Het Volmaakte Kind
Een zondagsschoolboekje uit 1818, gegeven aan een 8-jarige kleuter uit Nieuw-Loosdrecht (Machteltje Hennipman)
Een zondagsschoolboekje uit 1818, gegeven aan een 8-jarige kleuter uit Nieuw-Loosdrecht (Machteltje Hennipman)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
I
"8 I 8 t
"J, '} 0 M 11 N 3 0 1l ~ •£
.• -
I
t'~. · • UleJe• ..,.
. u I )I
..
. '·
"l)JEBUIIOA
l d 11
f- Geene Exemplare11 zljn eeht, dan das
geceeke.-WL-~~
N og iets over
bet Volmaak·
.,".6 .. 1
kinO.
A 1 zeer vroeg ken de hij
God; men zou de niet g~~,
loo ven , hoe vr oeg al.
Nooit fprak hij van -God;
dan -met die pen' eer bied.
•·
W;nt l:lij 'Wist wei, dat hij vnn dett
ee ni gen, al mag ti gen en al wij r.ell
God fprak.
--aa:;;;~ww~
f-lij 1~Had ~God -ook -~- liefi
( .4 )
Zij ne outieren had Hij ook z.ew
fl1{: mur Hij had God lief ho vm
alles.
God \vas zijn he mel (che
Vader. Hij wist, dat nie·
mand zoo goed is, als God •
•
Bij had ook al tijd een
goed be trou wen op God. ..
W :m neer zij ne #>U tie ren eeas btzorgd
wa ren over de kosi winningdnn
zei de Hij wei eens:
., Lie 11e ou de ren! %Qrgt tQcb niet!
, laat ons maar %011 jts voorc arbti·
,, den; on ze I' a dtr, die in de he·
, me len is, znl bee wtl malt1n, dec
7
(
(( 6 )
Hij wist ook wei ,"r~~od
elk ver z9rgr , en /4:(tf.~be
· ftuurt als een f7a de.~:: : ten
. .
bes te van zijne kin 'tlefe.'n -
• • I
wzen men noon
gen fire ven.
moet re
Toen hij voor de eer fie
reis boor de· van iets, her
welk God ver !Jo den had,
zei de. -hiJ te~ fiond:
•
\ ,, In
I - . '7
\:· r . .....~ ' ··-,,
11: . ' .c ,... ·- -
• -· "I
~ ··
~11eeit,.· OOlt·· Z·tli1
'' - . ·,' . 'J ..
,, kind zoo )ief
als ·,onze ·~~h·-- a;, ....
''
, mel fche ,., V a-
"
" der oris heeft."
~~ Nierila:nd weet
'' ·'
·het ook ~~-zoo. .
, goed, al~GOd, .
- . ....
wat voar: ..·ot1s
'' . ' ~ .
'
-
• , _het:: P.e§te ,, ~jj'"
( 8 )
Ou d6 Lie den 1oon den hun·
ne ver won de rinu o ver dit
' 6
ge zeg de ~an her kind;
zij luis ter den el kan der;
, dat is een wijs
,, ~n deugd zaam
k ·nd f''
.,, . 1 •
. Hij lzoor lle dat wei: maar
bet be haag de hen1 r, ier,
dat die men {chen hem pre
(,fe'l,, d~ar
hij bii was.
lloe ~
( 9 )
.
. '~ zei de' hij t
d~~~ -is riiBme~s
maar een een~
voudig zeggeO~;
dat kan een kind
.. ~ -
_ .ligr>-rbe grij pen,
dar· God , nooit
'iers gebiedf;dan
ui~liefde; anders
zoude God on·:
•
10
Die ou de lie den fchaam ..
Wen zich.
AI zeer vroeg bad hij ook,
en dat deed hij graag eens.
J\1aar 11ooit fprak hij een
. en kel woord tot God, of
zijn lzart 11zeen de ,her ge·
.I! eel op reg t.
