amsterdam.

Cin Ttoet jaar 1792, als noodhulp, ingevolge een aanfteiling'door Burgemeesteren, aan hem verleend, zonder immerdaarvoor eenig falaris, van ftadswege, te hebbengenoten; verzoekende daarom, dat het ulieden mogtebehaagen j om Commisfarisfen van gemelde Wisfelbank,te qualificeeren, van aan hem, op dezelve wijzeals aan zijn' Voorganger, den Burger Ifaac de Raziere,tot op zijn overlijden toe, is gefchied, een Jaarlijksdouceur of dedommagement, voor zijn generaal toezichten adfiftentie in de Boekhouders Kamer, te betalen.Alvoorens hieröp te rapporteeren * hebben wij gemeend,te moeten onderzoeken, waarin het douceuraan den overleden, de Raziere , Jaarlijks betaald,heeft beftaan, en om welke redenen hetzelve is toegeftaan;en het is ons bij dat onderzoek gebleeken, datop den 28ften Junij 1782, door Burgemeesteren, opde Requeste van gemelden de Raziere, is gerefolveerd,©ro aan hem toeteftaan, een Jaarlijks douceur van/400 :-eensdeels, omdat hij zijn' post reeds 42 Jaaren hadtwaargenomen, en ten anderen, om dat hij zig verpligtte,om tot eene generaale adfiftentie zig te laaten gebrui.ken; wijders nog dat op een tweede Request van meergemeldeIfaac de Raziere , Contra Boekhouder enNoodhulp van Boekhouders in de Wisfelbank, doorBurgemeesteren, op den 29 Julij 1790, al wederom isbeflooten, aan hem, boven zijn gewoone douceur, te /dedommageeren , Jaarlijks met ƒ600:—; bij dezelaatfte Refolutie, worden geene redenen, welken tot ditdedommagement aanleiding hebban gegeeven, gemeld,doch vermeent uw Committé dat deze hebben beftaan inaijn;5o jaarigen dienst en zeerhoogen ouderdom , welkehem noodzaakte zijne werkzeamheeden, als Contra-Boekhouder, tegen uitkeering eener gedeelte van zijnSalaris, door zijn confraters te laaten waarneemen,zijnde de post van.Noodhulp, federt dien tijd, doorden Burger Rompelman , zonder daarvoor eenige deminfte belooning van Stadswege, noch van de RaziereZeiven, te genieten, tot groot genoegen van Commisfa'-risfen, waargenomen.En nu zullende overgaan om t* voldoen aan den otfsop.