Droogmaking_Plassen_1858
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
e
VI ISLA&<br />
A. AN<br />
UlTGEBRAG'l' DOOR<br />
DE 001111881E TOT ONDERZOEK OIITBENT DE DROOGIIAKING<br />
DJ!l'R<br />
bij 's loniogs beslnit wan t Jnnij <strong>1858</strong>.
..<br />
INHOUD.<br />
Bladz.<br />
Stand der zaak, v66r de benoeming der Commissie<br />
W erkzaamheden der Commissie . . . . .<br />
Algemeene regaling van bet verband der droogmakerij tot de verdediging • •<br />
~ijr..ondere<br />
opgave van vereischten in bet belang van de verdediging<br />
Id. Id. betreffende de eerst aan te leggen werken<br />
5<br />
6<br />
7<br />
,<br />
8<br />
Id. Id.<br />
betreffende de blijvende verpligtingen<br />
10<br />
Verklaring van bet plan . .<br />
Lengte der ringdijken. •<br />
Hoogte van dijken<br />
Dijksprofillen . .<br />
Rtaal waarop de dijken rusten<br />
.Dovr de droogmakerij ingenomen oppervlakte<br />
Diepte der plaSISen en mklinking der stiblaag<br />
-.<br />
"<br />
"<br />
,<br />
11<br />
,,<br />
,<br />
12
liUlO tT D.<br />
IV<br />
Bladz.<br />
Bemalingswerktuigen .<br />
Boezem waarop gemalen wordt<br />
Verkaveling . .<br />
Belangen van orogelegen Ianden •<br />
Opwaterhouding van dot'pen.<br />
's Gravelandsche vaart .<br />
Scheepvaarts-verkeer om en in de droogmakerij .<br />
,<br />
..<br />
13<br />
15<br />
16<br />
"<br />
19<br />
"<br />
,,<br />
Te verwachten vruchtbaarheid van den drooggekomen bodem •<br />
Raroing van kosten. .<br />
Overwegingen van de Commissie •<br />
Besluit.<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23
VREESWIJK, deA 6d~ September 1860.<br />
Meerma.len, en sedert ja.ren, is de droogma.king van de pla.ssen beoosten de Vecht ter<br />
spra.ke gekomen.<br />
De ondervinding van voortdurenden afsla.g aan hunne boorden, en de bezwaren die daaruit<br />
velerzijds ontstaan, deden telkenmale - wanneer zieh aanvragers om eoueessie tot hunne<br />
gedeeltelijke droogmaking voordeden- a.a.n de gewestelijke besturen van de provineien Noordholla.nd<br />
en Utrecht al bet wensehelijke gevoelen, da.t in het tot stand komen va.n die ondernemingen<br />
gelegen zonde zijn.<br />
Bij elke voorkomende gelegenheid van dezen aard bleek het echter al ra.s, dat men bier<br />
met geen gewoon geval van droogmaking te doen had; maar dat de droogmakerij , buiten<br />
en behalve aan de gewone voorwaarden, die nit den aa.rd van droogma.kerijen voortvloeijen,<br />
ook nog te voldoen had aan zeer bijzondere eischen: eischen voortsprnitende nit de omsta.ndigheid<br />
, dat de Staat in de onderhavige streek eene inundatie-Iinie gevormd heeft.<br />
Deze is meest bekend onder den naa.m van de nieuwe Hollandsehe waterlinie.<br />
Meestal bleek hat evenzeer dat de voorwaarden, welke voor hat behoud van dit mid del<br />
tot 's Lands verdediging tegen den vijand moesten worden gesteld, van dien aa.rd waren 1<br />
dat de toevoeging van de daa.ruit voortvloeijeiide kosten aan het reeds aa.nzienlijk bedrag,<br />
waarop de bunder drooggemaakt land, wegens de hooge wateropmaling 1 zoude te staa.n komen,<br />
hat voordeel der droogma.king geheel deed wegvallen.<br />
Daa.raan is het ongetwijfeld toe te schrijven , dat - met nitzondering van de bij<br />
Koninklijk be:Jlnit van 22 Januarij <strong>1858</strong> geeoneessioneerde droogma.kerij der Tienhovenscheen<br />
Maa.rsseveonsche plas -tot nog toe geen enkel dee! dezer zoo uitgebreide vlakte aan de<br />
droogma.king is overgegeven; en middellijk is het daaraau toe te sehrijven, da.t de afsla.g<br />
- gelijk vroeger bij de Haarlemmermeer - a.ls een iuwendige kanker blijft. voortwoeden.<br />
De eisehen, die om het belang van 's Rijks verdediging gedaan werden , waren verschillend,<br />
al naar het deel der plassen voor wier dTo.ogmaking concessie gevraa.gd werd ; zij drukten<br />
zwaarder op de ondememing naar mate dit deel een kleiner bundertal bevatte. Bovendien,<br />
al hadden de ondememers dar gcdeeltelijke droogmakerijen nit een fi.nantieel oogpunt aan<br />
die eiscb.en k.unnen voldoen, - zoo bleef nog altijd, bij desltundigen, de meaning bestaan 1<br />
dat de kraeht van de verded\,aing daarbij ear verloren dan gewonnen zou hebben.<br />
In dezen stand der za.ak mo'est bij hen, die de droogma.king om verschillende redenen<br />
wenschten 1 de vraa.g wel rijzen: of welligt betere uitkomsten zouden te verkrijgen zijn<br />
wanneer,- in tegenstelling van hetgeen tot nu toe, bij partiele aanvragen, gebeurd was,<br />
de geheele streek te gelijk en uit een meer algemeen oogpunt be.schouwd zoude worden?<br />
•<br />
&and tkrf.aahd
l<br />
11' M-RZ41UnkeMn del·<br />
Commissi~ en i'anlla<br />
,.e, &!»'tta11·s:.<br />
Men mogt toeh van zulk eene regaling verwacbt4n, dat eensdeels de kosten, noodig voor<br />
bet behoud der verdediging, omdat zij op een gro~~ bundertal ~ouden d_J;ukken, aanzienl~:jk<br />
lager zouden zijn ; en anderdeels, dat men beter m de ~elegenhetd zott ZIJD , de kraeht der<br />
linie met gunstig gevolg te beha.rtigen. ·<br />
Het zou dan bier zijn, even als hot meermalen gebenrt, dat. eene regeling der uitvoering<br />
van bet geheel de bezwa.ren opheit, die aan eene stuk.sgewijze behandeling zoo ligtelijk eigen zijn.<br />
Bij besluit v.an 1 Junij <strong>1858</strong> werd d\r Z. M. den Koning eene gemengde Commissie benoemd,<br />
