzoek lijken te bevestigen, dat voor <strong>de</strong> kwaliteit van het overleg<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> – OR het type organisatie <strong>niet</strong> significant van invloed is. Dat wil zeggendat ongeacht het type organisatie overleg wel of <strong>niet</strong> succesvol kan zijn groten<strong>de</strong>elsafhankelijk van <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> en vaardigheid in het pol<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> visie op internal governancevan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Welk lei<strong>de</strong>rschapsmo<strong>de</strong>l is te ontwikkelen dat kan bijdragen aan het vergroten vaninzicht in het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> rol en <strong>de</strong> stijl van leidinggeven van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s aan hetproces van me<strong>de</strong>zeggenschap bij <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> organisatie?Voor zover het een mo<strong>de</strong>l genoemd kan wor<strong>de</strong>n, komt uit dit on<strong>de</strong>rzoek naar voren datpartnerschap en het willen ‘pol<strong>de</strong>ren’ belangrijk elementen zijn om tot een zinvollebijdrage van <strong>de</strong> OR aan <strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming te komen. Daarbij spelen een63


positieve grondhouding ten aanzien van <strong>de</strong> OR en vaardighe<strong>de</strong>n, c.q. <strong>de</strong> overlegcompetentiesin relatie tot <strong>de</strong> OR een rol, evenals eer<strong>de</strong>re ervaring (positief/negatief) <strong>met</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsoverleg.In het laatste hoofdstuk beste<strong>de</strong>n we aandacht aan datgene wat een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kan doenom <strong>de</strong> effectiviteit van het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR te bevor<strong>de</strong>ren.64


9 <strong>De</strong> betekenis voor praktijk en beleidVoorafDit slot richt zich op <strong>de</strong> praktijk. <strong>De</strong> aanbevelingen die in dit slothoofdstuk wor<strong>de</strong>ngedaan vloeien voort uit een interpretatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten. <strong>De</strong>ze interpretatiestoelt me<strong>de</strong> op een bepaald perspectief op me<strong>de</strong>zeggenschap en op <strong>de</strong> relevantie vanvertegenwoordigend overleg voor on<strong>de</strong>rnemingen. Dit perspectief wordt hier in enkelelijnen geschetst.Me<strong>de</strong>zeggenschap is een waar<strong>de</strong> op zich. Het bevor<strong>de</strong>ren van me<strong>de</strong>zeggenschap behoeft,gegeven dit uitgangspunt, geen na<strong>de</strong>re argumentatie. Maar wanneer men me<strong>de</strong>zeggenschapin on<strong>de</strong>rnemingen wil versterken is het dienstig betrokkenen dui<strong>de</strong>lijk temaken dat, meestal, <strong>de</strong> sociaal-ethische waar<strong>de</strong> en <strong>de</strong> economische waar<strong>de</strong> van me<strong>de</strong>zeggenschapverenigbaar zijn. Simpel geformuleerd: een sterke en invloedrijke OR isgoed voor <strong>de</strong> business, bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n daargelaten. Voor <strong>de</strong>ze stellingvin<strong>de</strong>n we in on<strong>de</strong>rhavig on<strong>de</strong>rzoek ook on<strong>de</strong>rsteuning. <strong>De</strong> data laten zien dat sterkeon<strong>de</strong>rnemingen en een effectieve OR zeer wel samen kunnen gaan en elkaar we<strong>de</strong>rzijdskunnen versterken. Het hanteren van een partnerschap mo<strong>de</strong>l en een pol<strong>de</strong>r bena<strong>de</strong>ringis typerend voor <strong>de</strong>rgelijke on<strong>de</strong>rnemingen. Een directe relatie tussen het succes van <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming en <strong>de</strong> invloed van <strong>de</strong> OR mag daarbij <strong>niet</strong> veron<strong>de</strong>rsteld wor<strong>de</strong>n en is inhet materiaal ook <strong>niet</strong> gevon<strong>de</strong>n (rho is kleiner dan .1 en <strong>niet</strong> significant). Wel zal goedoverleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR bijdragen aan een duurzaam succes. Ne<strong>de</strong>rlands on<strong>de</strong>rzoek waarin<strong>de</strong> bijdrage van me<strong>de</strong>zeggenschap aan het duurzaam succes van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming explicietwordt gemaakt, staat op stapel.9.1 Wat kan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ermee?In <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken is een overzicht gepresenteerd van <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en zijn netwerk, van diens overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR en van <strong>de</strong> karakteristieken van<strong>de</strong> OR die rechtstreeks of indirect het goed functioneren en <strong>de</strong> effectiviteit van me<strong>de</strong>-65


zeggenschapsorganen bevor<strong>de</strong>ren. Kort samengevat gaat het om <strong>de</strong> frequentie en <strong>de</strong>aard van het overleg en om factoren die in dit verband als noodzakelijke voorwaar<strong>de</strong>nen stimuleren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n beschouwd: <strong>de</strong> houding en opstellingvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> jegens <strong>de</strong> OR, het belang van me<strong>de</strong>zeggenschap voor partijen in hetnetwerk van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en een <strong>de</strong>skundige, mee<strong>de</strong>nken<strong>de</strong> OR <strong>met</strong> een sterke achterban.Uit het on<strong>de</strong>rzoek komt naar voren dat <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die om zo te zeggen ‘me<strong>de</strong>zeggenschapmin<strong>de</strong>d’ (open, stimulerend en positief richting me<strong>de</strong>zeggenschap) zijn, meerinvloed van hun OR ervaren dan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die min<strong>de</strong>r positief ten opzichte van <strong>de</strong> ORstaan. In dit verband is een ‘actieve opstelling richting het goed functioneren van <strong>de</strong>OR’ van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een factor van belang. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> moet er zelfwat van willen maken. Sterker nog: het on<strong>de</strong>rzoek suggereert sterk dat het <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>is, die <strong>de</strong> belangrijkste troeven in han<strong>de</strong>n heeft om het overleg goed te laten werken. Alswe naar het schema kijken van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten dan bepaalt <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> insterke mate <strong>de</strong> kenmerken van het overleg en <strong>de</strong> daartoe bepalen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n enomstandighe<strong>de</strong>n.Een belangrijke conclusie uit het on<strong>de</strong>rzoek is, dat het <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> is, die in hogemate in han<strong>de</strong>n heeft of het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR zodanig van inhoud is en in een zodanigesfeer verloopt, dat hij / zij daar baat bij heeft.Goed overleg kenmerkt zich volgens dit on<strong>de</strong>rzoek door oplossingsgerichtheid vanpartijen, respect voor en vertrouwen in elkaar en het zich hou<strong>de</strong>n aan gemaakte afspraken.Het gaat dus om betrouwbare en respectvolle partners. Een <strong>de</strong>rgelijk overleg vóóron<strong>de</strong>rstelteen positieve grondhouding t.a.v. me<strong>de</strong>zeggenschap, <strong>niet</strong> alleen van <strong>de</strong> zij<strong>de</strong>van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>, ook <strong>de</strong> OR dient bereid te zijn om het overleg op basis van ‘pol<strong>de</strong>rcriteria’me<strong>de</strong> inhoud en vorm te geven.<strong>De</strong> basisregels van goed overleg.Het is zaak het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR zodanig te voeren dat aan <strong>de</strong> basis-regels van goedoverleg wordt voldaan.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kan daar een grote bijdrage aan leveren door:66


• Het overleg te voeren over zaken die ertoe doen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming en voorhet personeel,• <strong>De</strong> OR zo goed mogelijk, volledig en tijdig te informeren,• <strong>De</strong> OR vroegtijdig betreken in <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> besluitvorming en <strong>de</strong> implementatie,• Zorgvuldig te zijn in het maken en vervolgens hou<strong>de</strong>n van afspraken, maarvooral• Interesse te tonen en aandacht te hebben voor hetgeen <strong>de</strong> (le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>) OR naarvoren brengen.Op <strong>de</strong>ze manier draagt <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> bij aan het on<strong>de</strong>rling vertrouwen tussen <strong>de</strong> gesprekspartners,hetgeen een grondvoorwaar<strong>de</strong> is voor goed overleg.Op <strong>de</strong> achtergrond speelt hierbij een stukje psychologie. Partners in overleg zullen <strong>de</strong>algemeen menselijke neiging hebben succes in het overleg voor zichzelf te claimen enfalen in het overleg aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r te wijten (attributie-theorie). Bij OR-en, die zich snel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> partij t.o.v. <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> vin<strong>de</strong>n, kan in versterkte mate gel<strong>de</strong>n dat zijkritisch kijken naar het gedrag en <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong> motieven van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> die zich daarvan bewust is en tevens overtuigd is van het mogelijkenut van goed overleg, zal zeer zorgvuldig <strong>de</strong> communicatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR verzorgen, <strong>met</strong>oog voor <strong>de</strong> bovenvermel<strong>de</strong> succes-factoren.Aangrijpingspunten voor <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> OR voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Uit het on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat een kwalitatief goe<strong>de</strong> OR <strong>met</strong> invloed op <strong>de</strong> besturing van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming gekenmerkt wordt door:• ‘<strong>de</strong>skundigheid’ (on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsvaardighe<strong>de</strong>n, standvastigheid en strategischinzicht, maar vooral inhou<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>skundigheid) en ‘ervaring in het OR-werk’;• meer randvoorwaar<strong>de</strong>lijke kenmerken als: ‘voldoen<strong>de</strong> tijd en faciliteiten’ en ‘hetverkrijgen van tijdige en goed informatie van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>’ en• een contextuele kenmerk: ‘goe<strong>de</strong> contacten <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban’.67


