12.07.2015 Views

Leidraad godsdienst - DPB Brugge

Leidraad godsdienst - DPB Brugge

Leidraad godsdienst - DPB Brugge

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De fundamentele bestaanscondities (onmisbare levensvoorwaarden) vormen de basisvoorwaardenvoor groei en zijn ook aspecten van groei. Kinderen moeten een evenwicht kunnen bereiken in despanning tussen vertrouwen en wantrouwen, en in het omgaan met mogelijkheden en beperkingen.Mensen stellen zich vragen als: ‘Wat zal de toekomst brengen? Is het leven betrouwbaar? Wie zal ikworden? Wat met lijden en dood? Is er reden tot hoop?’Kinderen hebben nood aan vertrouwen, zowel in de wereld waarin ze leven, als in zichzelf, ondanks ensoms ook dankzij grenzen en beperkingen.Groei is vooral geënt op de relaties die kinderen in toenemende mate willen en kunnen aangaan. Eentweede component (bouwsteen) is dan ook verbondenheid: met zichzelf, met anderen, metgemeenschappen en met de natuur en cultuur.Ook hier leven vragen: ‘Wie ben ik? Waarom ben ik zoals ik ben? Heeft mijn leven een bestemming?Wat maakt mijn leven zinvol? Wie is mijn naaste? Staan anderen mijn vrijheid niet in de weg? Bestaater een band tussen de mensen of is het ieder voor zich? Waarom vormen mensen gemeenschap? Moetik trouw zijn? Moeten mensen rekening houden met de natuur of mogen ze er mee omgaan volgenseigen goeddunken en voordeel?’Verbondenheid is niet enkel een component van groei in het leerplan; het perspectief van universeleverbondenheid is tevens een minimumvoorwaarde waaraan een levensbeschouwelijke optie moetbeantwoorden, opdat ze ondersteund en bevestigd kan worden in <strong>godsdienst</strong>lessen. Dit wordt bedoeldmet levensbeschouwelijke opvoeding in 'religieus' perspectief.Ten derde is het voor de groei van kinderen als mens en als gelovige essentieel dat hun gevoeligheidvoor het onderscheid tussen goed en kwaad gevoed wordt.Op dit terrein groeien vragen als: ‘Waarom zou ik rekening houden met anderen? Wie kan mij tot ietsverplichten? Welke waarden zijn belangrijk?’Tenslotte kunnen kinderen maar open komen voor het <strong>godsdienst</strong>ige als ze ook leren denken, voelenen spreken in een daartoe geëigende geloofstaal. Dit is voor kinderen een moeilijke taal, omdat zemetaforisch is en niet alledaags.Vraag is hier: 'Hoe vind ik mijn weg in de wereld van symbolen, geloofstaal, rituelen, vieringen?' Tochkunnen ze met symboliek leren omgaan.EEN EIGEN CHRISTELIJKE BIJDRAGE IN DIT GROEIPROCESNet als andere <strong>godsdienst</strong>en is ook de christelijke <strong>godsdienst</strong> een worsteling met algemeen menselijkelevensvragen. Dit betekent niet dat het christelijke geloof hiertoe mag herleid worden. Voor kinderen inhet lager onderwijs is het echter onmogelijk een totaalbeeld te geven van het christelijke geloof. Daaromwordt dit geloof ter sprake gebracht in functie van de levensvragen van kinderen. Het leerplan heeft eeneigen ‘christelijke’ benadering van de bovengenoemde componenten van levensbeschouwelijke enreligieuze groei (zie schema leerplan r.-k. <strong>godsdienst</strong>: rechtse kolom, p. 34-36).GROEIEN DOORHEEN DE LAGERE SCHOOLHet decreet basisonderwijs van 1997 spreekt niet meer van graden in het onderwijs. Toch gebeuren degroei en de ontwikkeling van kinderen in verschillende fasen. Het leerplan maakt daarom in de lagereschool onderscheid tussen drie ‘cycli’. Elke cyclus heeft zijn eigen karakteristieken (krachtlijnen) zowelvanuit de ontwikkeling van de kinderen als vanuit de eigen bijdrage van het christelijk geloven:<strong>Leidraad</strong> pastoraal en <strong>godsdienst</strong> - katholiek basisonderwijs bisdom <strong>Brugge</strong>Ontwerp 17 mei 2011 41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!