DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek
DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek
DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Smelik<br />
Benhadad II?<br />
Nu is het verwarrende bij dit 'zwaluwstaarten' met bijbelse en archeologische<br />
gegevens dat het altijd ook anders kan. De Franse epigraaf Émile Puech heeft<br />
het fragtnent na Biran en Naveh bestudeerd en kwam tot een geheel andere<br />
slotsom. 6 Volgens hem hadden de uitgevers van het fragment de verkeerde<br />
bijbelse situering gekozen. Daarin heeft Puech zonder meer gelijk gekregen,<br />
zoals wij nog zullen zien, maar zijn eigen interpretatie is eveneens volkomen<br />
onjuist gebleken, niettegenstaande zijn plechtige verzekering dat hij de raadsels<br />
rondom deze tekst volledig had opgelost. Hij schrijft zelfs dat wij niet behoeven<br />
te wachten op een toevallige vondst van het ontbrekende gedeelte van de tekst<br />
om die te kunnen verstaan, want hij weet bij voorbaat al wat daarop heeft<br />
gestaan. Hij geeft bij zijn artikel zelfs een tekening met daarop een volledig<br />
aangevulde tekst in origineel schrift. Nu twee nieuwe fragmenten van waarschijnlijk<br />
dezelfde inscriptie zijn teruggevonden (waarover later meer), is het<br />
mogelijk Puechs aanvullingen te controleren. Op één plaats heeft hij de tekst<br />
redelijk benaderd, maar verder heeft hij de plank volledig misgeslagen.<br />
Volgens Puech stamt de inscriptie niet van een vazalvorst van Benhadad I,<br />
zoals Biran en Naveh aanvankelijk meenden, maar van een latere koning van<br />
Damascus: Benhadad TI (regeerde midden negende eeuw tot 844 v.d.g.j.), de<br />
tegenstander van Achab. In de inscriptie maakt Benhadad TI - althans volgens<br />
de reconstructie van Puech - achtereenvolgens gewag van conflicten met de<br />
Israëlitische koning Omri (regeerde ca. 879-869 v.d.g.j.), diens zoon Achab en<br />
zijn kleinzoon Joram (regeerde ca. 851-840 v.d.g.j.), en van de verschillende<br />
overwinningen die Damascus op de dynastie van Omri heeft behaald.<br />
Hazaël?<br />
Dus niet Benhadad de Eerste maar de Tweede. Het bleek echter nog anders te<br />
kUnnen. Dit hangt samen met de omstandigheid dat in de teksten die Puech<br />
gebruikt voor zijn reconstructie (1 Koningen 20, 22 en 2 Koningen 6-7), vrijwel<br />
steeds sprake is van 'de koning van Israël' in het algemeen. Slechts in een<br />
enkel vers krijgt deze vorst ook een naam. Vooral uit de omringende tekst<br />
wordt duidelijk welke koning wordt bedoeld. Voor 1 Koningen 20 en 22 is dat<br />
Achab en voor 2 Koningen 6-7 Joram. Volgens een aantal onderzoekers<br />
kloppen deze identificaties, gemaakt door de auteurs van het boek Koningen,<br />
echter niet. De oorspronkelijke verhalen zouden op een latere periode in de<br />
geschiedenis van Israël betrekking hebben gehad, toen de dynastie van Omri ten<br />
val was gebracht door de usurpator Jehu (regeerde ca. 839-822 v.d.g.j.). Voor<br />
deze stelling heeft men indertijd redelijk overtuigende argumenten aangevoerd,<br />
6 É. Puech, 'La stèle araméenne de Dan: Bar Hadad 11 et la coalition des Omrides et de la<br />
maison de David', Revue biblique 101 (1994), 215-241.<br />
392