in welke de verschillende betrokken belangen vertegenwoordigd waren.<br />
De leden der Commissie waren de liH :<br />
It~. W. CONRAD, als Voorzitter;<br />
.T. G. VA..'{ GENDT;<br />
W. C. P. baron VA~ REEDE VAN OuDTSHOOR~•<br />
W. s. VA!< DER HART BEEK;<br />
G. V. W. baron VAN' HE!ItERT TOT DI!
I<br />
7<br />
J<br />
De Commi'!sie meend.e, Ai{, indien een glohaal plan, waarvan de vervaardigiging, in den<br />
zm zoo als zij dat bedoelil:~~ne gemakkelijke taak scheen te zullen wezen ' inderd.aad tot<br />
stand kon komen, het verder op haren weg zoude liggen, om dat aan baar verslag toe te<br />
voegen. Want, zonder het denkbeeld toegedaa.n te zijn, dat oone latere uitvoering zieb in<br />
alle bijzonderbeden, (nogtha.ns beboudens de regelen der de&nsie) naar haar plan zoumoeten<br />
schikken , zoo meende de Com.missie dat bet zijn nut zou bebben om altbans de technische<br />
uitvoerbaarheid der onderneming door oon plan te bewijzen.<br />
Het op de gelithographieerde kaart vertoonde plan van droogmaking is in dien zin opgemaakt.<br />
Door bet uitdrukkeu der vereischten, waara ons plan ten opzigte van 's Lands verdediging<br />
voldoet , in een zoo eenvoudig mogelijk.en vorm, bij wijze van regelen , zijn wij gekomen tot<br />
de bepaling van hetgeen wij zouden kunnen noemen de grenzen, waar binnen zich ons ontwerp<br />
van droogmakerij beeft. bewogen.<br />
Wij achten het van belang die vereischten of regelen hier weder te geven.<br />
Tot baar regt verstand begumen wij met een denkbeeld te geven van het algemeen verband ,<br />
waa.rin de droogmakerij volgens ons ontwerp staat tot de linie van defensie.<br />
Dit komt hierop neder.<br />
Het gebeele terrein tusschen de Tienhovensche en 's Gravelandscbe vaarten is verdeeld in<br />
oostelijke en westelijke gedeelten , door middel van een doorgaanden d:ijk.<br />
In ons verslag zullen wij dezen dijk met den naam van slaperd:ijk van andere dijken<br />
onderscheiden.<br />
Daze deelen, elk afzonderlijk beringd, zijn op zoodanige wijze met elkander in watergemeenschap<br />
gehragt, dat de oostelijke deel.en door middel van dezelfde waterwerktnigen<br />
bemalen worden , die voor de 'vestelijke dienen.<br />
Er bes:taat een kenmerkend onderscheid tusschen de westelijke en oostelijke deelen.<br />
Het is dit:<br />
dat de westelijke deelen hooge ringdijken kunnen verkrijgen. (Daarvan maakt de slaperdijk<br />
een deel uit.) Hunne hoogte staat ongeveer gelijk met de-hoogte der V echtdijken tusscben<br />
Nieuwersluis en Nederborst-den-Berg. De ringdijken der oostelijke deelen, aansluitende aan<br />
den slaperdijk, zijn daarentegen eimige palmen lager.<br />
De westelijke of boogbedijkte deelen zijn gezamenJt"k ongeveer 3770 , de oostelijke of laagbedijkte<br />
evenzoo 1400 bunders groot.<br />
Bij inundatie der linie kunnen de westelijke deelen duadoende vrij gehouden worden van<br />
onde1·waterzet.ting; de oostelijke zijn er daarentegen in dat geval onvermijdelijk aan onderworpen.<br />
Met andere woorden: het wordt door den slaperdijk mogeqjk gemaakt, om in tijden van<br />
oorlogsgevaa.r, - wa.nneer het ter verdediging van den vaderlandscben bodem nood.ig is, de<br />
inundatie te stellen, - het grootste, en tcvens diepste, deel der droogmakerij aanvankelijk<br />
droog te houden; en om het welligt, bij het wijken van het oorlogsgevaar, geheel en al voor<br />
ouderwaterzetting te bewaren.<br />
Bij de inundatie van de oostelijke deeleu, moat de slaperdijk, voor welken de inundatiewa.teren<br />
aanvankelijk opgehouden worden, door fortep.. beschermd worden , ter plaatse van de<br />
accessen.<br />
Na de vermelding van deze algemeene regeling, kunnen wij overgaan tot de meer bijzondere<br />
opgave van de stra.b bedoelde vereiscltten.<br />
Terwijl deze betrekking hebben of op de werken die tot droogma.king moeten worden aangelegd'<br />
of op de verpligtingen die' na de voltooijing dier werken ' op de drooggemaakte land en<br />
blijven rnsten, zoo splitsen wij ze in deze beide soorten. -<br />
Bijzondere OJ?!J41Je<br />
t1tm t:weisclltm •n kt<br />
oelafi{J de,. difmsu.
Bijzontkre op,MJe Tot de eerste soort van vereischten, ~ijnde die welke de aan te leggen werken betreffen,<br />
betl'iffmde d8 «f"tt behooren:<br />
aa" t~ leJ!Jm ffJerll;m.<br />
8<br />
I. De droogmakerij van aile plassen beoosten de Vecht, gelegen tusschen de Tienhovensche-<br />
en de '& Gravelandsche vaarten, moet door een slaperdijk over de voile lengte van het<br />
noorden naar het zniden, dat is dus van de 's Gravelandsche vaart tot de Tienhovensche vaart,<br />
doorsneden worden.<br />
De kruin van dezen slaperdijk moet 0.50 el boven AP. gelegen zijn.<br />
Het beloop of de rigting van dezen slaperdijk moet zijn als volgt:<br />
a. Voor !let gedeelJe benoorden de Bloklaan en den Oud-Loosdrecktschen weg.<br />
Aansluiting aan den weg langs de 'sGravelandsche vaart, tusschen den Hollandschen<br />
W atermolen en de steenen schutsluis nit den Rollandsch-.A.nk:eveenschen polder in die vaart.<br />
Van daar, Iangs de westzijde van het dorp .A.nk:eveen tot aan de Ankeveensche schutsluis.<br />
Van daar, in eene regte rigting op een punt der Horstermeerkade, minstens 900 ellen van<br />
deze sluis verwijderd.<br />
De Horstermeerkade volgen, tot op een punt minstens 1000 ellen van de Roomsch-Katholijke<br />
Kerk van Kortenhoef verwijderd.<br />
Van daar, door het westelijk deel van den Kortenhoefsehen polder, in eene regte rigting<br />
op Kortenhoef; aldaar uitkomende tussehen de beide kerken, om yan daar bewesten Kortenhoef<br />
door te gaan tot aan de aansluiting van de Kortenhoef'sche Zuwe aan den Kortenhoefsehen<br />
weg.<br />
Van hieruit naar een punt in de Rade, of de provineiale grens van Utrecht en Noordholland,<br />
niet verder dan 1500 ellen van den korenmolen de Lelie, hetzi.j dwars door het<br />
oostelijk deel van de Kortenhoefsena plassen, hetzij eerst langs den Kortenh.oefschen weg<br />
naar den genoemden molen, om van dezen de Rade terug te volgen tot op voorgemelden<br />
afstand uit den molen.<br />
Uit dit punt in eene regte rigting dwars door de Vunten naar den Oud-Looadrechtschen<br />
