K ort VITRUVIUS NUMMER 6 JANUARI 2009zijn de gebruiksfasen binnen een begravingslandschap,wanneer kan men spreken vanhergebruik van oudere grafmonumenten enin welke vorm ‘eindigt’ grafveld, als ‘gestapelde’begravingslocatie of als een ‘ritueeltheater’? Op de schaal van de heuvel en hetgraf lag de nadruk vooral op de aangetroffendoden en hun bijgiften. De twee perspectievenvan interpretatie, de één vanuit debegraven mens en de ander vanuit het landschapzijn geïnspireerd door het boek Beyondthe Grave van Jonathan Last. 3 Een must voorde liefhebber.De meer theoretische gedachtes kwamen pasop de laatste middag goed op gang. Kennelijkwas de beschikbare tijd (20 minuten) tekrap om net iets verder te komen dan eenbespreking van de locatie, chronologie en hetgevondene. Toch bood het interessanteaanknopingspunten, als ‘eye opener’, maarook als inspiratiebron.Naast een serie onderzoeken waar door tracéaa<strong>nl</strong>egen woningbouw incomplete grafveldenaan het licht waren gekomen, kwamenvolledig gestripte landschappen voorbij. Zokiezen de Kentse archeologen voor het grootschaligope<strong>nl</strong>eggen van te bebouwen gebieden.Pas wanneer men zicht heeft op deverspreiding en aard van de archeologischesporen, wordt een besluit genomen. PeterClark gaf onmiddellijk toe dat het wel eendure aanpak is, maar weten waar de archeologieniet zit, is belangrijke informatie bijeen landschapsbenadering.De variatie aan begravingsvormen in Noordwest-Europaen de aanpak daarin, bleekeveneens zeer divers: van vlakgraven gevuldmet goedgeconserveerde skeletten of crematierestenzonder bijbehorend heuvellichaam totheuvels die op minutieuze, tell-achtige wijzeworden afgepeld, tot het aa<strong>nl</strong>eggen van eendiepe sleuf dwars over een grafheuvel op deRussische steppe om zo snel het centralewagengraf vrij te leggen.In de afsluitende discussie werd benadruktdat het zinvol zou zijn dat volledig geaccepteerdebegrippen als ‘Gründergräber’ en‘continuiteit’ opnieuw bezien zouden moetenworden. Het zijn misschien meer ónzeconcepten dan die van de begravingsgemeenschappenuit het verleden. Zijn de oudstebegravingen wel echte grondleggers? Alertheidblijft geboden.Ik kijk uit naar de publicatie van alle bijdragen;het wordt vast een mooi, degelijk Duits/Frans boekwerk, waarin het laatste woord overbegravingslandschappen nog niet gezegd is.LIESBETH THEUNISSEN is senior onderzoekerPleistoceen Late Prehistorie RACM.1 www.lwl.org/LWL/Kultur/WMfA_Herne2 Smejda, L. (ed.), Archaeology of BurialMounds, Plzen, 2006.3 Last, J. (ed.), Beyond the grave. NewPerspectives on Barrows, Oxford, 2007.R ecentV erschenenTITELAUTEURSUITGAVEDETAILSHandboek Duurzame MonumentenzorgEvert Jan Nusselder, Huub van de Ven, Michiel Haas en Birgit DulskiSBRGenaaid gebrocheerd, 242 pagina’s, full colour, geïllustreerdISBN: 978-90-5367-484-0. Prijs € 125,-Het Handboek DuurzameMonumentenzorg is met rechteen ‘monumentale’ handleiding.Dit naslagwerk laat zien dat juistbij monumentwaardige of waardevollehistorische gebouwen dekansen voor duurzaam bouwenongekend groot zijn! Het boekis mede mogelijk gemaakt doorde Rijksdienst voor Archeologie,Cultuurlandschap en Monumenten(RACM) en de Rijksgebouwendienst(Ministerievan VROM).Het handboek DuurzameMonumentenzorg is praktischvan opzet. Praktijkvoorbeeldenschetsen hoe u met één strategieverschillende oplossingen vooreen dumo-vraagstuk kunt vinden.In totaal zijn 20 strategieën ontwikkeld.Strategieën, die rechtdoen aan het behoud van demonumentale waarden én hetmilieu.Dit boek gaat uitgebreid in opde vraag hoe geavanceerdetechnische (dubo-)oplossingeninpasbaar zijn in monumenten.En hoe u om kunt gaan metcomforteisen die ten tijde vande bouw van monumenten vaneen geheel andere orde waren.Een eeuwenoud pand blijft eeneeuwenoud pand. Maar van hethandboek Duurzame Monumentenzorg mag u verwachten datu verrassende strategieën aangereiktkrijgt voor uitee<strong>nl</strong>opendecomforteisen. Van het doos-ineen-doosconcepttot de toepassingvan klimaatgevels. Van thermischebuffers tot reversibel bouwen.Het handboek bestaat uitdrie delen:– Een speciaal ontwikkeldDuMo-instrument. Een handigrekenmodel dat u in de praktijkkunt gebruiken om diverseDuMo-strategieën op hunwenselijkheid door te rekenen;Met die DuMo-coëfficient kuntu eenduidig communicerenmet de partners die bij verbouwbetrokken zijn.– Vaak voorkomende situatiesen mogelijke oplossingen;– Praktijkvoorbeelden dieinformeren én inspireren.10