Doch hij bad zeer kurt;
(
·'
~~ ~
)
want \ hij . was- . nog _ maa,;
een klein kind.
Za men fpraak.
Hot Kind.
Leer de zij ne Moe dcr hem
dan een kor~
bui ten?
ge bed vat1.
De Mees [er;
wan neer gij u wen J7a der
iets yer zoe ken ·. of vra gan '
" \\'ilt, wat :-hij nu graag
heeft, dat gij doet; moec
u we Moe der it dan eerst
dat van bui ten lee ren, tWat
gij. aan u wen Pa tle.n.
zeggen zoudt?
Her Kind.
Dat ware belagchelijk; dat
zou Vader ook wei merken;
hij zou zeg gen: ,,loop
. ,, he en met uw op zeg gen; ik
,, mag hem niet hoo ren.'~ .
Met ce ne bij zan tie re hood fcbap is
"" her wat an tiers; die fc!Jrijft Moe der
11lij wei op een pa pier tje.
Doch wan neer ik mij nen
: ' ra der om iets vra gen, of
voor iets ue dan ken wil '
lj
tian( ga . ik · lzeen, . en ~zeg
bet maar;-zoo .. als :"' bet
hart. bet mij op geeft. ·
De Meester.
Wei ·nu! · zoo deed ' bet
vol maak te kind . ook bij
. zij nen he mel fchen Vader.
Het l{ind.
Dit zal zijn · he mel fche,
J?a der wei gaar ne ge·
hoord heb ben.
De Meester.
0! ja: dan klop te Gods
J7a der hart: zijn he me·i~ :
( Ji )
.. fche V~der had dat~ kriod
Inver ge lij ke lijk lie£
Het Kind.
W at ead Hij dan?
De Meester.
Hij ~aan b,ad God met eer·
hied en vreug de; en dankte
God ook met verge·
noegd heid. .
'
Het Kind.
Mag ik ook zoo wei eens
}idden?
: :Ja wei.
De Meester-.
f ., '(s >
,..
Hij las ook al vroeg ip; d~
. lzei lige Jclzrift; en dat deed
- '
hij zoo opmerkzaam en eerbiedig,
als of.God
~elfi ~ . ·. tot :·~~ hem·
fprak:.
Waar ~bet lie ve kind dan
z~t" , ~"'met ziJn bij bel tje in
J. ~
de.· hand, daar zat hij , als
een flil en. leer zaam kind,
bij _zij nen f7a der; .19·;( zoo
zat hij dan,, ,al{ ,biJ
. { 6
. ..
. e:ijnen Vader,
die hem leer de,
· Oie hem zei de,
wat hij doen en
la ten
moest,
en· hoe ge lukkig
de hemel-
. fche V a derhem
... nog · eens ,wil
. Cie makea. ·
( 11 -~~
~'
Za men fp~lt·
Het Kind.
- • 'i
Be gon ·, T-1 ij van"' · Ge ne -:is
,.. if? · :En: las hij Clan ~ ,den
ge hee len Bij bel door?
· De Meester.
Dat liij be gon tmet . Genezis.,
kan wei zijn, want
datir kon de hij le zen _ va~
de eer fie wer ken ,ir. wei·
ke zijn hemelfche Vader
had ge daan. · - ·
Hij z~al
,
ook wel zeer vroeg
..... ,
ge le
'
zen heb ben .- van . de--:
..
'JJtoe g1 Poor va tle ren, wat
God al ge zegd had aan die
Vade ren, e~ wat hij door
hen ons nog laat zeg gen;
· als oo k , door wei ke daden
God ge toond had, dat
llij/ aileen God is.
Maar hij was er veet te wijs rot 1
om aan flontls v:m vo ren rot ac!Neren
at les door te le zen ; Rt gls ler(
~n na men Ooeg Hij bui ten twij fel
1erst over.
Met die .Registers wil God rot geen
kind fpre ken; en dat wist Hij wel.