weg, om aan te sluiten aan den te maken ringdijk benoo:rden Oud-Loosdrecht.<br />
Het punt van aansluiting za.l ten hoogsten op een af'sta.nd van 1500 ellen gelegen zijn van<br />
de aansluiting van den Oud-Loosdrechtschen weg aa.n de Blokla.an.<br />
b. Voor het geileelJe bezuiden de Blolclaan en den Oud-Loosdrechtschen weg.<br />
Aansluiting aa.n den te ma.ken ringdijk bezniden het dorp Oud-Loosdrecht in de onmiddellijke<br />
nabijheid van het laatstgenoemde aansluitingspunt van de noordel~jke droogmakerij.<br />
Van daar doo.r de Loosdr~htsche- en Breukelenveensche plassen in eene regte rigting naar<br />
de Tienh.ovensche vaart, om hier aan te sluiten aan den te maken ringdijk benoorden deze<br />
vaal"t, op een punt niet verder dan 1200 ellen verwijderd uit den Tienhovenschen weg.<br />
IL Het ten oosten van den slaperd~jk gelegen gedeelte der plassen mag niet anders drooggemaakt<br />
worden dan met dijken, wier kruinen 0.10 el .onder AP. gelegen zijn.<br />
Het aan deze bedijking te geven beloop is onder deze voorwaarde aan geene bepalingen<br />
gebonden.<br />
De bewesten den slaperdijk gelegen dijken knnnen de genoemde hoogte van den slaperdijk<br />
(0.50 el hoven AP.) verkrijgen, maar mogen niet hooger gemaakt worden.<br />
Hierva.n. zijn uitgezonderd die gooeelten, waar de aan geene bepaalde hoogte onderworpen<br />
Vechtdijk. tot de beringing dient.<br />
,
9<br />
Door de opgcgcven hoogten van dijken worden niat verstaan de hoogten, die zij bij den<br />
annleg zullen vorkrijgon, maar dio wclke zij beklonken uitcrlijk 5 jaron na den aanleg, en<br />
later niet mogen oversch1·ijden.<br />
ill. De slaperdijk moet beschermd worden door vijf forten, geplaat.>t als volgt:<br />
e~n op het •s Gravelandsche acce3;<br />
eon op bet A.nkevecnsche acces;<br />
dtln OJI ltut Xort®lloofeuliiJ li.OCOIJ ;<br />
l'tlll Oll J1~t };Oilllttr"olli801IO 1\Ct~lll! WII!Wbf,f IUlllftll 1\ll{C leud Wilt'll It LWOO IIWH.l~\mtk•lll1li111M1~1·<br />
11lnl~11, wijcl l»ljlUVIIUl' .00 ol om do htnnd~tfu .. wt~tot'tlft to koorun ult tlo IM1Sil Oud·<br />
l.uul!dl:coll t t~ 111.11.kon vaarten ; on<br />
cen op het '1'ienhovenst~he MOO&. wtuubij bul\oort cane !lchotbnlk·kcctlllui& I wiJd Ollf!UVt-01'<br />
4.60 el, in tle Tiunhovonsohe vnnrt, tegenovcr on nansluiwmle tmn den noordoost hol•k<br />
van do 'l'ieuhovonsche d.roogmll.kcrij.<br />
lV. De droogmaking dor plat~son mag in niet mee1• clan twea van elkauder geheel afge·<br />
&Ciwi1lon gotleolton plants llobbon. Grondduik01•a, die in goval van a.fgescheiden droogmakiug,<br />
ito poldm·wntor~n van hot noordolUko met hot ?.uidclijko gedeolte vet'Ccnigen , leveren geen<br />
hczwaar tun aan?Jicn dor dofonsio. Evcnmin be.'!taat cr te der.en aanzien bezwaa.r in eone<br />
(IroogmtLking van allos in ~on gcheel, door middel van een enkele beringing, behoudens de<br />
daal'stelling van den slaperdijk.<br />
De droogmaking van de bcoosten den slaperdijk gelegen godeelten, zonder droogmakiog<br />
van het bewesten den slape1·dijk gelegene, mag geen plaats hebben.<br />
V. Ingeva.l van afzonderlijke droogmaking van hot noordelijk gedeelte, moeten van de<br />
vijf sub lli genoemde forten, aileen de vier eerstgenoemde aangelegd worden, zonder de<br />
llaarhij vcrmelde l!cbotbalk·keersluizen te Loosdrccht.<br />
1ngova1 van afzot'ldul'lijko droogmnking van het zuidelijk gedeclte, moeten van do sub III<br />
gt.tt~~Mntlv fbrwn 1 l~lluen de boiue laatsie aangelegd worden 1 met de schotbalksluis in de<br />
Titmbovon,uliO vu.urt.<br />
Iugoval cone dur boidc dtoogmnkerijen ondernomen wordt, wanneer de andere reeds droog·<br />
gemaakt is I moeten de twcu sluisjes bij Loosdrecht genoemd sub nr, ter gelegenheid nm de<br />
laatste droogmakerij aangelegd worden.<br />
VI. Geene wegen of binnenwaterkecringen in de droogmakerijen 1<br />
met uitzondering van<br />
de reeds bestat\nde, Zl.tllcn moordere hoogre mogen erlangen dan 1.00 el boven het maaiveld<br />
noch ook hooger mogen zijn dan 1.00 el -;- AP.<br />
VII. In de inunda.tie·duikers bij de fo:rten en in de duikers in den slaperdijk zal gelegenlreid<br />
moeten zijn tot plaatsing van twee rijen schotbalken.<br />
~.
10<br />
te Ieggen ringdijken zoodanig zijn, dat zij aan beide zijden uit het bet:rokken fort kunnen<br />
worden bestreken. Bij het fort Spion moet de rigting van de dijken en van de daar langs<br />
loopende vaarten evenwijdig zijn en aa.nsluitende aan de Blokla.a.n.<br />
• .B~?J~rt· -' 0 JI!l4_~e De vereiscbten van de tweede soort, betreffende de verpligtlngen, die n& de droogmak:ing<br />
u~trt>.IJ e,..,e ut 6/f!- k .. 1·· · · d 1 d<br />
f'~ilde r~tpligtit~lfm. 0}> de droogma Cl1J-landen . moeten b !JVeD :rusteD, Z\)n 6 VO gen e:<br />
YerkltrA•~'f t'all !rPt<br />
pltrjl,<br />
X. De inundatie van bet gedeelte beoosten den slaperdijk moet gescllieden bij denzelfden<br />
maatregel, waarbij wordt overgegaan tot het stellen van de nieuwe Hollandsche waterlinie.<br />
XI. Eerst da.a.rna wortlt overgegaan tot het stellen der inundatie van het gedeelte bewesten<br />
den slaperdijk.<br />
Xll. Tot het stellen der immdatien, welke ook, zal de Regering de ringdijken en kaden,<br />
welke voor de vcrdediging hinderlijk mogten zijn, op zoodanige plaatsen doorsteken of afgraven,<br />
als zij noodig oordeelt; zoo om den toega.ng aan den vijand af te snijden als tot het<br />
stellen dc1· inundatie; en verder zal zij gebl'Uik maken van aile dtun·toe beschikbare middelen,<br />
met name van de in de droogmakerij voerende scheepvaarts-, inundatie- of uitwaterings-.sluizen,<br />
en van de werktuigen, die in gcwone tijden tot outlasting van het polderwater dienen.<br />
A.lsnu overgaandc tot de ve1·klaring van het in nevensga.ande kaart voorgestelde plan, zoo<br />
verwijzen wij in de eerste plaats naar de op de kaart in roode lijnen aangegeven rigtingen<br />
der dijken. Hat is hierbij ons hoofddoel a.an te toonen, op welke 'vijoo de droogmakerij,<br />
hoezeer gebonden doo1· de haar ge.stelde, en nu genoemde, enge grenzen, eehter in zamenstemming<br />
te brengen is met de belangen van a.fwate1·ing, scheepvaart en op-waterhouding<br />
van de omgelegen landen en dorpen.<br />
