01.05.2013 Views

DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek

DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek

DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

David-inscriptie<br />

maar het zou te ver voeren hierop nu in te gaan? In elk geval, als de capita<br />

die Puech gebruikt voor zijn aanvulling, in feite pas na Jorams dood spelen, kan<br />

de Aramese koning om wie het in deze inscriptie gaat, niet meer Benhadad 11<br />

zijn. In 2 Koningen 8:7-15 wordt immers verteld hoe deze vorst door zijn<br />

dienaar Hazaël (regeerde ca. 844-800 v.d.g.j.) nog ten tijde van Joram door<br />

verstikking om het leven werd gebracht. Na deze moord werd Hazaël koning. in<br />

de bijbel wordt verteld hoezeer hij Israël onder Jehu en diens zoon Joachaz (regeerde<br />

ca. 821-805 v.d.g.j.) in verdrukking bracht (2 Koningen 8:12; 10:32-33;<br />

13:3-7). Vandaar dat een andere Franse epigraaf, André Lemaire 8 , heeft<br />

voorgesteld om de inscriptie uit Tel Dan met Hazaël in plaats van diens voorganger<br />

in verband te brengen. Deze suggestie levert echter weer een ander probleem<br />

op: in de inscriptie wordt namelijk over de voorgaande koning gesproken<br />

als "mijn vader", terwijl Hazaël niet de zoon maar juist de moordenaar van de<br />

vorige koning was. In contemporaine Assyrische bronnen wordt Hazaël daarom<br />

"de zoon van niemand" genoemd; hij was immers een usurpator en geen wettig<br />

erfgenaam van de troon. Lemaire ziet het probleem, maar acht het om· verschillende<br />

redenen geen doorslaggevend argument tegen de door hem voorgestelde<br />

identificatie.<br />

Nieuwe fragmenten<br />

Sinds het voorjaar van 1995 is de situatie rondom de inscriptie echter aanmerkelijk<br />

gewijzigd, doordat toen twee nieuwe fragmenten van waarschijnlijk<br />

dezelfde tekst werden gepubliceerd. 9 Deze brokstukken (B1 en B2) zijn in de<br />

zomer van 1994 tijdens nieuwe opgravingen op Tel Dan gevonden. Als ze<br />

inderdaad tot dezelfde inscriptie behoren, is nu ruim de helft van de oorspronkelijke<br />

tekst teruggevonden. In een noot bij hun nieuwe artikel nemen Biran en<br />

Naveh terloops hun vorige interpretatie terug en sluiten zich nu bij de identificatie<br />

door Lemaire aan, echter zonder diens artikel te noemen. Opvallend is<br />

verder dat Biran en Naveh in hun tweede bijdrage weer op dezelfde wijze te<br />

werk gaan als in hun eerste. Met hetzelfde vertrouwen waarmee zij in hun<br />

eerste publicatie de inscriptie presenteerden als het werk van een vazalvorst van<br />

koning Benhadad I ter ere van de verovering van Dan omstreeks 885, stellen zij<br />

nu dat het om een inscriptie van de Aramese koning Hazaël gaat, waarin hij<br />

bekend maakt dat hij Joram en Achazja heeft gedood en dat Jehu koning van<br />

Israël is geworden.<br />

7 Zie de uitvoerige bespreking van het probleem door J.M. Miller, The Old Testament and<br />

the historian (Londen 1976) 20-39.<br />

8 A. Lemaire, 'Épigraphie palestinienne: Nouveaux documents, I. Fragment de stèle<br />

araméenne de Tel Dan (IXe s. avo J.C.)', Henoch 16 (1994) 87-93.<br />

9 Vgl. A. Biran en J. Naveh, 'The Tel Dan Inscription: A new fragment', Jsrael exploration<br />

joumal45 (1995) 1-18.<br />

393

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!