En "'al bad bet kind met aile di~ bij
"
f 19 )
%on tie re - _'wet('" van Mo %~s nog te
tloen?
Die: heNig kind wist zij nen tijd wei
be ter ce be fre den, om wijs keid ce
lee ren.
]n de Pfa! men las Hij graag
h9e klein .. Hij ook ware.
Een' lig ten Pfalm kon hij.
le zen; ,· .als of hij h.~ I~ zon~ ~ ·
en half bad.
J"
Dan kon er een glans van
};/ijd Jchap op_ he.t ge laat van
het hei li ge kind we zen.
Hec: was 'Ptf' ru!t ke Iijl: vqor de Moe der,..
tlic re hoo nn en ce. zien.. , . ·Maar --If
( 20 l
1noest ~P p;u fon. om dit niet re zeer
te la ten blijken •
. T oell hij groot ge noeg
I
ge worden was, wan delde
h~_j graag eens aileen.,
Dan o ver dacht het kind ..
'
eens weer, bet: geen hij
ge leerd had.
Maar hij liep even wel
niet a! tijd in ge dach ten.
On der ee ne wan de ling
kon Hij zich ongemeen
verma ken.
Hij wan del de ook wei eens
(llel an de re kin de ren;
·'[ ~·· {. ).
\ -....... J
,maar dan W.~s Hjj toth op mer.k;,.
%CIM/l QP 4/ les \n de Na~11ur~
•
pan zag -~;flij, •.hoe Jchoon
hoe won t/er lij~ ...fchoo,rt de
N·at tuur . o ver a/ is. -~ Daar
t ' : . . . [ . .
-van fprak :bij dan ook wei
' -
_- ~ens. e~q woord. ~ ·i:Degroo-
~~ .·we r~lg _· z_ag Hij a~Q. ,
als het .,w.erk pan God.
f l ... . . . ' . . . . .
Jp,aar _ in zagr B_ij' de ~ intfgt
Y.an. Qod, di~
-alle.s gefchap~n
ep . g_e~aa~_t peeft:·
. - -· -- . ".l
. . '
0 vera/ zag h,ij ook. ~~ wij::
ze C.fltd:.b#iri.;,y~n den 1ze mel·
I
;
( 2.2. )
ftlzen .Ya de.r; 'en hoe mee
H ij, die op merk te, met
hoe · meer vreug de Hij
in de we reid rond zag.
0! dat was een ge zigt! Hij
kon .de ook al vroeg ze~r lie·
ve op mer kin gen rna ken,
hoe het een tot we/ zijn van
bet an der ge feb a pen zij ,
en hoe aile men fchen el-
. k:an der goetl moe ren doen
en die nen, als Bros d8 ren en
Zus te ren, en als kinde ren
· van ee nen hemelfchenf?a·
'
{ ~3' ) .
·en fler; welk hufs/vdn God
de ze we reid~: zal we zen,
wan neer, aile men fchen
eens zij ne ge trou we knech·
ten wor tlen! 0! daar ver·
lang de ;:~Hij zoo naar'!
-f-t.· ; 1:
\Van neer I-I}j ~ag, da·r an·
· de re 111en fchen niet ge hoorzaam
wa ren a an Got/, en
den ~ he mel fchen · Vader
niet eer den, ~an kon ,,HU
zeer bedroifd wor.den.
Maar I-lij wist- ook wei, d~t
- , . I
( 2tf )
een l{ind . meer zvri} gen~
dartfpre ken moe~.
~wan neer Hij daar· van
fprak, d'al¥ Jprak Hij be·
fc hei den en voor zig tig, ge·
lijk een kind be taamt.
Maar wan neer Hij icts
zei de van God; Jan kon
men mer ken, dat er in
•
h~t rei ne hart van dat op·
reg te kind nog vee/ rneer
orn ging, dan Hij zei de. . .
