DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek
DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek
DE HISTORICITEIT VAN HET OUDE TESTAMENT - Groniek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Geus<br />
met name koningen van Israël en Assyrische vorsten. Helaas ook vaak met<br />
dezelfde problemen als boven met Schoschenk gesignaleerd zijn. Toch meen ik<br />
te mogen zeggen dat het algemene kader van de geschiedenis van de staatjes<br />
Juda en Israël nu wel vast staat. De meeste van deze jaartallen zouden namelijk<br />
ook vastgestaan hebben als we helemaal geen OT gehad hadden.<br />
Ik ga nog even terug naar het jaartal 927, de 'Rijkssplitsing'. Die gebeurtenis<br />
wordt beschreven in 1 Kon. 12 en er wordt aan gerefereerd in Jes. 7:17. De<br />
vraag is nu: "hoe wist Jesaja of een redacteur dit?" Het Koningenboek loopt tot<br />
en met de val van Jeruzalem in 587 en de Babylonische ballingschap en is dus<br />
in zijn huidige vorm op zijn vroegst in de zesde eeuw v.C. ontstaan. Een in<br />
wijde kringen geaccepteerde theorie is dat de bijbelboeken Deuteronomium tot<br />
en met 2 Koningen samen een weergave en een theologische visie op de<br />
geschiedenis geven die in de ballingschap ontstaan is en die antwoord moest<br />
geven op de vragen hoe het mogelijk was dat Gods Tempel verwoé.st was en dat<br />
voor velen een einde was gekomen aan de mogelijkheid om in het Beloofde<br />
Land te wonen. 14 Het antwoord dat gegeven wordt, is dat het volk doorlopend<br />
ontrouw geweest is aan het Verbond. En vooral dat het voortdurend ook andere<br />
goden heeft gediend. Dit is een geschiedenis-theologie die ontwikkeld is in de<br />
kringen van profeten. De profeten hebben zich voortdurend met de geschiedenis<br />
beziggehouden. De geschiedenis werd gezien als "de arena waarin zich de<br />
interactie tussen het volk Israël en de god van Israël voltrok.,,15 Daarom zitten<br />
de profetische boeken vol met referenties aan de geschiedenis. Maar de historicus<br />
stelt de vragen: hoe wisten de profeten dat? Hoe en waar hadden de<br />
profeten (en de latere redacteuren van hun profetieën) toegang tot het historische<br />
materiaal? Wie hebben dan de geschiedenis vastgelegd? En met welk<br />
doel? Het OT zelf verwijst ons voortdurend naar de officiële kronieken. 16 1<br />
Kon. 11:41 citeert zelfs "het boek der geschiedenis van Salomo". Er worden<br />
vaker in het OT werken geciteerd.17 Dit suggereert natuurlijk historische<br />
betrouwbaarheid.<br />
Het OIIerige van de geschiedenis van Achab en alles wat hij gedaan heeft, het ivoren huis<br />
dat hij gebouwd heeft, en al de steden die hij gebouwd heeft, is dat niet beschreven in<br />
het boek van de kronieken van de koningen van Israël? En Achab ging bij zijn vaderen te<br />
ruste en zijn zoon Ahazia werd koning in zijn plaats. 18<br />
Opnieuw moet de vraag gesteld worden: waar kon een redacteur deze kronieken<br />
raadplegen? Als de Koningenboeken pas tijdens de ballingschap, dat wil<br />
14 Dit staat bekend als het 'Deuteronomistisch Geschiedswerk'.<br />
15 Sara Japhet, land 11 Chronicles, 44. Japhet zegt dit van de uit de vierde eeuw stammende<br />
Kronieken-boeken, maar het geldt m.L ook voor de profeten uit de tijd van vóór de<br />
ballingschap. Zie ook I. Kalimi, ZUr Geschichlsschreibung der Chronisten (Berlijn 1995).<br />
16 Zie bijv. IKon. 16:5,14,20,27. Deze kronieken moet men niet verwarren met het<br />
bijbelboek Kronieken, dat uit de vierde eeuw v.c. stamt.<br />
17 Num. 21:14; Joz. 10:13; 2 Sam. 1:18.<br />
18 1 Kon. 22:3940. Vertaling Nederlands Bijbelgenootschap.<br />
378