1nIh9JI

Niet al het erfgoed wordt in collecties als dusdanig bewaard. Zo zijn er ook bezoekerscentra enbedrijven die erfgoed van eten en drinken bezitten. Er is daarom nog een onderscheid gemaakttussen collecties, bezoekerscentra en bedrijven.Bij bezoekerscentra staat de beleving centraal waarbij het interactieve meer aandacht krijgt dan hetvoorwerp. De collectie is als het ware ondergeschikt en bevat een beperkt aantal objecten. In demeerderheid van deze bezoekerscentra zijn bedrijven de stuwende kracht. Deze centra hebben geenechte erfgoedwerking. Het erfgoed staat ‘ten dienste’ van andere prioriteiten zoals marketing (bijv.promotie, ontvangst bezoekers, etc.).Onder bedrijven bevinden zich ‘levende’ collecties, waarbij de voorwerpen nog steeds wordengebruikt, en daarnaast voorwerpen die als decoratie dienen of die het verleden van het bedrijfschetsen aan de bezoekers. Het gaat hier dikwijls om kleine verzamelingen, zoals die van de StokerijVan Damme (Balegem).De uiteindelijke lijst van de gekende toegankelijke voedingsverzamelingen bestaat uit 56hoofdcollecties, 80 deelcollecties en 38 minimale collecties. Dit maakt een totaal van 174verzamelingen verspreid over Vlaanderen en Brussel. Hiervan zijn 52 verzamelingen bezocht. Dezelijst geeft een momentopname weer en zal verder evolueren want het aantal relevanteverzamelingen is dynamisch. Zo zullen er nog collecties bijkomen en helaas ook verdwijnen.1.2.1.1 Overzicht collectiesGrafiek 1: aantal collecties over voeding, volgens provincie en categorieBij de hoofdcollecties ligt het zwaartepunt in West-Vlaanderen (25%), gevolgd door Limburg en Oost-Vlaanderen (beiden 19%). Antwerpen en Vlaams-Brabant komen achterna (beiden 14%). Brussel (9%)heeft het kleinste aantal collecties op zijn naam staan, maar de omvang van dit gebied is ook kleinerdan die van de provincies.Van de 56 hoofdcollecties zijn er vijftien die zich in nog actieve bedrijven bevinden. Het kan hier gaanom een kleine collectie of om oude werktuigen/machines die nog steeds in gebruik zijn. Neem debedrijven weg, dan liggen de verhoudingen anders. West-Vlaanderen (32%) komt nog steeds hetsterkst naar voor, gevolgd door Vlaams-Brabant (17%), Antwerpen en Limburg (beiden 14,5%),Brussel (12%) en Oost-Vlaanderen (10%). Tabel drie geeft een overzicht van de hoofdcollecties perprovincie.20