amsterdam.

C *6 7)uitventen, zonder dat die Visch immer werdt gekeurd,waardoor dan al te dikwijls, flegte en bedorven VischonJer de Gemeente werdt verkogt.Uw Committé hierin willende voerzien, heeft noodiggeoordeeld, deze manoeuvre van de Vischjaagerste moeten tegengaan, en te zorgen, dat de Marktenrijkelijk, en van goede Visch werden voorzien, enhet is om die redenen, Medeburgers ! dat uw Committé,fchoon hetzelve het rechthadde,hun den Visch -handel, geheel en al te verbieden, den Schikker aanhet Tolhuis, den Burger Hendrik Ruytenberg, heeftgelast, aan de zogenoemde Vischjaagers één derde vandie Schelvisch, Stellingvisch genoemd, toetedeelen,wijl die foort, als de geringde in prijs, het gefchiktftevoorkwam, om onder den minvermogenden Burger tekunnen worden uitgefleeten , terwijl hij nogthandsmoest zorgen, dat geen andere Visch aan hun werdttoegedeeld, als zodanige, welke goed en eetbaar is,om de gezondheid der Ingezetenen niet te benadeelen;voords , dat onder die zelve, bepaaling, de overigeStellingvisch, benevens de doode Corvisch, en levendigeSchelvisch, voor de Markten en voor de Joodenmoest worden verdeeld, zodanig, als bij zijne Inftruétieis omfchreeven. Eene andere reden waarom uwCommitté geoordeeld heeft, te moeten gelasten, deVischjaagers, het koopen van de Visfchers te beletten,is, dat de Vischjaagers, door voorkoop, zich van deVisch meester maakende, dezelve ongelijk veel duurerwordt betaald, en zij alleen, benevens de Visfchers,daarvan het voordeel genieten, terwijl de Burger daardoorwordt benadeeld , en altoos duure Visch moeteeten.Uw Committé heeft ook reeds de uitwerkfelen gezien,van de fchikking, welke hetzelve genoodzaaktgeweest is te moeten maaken, alzo het proefondervindelijkis beweezen, dat de Markten overvloediger vanVisch zijn voorzien geworden, en dat dezelven, overvloedigvan Visch voorzien zijnde, de Jukjesvrouwenaldaar de Visch komen koopen,en op verre na dezelvezo duur niet betalen, als zij verpligt waren bij de Opkoopersof Vischbaazen te doen , die met de, doorLI 3hun