11.07.2015 Views

Dalmeden - Gemeente Hengelo

Dalmeden - Gemeente Hengelo

Dalmeden - Gemeente Hengelo

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vervolgens heeft de gemeente nieuwe berekeningen laten maken waaruit blijkt dat ter plaatsevan het geprojecteerde woongebied de geurbelasting ongeveer 5,0 OU/m3 bedraagt. In dezeberekening is bij het bepalen van de factor "ruwheidslengte" rekening gehouden met een (nogte realiseren) houtsingel aan de zuidzijde van het agrarisch bedrijf aan de Schalmedenweg 21en de effecten als gevolg van de woningbouw in het gebied <strong>Dalmeden</strong>. "Ruwheidslengte" is deparameter voor wrijving in luchtstromen door obstakels waardoor er verdunning optreedt in desamenstelling van de lucht en daardoor in de stankbelasting.De raad van de gemeente <strong>Hengelo</strong> heeft op 9 September 2008 een geurverordeningvastgesteld op grond van artikel 6 Wgv waarin is bepaald dat voor het gebied <strong>Dalmeden</strong> inplaats van de in artikel 3 lid 1 sub a Wgv genoemde norm van 3 OU/m3 een waarde maggelden van 5,0 OU/m3. Deze verordening is gepubliceerd op 18 november 2008.Datum13.07.2010Kenmerk2010/099112Pagina3Uw kenmerkBinnen de termijn van terinzageligging van het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" zijn 7 brievenmet bedenkingen binnengekomen. In ons besluit van 15 September 2008, kenmerk2008/0134677, hebben wij geconstateerd dat een deel van deze bedenkingen gegrond zijn enaanleiding geven om aan onderdelen van het bestemmingsplan goedkeuring te onthouden. Deonthouding van goedkeuring heeft betrekking op enkele onderdelen van de voorschriften endelen op de plankaart die met rood zijn omlijnd. Bij ons besluit over de goedkeuring van hetbestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" hebben wij rekening gehouden met de vaststelling van degemeentelijke Geurverordening. Dit betekent dat wij zijn uitgegaan van een norm van 5,0OU/m3 als aanvaardbare geurbelasting binnen het woongebied <strong>Dalmeden</strong>, in het bijzonder inde deelgebieden Meander en Stromen.Tegen ons besluit om het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" grotendeels goed te keuren is dooreen aantal reclamanten beroep ingesteld. Van de ingestelde beroepen zijn in de loop van deprocedure ook weer een aantal ingetrokken. Uiteindelijk is alleen het beroep dat is ingesteldnamens de heer G.F.A. ten Dam gehandhaafd.De heer Ten Dam betoogt dat wij ten onrechte goedkeuring hebben verleend aan het plandeelmet de bestemming 'wonen - uit te werken' voor zover dit ziet op de plandelen Meander enWonen, die zijn gelegen in de nabijheid van zijn veehouderij. Volgens hem zal ter plaatse vande woningen geen goed woon- en leefklimaat kunnen worden gerealiseerd. In dit verbandwijst hij er ondermeer op dat geen onderzoek is verricht naar de cumulatie van stankhinder inverband met de overige veehouderijen in de nabijheid van het plangebied. Ook wijst hij eropdat geurverordening die op 9 September 2008 door de raad is vastgesteld, ten tijde van hetnemen van het goedkeuringsbesluit nog niet was bekendgemaakt en nog geen gelding had.Op 6 januari 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraakgedaan op het beroep van de heer Ten Dam. Zijn beroep is gegrond verklaard. Vervolgens isons besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan "<strong>Dalmeden</strong>" vernietigdvoor zover dit betrekking heeft op het plandeel met de bestemming 'wonen - uit te werken',wat betreft de deelgebieden Meander en Stromen.De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft daarbij overwogen dat indien de voor veehouderijentoepasselijke individuele geurnorm wordt overschreden, dit niet met zich meebrengt dat geensprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Evenmin kan er zonder meer vanuitworden gegaan dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan wordengerealiseerd als de voor veehouderijen toepasselijke individuele norm niet wordtoverschreden. De Afdeling Bestuursrechtspraak doet geen uitspraak over de vraag of in ditgeval ten tijde van het goedkeuringsbesluit de wettelijke norm van artikel 3 lid 1 van de Wetgeurhinder en veehouderij van toepassing is of de norm zoals is vastgelegd in degemeentelijke geurverordening. De Afdeling is van oordeel dat inzichtelijk had moeten wordengemaakt in hoeverre ter plaatse van het plangebied een aanvaardbaar woon- en leefklimaatkan worden gerealiseerd. Ook als in een verordening bepaalde geurnormen zijn vastgelegd,moet inzichtelijk zijn dat de toegestane milieubelasting in overeenstemming is met eeninrichting van het gebied die uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordeningaanvaardbaar is.e^)verijsselprovincie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!