Dat hei fig kind had nooit de
min fte ge tnaaktlzqid. ·
( .-•.. ,- ')
.
- 25 ' .
De op regt heid en de on ge:
zoch te deug d firaal den uit
.zijn vrjen de /~ik ge laac.
Za men fpraak.
Het Kind.
Moeder is er -wel D~il zullt een kind op dt
I .
11e reid ge weest?
De Moe de;.
HH komt u di1 vraag in den zin?
Hec Kind.
Dit kind was votmaala, en ik heb wei eena
~e hoord , dat nie manit op de 'We f'elll vat._
maakt is; ilr ben ook niet vol rnaakt.
De Moeder •
.Alle Chris te ntn ge loo ven vast, d:u er etm
ztllk een vot mQakt kind ge weest is: die die
t~iet g~ IDB/1 is ge~11 Chris ten:
M~ar de Jo den ge loo ven n~c, ~~~~ et; :-.It
ten. lliod ge we~sc ii.
( 26
Het Kind.
lit :wil een Christen zijn en bllj ven.
Ma•r Mo~ dtrf lk hebon langskennisgemanlct
m~c een H.ef Jo din ne tje. Zij ia nog geen zu
ja res oud; ik wil u van haar wa t ver ccllen.,
De Moeder.
Wel nu?
Het Kind.
Wij bad den on langs in de · fckool ee ne let
over dea almag1igm en g~eien God, ~ die
.ie Heer van de '!Vt r1ld is. ·
De Moes te'r las ons voQr; en w/j Ia: zen al le tf6,
tJk in oni boek. Wq za ten at le. zo~ ftil, als
of wij in de }erk ~a reo.
flat kid ne J odin ne cje tnc nd•st mij. T oen ~~
ios uit was, kreeg bet Jo din ne tje mij bii de
/J~nd, en luis ter de mij: ., ik beb nog nooit
, mooijer les fen op de fcbool ge had.
,, Dit iS Yan den God v1m Is,. all! ..
)'Iaarer zat ecn dik ke. dom me jon ,;en te g(tft
i o er; die dom me jon gen lach te den gt•
/HI lin tijd dQor, toe wij lie les badd~n.
'27 j)-
,.Men boor de den dom mm jon ~en an d~t
·nooic pra ten, dan van tek ker I t~n mdrin k'eb •
. flij ac l)'ltijd bij bee 'tijf 7ol. N:t. den t7Jjj ...
fltig zag hij er ~lcijd Jla pe rig uic.
An de re kin de ren nam hij oo~ huttnc: print•
jes en f peel goed nf, met '1i.j n! dik.ke vuis ce~
~n wan neer wij over heni ltlatig lilt~ blj deiJ
Mees cer ; dan kon hij fchrik ke ltjk lit [,ttl.
Hij was een gtoo te deu~ niet, f/k was ~~n'
voor hem. . . '
I -" - j
. Toen wij qjl: de fcho~Jl giiigen, zei~e hij,
·met eeh d_?m 'gdach, dat hij den' Gid, die
een Beer ~: vei de gdteele we iel~ i~, niec
~ kon de zicil. Ik ont flelde.
1 Nee11 zei de hij; elk moet m!
( )
Ja : zei den wij ; daar is her U om tt ti1en; tla:.
we ren wij wei.
Wi} vroegen hem: gelooft gij dan nitt. d!t
.er itls is , of wij moe ten bet !tun nen zien ?
N een , zeide hij.
Toen vloog hem de hOed af.
0 I wa: waait b'ec, zei de hij, on der woeat
ge fchreeuw •
.}k zeide Gij zijt een tek: wan1 nu ze't gij,
aat bet waail.
Kum gij dan den 'Wiml z:ien? Of kunt gij
meer zien dan wij, om da.r gij meer eet, dan wlj
De deugniet fprak geen ~oord; maar hij
werd boos, en rood om zijn ho~fd. Elk lach.
te den d()m~men jon ~en uit.
.