Bij <strong>de</strong> OR vertoont ‘<strong>de</strong>skundigheid van <strong>de</strong> OR’ <strong>de</strong> grootste samenhang <strong>met</strong> invloed eneffectiviteit van <strong>de</strong> OR.Niets menselijks vreemd zal <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> van zijn / haar kant <strong>de</strong> neiging voelen frustrerendoverleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR te wijten aan factoren gelegen bij <strong>de</strong> OR. Gebrek aan strategischinzicht, het ontbreken van een helikopterview en gemis aan strategisch inzicht zijnvaak zwakke punten in <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Maar <strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re kenmerken van<strong>de</strong> OR zijn door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> wel te beïnvloe<strong>de</strong>n. Dat wordt hieron<strong>de</strong>r uitgewerkt.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> heeft verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigheid van <strong>de</strong> OR tebevor<strong>de</strong>ren. Voor <strong>de</strong> hand ligt natuurlijk het stimuleren van ‘learning by doing’ door hetvroegtijdig betrekken van <strong>de</strong> OR bij <strong>de</strong> ontwikkeling van allerlei plannen.Daarnaast is <strong>de</strong> scholing van OR-le<strong>de</strong>n een aangrijpingspunt.Volgens <strong>de</strong> wet hebbenon<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n een zelfstandig scholingsrecht. Dit hoeft <strong>niet</strong> te betekenen dat je als<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> totaal geen bemoeienis <strong>met</strong> <strong>de</strong> scholing van <strong>de</strong> OR kunt hebben. Uit an<strong>de</strong>rebron (Bruin e.a. 2003, Verhoeff, e.a. 2007, Heijink, 2007) weten we dat OR-en zelfveelal een an<strong>de</strong>re voorkeur hebben voor <strong>de</strong> wijze van <strong>de</strong>skundigheidsbevor<strong>de</strong>ring van<strong>de</strong> OR dan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. Aan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>szij<strong>de</strong> bestaat vaak scepsis over ORcursussenen OR-adviseurs. Dat neemt <strong>niet</strong> weg dat je als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> je wensen naarvoren kunt brengen omtrent <strong>de</strong> thema´s waarop <strong>de</strong> OR zich laat scholen, je kunt documententer bespreking meegeven, je kunt participeren aan <strong>de</strong>len van een cursus en jekunt achteraf het geleer<strong>de</strong> <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR evalueren. Kortom een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kan ook tenaanzien van <strong>de</strong> competentie van <strong>de</strong> OR een actieve rol spelen en <strong>de</strong> OR toch in zijnwaar<strong>de</strong> laten.Oog voor goe<strong>de</strong> communicatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban.Veel OR-en ervaren het contact <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban als een min<strong>de</strong>r sterk punt of een althanste verbeteren punt. Ook <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s on<strong>de</strong>rstrepen <strong>de</strong>ze gevoelens van <strong>de</strong> OR nogaleens. Blijkens <strong>de</strong> enquête zien ook veel <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dat <strong>de</strong> kritisch is (16%), op afstandblijft, ‘OR-werk is uitbesteed werk’(34%), betweterig (13%) of ongeïnteresseerd (21%)is.68


Een goed contact van <strong>de</strong> OR <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban is ook voor <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> gunstig. Immershoe kan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> nuttige signalen uit het personeel ontvangen en hoe kan <strong>de</strong>OR draagvlak voor bestuursbesluiten verhogen als er <strong>niet</strong> tenminste een re<strong>de</strong>lijk contacttussen OR en achterban bestaat?Op <strong>de</strong> keper beschouwd hebben <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR hier een groten<strong>de</strong>els parallel lopendbelang. Per saldo is <strong>de</strong> achterban van <strong>de</strong> OR het me<strong>de</strong>werkersbestand van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>.Het contact van <strong>de</strong> OR <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban is echter een zaak van <strong>de</strong> OR zelf.Wat kan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> doen?<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kan gerichte achterbanraadplegingen door <strong>de</strong> OR faciliteren, door bijvoorbeeldbetrokken chefs of af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n te informeren dat <strong>de</strong> OR raadplegingenhoudt. Hij of zij kan ook ver<strong>de</strong>r gaan dan alleen informeren. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zou in <strong>de</strong> lijnook een ambassa<strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap kunnen zijn, zou gericht feedback kunnenterugvragen van af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n en vragen wat zij <strong>met</strong> <strong>de</strong> informatie uit <strong>de</strong> ORraadplegingen doen.<strong>De</strong> factor hoeveelheid tijd en faciliteiten is misschien het meest grijpbaar en relatiefgemakkelijk te beïnvloe<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> vraag is echter: wat is voldoen<strong>de</strong> tijd en om welke faciliteitengaat het. Dat is iets wat een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in overleg <strong>met</strong> zijn OR moet bepalen.Een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> die <strong>de</strong> OR als ‘kostbare lastpost’ ziet zal <strong>niet</strong> snel bereid zijn op ditterrein extra mogelijkhe<strong>de</strong>n te bie<strong>de</strong>n. Toch zou het raadzaam zijn hier nog eens goedover na te <strong>de</strong>nken. Immers door meer tijd en faciliteiten ter beschikking te stellen kanook een aantal an<strong>de</strong>re OR-interne en externe factoren wor<strong>de</strong>n versterkt. Scholing is daaréén van. We hebben in het bovenstaan<strong>de</strong> hier vanuit een an<strong>de</strong>r perspectief al aandachtaan geschonken.Een twee<strong>de</strong> punt van aandacht van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in het overleg kan zijn aandacht teschenken aan <strong>de</strong> klachten van veel OR-en dat zij on<strong>de</strong>r tijdsdruk staan en stress ervaren.Als <strong>de</strong> faciliteitenregeling van <strong>de</strong> OR op or<strong>de</strong> is, blijven <strong>de</strong>ze klachten vaak bestaan.Oorzaken moeten gezocht wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> veelheid van thematieken die OR-en wor<strong>de</strong>ngeacht te behan<strong>de</strong>len (vooral nieuwe OR-le<strong>de</strong>n kunnen daar last van hebben), in <strong>de</strong>combinatie van OR-werk en regulier werk, waardoor OR-le<strong>de</strong>n keuzes moeten makendie altijd compromissen betekenen en door <strong>de</strong> druk en kritiek die OR-le<strong>de</strong>n van colle-69


ga’s en chefs ervaren. Een en an<strong>de</strong>r is <strong>niet</strong> door verruiming van faciliteiten op te lossen,maar een wijs <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> erkent <strong>de</strong> problematiek en houdt daarmee rekening in <strong>de</strong> bejegeningvan OR-le<strong>de</strong>n.Overigens geven OR-le<strong>de</strong>n vaak aan problemen te hebben <strong>met</strong> het tijdsbeslag dat hetme<strong>de</strong>zeggenschapswerk vergt . Veel moet in <strong>de</strong> vrije tijd gebeuren en het komt veelvuldigvoor dat OR-le<strong>de</strong>n afhaken omdat er te veel op hun bordje terecht komt en me<strong>de</strong>zeggenschapswerk<strong>niet</strong> goed te combineren is <strong>met</strong> het reguliere werk. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kanin verband hiermee <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> agenda beïnvloe<strong>de</strong>n en <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR vaststellenhoeveel tijd er aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen besteed kan wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> workload van<strong>de</strong> OR kan en moet gemanaged wor<strong>de</strong>n. Natuurlijk is tijdsgebrek <strong>niet</strong> <strong>de</strong> enige grondwaarop OR-le<strong>de</strong>n besluiten (tussentijds) af te tre<strong>de</strong>n <strong>met</strong> verlies van me<strong>de</strong>zeggenschapservaringals gevolg. Toch is het <strong>de</strong> moeite waard om manieren te be<strong>de</strong>nken omOR-le<strong>de</strong>n voor langere tijd binnen <strong>de</strong> OR te hou<strong>de</strong>n.9.2 Betekenis voor het corporate niveauWe zien in dit on<strong>de</strong>rzoek dat <strong>de</strong> belangrijkste voorwaar<strong>de</strong> voor goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong>me<strong>de</strong>zeggenschap op on<strong>de</strong>rnemingsniveau <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> ten aanzien vanhet overleg is.<strong>De</strong> meeste invloed op <strong>de</strong>ze attitu<strong>de</strong> hebben commissarissen en collega-directeuren. <strong>De</strong>attitu<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> wordt dus <strong>met</strong> name gevormd of bevestigd in het eigen gremium.Heijink (M&O, 1997, nr. 3) heeft al eens betoogd dat <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> OR vooral gezienmoet wor<strong>de</strong>n als een kenmerk van het sociale systeem aan <strong>de</strong> top van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming.Wil <strong>de</strong> OR een rol van betekenis kunnen spelen, dan zal zij geaccepteerd moeten wor<strong>de</strong>nals partner en partij in dit (top) sociale systeem. In het algemene management<strong>de</strong>nken,<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>rkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> literatuur (veelal Angelsaksisch georiënteerd) wordt ditnog weinig erkend. Praktisch impliceert een en an<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> als eerste <strong>de</strong> OReen erken<strong>de</strong> rol in het systeem moet geven, maar dat ook an<strong>de</strong>ren in dat systeem (Raad70


van Commissarissen, collega-directeuren, MT-le<strong>de</strong>n, top-staffunctionarissen, zoals <strong>de</strong>P&O-manager) <strong>de</strong> OR als zodanig moeten erkennen. Terzij<strong>de</strong> merken we op dat ook <strong>de</strong>OR die rol moet willen spelen, wat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re kan betekenen dat <strong>de</strong> OR als geheel tegroot is en dat alleen voorzitter en secretaris tot <strong>de</strong> vertrouwenspersonen in het systeemgaan behoren. Dit zal echter een groot beroep doen op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge loyaliteit binnen <strong>de</strong>OR.Waar in dit on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat een positieve opstelling tegenover <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapvan Raad van Commissarissen en van collega-directeuren <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> OR voor<strong>de</strong> besturing van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming gunstig beïnvloedt, is <strong>de</strong> vraag wat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>daaraan kan bijdragen.Twee wegen lijken daartoe open te staan.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> kan in <strong>de</strong> eerste plaats in zijn contacten <strong>met</strong> <strong>de</strong> Raad van Commissarissenen het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> collega-directeuren zelf het belang van informeren van <strong>de</strong> OR envan het horen van <strong>de</strong> standpunten van <strong>de</strong> OR inbrengen. Dit zal op zijn beurt weer <strong>de</strong>(positieve) attitu<strong>de</strong> van commissarissen en collega-directeuren jegens <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapkunnen bevor<strong>de</strong>ren.In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats kan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> bevor<strong>de</strong>ren dat er directe contacten tussen commissarissenen OR plaatsvin<strong>de</strong>n of tussen OR en collega-directeuren (in geval er bijvoorbeeldportefeuillever<strong>de</strong>ling bestaat tussen verschillen<strong>de</strong> directeuren in eenzelf<strong>de</strong>raad van Bestuur van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming). We bevin<strong>de</strong>n ons hier op een zeer precair terrein,zo bleek ook uit eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek in het verle<strong>de</strong>n (o.a. J.Z. Heijink, <strong>De</strong> Drie Ra<strong>de</strong>n,1988). <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> is <strong>de</strong> spil in <strong>de</strong> driehoek tussen commissarissen, bestuur enme<strong>de</strong>zeggenschap en gevoelig voor bipartite contacten tussen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re actoren. <strong>De</strong>mogelijke gevaren moeten wor<strong>de</strong>n gekanaliseerd ten faveure van een sterke impuls voor<strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> besturing als <strong>de</strong> drie ra<strong>de</strong>n in goe<strong>de</strong> communicatie overeenstemmenover <strong>de</strong> strategie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming.71