De mogelijkheid van deze zamenstemming slnit, niet minder dan die, om de droogmakerij<br />
met de belangen dcr defensie overeen te brengen, - aile finantiele beschouwing voor het<br />
oogenblik daargelaten - de leveusvraa.g in zich van eene bier tot stand te brengen ondernaming.<br />
Wij beginuen met de vermelding van eenige opgaven, die in besehrijvingen van droogmakerij-ontwerpen<br />
gcwoonlijk eene eerste plaats bekleeden.<br />
Le;1gte d!fr ,.;,1!1-<br />
dij.+en.<br />
De lengte
11<br />
achten w:ij 0.10 el onder .Ar. 1 "Zijnde het vcrpligte maximum voot• de dijken beoosten d~n<br />
slaperdijk 1 voldoende, in vet·band met de insta.ndhouding van behoorlijke wa.t~rpeilen van d«<br />
omringende la.nden, wa.arva.n ecne t.'l.bel op de kaa.rt is geplaatst.<br />
De slaperdijk zou gevoegelijk overa.l cene kruinsbreedte van 5 el kunncn bebben, met<br />
taluds aa.n beide zijdcn van 4 op 1. Een mindel' vlak b~loop is on1·aad7.aam .geacbt, omdat<br />
deze dijk ingerigt moct wezen op het gcmundecrd zijn, of aan ecne of an.n bcide zijdcn. Hoe<br />
vlakker bet b~loop is, hoe minder scbade d8.111'Mn kan worden toegebra.gt.<br />
De verdere ringdijken bebben, bij gelijke kruinsbreedte, om dezclfde reden aan de bilmenof<br />
droogmakerijzijde con gelijk talud; aan de buiten?.;ijde, wa.ar zij mee$tal door ringvaarten<br />
oiringslooten omgeven zijn, is dit talud 21; 2 op 1 gesteld; en wordt, waar biervoor gelegenbeid<br />
is, een berm bobouden van 1 el breedte 1 ter boogte van 0.50 a 0.70 el onder AP.,<br />
overeenkomstig de verschillende boogtcn der buit.cn-poldorpcilen.<br />
Omt.rent de taluds valt op te mer ken, dat zij als minimum besel1ouwd zijn voor de uicu w<br />
aan te leggen dijk$ligchamen; er zijn eebter vele plaatsen waar bet bestaande voorland , betzij<br />
a.an eene hetzij aan de beide zijden, als van zelf aanleiding gceft tot het verkl-ijgen van een<br />
zwaarder dijksligebaa.m met vlakker talud.<br />
Als regal is aangenomen, dat bet in deze streek voor bet verkrijgen van een voet voor<br />
op te plempen dijken genoegzaam is, den voet te storten met zand, tot. een bedrag van<br />
5 kubiek el per strekkende el.<br />
De ondergxonden zijn overal, wa.ar door de zaehte sliblaag been gcpeild is, vast bevonden. Stfwl 1va«rop tf~<br />
d ~ kl'-T.! .A.an meer an aan gewone lD • u.uUng s ch" IJnt 1 uer . met • ge d ac b t b e h oeven te wor d en; cr ls<br />
. ttuket/ ¥rtstl!1~-.<br />
geen vrees voor verzinkingen, die den aanleg op rijzen beddingen noodza.kelijk zouden maken.<br />
De zandstorting zal door de slib1aag beenzakken tot den vasten bodem , en alzoo eeu<br />
goeden voet vormen voor de opplemping der taluds.<br />
De hermslooten aan de binnenzijde der dijken zonden ~eschiktclijk op een afstand van<br />
6.00 el uit den binnent.een des dijks kunnen aangelogd \Vorclen.<br />
De oppcrvlakte water en grond, die de
IJieptc rkr pto. ssett ,<br />
'n inklinllhlf! tle1• tliblan.:J.<br />
12<br />
De diepten van den bodem der plassen, waarvan de toekomstigo droogmakerij-peilen en,<br />
in verband met de Vechtstanden, ook de hoogten van opmaling afha.nkelijk zijn, staan op<br />
de kaa.rt aa.ngeteekend.<br />
Zij zijn uitgedrukt in palmen beneden AP. De bovenste peil-cijfers op de kaart wij~n<br />
de diepte aan van het toekomstig maaiveld in de dt'oogmakerij, namelijk, wa.nneer de nu<br />
aa.mvezige sh"bbe zal beklonk.en ziju. De inklinking iS gesteld op de helft van de ml gemeten<br />
di.kte der zachte . sllblaag.<br />
De daa.ronder staande cijfcrs wijzen de dikte aa.n, die de sliblaa.g door hare inklinking<br />
tot de helft, verkrijgen kan.<br />
Dit cijfer toont dus, zooveel znlks vooruit ka.n geschieden, de dikte aan der V1'UChtbare<br />
aardlaag, die daardoor gcvormd wordt.<br />
De som dezer cijfers bepaalt de
13<br />
Kortenhoefsehe plassen . . • . . . .<br />
.<br />
~<br />
beoosten den slnperdijk.<br />
beweaten , ,,<br />
. 24 palmen .<br />
29<br />
"<br />
Loenerveensehe polder . 40 I)<br />
Yuntan • • • • . . . 28 .,<br />
Loosdreehtsche en Breukelerveensche polclera.<br />
~<br />
beoosten den slaperdijk.<br />
bewesten ,, "<br />
23 » •<br />
35 "<br />
Wij vermelden hier bijzonderlijk de eenigzins toenemende dikto der sliblaag naar mate men<br />
de V eeht nadert. Het is also£ de stoffen, die de slik vormen, en die voornaruelijk afkorustig zijn<br />
van den voortdurenden afslag aan damakkers en boorden, geneigd zij n zich naar de westelijk
14<br />
ea 1230 westclijk), is bcz"•aarlijk aan eone ande1•e plants dan die aan het oosteinde van de<br />
'V eersloot, voor het te bon wen werktuig te dcnken.<br />
'Vat het vcrmogen der werktuigen betreft, zoo merken wij aan dat wij gerekend hebben:<br />
1". op eene hoogte van opmaling bij het waterwerktuig te Ncderllorst-den-Berg van<br />
4..80 el onder .AP. tot gemid:oeken in het geven van een zoo klein mogelijk vermogen aa.n de waterwerktuigen. Bij bet<br />
aanwenden van stoomkraellt heeft men Yoor enkele duizeud gulden eone blijvende en stellige<br />
vermeerdering van paardekraehten, in een gebonw, da.t men toch moet stiehten, en zttlks<br />
:>;onder daarom te vervallen in yermee1·dering van bedienend personeol. ·<br />
Daarentegen, wanneor men later in :wa.terbezwa~r verkeert, heeft men de groots.te moeite<br />
en zorg, en gewoonlijk langdurige en grove winstderving, oor J;ncn tot vermeerdering van<br />
een genoegzaam wateropvoerend vermogen geraken ltan.<br />
Langs den aangewezen '}Veg is het noodige vermogen der stoomma.chines berekend op het<br />
volgende:<br />
Voor de machine bij Nederhorst-den-Berg 117 paardekrachten nominaal;<br />
idem bij Vreeland 112 paardekrachten, en<br />
bij de W eersloot 110 paa.rdekraehteu.<br />
Wanneer wij deze eijfers vergelijken en hunne kleine verschillen opnlerken, dan zijn wij<br />
niet vreemd aan bet denkbeeld , da.t het raadzaam kan zijn aan de drie machines een gelijk<br />
vermogen, en dan het gfootste der drie, te geven. 'Vat daardoor in kosten voor het aantal<br />
paardekrachten verhoogd wordt, zal zeer zeker ruim teruggevonden worden in de minder~t<br />
ko~ten van verva.ardiging en onderhoud van q.1·ie in nlles gelijke we~·kstuk,ken.
