Herfst 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Herfst 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Herfst 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
30<br />
artikel<br />
Vroeg beginnen met medicijn? Of juist niet?<br />
Voor veel ouders is het nogal een stap om hun kind medicijnen te geven als de diagnose epilepsie is gesteld.<br />
Hoe belangrijk is het eigenlijk om meteen met anti-epileptica te starten? Professor Brouwer, kinderneuroloog<br />
uit Groningen, geeft antwoord.<br />
tekst Corry van Dalen | bron Episcoop, jaargang 18, september <strong>2010</strong>, nummer 3<br />
De vraag of het verstandig is wel of niet vroeg met<br />
medicatie te starten, wordt altijd per kind beantwoord.<br />
Verschillende factoren tellen in die afweging<br />
mee. Hoe ernstig zijn de aanvallen? Zijn er vaak aanvallen?<br />
Is er kans op een levensbedreigende aanval?<br />
Doorslaggevend is uiteindelijk de prognose. Hoe<br />
groot is de kans dat de aanvallen blijven terugkomen<br />
en zijn ze van invloed op de ontwikkeling? Het komt<br />
regelmatig voor dat een kind bijvoorbeeld één of<br />
twee grote aanvallen heeft en daarna nooit meer een<br />
aanval krijgt. Dan is het jammer als er meteen gestart<br />
is met medicatie.<br />
Goede informatie<br />
Ook ouders spelen een rol in de keuze voor het starten<br />
met medicatie. Sommige ouders zijn erg bang<br />
voor een volgende aanval. Zij willen dat hun kind<br />
meteen medicijnen krijgt. Andere ouders zien juist<br />
erg tegen medicijngebruik op. Het is belangrijk dat<br />
ouders goede informatie krijgen over het medicijngebruik,<br />
maar ook over de aanvallen. Zodat ze bijvoorbeeld<br />
weten hoe bedreigend de aanvallen wel of niet<br />
zijn. Helaas is het niet zo dat een anti-epilepticum<br />
altijd dé oplossing biedt. Soms houdt het kind<br />
ondanks de medicatie toch aanvallen of heeft het veel<br />
last van bijwerkingen.<br />
Wel meteen starten<br />
Bij sommige vormen van epilepsie moet je niet te<br />
lang wachten met medicatie. Een voorbeeld is het<br />
syndroom van West. Typerend voor de aanvallen is<br />
een specifiek soort bewegingen dat het kind tijdens<br />
de aanval maakt; de ‘salaamkrampen’. Maar die worden<br />
soms pas herkend wanneer de ontwikkeling tot<br />
stilstand komt en er verlies van oogcontact met het<br />
kind is. De hersenen zijn dan al geruime tijd volstrekt<br />
in de war. Bij dit syndroom is het belangrijk meteen<br />
met medicatie te beginnen om te voorkomen dat het<br />
erger wordt.<br />
Ook bij absence-epilepsie heeft een snelle start met<br />
medicijnen de voorkeur. Absences, waarbij het kind<br />
een korte tijd het bewustzijn verliest, merkt de omgeving<br />
niet altijd op. Maar meestal komen ze vaak voor<br />
op een dag. Het kind mist daardoor veel informatie.<br />
Met medicijnen zijn deze absences vaak goed te<br />
behandelen. Bij juveniele myoclonus epilepsie, een<br />
vorm die meestal in de puberteit begint, is de kans<br />
dat de aanvallen zich herhalen groot. Ook dit is een<br />
reden om niet te lang te wachten met het voorschrijven<br />
van medicijnen. Bij deze vorm is een kleine dosis<br />
anti-epileptica meestal voldoende om de aanvallen te<br />
stoppen. De kans op bijwerkingen is dan ook kleiner.<br />
Niet het EEG maar het kind behandelen<br />
Bij sommige vormen van epilepsie kun je wachten<br />
met het voorschrijven van medicijnen, daar is niets<br />
op tegen. Mensen denken soms dat anti-epileptica de<br />
hersenen rust geven en dat het daarom beter is snel<br />
te starten. Maar dat is niet zo. Of er wel of geen verbetering<br />
is, kun je ook niet altijd zien op het EEG. Bij<br />
sommige vormen zie je wel een duidelijke verbetering<br />
in het EEG. Als absences effectief behandeld zijn<br />
ziet het EEG er goed uit. Bij het syndroom van West<br />
verbetert het EEG ook als de medicijnen aanslaan.<br />
Maar de verbetering is niet altijd zichtbaar. Soms blijven<br />
de aanvallen weg en gaat het goed met het kind.<br />
Toch blijkt het EEG dan niet veranderd te zijn. Een<br />
EEG op zich vertelt dus niet altijd of het goed gaat. Je<br />
behandelt immers niet het EEG, maar het kind. ■<br />
herfst <strong>2010</strong> | TSC Contact