9.3 Uitkomsten voor beleid op macro-niveauEen belangrijke voorwaar<strong>de</strong> voor goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap op on<strong>de</strong>rnemingsniveauis <strong>de</strong> positieve houding van commissarissen en collega-directeuren overme<strong>de</strong>zeggenschap. <strong>De</strong>ze houding is <strong>niet</strong> alleen te beïnvloe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Meercentrale beïnvloeding van het algemene klimaat van <strong>de</strong> corporate governance van <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rnemingen lijkt ook in <strong>de</strong> re<strong>de</strong> te liggen. Kansen daartoe dienen zich aan. We refererenin dit verband aan <strong>de</strong> recente discussies over het share-hol<strong>de</strong>rs en stakehol<strong>de</strong>rsmo<strong>de</strong>l.We refereren ook aan ontwikkelingen ten aanzien van het innovatie-<strong>de</strong>bat en <strong>de</strong>erken<strong>de</strong> noodzaak tot meer sociale innovatie. Good practices van duurzaam on<strong>de</strong>rnemenen van geslaag<strong>de</strong> innovaties <strong>met</strong> gebruikmaking van goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> personeelsvertegenwoordigingen nieuwe vormen van me<strong>de</strong>werkersparticipatie kunnen in dat <strong>de</strong>batvan waar<strong>de</strong> zijn.9.4 Tot slotUit het on<strong>de</strong>rzoek komt naar voren dat <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die om zo maar te zeggen ‘me<strong>de</strong>zeggenschapmin<strong>de</strong>d’ (open, stimulerend en positief richting me<strong>de</strong>zeggenschap) zijn, meerinvloed van hun OR ervaren dan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die min<strong>de</strong>r positief ten opzichte van <strong>de</strong> ORstaan. Een belangrijke factor in <strong>de</strong>ze is een ‘actieve opstelling richting het goed functionerenvan <strong>de</strong> OR’, wellicht <strong>de</strong> belangrijkste voorwaar<strong>de</strong> voor goed overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> moet er zelf wat van willen maken.Goed overleg kenmerkt zich volgens dit on<strong>de</strong>rzoek door oplossingsgerichtheid vanpartijen, respect en vertrouwen in elkaar en het zich hou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> afspraken. Het gaatdus om betrouwbare en respectvolle partners. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zou hier gezien zijn meerinvloedrijke positie het initiatief moeten nemen. Hoe dat te verwezenlijken is, is nog<strong>niet</strong> zo eenvoudig. Wel blijkt uit het on<strong>de</strong>rzoek dat collega directeuren hier een sleutelpositiein kunnen vervullen. Vooral communicatie over <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van me<strong>de</strong>zeggenschapen het uitdragen van positieve ervaringen zou<strong>de</strong>n hierbij kunnen helpen.72


Al <strong>met</strong> al is het toch <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zelf die ervoor kan zorgen dat <strong>de</strong> OR zijn taken naarbehoren kan uitvoeren. Gaan<strong>de</strong>weg het on<strong>de</strong>rzoek kwam het beken<strong>de</strong> gezeg<strong>de</strong> op: elke<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> krijgt <strong>de</strong> OR die hij verdient!Bestuur<strong>de</strong>r en OR moeten onzes inziens <strong>met</strong> elkaar om <strong>de</strong> tafel om verwachtingen enwensen naar elkaar uit te spreken. Op <strong>de</strong>ze manier kan zonodig, een start wor<strong>de</strong>n gemaaktop <strong>de</strong> weg naar een voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming vruchtbare samenwerking gebaseerd opvertrouwen, betrouwbaarheid en we<strong>de</strong>rzijds respect.Dus: het versterken van me<strong>de</strong>zeggenschap is <strong>niet</strong> alleen wenselijk, althans voor diegenendie <strong>de</strong> hiervoor geformuleer<strong>de</strong> uitgangspunten on<strong>de</strong>rschrijven, maar het kan ook,het is te realiseren.<strong>De</strong> bal ligt wat dat betreft primair bij <strong>de</strong> bedrijfsleiding, bij <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in het bijzon<strong>de</strong>r.Het gaat <strong>niet</strong> vanzelf, het vraagt gerichte inzet, tijd en geld. Goe<strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapkomt <strong>niet</strong> vanzelf, is geen product van een goe<strong>de</strong> OR alleen, maar wordt gemaakt door<strong>de</strong> OR en <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> samen in een leerproces waarin we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen en respecten <strong>de</strong> juiste samenwerkingsvormen zich langzamerhand uitkristalliseren. <strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>heeft daarbij het voortouw. Maar het is geen kwestie van ‘snel binnenlopen’,<strong>met</strong> een simpele management truc kom je er <strong>niet</strong>.Dus: een (mid<strong>de</strong>n-) lange termijn perspectief moet wor<strong>de</strong>n gehanteerd, zeker door <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. En dat is in <strong>de</strong> huidige tijd geen gemakkelijke opgave.73


LiteratuurBodt-Kloosterziel, H.K. <strong>de</strong> (2003), Kwaliteitsbevor<strong>de</strong>ring me<strong>de</strong>zeggenschap. Gezamenlijkeaanpak gewenst. Werkdocument 303, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,‘s Gravenhage.Bruin, E., J. Cremers, J. Heijink, J. van <strong>de</strong>n Hoek, H. van <strong>de</strong>n Tillaart (2003), Scholing,begeleiding en on<strong>de</strong>rsteuning van on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n, Verslag van een uitgebreidGBIO-on<strong>de</strong>rzoek. Reed Business Information BV, ’s Gravenshage.Ganzevoort, J.W. (2003), Spiritualiteit in lei<strong>de</strong>rschap. Een verkenning van <strong>de</strong> betekenisvan spiritualiteit voor lei<strong>de</strong>rschap in organisaties. Titus Brandsma Instituut/Valkhofpers, Nijmegen.Hei<strong>de</strong>r F. The psychology of interpersonal relations. New York: Wiley, 1958.Heijink J.Z. (1988) <strong>De</strong> Drie Ra<strong>de</strong>n, het samenspel van Raad van Bestuur, Raad vanCommissarissen en On<strong>de</strong>rnemingsraad, Van Gorcum, AssenHeijink, J.Z. (1997) <strong>De</strong> on<strong>de</strong>rnemingsraad in <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>rkun<strong>de</strong>. In M&O, Tijdschriftvoor organisatiekun<strong>de</strong> en sociaal beleid, 51 o jrg, nr.3 mei 1997Heijink, Jan (2003) Een <strong>De</strong>ense les, me<strong>de</strong>zeggenschap: zwaktes en remedie. In Zeggenschap,Tijdschrift over arbeidsverhoudingen,14 e jaargang nr. 3, oktober 2003Heijink, J.Z. (2007) Monitor Belevingson<strong>de</strong>rzoek me<strong>de</strong>zeggenschap gemeente X, ongepubliceerdJansen, P.G.W. (2002) Organisatie en mensen. Inleiding in <strong>de</strong> bedrijfspsychologie vooreconomen en bedrijfskundigen. Nelissen, Soest.74


Kaar, Robbert van het, Evert Smit (redactie), Wout Buitelaar e.a. (2007) Vier scenario’svoor <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap, Eburon <strong>De</strong>lftKaar, R. van het, J.C. Looise (1999), <strong>De</strong> volwassen OR. Resultaten van het grote ORon<strong>de</strong>rzoek.Samsom, Groningen.Looise, J.C., J.Z. Heijink (1986), <strong>De</strong> OR en zijn bevoegdhe<strong>de</strong>n, Instituut voor ToegepasteSociale wetenschappen, Nijmegen.Looise, J.C., F.G.M. <strong>de</strong> Lange (1987), On<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n, <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en besluitvorming.Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen, Nijmegen.Looise, J.C., M. Drucker (2003), Dutch Works Councils in Times of Transition: TheEffects of Changes in Society, Organizations and Work on the Position of WorksCouncils, Economic and Industrial <strong>De</strong>mocracy, Vol. 24 (3); 379-409.Man, H. <strong>de</strong> (1985). Me<strong>de</strong>zeggenschap, besluitvorming en organisaties, COB/SER, <strong>De</strong>nHaag.Quinn, R.E. e.a. (2004), Handboek managementvaardighe<strong>de</strong>n. Aca<strong>de</strong>mic Service,Schoonhoven.Tillaart, H. van <strong>de</strong>n (1999), Macht, onmacht en <strong>de</strong>skundigheid van on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n.Verslag van een on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r 650 on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n, Tan<strong>de</strong>m Felix, Ubbergen.Tillaart, H. van <strong>de</strong>n, J. Cremers (red.) (2002), Invloed en herkenbaarheid van or-werk.Macht en onmacht herzien, GBIO-katernen, Elsevier bedrijfsinformatie BV, Doetinchem.75


Verhoeff, Arjen, Jan Heijink en Gerard Kraaijkamp (red), 2007 Meer waar<strong>de</strong> doorme<strong>de</strong>zeggenschap, SZW /AWVN, HaarlemVlist, R. van <strong>de</strong>r, H. Steensma, A. Kampermann, J. Gerrichhanzen (red.) (1995), Handboeklei<strong>de</strong>rschap in arbeidsorganisaties, Lemma, Utrecht76