De Moeder •
Maar wir det gi} mij niet nog wat ver telleR
van dat J o din net je?
Het Kind.
Ja Moeder! Toen dle domme jongen met zij
De dik ke ka ken Jacls te onder de les over li1n
Httr ier -wenld, bcgo~ dat']o dinnetje er•
~ !19 )
b-ar me-UJk ce fchrei je1;. Zij riep bet ofrt'
Och! hij heeft den Beer on WI lAd :e It~~·
terti! lk droogde hare era nen .af. Toem
zei de zlj: ik houd niet van aan bren ge1r.
die eischt de hei li ge wet- zlj tril de.
Se d[rt dien tijd heb ik veel ach ting en vrien4·
[chap voor dat It lei ne J odin ne tje op ge vat.
-
De Moeder.
lk bib ook mter achtin~vooreerlijkeenbrtJ·
"ejoden. dan voor ondeugende, da,mmejon·
gens, die fpot ren met den Gods tiiemt.
De Jo den zijn Is rae lie ten, zlj ge lao ven aan
11nen God, tven gelijk de Christenen.
Het Kind.
Mag ik dat J odin ne tje ,eens bij mij noo di gen
op ee ne .,; fi te?
De Moeder.
Ja wtl.
Het Kind.
Dan w·il. ik ha01r in dit boek jc eens la ten ~lez~a .
, Oe Motder.
lit weer niel, of diw'Wel &oed zij~
Het Kind.
(I~ hebt: inlj ge zegd, d~t ik wat ver tel len
moet uit de hoek: jes, die ik lees, dnn wil_
ik J.iaar nit Jit hoek je wac ver tel len. Zij zal
er "r.VCl ntar Juis tt Tt'D: want, 'Wtlfz ncer zij iets
goetls zitt aan ee nen an der, dan zegt zlj: %0~
\fil ik ook doen.
De Moeder.
lk weer bet ti.Dg niet tegt: manr gij moet :tl;..
thans met haar niet fpre ken over de ver fchil·
len der Chrisrenen tnet de Joden. Dargeefc
niets, dan "er deeld!Jeitl blj kin deren.- Manr
ik wil er u roch bij zeg gen, clar de Chris tt nen
gc Joo ven. d:tt t/itvolmaak re kit'ld uit deJo den
ge boren is.
Her Kind.
Uit de JtJd6n?
Wnanm veracb ten de Christenen de Joden
dan zoo?-
1'1 u , · k wil ilat J odin ne tje c:lnnt eens op aan
%ien.-ik be h ach ting voor hnar, en zij
vo0r mlj: Het fpijt mij toch, dat zij oot
nie: in •it hoek je le .zen mag.
Bij den
ge drukc en tt bekomett:
I. Voor een Kind, om ticb zelf te leere,
kennen.
,, h. Wij .zljn Kinderf!l niet elbadtT.
III. lets Yoor een Kind over zljnen Vader
en Moeder.
JV .. Hu f~ roch goed. darer•deMenfclten
in de wereld ZiJn.
V. lets voor Kindcren, over :llles eerst ee~~r
weinigje, of een ldeine Wer:et.d.ku;,d~t.
VI. lets van God, voor ecn Kind vans of&.
jaren.
VII. De fchoone Namur en de Heer der Na ..
tuur. De Herfst.
VIII. __;;,....._..... De Winrer. Derde dr.k.
IX. Eerftt Gercdiedenisfea nn bet volA
rnaakr~ Kind.
X • .Hen Allerbeste Kind,
xr.
XII. De Twaalfjarige Jezes.
1 XIII. Jezus bet beste Vocrbeeld.
XIV. -
Kinder lid de.
XV. Gefchiedenis van den Godsdienn, ~
deeltjes.
ABe -nn den Predikant en Schoolopziener
J. H. N 1 r, u w o Ln. Gefcbikt voor de Eerfte
tG 'fweede · Clasre.
/
11_
\