15<br />
V oor do koston der droogmaling, in zooverre deze door ve1·bruik van steenkolen ontstaan ,•<br />
is gerekend op eenc boeveelheid van ongeveer 3 kilo per uur en per paa.rdekracbt.<br />
Ook hierbij bebben wij niet hot kleine cijfer aa.ngenomen, dat men soms vermeld vindt<br />
jn de beschrijvingen van sommige werktuigen.<br />
Wij deden dit niet, onder anderen:<br />
1°. omdat die kleine eijfers dikwerf ba1·en oorsprong nemen uit proefuemingen, waa.rbij ,<br />
ge1ijk men gerecdclijk vcronder.stellen mag. alles zicb in de meest ge1·egelde orde er.<br />
in de beste omstandighcdcn bcvond; en<br />
2°. omda.t bij die p1·oefnemingcn gewoonlijk eene hooge opmaling plaats had, in den tij(l<br />
waarin de gewone drooghouding van den polder geheel of bijna geheel plaats gemaakt<br />
heeft voor de droog:ualing van den plae.<br />
De opmalingskosten zijn gedurende het begin der onl.lediging >eel grooter dan op hot<br />
eiude daarva.n; hetgeen veroorza.akt wordt
16<br />
na.bijheid van die pla.ats, nict andere dan hoog gcwenscht noemen, schoon wij haar niet<br />
onat$cheidelijk aan de droogmakerij verbinden.<br />
Jaren lang is over eene verbetering in dezen zin gesproken, gesehreven en ontworpen.<br />
Wij meenen dat de beide betrokken provineien , die elk zoovele belangrijke polders bezitten,<br />
waarvo9r nu reeds ecne verbetering _van dezen boezem verlangd wordt, en die de<br />
droogmaking der plassen niet anders dan gaarne zouden zion, geneigd zullen zijn, om dit<br />
nuttige werk te bevo!"deren.<br />
Het overlaten der verkaveling aan de koopers van drooggemaa.kte gronden is niet in het<br />
behtng der droogmakerij, omdat de goede en geregelde uitvoering van dit work van blijvenden<br />
invloed is op den spoedigon watertoevoer naar de bemalingswerktuigen.<br />
Wij hebben daal'Om, bij onze globale raming van kosten, de verka.veling gebragt ten laste<br />
van de droogmakerij; zoodanig, dat in den nagcnoemden prijs per bunder f 110 voor dit<br />
werk begrepen zijn.<br />
Wij 1·ekenen dat tot dien prijs, die f 8 hooger is per bunder dan hetgeen in der tijd voor<br />
de vorkaveling van den Zuidplas is uitgegevcn, eene geregelde verdeeling van het land in<br />
kiwels van 9.60 bunders zal kunnen plaats hcbben, onderverdeeld in akkers van 3.20 bunders.<br />
De gozamcnlijkc oppcrvlakte van de wate1·berging in de droogmakerij za.l bij het maken<br />
van togt-slooten breed gemiddeld 6.00 el 1 kavelslooten breed 3.50 el, scheislooten breed 2.50<br />
el, bermslooten langs de dijken breed 3.00 cl, en hoofdweteringen ter lengte van ongeveer<br />
12000 ellen, breed gemiddeld 11 el, (alles gerekcnd op de hoogte van zomerpeil) bedragen<br />
lft 2 van de totale oppervlakte. W anneor wij de verhooging van den '\Vaterstand in<br />
den 'vinter 0.25 el atellen, zal de waterberging bij winterpeil bijna I flO gedeelte der oppervla.kte<br />
bedragen.<br />
Ret is dit cijfer van liJo hetwelk ten grondslag ligt van de waterberging in de straks<br />
genocmde droogmakerij van den Zuidplas, en aldaar 1.titkomsten heeft opgeleverd, die ten<br />
opzigte der bemaling en wa.terberging weinig te wenschen overlaten.<br />
Belto~ifrlt IHJ 11 (;Ill·<br />
'{tf~'!CII f11n!fet1.<br />
Wij zijn thans gekoroen tot de behandeling van de zoo gewigtige o.angelegenheid der belangen<br />
van de omliggende landen.<br />
'Wij noemden daarvan reeds de afwatering, de schecpvaart en de op-water-houding der<br />
dorpen.<br />
De landen buiten de bcringing vallendc, op bet behoud van wier afwatering llier te lettcn<br />
valt, liggen zeer verspreid.<br />
Wij willen tha.ns achtereenvolgens de middelen aanduiden waardoor zij , bij droogmaking<br />
ncr pla.ssen, naar ons o01·deel, in hunnen waterstand geen na.deel, ja. veelal vorbetering zullen<br />
onde1-vinden.<br />
Uit de bijgevoegde kaart blijkt, dat zij veelal behooren tot nu geheel van elkancler afgeschciden<br />
polders. V oor sommigen is eene verandering , hetzij in htmne bemali:ng hetzij in<br />
llunne natuurlijke lozing, onvermijdelijk.<br />
In het algemeen moet zoo min mogelijk gebruik gemaakt worden van het laton a:floopen van<br />
het water
i<br />
17<br />
VaaJ•t, bedraagt, met iu'begt:ip van de kom van het dorp Kortenhoef, die op water moet gohoudcn<br />
worden 1 circa UO bundel'$.<br />
Deze overblijvonde oppervlakten moeten gelijk tot dnsvel'l'e, bemalen blijven. - Daartoe<br />
kan de llollandsehe wa.termolen, \Vaa.rmede Holland&eh-Ankeveen thans bemalen wordt, oostwa.arts,<br />
dat is hooger op do 'sC'..-ravelandsehe VM).-t, verplaat.~t worden.<br />
Het water kan eene gereede geleiding door de ringslooten vindcn, ~elke, door een grondduiker<br />
onder de 'sGravelaudsche vaart vereenigd, de wateren van bet dorp .A.nkeveen opnemen<br />
en zoo langs de oostelijke bedijking den molen bereiken.<br />
Het zomerpeil van den Kortenhocfachen polder is een duim hooger dan dat van den Stichtsch<br />
Ankeveenschen polder; en hct peil van dezen weder 15 duimen hooger tlan dat van Hollandsch<br />
Ankeveen. Om deze reden kan er hocgenaamd geen bezwaar in de goede uitwerking van<br />