Bijlage 1 – Aanpak van het on<strong>de</strong>rzoek; <strong>met</strong>ho<strong>de</strong>, steekproef en responsInleidingHet on<strong>de</strong>rzoek beperkt zich tot WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en vertegenwoordigers van me<strong>de</strong>zeggenschapsorganenvan mid<strong>de</strong>lgrote profitorganisaties van 50 tot 500 werknemers. Om<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen te beantwoor<strong>de</strong>n is gewerkt <strong>met</strong> een enquête op internet. Alvorenshiermee aan <strong>de</strong> slag te kunnen moesten <strong>de</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en <strong>de</strong> vertegenwoordigers(voorzitter of secretaris) van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen opgespoord wor<strong>de</strong>n. Immers<strong>niet</strong> in alle bedrijven <strong>met</strong> 50 of meer werknemers functioneert een OR of an<strong>de</strong>r me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan.WerkwijzeAankondigingbrief <strong>met</strong> antwoordkaartOm WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s op te sporen zijn algemeen directeuren van profitorganisaties <strong>met</strong>50 tot 500 werknemers aangeschreven <strong>met</strong> een aankondigingbrief en een verzoek om<strong>de</strong>el te nemen aan het on<strong>de</strong>rzoek. Bijgesloten zat een antwoordkaart waarop men aankon geven mee te willen werken aan het on<strong>de</strong>rzoek door mid<strong>de</strong>l van het opgeven vanhet e-mailadres van <strong>de</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en van <strong>de</strong> voorzitter of secretaris van het me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan.<strong>De</strong> emailadressen waren nodig om <strong>de</strong> geïnteresseer<strong>de</strong>n in heton<strong>de</strong>rzoek vervolgens een persoonlijke inlogco<strong>de</strong> te kunnen versturen waarmee <strong>de</strong> internetenquêtekon wor<strong>de</strong>n ingevuld. Er kon natuurlijk ook aangegeven wor<strong>de</strong>n dat menom welke re<strong>de</strong>n dan ook afzag van <strong>de</strong>elname van het on<strong>de</strong>rzoek. Een van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen dieexpliciet aangekruist kon wor<strong>de</strong>n, was <strong>de</strong> afwezigheid van een me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan.77


Telefonische ron<strong>de</strong>Met <strong>de</strong> bedrijven die <strong>niet</strong> reageer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> brief, is na enige tijd telefonische contactopgenomen om alsnog te vernemen of er een me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan was ingesteldvoor het betreffen<strong>de</strong> bedrijf en of men bereid was een internetenquête in te vullen.Webenquête on<strong>de</strong>r <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die overleg voeren <strong>met</strong> een OR 3<strong>De</strong> ervaring leert dat een telefonisch vraaggesprek - zeker <strong>met</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s - <strong>niet</strong> langmag duren en als bijkomend na<strong>de</strong>el heeft dat respon<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n overvallen <strong>met</strong> vragenwaar <strong>niet</strong> over nagedacht kan wor<strong>de</strong>n. Vragen over lei<strong>de</strong>rschapsstijlen en rollen van<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s richting OR lenen zich <strong>niet</strong> voor behan<strong>de</strong>ling in een telefonische enquête.Daarom is er voor gekozen om na <strong>de</strong> verkregen toezegging tot <strong>de</strong>elname aan het on<strong>de</strong>rzoek<strong>met</strong> een webenquête ver<strong>de</strong>r te gaan.<strong>De</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> antwoordkaart of telefonische ron<strong>de</strong> hebben aangegevenver<strong>de</strong>r mee te willen werken aan dit on<strong>de</strong>rzoek, kregen via een e-mail een persoonlijkeinlogco<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> webenquête waarin on<strong>de</strong>r meer werd ingegaan op <strong>de</strong> posities, rollen,attitu<strong>de</strong>s en vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. Ook is informatie verzameld over lei<strong>de</strong>rschapsstijlenen an<strong>de</strong>re eigenschappen van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> die van invloed kunnen zijn ophet benutten van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap. We realiseren ons ter<strong>de</strong>ge dat een webenquête<strong>niet</strong> het meest geëigen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>l is om moeilijk te <strong>met</strong>en verschijnselen zoals lei<strong>de</strong>rschapsstijlen persoonlijkheidstype in beeld te brengen. <strong>De</strong> webenquête is echter vooralingezet als 360 gra<strong>de</strong>n scan van een veelheid van factoren die mogelijk van invloed zijnop <strong>de</strong> invloed en effectiviteit van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen. Via <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s isnamelijk ook informatie verzameld over <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n en inzichten van an<strong>de</strong>re relevanteactoren (RvC, MT, etc) voor zover relevant voor betrokken on<strong>de</strong>rneming. Tevens isgevraagd naar waargenomen veran<strong>de</strong>ringen op een aantal aspecten over een reeks vanjaren.3 <strong>De</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen waar <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in dit on<strong>de</strong>rzoek mee overleggen zijn in 85 procentvan <strong>de</strong> gevallen OR’en; bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re 15 procent gaat het om een COR, GOR, OC, PVT of een an<strong>de</strong>rebenaming zoals bijvoorbeeld een ROR (regionale OR). In het vervolg wordt alleen gesproken over <strong>de</strong>OR, ook waar een an<strong>de</strong>re benaming van toepassing zou zijn.78


Ook <strong>de</strong> me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen zijn via <strong>de</strong> e-mail voor het on<strong>de</strong>rzoek bena<strong>de</strong>rd. Alsoverlegpartner van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> hebben we ook bij hen informatie verzameld over <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Welke rollen, posities en opstelling ervaren <strong>de</strong> OR’en van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>?Welke verbeteringen zijn hierin wenselijk? Zijn er in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd veran<strong>de</strong>ringenbij <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> waargenomen? Hoe ziet <strong>de</strong> OR zijn eigen bijdrage aan <strong>de</strong> besluitvormingen besturing? Als respon<strong>de</strong>nt is <strong>de</strong> voorzitter of secretaris van <strong>de</strong> OR bena<strong>de</strong>rd.SteekproeftrekkingVoor het on<strong>de</strong>rzoek is een steekproef getrokken van 3000 adressen van mid<strong>de</strong>lgroteprofitorganisaties <strong>met</strong> 50 tot 500 werknemers uit het adresbestand van Cendris, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elvan TPG Post.Bij <strong>de</strong> steekproeftrekking en het verzamelen van informatie van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR’enuit mid<strong>de</strong>lgrote on<strong>de</strong>rnemingen is <strong>niet</strong> willekeurig getrokken. Er is voor gekozen omeen beperkt aantal, in omvang grotere sectoren in het on<strong>de</strong>rzoek op te nemen. Het gaatom: <strong>de</strong> industrie; bouw; reparatie/han<strong>de</strong>l; vervoer; verhuur/zakelijke dienstverlening enfinanciële instellingen.Binnen <strong>de</strong>ze sectoren is gestratificeerd getrokken naar drie grootteklassen:• bedrijven <strong>met</strong> 50 tot en <strong>met</strong> 99 werknemers;• bedrijven <strong>met</strong> 100 tot en <strong>met</strong> 199 werknemers en• bedrijven <strong>met</strong> 200 tot 500 werknemers.Op <strong>de</strong>ze manier kon er voor gezorgd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> grotere bedrijven,die in kleinere getale aanwezig zijn in Ne<strong>de</strong>rland, voldoen<strong>de</strong> door zou<strong>de</strong>n klinken in <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rzoeksresultaten. Hier komen we in het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk on<strong>de</strong>r het kopje representativiteitop terug.79


Van <strong>de</strong> 3000 aangeschreven bedrijven zijn er 31 brieven en antwoordkaarten onbestelbaarteruggestuurd. Van <strong>de</strong> overige 2969 organisaties heeft 10 procent gereageerd door<strong>de</strong> antwoordkaart te retourneren. Dit lever<strong>de</strong>:• 173 e-mailadressen op van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en/of on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n;• 44 organisaties gaven aan dat er voor hun vestiging geen me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaanwas ingesteld;• 85 bedrijven gaven aan <strong>niet</strong> mee te willen werken aan het on<strong>de</strong>rzoek.Van <strong>de</strong> overige 2667 is <strong>met</strong> 2358 telefonisch contact opzocht <strong>met</strong> <strong>de</strong> algemeen directeurof <strong>de</strong> secretaresse van <strong>de</strong>ze persoon. Dit lever<strong>de</strong> nog eens:• 450 e-mailadressen op;• 161 organisaties gaven aan geen me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan te hebben en• 1747 organisaties zijn herhaal<strong>de</strong>lijk zon<strong>de</strong>r succes gebeld of hebben te kennen gegeven<strong>niet</strong> mee te willen werken aan het on<strong>de</strong>rzoek.Dataverzameling en responsEerste dataverzameling en responsVan 623 van 3000 aangeschreven organisaties zijn e-mailadressen verzameld van <strong>de</strong>WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en/of <strong>de</strong> voorzitter of secretaris van het me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan (zieook bijlage 1). Bij sommige organisaties was zowel het e-mailadres van <strong>de</strong> WOR<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>als van <strong>de</strong> OR bekend. Bij an<strong>de</strong>re was alleen het e-mailadres van <strong>de</strong> OR of<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> doorgegeven. Ook kwam het voor dat alleen een algemeen e-mailadresvan een organisatie werd vrijgegeven.Alle e-mailadressen zijn voor <strong>de</strong> dataverzameling gebruikt en wel op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> manier.Via een algemeen e-mailadres van het bedrijf is zowel een e-mail voor <strong>de</strong> OR <strong>met</strong>inlogco<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> webenquête als een e-mail naar <strong>de</strong> WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> verstuurd. Ver<strong>de</strong>ris bij <strong>de</strong> OR’en en WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s kruiselings gewerkt. Daar waar het e-80


