EGW Notities 2e kw 2008 - A4 model (PDF) - agp internet
EGW Notities 2e kw 2008 - A4 model (PDF) - agp internet
EGW Notities 2e kw 2008 - A4 model (PDF) - agp internet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Woensdag 2/4: (De Verwondering gaat Verder - 2; 1 Korintiërs 1:18-22)<br />
Christus is de weg, de waarheid en het leven. Hij die van God <strong>kw</strong>am naar onze wereld gaf aanwijzingen<br />
over ieder onderwerp dat essentieel voor de mensen is om de weg te kunnen vinden naar de hemel. Voor<br />
Hem was de waarheid een altijd tegenwoordige, zichzelf bewijzende realiteit. Hij uitte geen suggesties, prees<br />
geen gevoelens, naties of meningen, maar presenteerde aan de mensen alleen de betrouwbare, reddende<br />
waarheid. Zijn leven, gegeven voor deze zondige wereld, was vol ijver en directe resultaten, want Zijn werk<br />
was om verloren zielen te redden. Hij <strong>kw</strong>am als het ware Licht, schijnend te midden van de morele duisternis<br />
van bijgeloof en misvattingen en Hij werd aangekondigd door een stem uit de hemel die bekend maakte:<br />
“Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik een welbehagen heb.” En bij Zijn verheerlijking werd deze stem uit de<br />
hemel opnieuw gehoord: “Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik een welbehagen heb; hoor naar Hem.” Christus<br />
bracht naar deze wereld een zekere kennis van God en aan allen die Zijn woord aannamen en het<br />
gehoorzaamden, gaf Hij macht om zonen van God te worden.<br />
Alles wat niet in waarheid begrepen wordt, is giswerk van mensen. Ogenschijnlijk hoogopgeleide en<br />
geleerde mannen kunnen dwazen zijn in de ogen van God. De verheven en wetenschappelijke<br />
uiteenzettingen van hun religieuze leerstellingen, hoe ze de zintuigen ook mogen strelen en ook al zijn ze<br />
van eeuw op eeuw doorgegeven en gekoesterd in de wieg van populair geloof, zijn bedrog en leugens als ze<br />
niet gevonden worden in de geïnspireerde lessen van Christus. Hij is de bron van alle wijsheid, want Hij<br />
plaatste Zichzelf rechtstreeks op het niveau met de eeuwige God. De glorie van het hemelse licht viel direct<br />
op Zijn menselijkheid en van Hem straalde het op de wereld. Terwijl Christus duidelijk een menselijke<br />
persoonlijkheid had en een beroep deed op de mensheid in treffende maar eenvoudige bewoordingen,<br />
vormde Hij zo’n perfecte eenheid met God dat Zijn stem vol gezag was, net als de stem van God vanuit het<br />
middelpunt van Zijn glorie . . . Christus was een leraar gezonden door God en Zijn woorden bevatten geen<br />
korreltje kaf of ook maar een schijn van wat niet essentieel is.<br />
Maar veel van de kracht van menselijke instructie is bezoedeld met dwang en is niet uit waarheid. De<br />
leraren van tegenwoordig kunnen putten uit de ervaringen van leraren uit voorgaande eeuwen, maar<br />
ondanks het zwaarwegende belang dat gekoppeld is aan de woorden van de grootste auteurs, blijft het voor<br />
hen een groot onvermogen om hun ervaringen terug te traceren tot het eerste grote principe, de onfeilbare<br />
Bron van wijsheid.<br />
Er is een pijnlijke onzekerheid, een constante zoektocht naar bevestiging die alleen gevonden kan worden<br />
in God. Men kan de trompet luiden over de menselijke grootheid, maar het blijft een onduidelijk geluid; het<br />
is niet betrouwbaar en men kan niet het risico nemen om erop te vertrouwen voor de redding van de zielen<br />
van de mensen. =AUG 27 Jan, 1909, al. 3-4,6; RH 12-15-91,12-22-91; AUG 1-27-09; FE 196-200<br />
Donderdag 3/4: (Messias, Zoon van God; Johannes 17:3)<br />
“En de hogepriester en de gehele Raad trachtten een getuigenverklaring tegen Jezus te vinden om Hem<br />
ter dood te kunnen brengen, maar ze vonden er geen. Want velen legden een valse getuigenis tegen Hem<br />
af, maar hun getuigenis stemde niet overeen. En er stonden enigen op, die een vals getuigenis tegen Hem<br />
aflegden,zeggende: Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal deze tempel, die met handen gemaakt is,<br />
afbreken, en binnen drie dagen een andere, niet met handen gemaakt, bouwen. Maar ook zo stemde hun<br />
getuigenis niet overeen. . . Wederom ondervroeg de hogepriester Hem en zeide tot Hem: Zijt Gij de<br />
Christus, de Zoon van de Gezegende?” “Ik bezweer u bij de levende God, dat gij ons vertelt of gij de<br />
Christus zijt de Zoon van God.”<br />
Op de beschuldiging van de hogepriester, zei Jezus, “Gij hebt het gezegd: Doch Ik zeg tot u, hierna zult<br />
gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechter hand der Macht en komende met de wolken des<br />
hemels.” Met waardigheid en zekerheid waren deze woorden uitgesproken, want zij <strong>kw</strong>amen van de lippen<br />
van Een wiens geest met hen uitging. De eniggeboren Zoon van God was de spreker en in de harten van<br />
Zijn toehoorders flitste de overtuiging: “Nooit sprak een mens als deze Man.”<br />
Omdat Zijn gewichtige woorden zulke grote resultaten hadden, waren dit een van de wonderbaarlijkste<br />
momenten uit Zijn leven. Hij realiseerde Zich nu dat alle bedekking moest worden weggevaagd. De<br />
verklaring dat Hij een was met God was geuit. Hij had openlijk verklaard dat Hij de Zoon van God was,<br />
Degene naar wie de Joden zo lang hadden uitgekeken.<br />
“Hierna zult gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende met de<br />
wolken des hemels.” Op die dag zal Jezus de rechter zijn. Ieder verborgen ding zal in het licht van Gods<br />
tegenwoordigheid gebracht worden. Wat een contrast zal er dan zijn tussen zij die geweigerd hebben<br />
Christus aan te nemen en zij die Hem ontvangen hebben als hun persoonlijke Verlosser. Zondaren zullen dan<br />
hun zonden zien zonder zelfs maar een schaduw te hebben om de afschuwelijkheid ervan mee te bedekken.<br />
Zo ellendig zal die aanblik zijn dat zij zullen wensen verborgen te zijn onder de bergen of in de diepten van<br />
de zee, als ze maar zouden kunnen ontsnappen aan de toorn van het Lam. Maar degene die zijn leven<br />
geborgen heeft in God door Christus, kan zeggen: “Ik geloof in Hem die veroordeeld was door Pilatus en<br />
overgegeven was aan de priesters en bestuurders om gekruisigd te worden. Kijk niet naar mij, een zondaar,<br />
maar kijk naar mijn Advocaat. Er is niets in mij dat de liefde waard is die Hij voor mij ten toon heeft<br />
gespreid, maar Hij gaf Zijn leven voor mij. Zie mij aan in Jezus. Hij werd zonde voor mij, opdat ik de<br />
gerechtigheid Gods in Hem mocht worden.” =YI 31 Mei, 1900, al. 1, 4-6; RH 12-2-02; NPU Gleaner 4-21-<br />
09; 12MR 398-411; DA 706-709; GC 641-645<br />
7