deze verooniging zijn, die 292 bunders onder eene en dezelfde ben1aling zou brengen.<br />
Ook is de kraeht van den genoemdcn molcn daarvoor voldoende te achten; dewijl tegenwoordig<br />
cen aantal van 371 bunders door denzclven, onder gelijke omstandigheden, behoorlijk<br />
wordt bemalen.<br />
Wij hobbcn stra.ks gelegenheid om
18<br />
blik, daar wij om :rcdeuen, die wij daarvoor strah op zullen geven, geene gemoonschap van<br />
de bnitcnscheopvaart met
19<br />
Met nitzondering van een' der leden, was de geheele Commissie van oordeel, dat dnarvoor<br />
geen redelijke gJ."ond aa.nwezig is.<br />
Tot de vestiging van dit oordcel bij de genoemde moerderheid droeg, beha.lve het zoo even<br />
vermelde omtrent het afb.roken der 13renkelerveensche molens, ook voornameltjk bij de overwegingvan:<br />
1•. don hoogst ongunstigen toestand dier Ianden, als welke no reeds bemali.ng eiseht;<br />
2•. de uitspraak van deskundigen in ons midden, die afgeschei
20<br />
..<br />
Ook zou de droogmakerij, in het tegenovergesteld geva.l, bezwan.rd moote·u worden met de<br />
kosten van aanleg van niemvo, of van verbouwing van be3taande schutsluizen.<br />
Daarentegen is door de ringvaarten, fu verband met de bcstaandc Tienhovensche vaart,<br />
gezorgd voox· de bcvorde1ing van het v"11'keer te water, buiton om de droogmakerij en van<br />
de geheele strcek, die zich da.a1• om bevindt.<br />
Do x·ingvaarton langs de noordelijke en de zuidolijkc zijden van Oud-Loosdrecht, waarvoor<br />
eene breedte van minstens 8 ellen op den waterapiegel is geprojecteerd, stollen deze pll.\3ts<br />
door middel van eene tc bellouden vaart ten ·weston van de turfschnren en langs de Bloklaan,<br />
in onmiddellijk verband met de Vecht.<br />
Aa.n de oostzijde vereenigt zich de ten zuideu van Oud-Loosdrecht gelegen ringva.art met<br />
de ringvaart langs de meest oostelijke bedijking.<br />
Deze vanrt voert onmidde1liJ1t voorbij Niouw-Loosch"CCht tot in de Tienhovensche vaart.<br />
Ret bel10ud van de Tienhovensche vaart is gewaarborgd; terwijl aan bet scheepvaartsverkeer<br />
van de dorpen 's Gravoland, Ankovoen en Kortenhoef langs hunne gewone waterwegen<br />
geene verandering wordt toegebragt. De comm1micat.ie van de 's Gravelandsche- naar de<br />
Tienhovensche vaart verbetert in :1.:oovono, als nu een geregelde ringvaart in do plaats zaJ.<br />
treden van den ongeregelden en niet altijd geschik.ten waterweg over de pln.ssen.<br />
Hoewel de kosten vereischt voor de daarstelling van de scheepvaart van Oud-Loosdrecht<br />
na.a:r de Vecht, tnsschen de beide droogmakorijen door, vrij aanzionlijk zijn, en men zich<br />
sb:ikt genomen zo11 kunnen bepalen tot eene op-wator-houding van Loosdrecht tot aan den<br />
Horndijk, zoo hebben wij nogthans gemeend de voorkeur t.e moeten geven aan doze irii:igting,<br />
wnarvan llet denkbeeld reeds is aangegevon in cone keurige verllandeling met bijlagen, bevattende<br />
een overzigt over de droogmaking vau do plasseu onder Loosdrecht en Breukelen<br />
St.-Pieters, Joor den Heer B. DE Vnms, lid der Provinciale Staten van Utrecht.<br />
Door die inrigting wordt gclijktijdig met den aanleg der d1·oogmakerij de ontwikkeling van<br />
eeue nijvere streek bevorderd .<br />
.P~ -acllten Over de te verwachten Vruchtbaarheid van den bodem is bij de eene droogmakerij meer, bij<br />
'WIIC!tliaarkid dw<br />
fh.oo? fJel!omen !Joaems. eene andere wederom minder, maar bij geene enkele vooruit iets , met voile zekerheid te<br />
zeggen.<br />
Men kan daarin niet anders dan af'ga.an op hetgeen de waarschijnl.ijkheid op goede gx·onden<br />
aangeefl.<br />
In het onderhavige geval pleit voor de te verwachten vruchtbaarheid der bodems deze omstandigheid,<br />
dat er goen enkele droogmakerij is in de goheele droogmakerij-streek van Zuiden<br />
Noord.holland en van Utrecht, die niet, de een wat Vroeger de andere wat later (dikwerf<br />
naar ge1ang eener goede behandeling), goede Ian den oplevert.<br />
Deze omstandigheid stemt geheel overeen met den sedert jaren lang van ve1·schillende zijden<br />
gebleken ijver van zoo velen, die aanVl'agen om concessie tot droogmaking deden.<br />
Ook moet men de vruchtbaa.rheid der bod ems waarschijnlijk achten, omdat de in de diepte<br />
der plassen verzamelde slibbe opgebaggerd en naar elders vervom·d wordt, om als bemesting<br />
te dienen.<br />
In ons oog is de laatstgenoemde omstandigheid vooral daarom van waarde, omdat zij voor<br />
nagenoeg het geheel der oppervlakte geldt.<br />
Zij heeft dit v66r hoven het bewijs hetwelk men somtijds uit enkele grondboringen put, die<br />
slechts op enkele stippen kunnen gedaan worden, en daarom niet zelden tot verkeerde gevolgtl·ekkingen<br />
aanleiding geven.<br />
'Vij merken hierbij op, dat terwijl wij · goede verwachting koesteren van de aanwezigheid<br />
van vele slibstoffen, wij minder verwachten van den vasten bodem onder de slibbe, omdat die<br />
bodem, vooral in de het verst van de Vecht verwijderde gedeelten, niet uit klei, maar dikwerf<br />
uit zand vermengd met eenige klei bestaat.