mailadres van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> bekend was, is via hem ook een e-mail uitgegaan voor <strong>de</strong>OR <strong>met</strong> het verzoek <strong>de</strong>ze door te sturen naar <strong>de</strong> voorzitter of secretaris van <strong>de</strong> OR envise versa.Al <strong>met</strong> al lever<strong>de</strong> <strong>de</strong> 623 e-mailadressen 216 volledig ingevul<strong>de</strong> webenquêtes van on<strong>de</strong>rnemingra<strong>de</strong>n(35%) op en 176 volledig ingevul<strong>de</strong> webenquêtes van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s(28%).Extra, twee<strong>de</strong> ron<strong>de</strong> dataverzameling en respons<strong>De</strong> respons van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s bleef geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van dataverzameling steedsver achter bij die van <strong>de</strong> OR’en. Het streven was in ie<strong>de</strong>r geval 200 ingevul<strong>de</strong> webenquêtesvan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s te verzamelen. Daarom is naast het adressenbestand van Cendrisin een later stadium ook gebruik gemaakt van een adressenbestand van <strong>de</strong> werkgeversorganisatieAWVN. AWVN kon <strong>de</strong> e-mailadressen van nog eens 342 algemeen directeurenleveren. Bij <strong>de</strong>ze personen is gezien <strong>de</strong> beperkte resteren<strong>de</strong> tijd voor het on<strong>de</strong>rzoekeen iets an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeksbena<strong>de</strong>ring gekozen. <strong>De</strong> algemeen directeuren hebbenvia een e-mail uitleg gekregen over het on<strong>de</strong>rzoek en hebben tevens in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> e-maileen persoonlijke inlogco<strong>de</strong> gekregen om via het internet <strong>de</strong> webenquête in te kunnenvullen. Van <strong>de</strong> 342 e-mailadressen kwam een klein <strong>de</strong>el van 20 onbestelbaar retour enze lever<strong>de</strong>n 28 ingevul<strong>de</strong> webenquêtes extra op.In totaal zijn gegevens verzameld van:• 204 WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en• 216 me<strong>de</strong>zeggenschapsorganen, veelal on<strong>de</strong>rnemingsra<strong>de</strong>n.<strong>De</strong>ze gegevens zijn afkomstig uit 333 bedrijven.Dit lever<strong>de</strong> vier respon<strong>de</strong>ntgroepen op:5. Bestuur<strong>de</strong>rs van bedrijven waarvan ook <strong>de</strong> OR aan het on<strong>de</strong>rzoek heeft meegedaan(N=87);6. Bestuur<strong>de</strong>rs van bedrijven waarvan <strong>de</strong> OR <strong>niet</strong> aan het on<strong>de</strong>rzoek heeft meegedaan(N=117);81


7. OR’en uit bedrijven waarvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s <strong>niet</strong> aan het on<strong>de</strong>rzoek hebben meegedaan(N=129);8. OR’en uit bedrijven waarvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s wel aan het on<strong>de</strong>rzoek hebben meegedaan(N=87).Kanttekeningen bij <strong>de</strong> dataverzamelingAl <strong>met</strong> al is <strong>de</strong> dataverzameling voor het on<strong>de</strong>rzoek een moeizaam proces geweest.Compliceren<strong>de</strong> factoren bij het opsporen van WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR’en zijn dat:• een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> arbeidsorganisaties dat op grond van het aantal werknemers verplichtis een OR in te stellen, dat <strong>niet</strong> hebben gedaan. Binnen <strong>de</strong>ze organisaties is daarmeeook geen WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> voorhan<strong>de</strong>n en• dat voor on<strong>de</strong>rzoeksdoelein<strong>de</strong>n <strong>met</strong> betrekking tot me<strong>de</strong>zeggenschap geen goedsteekproefbestand van arbeidsorganisaties beschikbaar is. Er bestaan geen bedrijven-,maar vestigingsbestan<strong>de</strong>n en <strong>niet</strong> alle vestigingen <strong>met</strong> 50 of meer werknemers hebbeneen eigen, zelfstandige OR ingesteld. Het komt <strong>met</strong> grote regelmaat voor dat een vestigingof bedrijfson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el geen eigen, zelfstandige OR heeft, maar een overkoepelen<strong>de</strong>OR voor meer<strong>de</strong>re vestigingen samen. Dit kan bijvoorbeeld opgaan voor vestigingenvan <strong>de</strong> supermarktketen Albert Heijn of <strong>de</strong> warenhuizen van Hema. Op grondhiervan zijn er veel min<strong>de</strong>r OR’en en WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s dan op grond van het aantalvestigingen verwacht mag wor<strong>de</strong>n.Een aanwijzing voor een groot aantal overkoepelen<strong>de</strong> OR’en hebben we gevon<strong>de</strong>n inhet feit dat circa 28 procent van <strong>de</strong> WOR- <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR’en aangeeft dat <strong>de</strong> OR eenwerkingssfeer heeft van 500 of meer werknemers, terwijl onze steekproef getrokken isuit vestigingen <strong>met</strong> min<strong>de</strong>r dan 500 werknemers.Er kan nog een an<strong>de</strong>re verstoren<strong>de</strong> factor meespelen namelijk, dat het steekproefbestandiets achter loopt op <strong>de</strong> actualiteit en <strong>de</strong> bedrijven door <strong>de</strong> verbeter<strong>de</strong> economie zijngegroeid. Toch is het onwaarschijnlijk dat hiermee verklaard kan wor<strong>de</strong>n dat bijna 30procent van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> bedrijven tot <strong>de</strong> grootteklasse van 500 of meer werknemersbehoort. Waarschijnlijker is het dat <strong>de</strong> oorzaak ligt in het feit dat we in het on<strong>de</strong>rzoekop zoek zijn gegaan naar WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s en OR’en en <strong>de</strong>ze <strong>niet</strong> op het niveau82


van een vestiging zitten maar op een hoger niveau in <strong>de</strong> organisatie. Bij <strong>de</strong> vraag naargrootte hebben we namelijk <strong>niet</strong> gevraagd naar <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> vestiging, maar naarhet aantal werknemers dat door <strong>de</strong> OR wordt vertegenwoordigd.Uit het on<strong>de</strong>rzoek blijkt ook dat bedrijven <strong>niet</strong> of nauwelijks (meer) reageren op verzoekenom <strong>de</strong>el te nemen aan een on<strong>de</strong>rzoek. Een voorbeeld hiervan is dat slechts 10procent van <strong>de</strong> aangeschreven bedrijven <strong>de</strong> moeite neemt om een kort antwoordkaartjein te vullen en te retourneren. Bedrijven wor<strong>de</strong>n veelvuldig gevraagd gegevens vooron<strong>de</strong>rzoek te verstrekken, zon<strong>de</strong>r daar direct belang bij te hebben of het nut ervan in tezien. Wat mogelijk ook geldt, is dat on<strong>de</strong>rzoek naar me<strong>de</strong>zeggenschap of wellicht me<strong>de</strong>zeggenschapin het algemeen een on<strong>de</strong>rwerp lijkt te zijn dat <strong>niet</strong> hoog op <strong>de</strong> prioriteitenlijstvan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s staat. Het invullen van een vragenlijst of webenquête kost tij<strong>de</strong>n dat is een schaars goed bij veel <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s.RepresentativiteitHiermee komen we op een volgen<strong>de</strong> punt, namelijk wat valt er te mel<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> representativiteitvan het on<strong>de</strong>rzoek.Zoals gezegd is er in dit on<strong>de</strong>rzoek een beperkt aantal sectoren opgenomen, namelijk:<strong>de</strong> industrie; bouw; reparatie/han<strong>de</strong>l; vervoer; verhuur/zakelijke dienstverlening enfinanciële instellingen. Uit <strong>de</strong> opgave van zowel <strong>de</strong> OR’en als WOR-<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s blijktdat in het on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> industrie is oververtegenwoordigd. 4 <strong>De</strong> vervoersector en <strong>de</strong>reparatie en han<strong>de</strong>l zijn on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd in het on<strong>de</strong>rzoek. Tabel A bevat eenoverzicht van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong> bedrijven naar sector.4 Dit was overigens ook al het geval op basis van <strong>de</strong> eerste dataverzameling via het algemene adressenbestandvan Cendris. <strong>De</strong> <strong>de</strong>elname van bij AWVN beken<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s heeft <strong>de</strong> oververtegenwoordigingvan <strong>de</strong> industrie nog enigszins versterkt. Overigens is <strong>de</strong> OR-dichtheid, dwz. het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>bedrijven die OR-plichtig zijn en waar ook daadwerkelijk een OR is ingesteld, in <strong>de</strong> industrie vanoudsher wat hoger dan in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re sectoren en zeker in <strong>de</strong> “jongere” branches in <strong>de</strong> sector dienstverlening.Ook dat verklaart een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> oververtegenwoordiging van <strong>de</strong> industrie.83


Tabel A – Organisaties in het on<strong>de</strong>rzoek naar bedrijfssector (in %)volgens opgave van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>svolgens opgave van <strong>de</strong>OR’enindustrie 37 29bouw 9 16reparatie/han<strong>de</strong>l 5 7vervoer 6 9financiële instellingen 5 7verhuur en zakelijke dienstverlening 15 9overig 23 23Naar grootte bezien zijn organisaties tot 200 werknemers en vooral die van 50 tot 100werknemers on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd in het on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> grotere organisaties oververtegenwoordigd.<strong>De</strong> betreffen<strong>de</strong> gegevens wor<strong>de</strong>n in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel weergegeven.Tabel B – Overzicht van <strong>de</strong> grootte van organisaties* in het on<strong>de</strong>rzoek naar het aantalmensen dat door <strong>de</strong> OR wordt vertegenwoordigd (in %)volgens opgave van <strong>de</strong><strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>svolgens opgave van <strong>de</strong>OR’enmin<strong>de</strong>r dan 50 werknemers 3 350 – 99 22 17100 – 199 18 26200 – 499 28 27500 of meer 29 27* Betreft sectoren: industrie, bouw, reparatie/han<strong>de</strong>l, vervoer, verhuur/zakelijke dienstverlening en financiëleinstellingen.Geeft dit on<strong>de</strong>rzoek een te positief beeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> in relatie tot hun OR?Ver<strong>de</strong>r blijkt uit het on<strong>de</strong>rzoeksmateriaal dat <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s die hebben <strong>de</strong>elgenomenaan het on<strong>de</strong>rzoek veelal positief zijn over hun OR.84


