Herfst 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Herfst 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Herfst 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hormonen en epilepsie<br />
‘Episcoop’ publiceerde een aantal artikelen omtrent het thema hormonen en epilepsie. Zij vroegen Geert<br />
Brekelmans, neuroloog en klinisch neuro-fysioloog van het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg, naar de alge-<br />
mene invloed van hormonen op epilepsie en vice versa.<br />
Allereerst: hebben hormonen überhaupt<br />
invloed op epilepsie?<br />
‘Ja, hormonen hebben absoluut invloed op epileptische<br />
aanvallen. Dit blijkt vooral uit ervaringen bij<br />
sommige mensen met epilepsie bij wie hormonen<br />
een belangrijke rol in het aanvalspatroon kunnen<br />
spelen.’<br />
Om welke hormonen gaat het?<br />
‘De hormonen die de meeste invloed hebben op<br />
aanvallen, zijn de geslachtshormonen: oestrogeen<br />
en progesteron. Vooral de toename van oestrogeen,<br />
rond de menstruatie en de eisprong, maakt<br />
vrouwen gevoeliger voor epileptische aanvallen. Is<br />
er daarentegen meer progesteron in het lichaam<br />
aanwezig, in de tweede helft van de cyclus, dan<br />
nemen de aanvallen veelal af. Er zijn vrouwen die<br />
alleen aanvallen hebben tijdens de menstruatie;<br />
die vorm van epilepsie noemen we catameniale<br />
epilepsie. In deze uitzonderlijke gevallen is een<br />
behandeling met progesteron, bijvoorbeeld door<br />
de prikpil, te overwegen.’<br />
Zijn er specifieke levensfasen waarin de<br />
werking van geslachtshormonen dominanter<br />
aanwezig is?<br />
Denk aan puberteit, zwangerschap en overgang?<br />
‘Als de epilepsie bij een vrouw wordt beïnvloed<br />
door geslachtshormonen, zijn de puberteit en<br />
overgang duidelijke momenten. Bij de puberteit<br />
kan dan een toename van aanvallen rond de menstruatie<br />
zichtbaar zijn; bij de overgang zie je vaak<br />
een vermindering van aanvallen. De aanwezigheid<br />
van oestrogene hormonen neemt dan tenslotte af.<br />
Bij zwangerschap zijn er minder eenduidige uitspraken<br />
te doen, omdat dan ook veel andere factoren<br />
een rol spelen. De menstruele cyclus staat op<br />
zo’n moment wel stil, maar een vrouw wordt ook<br />
zwaarder, houdt meer vocht vast, gebruikt wellicht<br />
hormonen<br />
bron Episcoop, jaargang 16; september 2008; nummer 3<br />
een lagere dosis anti-epileptica vanwege de<br />
invloed van medicijnen op het kind. Bij ongeveer<br />
de helft van de zwangere vrouwen met epilepsie<br />
blijft het aantal aanvallen gelijk; bij een kwart<br />
nemen de aanvallen toe en bij nog eens een kwart<br />
nemen de aanvallen af.’<br />
En mannelijke geslachtshormonen? Hebben<br />
deze ook invloed op epilepsie?<br />
‘Bij mannelijke geslachtshormonen is de relatie<br />
anders. De epilepsie beïnvloedt juist de hormoonhuishouding;<br />
door epilepsie, maar ook door de<br />
medicijnen hebben mannen soms minder zin in<br />
seks. Ook zie je dat sommige mannen minder<br />
vruchtbaar zijn. Maar de relatie tussen epileptische<br />
aanvallen en mannelijke geslachtshormonen is<br />
minder sterk dan bij vrouwen.’<br />
Zijn er ook nog andere hormonen die een<br />
relatie hebben met epilepsie?<br />
‘Ja, maar deze invloed start veelal bij de epilepsie<br />
zelf, of beter gezegd, bij de epileptische haard in<br />
de hersenen. Een korte uitleg. Epilepsiehaarden die<br />
in de buurt van twee kleine klieren in de hersenen<br />
liggen, de hypothalamus en hypofyse, kunnen<br />
invloed hebben op de hormoonhuishouding. De<br />
hypothalamus staat in verbinding met de hypofyse,<br />
een klier die alle andere hormoonklieren reguleert.<br />
Een lokalisatiegebonden epilepsie bij de<br />
slaapkwab, in de buurt van de hypothalamus, kan<br />
zo tijdens een aanval de werking van deze regelklier<br />
in de hersenen verstoren en daarmee de hormoonproductie<br />
van de overige klieren beïnvloeden.<br />
Daardoor kan iemand te veel of te weinig van<br />
het bijnierhormoon cortison aanmaken, waardoor<br />
de suikerspiegel verandert of de menstruatiecyclus<br />
in de war raakt. Toch zien artsen niet zo vaak<br />
lichamelijk merkbare gevolgen van bijvoorbeeld<br />
een teveel aan cortisonen.’<br />
TSC Contact | herfst <strong>2010</strong> 31