21<br />
De globale begrooting der te maken werkcn, buiten de kosten van aa.nkoop van land en Ilamwgvan 4oatm.<br />
water, en buiten die van de daarbij behoorende sehaueloosstellingen 1 voert tot het eijfer van<br />
gemiddeld f 488 per bunder, voor de droogmaking van alles.<br />
Een 7-elfs globale aanslag van de zoo even genoemde kosten van aankoop enz. i-s hoogst<br />
moeijelijk. - Van daar d&t vcrsehillende ontwerpen van droogmaking in do ondcrhavige<br />
strook, door deskundigen of bela.nghebbenden gemnakt, on ter onzer kennis gekomen, in dit<br />
opzigt belangrijke verschillen aanwijzen. Wij treifen bijv. in een ontwerp van droogma1.ing<br />
van 2300 bunders een gcmiddeld cijfer van f 121 per bWlder aan, om daarmede de kosien<br />
van hct in bezit gera.ken van al bet nooiJ,ige land en water. en wat daarbij behoort., to bestrijden;<br />
in een ontwerp van 1830 andere bunclers, ondgens in nagenoeg dezelfdo omstandigbeden<br />
verkcerende, is f 82 daarvoor geraamd.<br />
Hoe dit zij; - dat het de zaak van de droogmaking t.e dezeu opzigte zeer bevorderen<br />
moet, wanneet· reeds dadelijk, bij bet geven ooner conecssie 1 de hulp der Regering uitdmkkelijk<br />
wordt toegezegd om te gcraken tot cene toepassing der onteigeningswet, dit komt ous<br />
voor aan goon twijfel onderhevig te zijn.<br />
De vooraf te doene pogingon tot het t.retfen van minnelijke scnikkingen erla.ngen door<br />
dit uitzigt een krachtigen steun.<br />
Volgena een opgemankten staat der oppervlakten, gegrond op de bescheiden, die daaromtrent<br />
van de provinciale archieven verhegcn zijn, zijn wij gekomen tot eon cijfer van f 1,460.000,<br />
om daarmedc den eigendom to verkt-ijgen van al hetgeen voor de uitvoering van ons plan<br />
van de droogma.king noodig is.<br />
Wij bebbon bij de raming van dit cijfe1· zulke gemiddolde waarden pe1· bunder aangenomen,<br />
die ons voor dezen globalen aanslag tha.ns veilig schenen; en daarbij ook gerekend op<br />
schadeloosstellingen, die in sommige gevallen aan particulieren of aan besturen wagons ver<br />
Z\vaard onderboud als anderzins zoudou nit te keeren zijn.<br />
Het eerstgenoemd cijfer van f 488 per bunder worclt door dit een en andor, onder bijl·ekening<br />
van rente-verlies, met f $10 verhoogd, en dus gebragt op f 798.<br />
Daze cijfers betretfen echter niet de kosten voor do ten behoevo van 's Lauds verdediging<br />
aan te leggen werken, in zoover namelijk, als de daarvoor te doone uitgaven door afzondel'lijke<br />
posten kunnen worden uitgedrukt.<br />
De kosten van aanleg van den slaperdijk met zijne schotbalkduikers, die het water van<br />
de oostelijke deelen dar droogmakerij met dat dcr westelijke in gemeenscbap steUen, ~ijn<br />
echter, om eene anders onvermijdelijke ingewikkeldheid to ontgaan, in het genoemde cijfer<br />
van f 798 wel opgonomen, en komen da.arin voor tot eon bedrag van circa f 45 over iedcren<br />
btmder van de droogmaking.<br />
Hat gedeelte benoorden en het gedee~te bezuitlen Oud-Loos
22<br />
dnikers, die den toevoer van het water der oostelijke gedeclten, door den slaperdijk been,<br />
naar de bemalingswe1·ktnigen mogelijk moeten ma.ken (pnnt I der vereiscbten) ; wijders op<br />
de insluiting in de droogmakerij van een aanzienlijk gecleelte bemalen wordend land, als<br />
gevolg van de verpligting tot bet geven van regte rigtingen aan de ringdijken, binnon den<br />
kring van 1200 ellen om do bestaande forten (zie p11Dt IX); verder, a.ls gevolg van dezelfde<br />
verpligting, op den onvermijdelijken aanleg van nienwe d\)"ksligchamen, dikwijls door middel<br />
van opplemping, waar men ze anders gebeel of gedeeltelijk zou bebben kunnen V'ermijden,<br />
door het volgen van bestaande grondslagen, onder anderen langs tegenwoo.rdige kaden.<br />
Is dit een en ander van invloed op de kosten ~an eersten aanleg, de Commissie mag niet<br />
ontveinzen, dat ook de verpligtingen, die voor bet vervolg van tijd op de droogmakerij blijven<br />
rusten {X-XII), invloed moe ten uitoefenen op de waarde van bet te verkrijgen land.<br />
De ongehoudenbeid van het Rijk tot het betalen van schadevergoeding aan de toekomstige<br />
eigenaars (zio punt XII), ingeval van inundatie ten nutte van 's Lands verdediging, zal de<br />
koopers der drooggemaakte landen verpligten om te 1·ekenen op bet bezwaar van de bet"Soolling<br />
der sehade aan doorgestoken en afgestroomde dijken, op de derving van opbrengat gedurende<br />
den onbepaalden tijd der onderwaterhouding, en ook op de kosten van het wederom op<br />
nieuw droogmalen der geinumleerde landerijen.<br />
'<br />
01JM'wtgi11gen<br />
it Oommisri~<br />
r.at~<br />
De Commic;sie heeft zicb na de a.fhandeling van llet vorenst.aa.nde, de volgende drie vragen<br />
gesteld:<br />
1o. Is bet voor het Rijk en voo1· de provincien Noordholland en Utrecht wenschelijk, dat<br />
de plassen beoosten de Vecbt in vruchtdra.gend land herscbapen wo1"
23<br />
degronden, die in bet eerst g$:1iddeld voo1· f 1S4 ?Jjn verkocht, thans tlooreen genomen f800<br />
a f 900 kunnen gelden, zoodat de 4148 btmders land, waaruit de Znidplns bestaa.t, een<br />
grondbezit van ru.im. 81/z millien 1vMrde voorstcllen. Wij zouden hct ovorbodig achten<br />
hi&r in eene ontwikkeling te tl·eden van de aanzionlijke bnten, die lang;; indirccten en dmcten<br />
weg jaarlijks in de schatkist vloeijen on de nation}\le inltomsten stijven.<br />
'Vij zijn het
24<br />
Van welke zijden de onder 2°. bedoelde subsidien zouden moeten komen, is een punt van<br />
veel gewigt. ..<br />
De Commissie, vermeenende dat de termen van hare benoeming mede brcngen, dat zij<br />
zich vooral had bezig te houden met het technische onderzoek, hee.ft het onvermijdelijke van<br />
subsidieren slechts in het algemeen wlllen aan"ijzen.<br />
Zij achtte bet buiten mm..>n werkkring gelegen, te treden in eene. bepaling van de hoegrootbeid<br />
van bet eubsidie, evenzeer als zij het buiten hare bevoegdheid meende te zijn om, in<br />
verband daarmedo, eene onderlinge verdeeling te ontwerpen van den te verleenengeldelUken<br />
bijstand.<br />
Met de aanbiediog van het vorenstaande meent de Commissie te moeten volstaan.<br />
Zij vertrouwt, dat or door het volbrengen van hare uitgebreide taak, eenig licht verspreid<br />
is over de zeer uiteenloopende belangen, die bij de droogmaking in deze streek betrokken<br />
zijn; en dat de uitkomsten van het haar opgedragen onderzoek znllen kunnen dienen tot het<br />
verkrijgen van een geschikten leidraad, zoowel bij het aanvragen als bij het verleenen van<br />
concessi en , die het droogmaken van plassen beoost.en de V ccht ten doel hebben.<br />