Tabel C – Oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> 204 <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s over het functioneren van <strong>de</strong> OR (in %)Bestuur<strong>de</strong>rs beoor<strong>de</strong>len het functioneren van <strong>de</strong> OR als:zeer goed 14goed 64matig 18slecht 5Het positieve beeld van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s blijkt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re uit het feit dat 78 procentvindt dat hun OR (zeer) goed functioneert (zie tabel C) en uit <strong>de</strong> veelal positieve opvattingendie <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s hebben over hun me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan (zie volgendhoofdstuk).Bij gebrek aan referentiegegevens kunnen we <strong>niet</strong> vaststellen of en in hoeverre onzeselectie van <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s op dit punt een vertekend, een wellicht te positief beeld geeftvan <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s in relatie tot me<strong>de</strong>zeggenschap. Aangezien personen die positiefstaan t.o.v. het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp van on<strong>de</strong>rzoek eer<strong>de</strong>r geneigd zijn aan het on<strong>de</strong>rzoekmee te werken, is een afwijking in <strong>de</strong>ze zin echter wel te verwachten.Al <strong>met</strong> al kan gesteld wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> in het on<strong>de</strong>rzoek betrokken bedrijven <strong>niet</strong> geheelrepresentatief zijn voor alle me<strong>de</strong>zeggenschapspraktijken in Ne<strong>de</strong>rland. Dit is echtergeen probleem. Het on<strong>de</strong>rzoek heeft immers <strong>niet</strong> als doel een representatief beeld tegeven. Het gaat in dit on<strong>de</strong>rzoek om het verbeteren van het inzicht in <strong>de</strong> invloed en <strong>de</strong>effectiviteit van <strong>de</strong> OR in relatie tot kenmerken van <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>. Wat we vooral willenweten, is op welke wijze <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> het functioneren van <strong>de</strong> OR beïnvloedt. Welkepraktijken, opvattingen/han<strong>de</strong>lswijzen, rollen en persoonlijkheidstypen etc. spelen hierineen rol?85


Bijlage 2.Vragenlijst <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> (<strong>met</strong> ingevul<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n) aangevuld <strong>met</strong> vragen specifiek ORvoorzitter/ secretarisBedrijfsgegevens1. In welke sector of branche is uw organisatie actief?In % Best OR 5Industrie -37- -29Bouw -9- -16Reparatie/han<strong>de</strong>l -5- -7-Vervoer -6- -9-Financiële instellingen -5- -7-Verhuur en zakelijke dienstverlening -15- -9-An<strong>de</strong>rs, nl …………… -23- -23-2. Is uw organisatie …..een volledig zelfstandige organisatie opererendop <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse markteen volledig zelfstandige organisatie opererendop <strong>de</strong> internationale markteen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een grotere on<strong>de</strong>rnemingopererend op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse markteen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een grotere on<strong>de</strong>rnemingopererend op <strong>de</strong> internationale markt-23--21--15--42-86


3. Hoeveel personen werken in uw organisatie?(Toelichting: het gaat hier om <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> organisatie waarvoor het me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaanwaar u als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> mee overlegt, is ingesteld)in % Best OR 6min<strong>de</strong>r dan 50 -3- -3-50-99 -22- -17-100-199 -18- -26-200-499 -28- -27-500 of meer -29- -27-4. Hoe is <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> omzet in uw organisatie? Er is sprake van:In %Groei (circa 5% of meer) -62-Stabilisering -34-Teruggang (circa 5% of meer) -4-5. Hoe is <strong>de</strong> winst/bedrijfsresultaat van uw organisatie over 2006 ten opzichte van 2005?In %gestegen <strong>met</strong> circa 10% of meer -39-(re<strong>de</strong>lijk) stabiel gebleven -47-gedaald <strong>met</strong> circa 10% of meer -14-6. Hoe staat uw organisatie er economisch gezien voor ten opzichte van 3 jaar gele<strong>de</strong>n?BestORveel beter -39- -36-enigszins beter -40- -38-<strong>niet</strong> of nauwelijks an<strong>de</strong>rs -13- -16-6 *Als een naar strekking correspon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> vraag aan OR-voorzitter is gesteld wordt het antwoordin een toegevoeg<strong>de</strong> rechterkolom vermeld.87


enigszins slechter -7- -8-veel slechter -2- -3-<strong>De</strong> me<strong>de</strong>zeggenschap1. Met wat voor soort me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan voert u overleg?In % Best OR 7OR -85- -87-OC -3- -4-GOR -4- -4-COR -4- -4-PVT -1- -1-an<strong>de</strong>rs, nl …………… -4- -1-In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> vragen wordt steeds gesproken van een OR. Indien u <strong>niet</strong> <strong>met</strong> een OR maar<strong>met</strong> een PVT, OC, COR, GOR etc. overleg voert dan dient u in <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re vragenlijst daar waarOR staat PVT, OC, COR, GOR etc te lezen.2. Uit hoeveel gekozen le<strong>de</strong>n bestaat <strong>de</strong> OR?……. aantal3. In welke hoedanigheid voert u overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR?algemeen directeur / general manager -64-directeur / manager P&O / HR -25-economisch of financieel directeur / manager -2-an<strong>de</strong>rs, namelijk …………. -8-7 Zie eer<strong>de</strong>re voetnoot88


4. Sinds hoeveel jaar voert u overleg <strong>met</strong> een OR?korter dan 1 jaar -6-1-3 jaar -22-4-6 jaar -25-langer dan 6 jaar -46-Specifieke vragen voor ORHoe lang bestaat er een OR (of an<strong>de</strong>r me<strong>de</strong>zeggenschapsorgaan) in uw organisatie?korter dan 1 jaar -1-1-3 jaar -8-4-5 jaar -5-6-10 jaar -16-10-20 jaar -25-langer dan 20 jaar -46-Hoeveel jaar me<strong>de</strong>zeggenschapservaring hebben <strong>de</strong> voorzitter en secretaris van <strong>de</strong> OR tesamen?korter dan 5 jaar -23-6-10 jaar -31-11-15 jaar -15-16-20 jaar -13-langer dan 20 jaar -19-Hoe is het gesteld <strong>met</strong> <strong>de</strong> werktijd die OR-le<strong>de</strong>n voor OR-werk kunnen vrijmaken in <strong>de</strong> afgelopen2 jaar? Het is......makkelijker gewor<strong>de</strong>n werktijd voor het ORwerkte gebruiken-17-<strong>niet</strong> veran<strong>de</strong>rd -55-moeilijker gewor<strong>de</strong>n werktijd voor het ORwerkte gebruiken-29-89


Vervolg vragenlijst <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>5. Hoe zou u het functioneren van <strong>de</strong> OR in 2006 omschrijven?zeer goed -14-goed -64-matig -18-slecht -5-6. Hoe is <strong>de</strong> OR het beste te typeren?BestORtoetsend/controlerend -41- -26-mee<strong>de</strong>nkend/mee-ontwikkelend in beleid -14- -23-bei<strong>de</strong> evenzeer -45- -51-90


7. Hieron<strong>de</strong>r staat een aantal visies op <strong>de</strong> OR. Kunt u aangegeven hoe u <strong>de</strong> OR in uw organisatieziet?(Toegevoegd antwoor<strong>de</strong>n op vraag aan OR: Kunt u aangegeven hoe naar uw mening <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong><strong>de</strong> OR in uw organisatie ziet?)ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong>a. als vertegenwoordiger van het personeel -46- (63) -43- (35) -1- (2)b. als een nuttig klankbord -23- (31) -67- (56) -11- (14)c. als een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om te horen water in het bedrijf of <strong>de</strong> instelling leeft-20- (31) -73- (56) -7- (14)d. als lastpost -4- (7) -15- (37) -82- (56)e. als een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om meer draagvlakvoor beleid te creëren-29- (24) -66- -5-f. als een goe<strong>de</strong> ‘sparringpartner’ -10- (12) -63- (56) -27- (32)g. als een vertragen<strong>de</strong> factor bij het nemen vanbeslissingen-5- (13) -32- (44) -64- (43)h. als noodzakelijk kwaad -3- (13) -11- (27) -87- (60)i. als een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> organisatieaan te passen aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n/wensen vanhet personeelj. als een goe<strong>de</strong> partner bij organisatieontwikkelingen/of het uitstippelen van hetlange-termijnbeleidk. als een <strong>de</strong>skundig orgaan dat goed op <strong>de</strong>hoogte is van <strong>de</strong> ontwikkelingen die relevantzijn voor het bedrijf-6- (5) -65- (55) -30- (40)-5- (9) -44- (37) -51- (53)-5- (11) -49- (53) -46- (36)l. als managementinstrument -3- (2) -52- (30) -46- (68)m. als een goe<strong>de</strong> mogelijkheid om informatienaar bene<strong>de</strong>n door te geven-11- (14) -60- (59) -30- (28)n. als iets dat meer kost dan het opbrengt -6- (8) -11- (25) -83- (67)o. als sociaal geweten van <strong>de</strong> organisatie -10- (8) -63- (58) -27- (34)91


An<strong>de</strong>re partijen1. Wordt er in <strong>de</strong> Raad van Commissarissen bij <strong>de</strong> bespreking van belangrijke besluiten geïnformeerdnaar het standpunt van <strong>de</strong> OR?Indien geen RvC, doorgaan <strong>met</strong> vraag 4.ja, altijd -27-ja, soms -48-nee, nooit -25-100<strong>niet</strong> van toepassing, er is geen Raad van Commissarissen-33-2. Bestaat er contact tussen <strong>de</strong> Raad van Commissarissen en <strong>de</strong> OR?ja, zowel formele als informele contacten -28-ja, alleen formele contacten -43-nee, geen contacten -29-3. Is me<strong>de</strong>zeggenschap van werknemers binnen <strong>de</strong> Raad van Commissarissen een issue vanbetekenis?ja, zeker -26-enigszins -38-nauwelijks of <strong>niet</strong> -36-4. Hoe staan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> partijen naar uw weten tegenover me<strong>de</strong>zeggenschap van werknemers?vooralpositiefneutraalvooralnegatiefweet <strong>niet</strong>/wordtnooit overgesproken<strong>niet</strong> vantoepassinga. an<strong>de</strong>re (collega-)directeuren -31- -47- -10- -4- -8-b. <strong>de</strong> brancheorganisatie -28- -36- -4- -20- -12-92


c. aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs -19- -43- -7- -9- -22-d. het managementteam -38- -51- -7- -4- -2-e. af<strong>de</strong>lingshoof<strong>de</strong>n -24- -54- -15- -4- -3-5. In welke mate heeft u in <strong>de</strong> afgelopen jaren on<strong>de</strong>rsteuning of advies gevraagd bij een van <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> partijen over omgang <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR of an<strong>de</strong>re zaken rond me<strong>de</strong>zeggenschap?ja, <strong>met</strong> enigeregelmaatja, inci<strong>de</strong>nteelnee, nooitgedaana. an<strong>de</strong>re (collega-)directeuren -24- -39- -37-b. opleidingsinstituut -4- -28- -68-c. werkgeversorganisatie -6- -28- -66-d. brancheorganisatie -2- -20- -78-e. organisatieadviesbureau -3- -12- -85-f. an<strong>de</strong>rs, namelijk ……………………………. -4- -7- -89-6. Vindt u dat u als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> een actieve rol speelt in het bevor<strong>de</strong>ren van het goed functionerenvan <strong>de</strong> OR?BestORja, zeker -73- -29-enigszins -23- -40-nauwelijks of <strong>niet</strong> -3- -31-weet <strong>niet</strong> -1- -1-7. Wat zijn sterke en min<strong>de</strong>r sterke punten van <strong>de</strong> OR?sterk neutraal zwaka. verga<strong>de</strong>rvaardighe<strong>de</strong>n -12- (20) -71- (71) -17- (10)b. on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsvaardighe<strong>de</strong>n -11- (21) -70- (61) -19- (19)c. relativeringsvermogen -24- (38) -43- (56) -34- (6)d. een helikopterview -8- (27) -42- (58) -50- (15)e. standvastigheid -36- (38) -58- (52) -7- (10)93


f. kan hoofd- en bijzaken goed schei<strong>de</strong>n -17- (40) -48- (49) -35- (11)g. goe<strong>de</strong> contacten <strong>met</strong> <strong>de</strong> vakbond -29- (29) -51- (36) -20- (35)h. goe<strong>de</strong> contacten <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban -36- (28) -52- (52) -12- (20)i. besluitvaardigheid -36- (37) -51- (57) -13- (7)j. veel inhou<strong>de</strong>lijke kennis op meer<strong>de</strong>re terreinen-22- (40) -51- (45) -27- (15)k. strategisch inzicht -5- (24) -42- (59) -53- (17)8. Op welk punten vindt u dat <strong>de</strong> OR zou moeten verbeteren?ja, vooral ja, ook nee, is <strong>niet</strong>nodiga. verga<strong>de</strong>rvaardighe<strong>de</strong>n -14- (11) -47- (61) -40- (28)b. on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsvaardighe<strong>de</strong>n -11- (27) -50- (52) -39- (21)c. relativeringsvermogen -25- (9) -44- (44) -30- (47)d. een helikopterview -35- (14) -48- (53) -17- (32)e. standvastigheid -3- (11) -23- (47) -75- (42)f. het schei<strong>de</strong>n van hoofd- en bijzaken -32- (15) -44- (45) -23- (40)g. contacten <strong>met</strong> <strong>de</strong> vakbond -3- (4) -11- (27) -86- (70)h. contacten <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban -26- (29) -41- (48) -33- (23)i. besluitvaardigheid -10- (12) -43- (46) -47- (41)j. inhou<strong>de</strong>lijke kennis op meer<strong>de</strong>re terreinen -18- (20) -49- (50) -33- (31)k. strategisch inzicht -34- (20) -51- (59) -15- (21)9. Met welke van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> uitspraken is <strong>de</strong> achterban van <strong>de</strong> OR het beste te typeren?BestOR<strong>de</strong> achterban is een kritische consument -16- -10-<strong>de</strong> achterban is betrokken -16- -7-<strong>de</strong> achterban ziet het OR-werk als ‘uitbesteed werk’ d.w.z. heeft <strong>de</strong> OR gekozenen vertrouwt erop dat <strong>de</strong> OR zijn werk goed doet-34- -48-<strong>de</strong> achterban is te typeren als ‘<strong>de</strong> beste stuurlui staan aan wal’ -13- -18-94


<strong>de</strong> achterban is <strong>niet</strong> betrokken, <strong>niet</strong> geïnteresseerd -21- -18-Specifieke vragen voor ORWaren er bij <strong>de</strong> laatste OR-verkiezingen meer kandidaten dan zetels, precies genoeg kandidatenof min<strong>de</strong>r kandidaten dan zetels?meer kandidaten dan zetels -42-precies genoeg kandidaten -33-min<strong>de</strong>r kandidaten dan zetels -25-Hoe vindt <strong>de</strong> communicatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban van <strong>de</strong> OR plaats?a. <strong>de</strong> notulen van <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ringen/ORverga<strong>de</strong>ringenwor<strong>de</strong>n gepubliceerdb. via een speciaal door <strong>de</strong> OR georganiseer<strong>de</strong>bijeenkomsten voor het personeeljanee-70- -30--23- -77-c. via een spreekuur van <strong>de</strong> OR -14- -86-d. OR-le<strong>de</strong>n nemen <strong>de</strong>el aan werkoverlegbijeenkomsten/lezenverslagen van <strong>de</strong>ze bijeenkomsten-37- -63-e. via aparte OR bulletins -70- -30-f. via dagelijkse werkcontacten van OR-le<strong>de</strong>n -76- -24-g. via het jaarverslag van <strong>de</strong> OR -60- -60-Hoe verloopt volgens u <strong>de</strong> communicatie <strong>met</strong> <strong>de</strong> achterban?zeer goed -1-goed -40-matig -52-slecht -6-zeer slecht -1-95


Zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> zaken wel of <strong>niet</strong> van toepassing op uw organisatie of OR?wel vantoepassing<strong>niet</strong> vantoepassinga. <strong>de</strong> achterban draagt regelmatig punten aanwaar <strong>de</strong> OR mee aan <strong>de</strong> slag kan of moetb. <strong>de</strong> OR treedt regelmatig op bij initiatieven/aangelegenhe<strong>de</strong>n van werknemersc. <strong>de</strong> achterban draagt regelmatig problemenaan waarvoor <strong>de</strong> OR vervolgens een oplossingzoekt-59- -41--61- -39--63- -37-Vervolg vragenlijst <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>Taakgebie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> OR1. In welke mate heeft <strong>de</strong> OR zich <strong>de</strong> afgelopen twee jaar <strong>met</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpenbezig gehou<strong>de</strong>n?ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong>a. arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, arbeidstij<strong>de</strong>n en/ofregelingen op personeelsgebiedb. bedrijfsstrategie, investeringen, businessplannen, nieuwe technologiec. reorganisatie, organisatiewijziging en/ofuitbestedingen-47- (46) -49- (50) -4- (4)-11- (18) -53- (55) -36- (27)-29- (34) -54- (41) -18- (25)d. fusies, overname, samenwerking/allianties -17- (23) -29- (25) -54- (52)e. arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n/ziekteverzuim -27- (22) -65- (69) -8- (9)2. Ten aanzien van het nemen van besluiten, welk effect heeft <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong>OR bij <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rwerpen gehad?besluit isinhou<strong>de</strong>lijkgewijzigd<strong>de</strong> implementatievanhet besluit isgewijzigdmeer communicatie/draagvlakvoor besluitgeeneffect/<strong>niet</strong> vantoepassinga. arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n, arbeidstij<strong>de</strong>nen/of regelingen op personeelsgebiedb. bedrijfsstrategie, investeringen, businessplannen, nieuwe technologie-38- (41) -18- (18) -33- (29) -11- (12)-2- (3) -3- (10) -47- (40) -48- (46)96


c. reorganisatie, organisatiewijzigingen/of uitbestedingend. fusies, overname, samenwerking/allianties-5- (10) -17- (17) -51- (36) -27- (38)-2- (4) -5- (12) -32- (21) -62- (63)e. arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n/ziekteverzuim -18- (15) -22- (20) -39- (42) -21- (23)3. In welke mate heeft <strong>de</strong> OR per saldo invloed op <strong>de</strong> gang van zaken in uw organisatie?BestORzeer veel -3- -1-veel -28- -31-<strong>niet</strong> zo heel veel -64- -61-(te) weinig -5- -7-Het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR1. Hoe vaak overlegt u doorgaans per jaar <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR?BestORéén keer per 4 weken of vaker -17- -18-één keer per 6 tot 8 weken -67- -59-ongeveer één keer per 3 maan<strong>de</strong>n -12- -18-min<strong>de</strong>r dan 4 keer per jaar -4- -4-2. Soms hebben <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s tussen of voorafgaand aan <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ringen formeel ofinformeel overleg <strong>met</strong> een of meer<strong>de</strong>re OR-le<strong>de</strong>n? Te <strong>de</strong>nken valt bijvoorbeeld tussentijdsoverleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> voorzitter en/of secretaris, <strong>met</strong> een agendacommissie of het dagelijks bestuurvan <strong>de</strong> OR. Wat is bij u van toepassing?BestORer is tussentijds informeel overleg <strong>met</strong> een ofmeer<strong>de</strong>re OR-le<strong>de</strong>n-72- -67er is tussentijds formeel overleg <strong>met</strong> een of -15- -17-97


meer<strong>de</strong>re OR-le<strong>de</strong>ner is tussentijds geen overleg <strong>met</strong> een of meer<strong>de</strong>reOR-le<strong>de</strong>n-8- -8-an<strong>de</strong>rs, namelijk ………………… -5- -8-3. Kunt u aangeven in hoeverre <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> uitspraken van toepassing zijn op uwoverleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR?ja, meestal soms nee / <strong>niet</strong>van toepassinga. <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en <strong>de</strong> OR zijn er doorgaans bei<strong>de</strong> opgericht om tot een goe<strong>de</strong> oplossing van zaken tekomenb. <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR tonen respect voor elkaarsstandpunt, ook als die verschillend zijnc. tij<strong>de</strong>ns het overleg komt vaak van alles op tafel,waar ik (we) van tevoren <strong>niet</strong>s over wist(en)d. <strong>de</strong> informatie die <strong>de</strong> OR krijgt, is altijd dui<strong>de</strong>lijken volledig-91- (83) -7- (17) -2- (0)-90- (71) -8- (28) -3- (2)-6- (6) -66- (67) -28- (26)-80- (30) -18- (58) -2- (12)e. tij<strong>de</strong>ns het overleg zijn er nogal eens conflicten -2- (2) -48- (62) -52- (36)f. we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen is <strong>de</strong> basis van het overleg -87- (70) -9- (24) -3- (5)g. <strong>de</strong> afspraken tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR in hetoverleg komen altijd dui<strong>de</strong>lijk op papierh. OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> hou<strong>de</strong>n zich aan <strong>de</strong> gemaakteafsprakeni. in het overleg komen vaak punten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>waarop direct een besluit genomen moet wor<strong>de</strong>nj. het overleg tussen <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> en OR heeft weiniggewicht; het gaat <strong>niet</strong> over <strong>de</strong> wezenlijke zaken van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingk. vrij brainstormen over toekomstplannen voor <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rneming lukt goed in <strong>de</strong> overlegverga<strong>de</strong>ringl. het overleg verloopt goed als bei<strong>de</strong> partijen zichhou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> formele procedures en <strong>de</strong> agendam. (informeel) vooroverleg heeft meer invloed dan<strong>de</strong> formele overlegverga<strong>de</strong>ring-85- (78) -12- (19) -3- (3)-95- (76) -4- (23) -2- (1)-6- (4) -68- (65) -26- (31)-5- (5) -36- (31) -59- (63)-15- (18) -45- (42) -40- (40)-44- (50) -29- (26) -28- (24)-13- (16) -52- (50) -35- (35)98


