amsterdam.

C 413 )Stad, in zijn' post, als Secretaris van dezelve Kamerte zijn gefuspendeerd; met- verzoek, om de welmeeningdezer Vergadering te mogen verftaan, of hij gehoudenis, zich deze fuspenfie te laaten welgevallen,dan wel, of deze Vergadering, als zijne Committenten,oordeelt, dat hij, in zijne funétiën behoort t©blijven continuëeren; en ». het Bericht, door Commisfarisfenvoornoemd, daarop, in dato 17 Junij 1.1.,uitgebragt:GELIJKHEID, VRIJHEID,BROEDERSCHAP.AAN DE MUNICIPALITEITAMSTERDAM.VAHMEDEBURGERS!Het heeft ulieden behaagd, bij uwlieder apostillein dato 18 Junij 1.1,, in handen van de ondergetekendete ftellen, het Bericht van de Commisfarisfen vande Defolate Boedelskamer dezer Stad, op de Requestavan Johannes de Bruine, waarbij hij aan uwe Vergaderingte kennen geeft, door voormelde Commisfarisfenin zijnen post, als Secretaris van de voorfcbreeve Kamer,te zijn gefuspendeerd, en verzoekt, van uwliederwelmeening te mogen verftaan, of hij gehouden is,zich deze fufpenfie te laaten welgevallen? dan wel,of uwe Vergadering, als zijne Committenten, oordeelt,dat hij in zijne functiën behoort te blijven continuëeren?en omtrend welk Request, zowel als het daaropgevolgd bericht van Commisfarisfen, gijlieden hebtgoedgevonden, de confideratiën en het advies van de;ondergetekenden te requireeren.Zonder te treeden in een onderzoek der zaak, welkeaanleiding fchijnt gegeeven te hebben tot de fufpenfie,waar over de voornoemde Johannes de Bruine, zichbeklaagt, als welke niet, dan van ter zijde, inde bovengemeldeftukken wordt aangeroerd, vermeenen wij aanden eenen kant, dat evenmin aan Commisfarisfen vande Defolate Boedelskamer, als aan eenig ander Collegie,mag worden ontkend, het vermogen, om dezodanigen hunner Bedienden, welken zich aan eenigFf f 3* wan-