De Voorzitter,<br />
CONRAD.<br />
De Seet•etaris ,<br />
L. A. REUVENS.
BJJLA.GE II.<br />
BEGROOTING VAN · KOSTEN<br />
VOOU Din<br />
4
KOSTEN DER DROOGIAKERU<br />
(Met inbegrip van den slaperdijk, doeh ?.Onder verdet'C werken ten behoeve der verdediging.)<br />
~<br />
.<br />
NOORDELI.JK GEDEELTE • ZUlDELlJK GEDEELTE.<br />
AARD DER UITGAVEN. Westelijk Westelijk Westelijk Westelijk<br />
en<br />
en<br />
Oostelijk. afzonderlijk. Oosteljjk. af.tonderlijk.<br />
1 Bedijking en Ringvaarten . . . . f 340,946.00 f 3 tO. 701.00 f 266,609.00 f 232,049.00<br />
2 :Bemalingswerktuigen en toebehooren. . . . 347,500.00 250,000.00 179,000.0'0 137,000.00<br />
3 Droogmalil;lg . . . 57,000.00 4:5,600.00 24,940.00 21,960.00<br />
4 Overblijven.de Ianden • . . . 17,750.0
\VERKEN TEN BEHOEVE VAN 'S LANDS \'ERDEDIGI~G.<br />
(bnilen en he halve den slaperdijk.)<br />
BIJ GEHEELE DROOGMAKING:<br />
VJJF FoRTEN, op de kaart aangewezen met de n° 8 • 1-V.<br />
D n 1 E S CHO'l'BALKsr,u JZEN .<br />
.BJ,J DROOGMAKING VAN HET NOORDELIJK GEDEEL'l'E:<br />
VIER F o R T .E N , op de kaart aangewezen met ~e nos. I-IV.<br />
(Zie NB. onderaan).<br />
BIJ DROOGMAKING VAN HET ZUIDELIJK GEDEELTE :<br />
E EN F o R , . , op de kaart aangewe'~en met n °. V.<br />
E E N<br />
S c H o T B A L K s L u 1 s in de Tienhovensche vaart.<br />
(Zie NB. onderaan).<br />
NB.<br />
W anneer een de~r a.fzonderlijke droogmakerijen<br />
ondernomen wordt, nadat de andere reeds ondernomen<br />
of voltooid is, worden bovendien vereischt<br />
2 Schotbalksluizen bij het Fort te Oud-Loosdrecht.
BIJLAGE Ill.<br />
L IJ S T<br />
VA.N'<br />
EENIGE VASTE PUNTEN<br />
DERZIL VIR BOOGTE BETREKKELIJK BET AMSTERDAISCHE PEIL,<br />
- /
L IJ S T tao eeoige 'as t e p u n 1 e n in de p J ass e n be o o s 1 en de l e t h t .<br />
en derzeller hoogte belrekkelijk bet .lmsterdamsthe peil ( &P.).<br />
V olg-<br />
nommer.<br />
AANDUIDING DER PUNTEN.<br />
Hoogte<br />
betrekkelijk AP.<br />
I.<br />
Holla.ndsch-Anlceveensche poldet·.<br />
Bentheimer-steenen hoekstuk aan den oostelijken vleugelmuur van de schutsluis<br />
nit de 's G1·avelandsehe vaart naa1· den Hollandsch-Ankeveenschen poltler .<br />
Ellen.<br />
0.74 +<br />
IT.<br />
fibi•.<br />
Stichtsch-Ankeveensche polder.<br />
Bovenkant van het noordelijk of benedenuiteinde der aloof van de beschoeijing<br />
langs tlen .A.nkeveensehen weg, bij het sehutslnisje van dien polder in de 'sGravelandsehe<br />
va.a.rt • . • . • . . . • . . . . . . .<br />
Ret bovenuiteinde van diezelfde aloof ('s Gravelandsche vaart)<br />
0.25<br />
0.02 +<br />
m.<br />
IV.<br />
Spiegel-polder.<br />
Bovenkant van het frontmuurtje van den v66rwaterloop van den molen in dien<br />
polder. . • • • . • . . . • . . . . . . . . . . • · · · · •<br />
Bovenkant van de laatste versnijding (regts of noordzijde) van het frontmnurtje<br />
der suatiesluis van de Ankeveensehe molena . . . • . . . • . . . . .<br />
0.86 +<br />
0.08 +·<br />
v.<br />
Horater-meer.<br />
Bovenkant der schoeijing, aanvangende aan het uiteinde der zuidelijke binnenbeschoeijing<br />
van het sluisje van dit meer, op het hoogste punt. • . . • . •<br />
0.30 •<br />
--
Volg-<br />
no.lll.Ul.er.<br />
AANDUIDING DER PUNTEN.<br />
Hoogte<br />
betrekkelijk AP.<br />
Kortenhoifsche poldtn·.<br />
Ellen.<br />
VI.<br />
Vlhi·.<br />
VII.<br />
Bovenkant van het hardsteenen dekstuk aa;n het oostel:\l"k u.iteinde va.n den zuidelijken<br />
sluismuur van het schutsluisje a.a.n de Vecht. . . . • • . . . • .<br />
Bovenkant der sloof -van de beschoeijing ten westen v·a.n het zuidelijk landhoofd<br />
der ophaalb1'Ug bij die sluis (Vecht) . . . . . . . . . • • . . . •<br />
Opba.albrug bij het sluisje in de 'sGravelandsche vaart van dien polder:<br />
Bovenkant van bet oostelijk uiteinde der sloof van bet noordelijk landhoofd.<br />
043<br />
0.81 +<br />
0.14 +<br />
Loosclrechtsche tnl Breulcelenvetnl8che polder:.<br />
VIII.<br />
Vlllhi•.<br />
1•. Bovenkant der sloof in de schutkolk van de Mijndensche sluis bij de thans<br />
bestaande peilscha.al. . • . . . • . • . . • . • • • . . • . .<br />
Bovenkant van bet westelijk uiteinde der sloof van het zuidelijk landhoofd van<br />
de ophaalbrug bij die sluis • • . . . . . . • • • • • . . . . • .<br />
0.43 +<br />
0.71 +<br />
IX. 2•. Brug over j}e 's Gravelandsche vaart bij Oud-Loosdrecht:<br />
Bovenkant van bet noordelijk uiteinde der sloof van bet westelijk landhoofd<br />
0.76 +<br />
X.<br />
SO.<br />
Bovenkant van den westelijken vleugelmuur in de scbutkolk van de sluis in de<br />
's Gravelandsche vaart, ten zuiden van 's Graveland . • • • . • . . .<br />
0.44 +<br />
Loenderveensche polder.<br />
XI.<br />
Bovenkant van bet oostelijk uiteinde der sloof van de noordelijke vleugelbescboeijing<br />
van de binnenzijde der schutslui.s in dien polder . • • . • . • • • • .<br />
0.50 +<br />
XJbis,<br />
Bovenkant van het westelijk uiteinde der sloof van h9t noordelijk landboofd der<br />
ophaalbrug voor die sluis • • . • . . • • . . . . • • . • . • . .<br />
0.56 +
Volgnommer.<br />
AANDUIDING DER PUNTEN.<br />
Hoogte<br />
betrekkelijk AP.<br />
Maarseveensc!te polder.<br />
Ellen.<br />
xu.<br />
lQ.<br />
Boveukant van het westelijk uiteinde der sloof van de zuidelijke besehoeijing<br />
van het $Chutsluisje bij Tienhoven. • . • • • • ·• • • • • •<br />
xur.<br />
2°. Bovenka.nt van den midllelsten hardsteenen baalsteen in de scbutkol~ va.n bet<br />
sluisje aan de Vecht. • • • • • • • • • • • • • • • •<br />
0.49 +<br />
Westbroeksche polder.<br />
XIV.<br />
De bo~t aanwijzende het zomerpeil in dien polder, bevestigd in bet oostelijk uiteinde<br />
van den zuidelijken sluismuur van bet scbut- en uitwatering-sluisje van<br />
dien polder . . . . . . • • • • • • . • . • • • • . • . • . •<br />
0.74 •