4. Kunt u <strong>met</strong> behulp van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> uitspraken aangeven of en in welke zin het overleg <strong>met</strong><strong>de</strong> OR in <strong>de</strong> afgelopen jaren is veran<strong>de</strong>rd?ja, zekerja, enigszinsneutraal,geenmeningnee,nauwelijksnee, integen<strong>de</strong>ela. het overleg is opener gewor<strong>de</strong>n -38- (36) -37- (33) -19- (20) -6- (9) -1- (2)b. <strong>de</strong> verhouding <strong>met</strong> OR (<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>)is verhardc. als OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> weten webeter wat we aan elkaar hebbend. als OR en <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> zijn we beterop elkaar ingespeeld geraakt-1- (2) -6- (9) -14- (19) -30- (30) -49- (39)-41- (31) -37- (42) -20- (20) -2- (6) -1- (1)-36- (27) -45- (41) -17- (23) -2- (9) -1- (1)e. an<strong>de</strong>rs, namelijk …….. -3- (2) -2- (4) -64- (72) -3- (5) -28- (18)5. Kunt u aangeven waarom het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR (<strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>)van karakter is veran<strong>de</strong>rd?Het overleg <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR is van karakter veran<strong>de</strong>rd omdat:ja, vooral ja, ook nee, is <strong>niet</strong>aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>a. <strong>de</strong> OR van samenstelling is veran<strong>de</strong>rd -18- (16) -43- (45) -39- (39)b. het economisch slechter gaat <strong>met</strong> <strong>de</strong> organisatieen dit <strong>de</strong> verhouding <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR meerop scherp heeft gesteld-2- (3) -11- (18) -87- (79)c. ik als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> teleurgesteld ben in <strong>de</strong> OR(<strong>de</strong> OR in <strong>de</strong> afgelopen jaren veel heeft bijgeleerd)-3-(17)-8-(63)-88-(21)d. ik <strong>de</strong> OR als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> heb leren waar<strong>de</strong>ren<strong>De</strong> OR en <strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> elkaar hebben lerenwaar<strong>de</strong>ren)-3-(20)-53-(56)-44-(24)e. <strong>de</strong> OR heeft laten zien dat hij een meerwaar<strong>de</strong>heeft voor <strong>de</strong> organisatie(<strong>de</strong> <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> heeft ingezien dat <strong>de</strong> OR eenmeerwaar<strong>de</strong> heeft voor <strong>de</strong> organisatie)-6-(14)-63-(50)-31-(36)f. samen <strong>met</strong> <strong>de</strong> OR besloten is het overlegan<strong>de</strong>rs vorm te geven-8- (7) -31- (12) -62- (81)g. an<strong>de</strong>rs, namelijk ……………….. -5- (4) -4- (5) -91- (90)99


Stijl van leidinggeven1. Hoe is <strong>de</strong> stijl van leidinggeven binnen uw organisatie het beste te typeren?BestORgebaseerd op het gezag en <strong>de</strong>skundigheid vaneen of enkele personengebaseerd op <strong>de</strong> taken en bevoegdhe<strong>de</strong>n zoalsin <strong>de</strong> organisatie vastgelegdgebaseerd op spreiding van bevoegdhe<strong>de</strong>n encoördinatie van overleg binnen <strong>de</strong> organisatie-11- -24--40- -48--48- -25-an<strong>de</strong>rs, namelijk ……………… -1- -3-2. Er kunnen grofweg 2 lei<strong>de</strong>rschapsstijlen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, namelijk:taakgericht en mensgericht lei<strong>de</strong>rschap.- Taakgericht lei<strong>de</strong>rschap is <strong>de</strong> mate waarin prestaties en <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> organisatieeen rol spelen.- Mensgericht lei<strong>de</strong>rschap is <strong>de</strong> mate waarin menselijke aspecten zoals <strong>de</strong> belangen vanme<strong>de</strong>werkers een rol spelen.Kunt u aangeven waar het accent ligt in uw stijl van leidinggeven? <strong>De</strong>ze stijl is:BestORdui<strong>de</strong>lijk meer taak- dan mensgericht -10- -41-enigszins meer taak- dan mensgericht -29- -28-bei<strong>de</strong> evenzeer -35- -24-enigszins meer mens- dan taakgericht -19- -5-dui<strong>de</strong>lijk meer mens- dan taakgericht -7- -2-3. Is het accent in uw stijl van leiding geven in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> jaren veran<strong>de</strong>rd?BestORja, is meer taakgericht gewor<strong>de</strong>n -15- -25-ja, is meer mensgericht gewor<strong>de</strong>n -24- -10-ja, is afhankelijk van <strong>de</strong> situatie meer of min<strong>de</strong>r taak of mensgericht -27- -20-nee, is <strong>niet</strong> of nauwelijks veran<strong>de</strong>rd -34- -45-100


4. Kunt u aangeven in hoeverre <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> rollen bij u als <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong> passen?ja, vooral ja, ook <strong>niet</strong>, nauwelijksa. een producent: heeft focus op doelen enresultaten van <strong>de</strong> organisatie,b. een <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>: analyseert, bepaalt <strong>de</strong> strategie,stelt prioriteitenc. een mentor: heeft oog voor belangen enverschillen in standpunten, toont betrokkenheid,schenkt een ie<strong>de</strong>r aandachtd. een coördinator: zorgt dat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneminggoed geolied loopt, zorgt dat af<strong>de</strong>lingen enme<strong>de</strong>werkers goed gecoördineerd en georganiseerdblijvene. een stimulator: moedigt aan tot initiatieven,probeert verschillen<strong>de</strong> meningen/i<strong>de</strong>eën in <strong>de</strong>organisatie boven tafel te krijgen.f. een innovator: zoekt naar nieuwe kansen enverbeteringen, zoekt bij problemen naar creatieveoplossingeng. een bemid<strong>de</strong>laar: heeft gevoel voor wat erleeft, probeert evenwicht te vin<strong>de</strong>n tussen verschillen<strong>de</strong>standpunten, zoekt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingh. een bootsman: kent <strong>de</strong> dossiers, voorkomtfouten en vergissingen, zorgt voor correcteuitvoering van zaken-34- (58) -62- (39) -4- (3)-59- (44) -38- (47) -3- (9)-26- (12) -68- (51) -6- (37)-27- (13) -59- (47) -14- (40)-50- (15) -46- (51) -4- (34)-42- (17) -50- (57) -8- (26)-29- (11) -54- (44) -18- (46)-12- (11) -42- (46) -47- (44)101


5. Met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> vraag willen we graag enig inzicht verkrijgen in persoonlijkheidstypenvan <strong>bestuur<strong>de</strong>r</strong>s. Hiervoor maken we gebruik van <strong>de</strong> 4 dimensies van Myers-Briggs. VolgensMyers en Briggs gebruikt elk mens bei<strong>de</strong> kanten van <strong>de</strong> dimensies, maar heeft wel een voorkeurvoor een van bei<strong>de</strong> kanten.Wilt u op elke dimensie aangeven of uw voorkeur meer of min<strong>de</strong>r uitgaat naar <strong>de</strong> kenmerkendie vermeld staat in kolom A of in kolom B?Kolom AExtraversieKenmerken:- gericht op externeomgeving,- voorkeur mon<strong>de</strong>lingecommunicatie- leren door te doen- initiatiefrijk, sociaalexpressiefObservatieKenmerken:- aandacht op watecht en feitelijk is- praktisch gericht- werkt stapsgewijsReflectieKenmerken:- analytisch <strong>de</strong>nken,- probleemoplossen<strong>de</strong>vaardighe<strong>de</strong>n- oorzaak-gevolgre<strong>de</strong>neringen- vastbera<strong>de</strong>nheid- eerlijk en re<strong>de</strong>lijkBeheersingKenmerken:- systematische aanpak,- or<strong>de</strong>ning, planning- vermij<strong>de</strong>n vanstress-situatiesSterkevoorkeurkolom AGeringevoorkeurkolom AGeringevoorkeurkolom BSterkevoorkeurkolom B-46- -40- -13- -1--32- -39- -27- -3--28- -45- -23- -5--15- -30- -39- -16-Kolom BIntroversieKenmerken:- voorkeur voorhet innerlijk,- voorkeur schriftelijkecommunicatie,- leren door te<strong>de</strong>nken- teruggetrokkenen rustig gedragIntuïtieKenmerken:- aandacht richtenop mogelijkhe<strong>de</strong>n- abstract en theoretischgericht- werkt van <strong>de</strong> hakop <strong>de</strong> takGevoelKenmerken:- sympatieke houdingaannemen- impact hebben opmensen- zich laten lei<strong>de</strong>ndoor persoonlijkewaar<strong>de</strong>n- streven naareensgezindheid- meevoelenPerceptieKenmerken:- spontaniteit,openheid- flexibiliteit- energie halen uitstress-situaties102


Persoonsgegevens1. Bent u een man of vrouw?man -94-vrouw -6-2. Hoe oud bent u?……. jaar3. Wat is <strong>de</strong> hoogste opleiding die u heeft afgemaakt?lagere school/lbo/mavo/vmbo -0-mbo/havo, vwo -8-hbo, universiteit -92-103


104

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!