R ecentV erschenenTITELPaard en landschap.Inspiratieboek met praktische tipsAUTEUR René Zanderink en Claartje van AndelRECENSENT Henk BaasUITGAVE Fontaine, ’s-GravelandDETAILS ISBN 978-90-5956-279-0VITRUVIUS NUMMER 6 JANUARI 2009Het zal misschien niet iedereenzijn opgevallen, maar we hebbener in Nederland een nieuw landschappelijk‘probleem’ bij: hetpaard. De voormalig Rijksadviseurvoor het landschap Dirk Sijmonshad het vaak over de horsificatievan het landschap, waarmeewerd bedoeld dat het aantalpaarden dusdanig toenam, datwe konden spreken van een‘landschappelijk probleem’.Immers, veel paarde<strong>nl</strong>iefhebberszijn in eerste instantie niet bezigmet het verfraaien van het landschap,maar met het uitoefenenvan hun sport. Of hun hobby, zou wilt. Het gevolg hiervan wasdat het aantal paarden vanaf 1985ruim vertienvoudigd is tot zo’n400.000 paarden. En die paardenstaan allemaal in maneges (1100),in paardenbakken of paardenveldjes.Door het ontbreken vanregelgeving over het uiterlijkvan bedrijven, kon ongemerkteen wildgroei ontstaan van witteDallashekken, prikkeldraad,mestsilo’s en oude roestige zeecontainers.Kortom: tijd vooractie! Een heus project Zorg voorPaard en Landschap is opgetuigd,dat maatschappelijk uiting moestgeven aan de problematiek diedoor de Minister van LNV wasverwoord in haar Visie Paard enLandschap (Den Haag 2006).Partners in dit project zijnLandschapsbeheer Nederland,Stichting Beheer Natuur enLandelijk gebied (SBNL) en deKoninklijke NederlandseHippische Sportfederatie(KNHS).En nu ligt er dan een boek,geschreven voor met name depaarde<strong>nl</strong>iefhebber. Het is eenboek met veel fraaie foto’s, va<strong>nl</strong>andschap en van heel veel paarden(zelfs één foto met een heusecowboy!). Maar het zijn welfoto’s die de mooie kant vanons landschap laten zien. Hetidyllische boere<strong>nl</strong>andschap, datbestaat uit bossen, hagen, lanenen houtwallen. In die zin laat hetboek zien hoe de initiatiefnemersvan het project het landschapgraag zouden willen zien, ee<strong>nl</strong>andschap waarin de paardenbakis geïntegreerd in het landschap,en waarin de paden zijn omzoomddoor karakteristiekebeplanting en streekeigen hekwerken.Een landschap waarineen ritje per paard een reis terugnaar vroeger is lijkt het wel.Jammer is dat er niet of nauwelijksaandacht is geschonken aande (architectonische) kwaliteitvan de gebouwen zelf.Het boek wil aantonen dat determ ‘verpaarding’ geenszins eenachteruitgang van het landschaphoeft te betekenen. Het boekbenadert de groei van de paardensectorals kans om iets tedoen aan de versterking van delandschappelijke kwaliteiten.Naast meer beschrijvende verhalenover landschap (met focusop beplanting), geeft het boekook veel praktische tips voorpaardenhouders, zowel professioneelals hobbymatig, over hoehet eigen erf en grond in terichten, op een zodanige manierdat recht wordt gedaan aan hetkarakter van het landschap.Per landschapstype is bijvoorbeeldaangeven welke beplantingkarakteristiek is, welke fruitsoortener voor komen, welkeflora kenmerkend is, welkeplanten giftig zijn, etcetera.Ook wordt ingegaan op natuure<strong>nl</strong>andschapssubsidies diebeschikbaar zijn.Het is te hopen dat de paardensector(3 procent van deNederlandse bevolking rijdt weleens paard) de signalen uit hetboek oppakt, want we zijn allemaalgebaat bij een mooi landschap.Jammer is wel dat deillusie wordt gewekt dat de paardenhouderije<strong>nl</strong>outer aan mooielandschappen zijn gekoppeld,ver weg van de stad, de stedelijkheiden de lelijkheid. Juist dataspect had meer aandacht verdiend.Maar het tonen hiervanhoort wellicht niet bij eeninspiratieboek?TITELAUTEURUITGAVEDETAILSOm een profiel der afgraving te bezien.Na 100 jaar terug naar DorkwerdWim A. Van Es, Egge Knol, Gert Kortekaas, Annet NieuwhofVereniging voor TerpenonderzoekPaperback, 196 pagina’s, full colour, geïllustreerdISBN: 978-90-8117-143-4. Prijs € 19,50Het bijzondere jaarverslag nr.92 van de Vereniging voorTerpenonderzoek is gewijd aande eerste afgraving van prof.A.E. van Giffen in Dorkwerd.Het aantekeningen-boekjevan Van Giffen is integraalafgebeeld, aangevuld met veelartikelen over Dorkwerd.11