amsterdam.

C 468 )fie zwaan gheid maakt, in dezen te beflisfen, ïn welkenpost de gemelde Siebel zal worden herfteld; en laathet dus aan de wijsheid van uwe Vergadering over,om deze moeijelijke zaak ten einde te brengen.Evenwel oordeelt zij het niet ongefchikt, uwe Vergaderingte moeten verzoeken , dat bij de aanftaandebegeeving der Ambten, een bijzonder reguard wordtgeflagen op het Request van hem, welken de plaats*vooxSiebel weder zal inruimen, en dus van zijn beftaanberoofd wórden; en verzeekert ulieden tevens, dat zijbeiden verdienen de vruchten der Revolutie te plukken;en met een bediening begunftigd te worden.Uwe Commisfie, welke zich zeer veel moeite in ditwerk heeft gegeeven , beveelt beide Burgers in uwliederattentie.Onderwerpende dit aan uwlieder meerder oordeel.Heil en Broederfchap!Amfterdam, 17 Julij 1799.N. VAN BLIJENBURGH»P. DIEPVEST.JAN WILLEM BOER.L, OGELWIGHT.J. D. DE VRIES.. J. D. JJEIMAN.GEORGE DECKER.Is, overëenkomftig hetzelve Rapport, beflooten,de remotiën van Fredrik Jacob Rocker, als Boekhouderen Opzichter over Stads Turf en Brandhout; Wou.ter van den Berg en Arent van den Berg, als Schipper!op Deventer; en Jacob Boddens, als Klerk ter ThefaurieExtraördinaris, intetrekken en buiten effect teftellen, en midsdien,dezelven in hunne voormelde pos^ten te herftellen:En is wijders, in aanmerking genomen zijnde datde perfoon van jan Fredrik Ernst Siebel, als ontzetzijnde van zijne beide posten, van Schipper op Utrechten Marktmeester van de Osfenmaikt, overëenkomftighet-