amsterdam.

C 191 )Dat de Reglementen, waarop Bosmeesteren zich beroepen,door de gezamentlijke Roêdraagende Bodenin der tijd, zijn ontworpen, en ter meerdere verzeekeringen onderling verband, op hun verzoek, doorBurgemeesteren en denOudraad, zijn gefunctioneerd,te weeten:1. Eene overeenkomst, dat dé reizende Boden, wanneerzijlieden tot Binnen-Boden optreeden, ten behoevenvan de Weduwe of Erfgenaamen van den genen , inwtens plaats zij fuccedeeren , zullen moeten betalen defomma van / 400: —, in dato 26 Januarij 1691.2. Welke overeenkomst in de Jaaren 1714 en 1715-,door de gezamentlijke Roêdraagende Boden, in diervoegenis gealtereerd, dat de jong/te aankomende li@(-draagende bode, aan, en in voegen voorj'chreeven, zoudebetalen ƒ 700: — , te vereffenen binnen één jaar, invier termijnen, van vierendeel jaars tot vierendeel jaars,te beginnen drie maanden na" zijn aankomst, zonderdaarvoor eene Quitantie van Bosmeesteren te mogenafvorderen; welke fomma van / 700:*-, moest vefitrekken,tot uitkeering aan de Weduwe, Erfgenaamenof rechtverkrijgenden van den overleedenRoêdraagendenBode , in wiens plaats hij jongst aankomendezoude zijn gefuccedeerd ; zijnde deze overeenkomtonderling nagekomen, tot dat dezelve, op verzoek dergezamentlijke Roêdraagende Boden, door Burgemeesteren,den 27ften April 1773, is gefanétiöneerd.3. Een Contract Reglement, door Burgemeesterenen denOudraad gefanétiöneerd,in dato 29April 1778betreffende het weekelijkste doene fournisfement, aande natelatene Weduwen der Stads Roêdraagende Boden,tot derzelver hertrouwen toe; welk fournisfement,voor iedere Weduwe, tot zes ftuivers 's weeksis bepaald; mids het getal der Weduwen, niet hoogerdan drie zoude bedraagen, wanneer die uitdeelina,onder de gezamentlijke Weduwen, moet worden verdeeld.4- Eene Conventie, (waarvan nogthands geen blijkente vinden zijn, dat dezelve door Burgemeesterenen den Oudraad, m den jaare 1726,zoude zijn bekragtigd}waarbij de Ordonnantie voor de RoêdraagendeBo-